VON SOLO: ‘Mijn geest beweegt zich heel langzaam door de ruimte. Ik zoek een handvat voor wat nog te voelen is, maar niet meer te grijpen. Het voelt zo tijdloos…’


De ruimte is leeg. Het schemert binnen. De lichten zijn uit of gedimd. Dat kan ik vanuit mijn gezichtspunt niet zien. Vanaf een punt nabij het plafond, kan ik de grote voorruit zien. Buiten beweegt er niets. Ik stel me voor aan de tafel bij het raam te zitten en te kijken naar wat voorbij trekt. Maar ik kom niet van m’n plek. Rechts van me staat een grote leestafel en in mijn dode hoek is de bar, met daarachter het aquarium. Ik zie enkel het uiteinde van de bar. Daar zou ik graag zitten. En me voor de geest halen hoe ik een biertje bestel. Dat ik dan hoop op een gesprek. Het is stil. Maar als ik me zou verplaatsen, dan zou Café del Mar V op kunnen staan. En ik zou de barvrouw, die er nu ook niet is, kunnen vragen welke CD het was die ik hoorde, omdat ik dat toen nog niet wist. Maar dat gaat niet. Van het punt waar ik me nu bevind is alles bevroren.  

Het is een andere tijd en ik zit er als een vlieg op de muur, te kijken naar iets, dat er niet meer lijkt te zijn. Te voelen of er nog iets overgeschoten is van de beloften die ik mezelf dacht te doen voelen. Mijn geest beweegt zich heel langzaam door de ruimte. Ik zoek een handvat voor wat nog te voelen is, maar niet meer te grijpen. Het voelt zo tijdloos. Alsof er zoveel op het punt staat te gebeuren. Ik kijk door het raam naar buiten. Er rijdt een fiets voorbij, maar ik zie niet wie of wat er op zit. En dan is het weer stil op de Voorstraat. Een gevoel van zwakstroom zijn tintelt door mijn wezen. Het fluistert, dat alles nog kan. Dat terug niet kan, maar dat er nog niets verdwenen is. Maar dat is er wel.

Ik woon niet meer in Utrecht. Het Turkse fitness meisje met de jaloerse vriend komt er ook al jaren niet meer. Mijn favoriete barvrouw staat al decennia niet meer achter de bar. De eigenaar is dood. Ik zou niet weten of het aquarium er überhaupt nog staat. En af ze nog vlammetjes frituren. Telkens als ik in Utrecht ben. loop ik er voorbij. De handgreep van de deur is niet veranderd. Dat is nog steeds een hart. 

Zwevend door de ruimte, probeert een stem op mijn schouder me te vertellen, dat het allemaal voorbij is. Op mijn andere schouder zwijgt een stem met een hoorbare glimlach. Daarachter de veronderstelling, dat er geen A en geen B zijn om een lijn tussen te trekken. Dat dit alles met het alfabet niets van doen heeft. Dat de logica van zingeving hier niet op gaat. Dat er geen plan lag. Toen niet. En nu niet. Ik adem uit en sluit mijn ogen. Ik zie de beddenzaak aan de overkant. Daar waar een jongen ooit op Koninginnedag via de uitstekende steentjes naar een openstaand raam op de tweede verdieping klom en de rest van de middag bij het meisje dat daar woonde in bed bleef liggen. Dat had hij me tenminste verteld zo. Ik adem in. Ogen nog steeds gesloten. Het is vijf voor vier. Ze gaan bijna open.   


VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter