bij webmaster komen drie/vier gedichten erg binnen. dank natuurlijk aan alle dichters die instuurden en de zondagochtend tot een poëziefeest maken – toch de Nikita van Cartouche – met name de laatste twee strofen dus van het ingestuurde gedicht. een gedicht bezegeld met een vredeskus verdient eremetaal – brons. de handreiking van dichter Frans Terken die poëtische deuren opent voor een ieder die de vrijheid zoekt – een prachtig gedicht deze week bekroond met zilver. goud deze week voor het theater Max Lerou. onder zijn gedicht leest u waarom. geven we Ien Verrips een eervolle vermelding voor het kleine tafereel – een miniatuurtje tegen barbarisme. van harte allemaal.

Het spokenuur markeert de poort waardoor
ik westwaarts langs de bloedlijn trek
stroopsoldaatjes tegemoet.
Het loopt gesmeerd de sleutel draait
op volle toeren alle gaten dicht.
Mocht ik een god zijn, ik zet seizoenen
naar mijn hand, creëer wat ruimte in de tijd
om de dag met herfst te kleuren.
Voorzichtig zal ik blazen, net voldoende wind
waarin je dan je hoofd kunt baden.
Paradijs weten in de werkelijkheid.
Jawel. Ik doe mijn best maar geluk
is gevaarlijk. Vraag het Kopland.
Nirwana ligt nog zeker op een lichtjaar reizen.
Je zou ook kunnen stellen dat ik een sukkel ben.
Je voelt ik smeer melancholie. Het visje schiet
weer alle kanten uit. Het water is brak.
De tuin der lusten een romantisch prieel meer niet.
ml
Paradijs weten in de werkelijkheid.
Jawel. Ik doe mijn best maar geluk
is gevaarlijk. Vraag het Kopland.
roep ik uit tot de strofe van de week. komt in ieder geval bij mij binnen op hoogste sport van mijn poëtische ladder. ach iedereen kent zijn eigen afwijkingen – die van mij is nu eenmaal die van de poëzie. en zie hier hebben we te maken met poëzie. met de onmogelijke wetten van de poëzie die tot de gewoonste zaak van de wereld behoren. een wereld waarin wahrheit und dichtung zo onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn dat zij een werkelijkheid op zich vormen. in die werkelijkheid lezen we de dichter lerou. in dat theater zijn woorden.

Hang voor het raam van alle kamers
het geel van de zonnebloem
onder het blauw van heldere luchten
maar drijf eerst de kruitdampen uit
dat de vredesduiven er niet in stikken
en zet de deur wijd open
voor ieder die een veilig thuis vraagt
omgord wie binnenkomt met liefde
dat je elkaar vasthoudt door alle strijd heen
hoe dan hand in hand
tot diep in de ogen
monden zo sprakeloos
die elkaar vinden
© FT 26.02.2022
in deze dagen de handreiking aan de vluchtelingen die huis en haard verlieten – moeders en kinderen – de mannen bleven achter om te vechten –
‘zet de deur wijd open
voor ieder die een veilig thuis vraagt’
zo begrijp ik de woorden van dichter frans terken.
een oproep, een constatering, een handreiking.
zo staan duizenden en duizenden moeders en kinderen aan de grens.
het is verschrikkelijk.
- FRANS TERKEN: voor ieder die een veilig thuis vraagt…
- TON HUIZER: Klompvoet uit het knellend leer – Dank u wel ik hoef niet meer…
- GERBEN DE RUITER: bom of geen bom
- ANKE LABRIE: liefde stopt niet
- DITMAR BAKKER: en door het raam keek, dicht tegen het glas, de blauwe nacht.
- CARTOUCHE: ach – laat ons toch aanstonds met rode ogen nog eenmaal in stilte optrekken
- MAX LEROU: Ik doe mijn best maar geluk is gevaarlijk. Vraag het Kopland.
- ERIKA DE STERCKE: het lijkt of mijn hart in een tijdloos afscheid valt
- RIK VAN BOECKEL: moeder vindt haar kind achter de grens van verzet
- IEN VERRIPS:

van oorlog, bommen, schuilkelders en misdaden. en toch gevonden:
ergens tussen die puinhopen daarachter in een schuilkelder dook ze op –
de liefde – liefde tussen twee mensen die door alles heen hoopten
op een toekomst zonder bommen en granaten –
laten we in deze dagen maar van de liefde zijn: wie wint de enige echte virtuele
laten we in deze dagen maar van de liefde zijn- trofee op pomgedichten punt nl?
u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
het moet mij toch ook een keer lukken
een liefdesgedicht
iets van lentezon en zacht
van in de war en veel te veel
om ergens tussen hemel en aarde te zeggen
ik kan niets meer zeggen
anders dan hier is mijn hand
en ga mee ga mee
pomwolff

Duistere tijden. Virussen en psychopaten. Duizend bommen en granaten.
Je kent me. Buiten mededinging, want te lang en thema – net – niet
gehaald. Lag aan haar dit keer…
Dikke pech, maar wellicht toch bruikbaar voor een milde glimlach bij de
zondagochtendkoffie.
Prettig weekend,
Ton
Liefdesleed
Menukaart
schaars verlicht
Rekening
weer opgelicht
Zoengedoe
niet echt een feest
Tandarts
lang niet langs
geweest
Haarlak
op mijn beste pak
Naar haar huis
het vlees is zwak
Liefdesnest
flink uitgewoond
Beddengoed
lang niet verschoond
Proefballon
hopelijk niet lek
Doe wat
aan die moedervlek
Klompvoet
uit het knellend leer
Dank u wel
ik hoef niet meer
Ton Huizer
dichter ton huizer schreef het gedicht en zijn eigen recensie daarbij. een recensie die ik van harte onderschrijf – en zeker is daar ook mijn milde en dikke dikke glimlach bij de
zondagochtendkoffie. de slotpassage is werkelijk briljant en laat hier webmaster zeker uit zijn stoel rollen – uiteraard tot het moment dat er weer over een volgend bombardement wordt bericht op kiev.
Klompvoet
uit het knellend leer
Dank u wel
ik hoef niet meer

kelder
kiev
bom of geen bom
—
Gerben de Ruiter
dichter de ruiter geeft stof/ woorden om na te denken – een soort meerkeuzeformulier – allitererend – maar voor het zelfde geld is het geen meerkeuzevraag en de beschrijving van een barre en onaanvaardbare waarheid.

liefde stopt
niet
bij jou en mij
onze kinderen
onze familie
onze buren
onze vrienden
onze landgenoten
liefde zou grenzeloos kunnen zijn
als we maar met z’n allen
als we dat eens konden
anke labrie
26-02-2022
anke schrijft in een wensvorm – bijna tegen beter weten in – in deze tijd – de woorden lijken te stokken in de laatste twee regels die niet zijn afgemaakt – ‘als we als we’ – een dichterlijk geluid – een verstilde schreeuw – bij de werkelijkheid van genadeloze en harde bominslagen

Gelijk een vis krulde de witte bast
de sintels op, rook vulde het vertrek.
Ze knielde, blies; een gloed in háár alvast
die warmte vroeg. De as, uit slaap gewekt,
dwarrelde omlaag–maar geen mager vuur
brak uit; het hout was door de regen nat.
Zij liet haar hoop al varen, en secuur
(terwijl ze dacht hoe zij zich vergeefs had
gekweten van iets derg’lijks, vroeger dan)
op koppig kooltjes al haar adem blazen,
ze hief haar borst omhoog en deed het razen
uit haar lijf: daar ontstak een kleine vlam!
De helhond vloog meteen op in de schacht,
en door het raam keek, dicht tegen het glas, de blauwe nacht.
Ditmar Bakker
Ditmar schenkt ons het vierde deel van zijn serie ingezonden werken lees bij de items hieronder de eerste drie delen. hoe de wereld ook ontploft de dichter dicht zolang het kan nog – genieten we van die prachtige wereldregel – slotregel – een beeld dat zij die in de schuilkelders van een brandende dor ontploffingen oplichtende wereld moeten vertoeven niet meer kunnen waarnemen.
‘en door het raam keek, dicht tegen het glas, de blauwe nacht.’

Landkaart
Honderd jaren lijden, eeuwen eenzaamheid
buik- en hoofdwonden, “vechten – wordt gezegd*
is de grootste vreugde te beleven met je broek aan”
dat mannen van vechten houden en vrouwen
van mannen die vechten“, stormlopen
in plaats van in stelling gaan, het gaat
nooit over, hongerzucht en oorlog
een oorlam voor alle zonden
maar ach – laat ons toch
aanstonds met rode ogen nog eenmaal
in stilte optrekken, jij uit oost, Nikita en ik
uit west, naar Lviv en Brest-Litovsk
– zoveel dichterbij dan Benidorm –
elkaar daar treffen, de sneeuw
uit de ogen wrijven – onze
gesprongen lippen likken
in een lieve vredeskus
26-02-2022 / Cartouche
(*Martin van Creveld)
een soort poëtische wanhoopswens – (‘maar ach laat ons toch..’ ) hier wel uitgeschreven tot aan het zoenen met Nikita toe – Cartouche hakt zijn gedicht in twee – de ellende in strofe 1 en 2 en het zachte zoenen in de strofen 3 en 4. een fijne zoen dat moet gezegd.

hoe het geweld sprongen maakt
over muren van afstand
bombardementen brengen
verradende lichtbundels
tussen een wachten zonder hoop
liggen jouw woorden
het lijkt of mijn hart in een tijdloos
afscheid valt
wat achterblijft is onze snikkende
glimlach
Erika De Stercke
deze week krijg ik de indruk dat het wit tussen de strofen de lange denkpauzes zijn die dichteres neemt om de volgende strofe te formuleren. alsof erika tijdens het schrijven van haar gedicht steeds weer even de beelden van het oorlogsjournaal toe moet laten – en daar duikt dan plotseling ook nog de geliefde uit een verleden op – voor altijd voorbij.

In elk harnas leven wij
van leugen tot waarheid
de levenslijn spinnend
we dansen zingen het lied
van het groene licht
het wakkere drama in zicht
moeder vindt haar kind
achter de grens van verzet
onthult het gegeven lot.
Rik van Boeckel
27 februari 2022
de dichter beschrijft de lotsgebondenheid van de mens – zichtbaar gemaakt in een beeld van moeder en kind in de laatste strofe – de verwijzing in de tweede strofe naar het groene licht – begrijp ik niet – maar ja een mens kan niet alles weten.

en ik zal vluchten
hoe gaat dat dan met ons
ons kind dat komt
zul je stralen als je terugkeert
ons in je armen sluit
of zijn je ogen dof geworden
door wat je hebt gezien
gedaan
misschien
feb.2022
Ien Verrips
een in eenvoud geschilderd tafereel – hoe de daden in een oorlog een even lang beheersen – in zwijgen wellicht – of zoals dichter schrijft: dof kunnen ogen – ik houd van kleine taferelen bij zaken zo groot en moorddadig die we nauwelijks meer kunnen begrijpen.
Handreiking
Hang voor het raam van alle kamers
het geel van de zonnebloem
onder het blauw van heldere luchten
maar drijf eerst de kruitdampen uit
dat de vredesduiven er niet in stikken
en zet de deur wijd open
voor ieder die een veilig thuis vraagt
omgord wie binnenkomt met liefde
dat je elkaar vasthoudt door alle strijd heen
hoe dan hand in hand
tot diep in de ogen
monden zo sprakeloos
die elkaar vinden
© FT 26.02.2022