PETER BERGER: verderop verorbert een blauwharig vikingmeisje een dampende bak kibbeling…


De wind snijdt. Koud en blauw. Ik maak een rondje want dat hoort op zaterdag. Een rondje markt. Eerst langs de overkant waar groenten en fruit als een kleurrijke zomer staan uitgestald. Vrolijk! Dan de brug voorbij. Knopen, tassen en textiel. Ik heb er weinig te zoeken, bij de knopen, maar sta er toch altijd even stil om te verdwijnen in die glimmende chaos van wel duizend minuscule vormen. Rond. Vierkant. Hartjes. Sterretjes. Dik. Dun. Whatever. Microkosmos. Er ontbreekt er eentje aan mijn jas. Een knoop. De bovenste. Een jaartje al, twee of drie misschien zelfs, maar vandaag is het een gebrek. De kou kruipt mijn lijf binnen. Ik laat het.

Een parmantig dametje frommelt een papieren zakje tevoorschijn en krast dat ze vorige week een verkeerde keus heeft gemaakt. De kleur deugt niet. Vloekt met haar pas gebreide vest. De uitbaatster wijst onverbiddelijk op het bordje: Knopen worden niet geruild! Ik wacht de uitkomst van de woordenwisseling niet af en steek het water over naar de Nieuwe Rijn. Kaas, vis en bloemenpracht. Met dat laatste heb ik weinig.

Ontheemde bloemen zonder wortels, maar bij de kaasboer verkoopt men mon fromage préféré. Lekker! Een flink stuk Abondance rijker door naar de visboer. Wilde zeebaars lonkt. Eerst haring! Naast mij haalt een stramme grijsaard z’n lekkernij door de uien. Aan de staart. Dan de hand omhoog om onverbiddelijk toe te slaan. Maar de nek weigert. De haring wiebelt voor z’n kin maar glijdt hem de bek niet binnen. Net koekhappen. De man veegt onverstoord een truckload uitjes uit z’n baard, doopt opnieuw en zegt dat het de kou is. Die nek. Na een poging of vijf weet hij het slingerende glibberding alsnog met de tong te vangen en slobberend naar binnen te zuigen. Zichtbaar genietend.

Ik neem er twee. Zonder uitjes want dat is zonde. Nog geen meter verderop verorbert een blauwharig vikingmeisje een dampende bak kibbeling. Zonder jas gehuld in zwarte nylon legging en een grof gebreid naveltruitje. Haar huid priemt roze als uitgestalde zalm. Kou schijnt haar niet te deren. Odin owns you all. Schreeuwt het truitje. Daar heb ik niet van terug want haar lach is warm als zonneschijn. De vis vergeet ik maar; ik heb straks een date voor pizza. Voor mij een frutti di mare! Die pizza vanavond. Op zeker.

PETER BERGER

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter