Abraham VON SOLO bij het aangekondigd einde van (poetsclub) CAFÉ DE SCHOUW 010: ‘Uniek en onvervangbaar.’

Tineke Speksnijder

Dit wordt het moeilijkste bericht dat ik ga schrijven op Facebook ever. Ik doe het op deze manier zodat ik heel veel mensen kan bereiken. Het pand van de Schouw is volkomen gaar. De muren scheuren, het bovenste gedeelte beweegt als het hard waait. Jullie weten van het eeuwige water in de kelder, ik ga dadelijk weer een nieuwe dompelpomp kopen. Kortom, het pand is na 150 jaar op. Ron, de eigenaar van het pand, ziet geen andere mogelijkheid, dan het te slopen en weer op te bouwen. Dat gaat minstens een jaar duren. Ik had de keuze om na dat jaar weer te gaan starten en heb na vele slapeloze nachten besloten dat niet te doen. Het verkoopcontract heb ik vorige week getekend. De Schouw zoals hij nu is, is mijn Schouw. Ik heb er miljoenen voetstappen liggen. En er komt ook een moment dat je afscheid moet nemen. Natuurlijk weet ik dit al langer, maar ik moest het eerst zelf verwerken om de energie te vinden het jullie te vertellen. Want ik weet dat dit voor heel veel mensen een hele grote teleurstelling is. Velen zien het, net als ik, als hun tweede huis. Daar is mijn geliefde Aanschouw en Poetsclub en alle vaste gasten, ik ken jullie al jaren. De Schouw zoals het nu is, gaat niet meer terug komen. Het gaat groter en anders worden. Toevallig is de Schouw vandaag ook jarig, 82 jaar, een respectabele leeftijd. Ik zag er verschrikkelijk tegenop om jullie dit te vertellen, maar eens moet het toch. We hebben nog 4 maanden mensen. In die tijd gaan we nog alles doen. We maken er een feest van. De eerste week van januari gaat de afscheidsweek worden. Maar eerst gaan we nog genieten. Alle vragen ga ik graag beantwoorden, woensdag ben ik er weer.

Liefs Tineke.

Von Solo in actie in Café DE SCHOUW – foto: Theo Huijgens


Ze keek me schalks aan en zei: ‘Dites moi!’

Ik zie: ‘Je vous dis: deux grandes pressions, s’il vous plaît!’

En toen ging het mis. In steenkolenfrans probeerde ik haar uit te leggen dat ik pilsner wilde. Uit haar snelle plattelandsfrans kon ik opmaken dat ze Tongerlo Blond hadden, Super 8 witbier en een ander onduidelijk blond bier dat Sochaux heette. Voor de zekerheid bestelde ik maar een Super 8, gezien ik dat fijn bier vind. Maar toch had ik liever een halve liter pint frisse pils gehad. Dat smaakt boven de dertig graden altijd het best. Na een tijdje op terras te hebben gezeten zag ik toch een enkeling pils drinken. Nader onderzoek leerde me, dat Sochaux dus blijkbaar de lokale pils was. Ik besloot als volgende een Sochaux te bestellen. Toen het barmeisje echter een pint Sochaux probeerde te tappen, begon de tap te schuimen als een dolle. Het leek er op, dat het vat net leeg was. Om het niet te moeilijk te maken, veranderde ik mijn bestelling in een Super 8. Morgen zou ik het gewoon weer proberen.

De volgende dag bracht ik op en af in de rivier door of voor de tent. De kinderen en mevrouw Solo deden niet veel, want het weer leende zich er niet voor. De hond deed helemaal niets. Na de siësta kreeg ik zin in de koude pint, die ik mezelf een dag eerder beloofd had. De voorstelling van een grote, koele kroes pils. Hoe na het tappen het glas zou beslaan. En dan die eerste slok. Die is altijd het lekkerst. Ik stapte de stube-achtige bar binnen en hetzelfde ritueel als de avond ervoor begon. Deze keer wist ik waar ik op uit was. Het vat moest vers zijn, dus er kon niets mis gaan, dacht ik. Het meisje begon te tappen en exact hetzelfde als de avond ervoor gebeurde. Een halve liter schuim. Wanhopig probeerde ze er toch een fatsoenlijke pint van te maken, wat visueel leek te lukken. Toen ik na twee minuten het glas in handen had, zeeg ik neer op een kunststof terrasstoel, voor de grote slok. Ik zette het glas aan de lippen en liet een forse sloot naar binnen lopen. Wat volgde was een desillusie. Het bier was niet ijskoud. Wel koel, maar niet zo, dat de dauw van je glas loopt. Zo heb ik gedurende de twee weken op de camping nog diverse malen geprobeerd een perfect getapte, koele halve liter te scoren. Dat is en twee keer gelukt. De andere keren eindigden in milde teleurstelling. 

Bij thuiskomst in Nederland, had ik nog twee halve liter blikken Veltins ijskoud staan. Ik pakte mijn vertrouwde Stiegl-pul uit de kast en schonk hem vol. Zag het glas beslaan en nam een ferme teug. Precies goed. Zo leer je de waarde van de zekerheid van een goed getapt glas bier. Die zekerheid dat het zal zijn, zoals het moet zijn, op het moment dat de noodzaak daar is. Dat je dan even niet de behoefte hebt aan verrassingen of wilde interpretaties van iets, dat simpel precies goed genoeg is. Eenvoud, geen compromissen. Waarvan je weet, dat je ervan op aan kan. Zo’n zekerheid, die je pas echt op waarde kan schatten als ze er ineens niet meer is. Uniek en onvervangbaar. 

Een beetje zoals De Schouw.   

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter