fietsend langs de zaan de stad voorbij richting de pont naar sloterdijk restanten van de kruitfabriek het hembrugterrein domein van scheppingsdrang een landmark in beweging
op ’t kruispunt net daarvoor een mijlpaal van een eerdere tijd het cafetaria waar zaanse moe de piepers voor de frieten schilt het stoofvlees op je bord alleen door haar is klaargemaakt
op dat kruispunt aan de zaan bij een bord stoofvlees en patat kom ik tot het besef dat vegetariër zijn mij past maar niet altijd niet hier in dit cafe
En iedere keer dat er een baby uit mijn moeders lendenen rolde hoopte de zeeman op een zoon
Aloha Pom
Velen van jullie weten dat mijn vader veel op zee was. Altijd was er het meisje en de kapitein. Met wonderlijke verhalen werd ik grootgebracht. Het leverde veel fantasie, vechtlust en een blind vertrouwen in de zee en alles wat daar mee te maken had op. Ik heb er een klein gedichtje over geschreven. Geniet van het prachtige weer. Doe wat je wil.
Liefs Karin
Gezin
En iedere keer dat er een baby uit mijn moeders lendenen rolde hoopte de zeeman op een zoon die hij kon laten vechten met Boreas of tot een boksertje kon maken misschien een leeuwentemmer maar op dit eiland was geen leeuw; er was een dijkje om te mijmeren over filmsterren met een kuif wij werden mannen onder vaders maan en moeders zon hielden het schip op koers en waren ongemerkt veranderd in zonen die spuugden op het gras ik heb een foto uit die tijd vòòr het huis staan wij stoer te zijn met een houding van kom maar op in de voering van mijn jas hangt een katapult en mijn zus lijkt op James Dean, verdomd ik zie het nu.
hoe de schaduw van een boom die iets verder staat in de smalle straat waarin ik woon onzichtbaar vanuit mijn raam door de storm beweegt op de hoge muren aan de overkant even beschenen door de zon
dan weer ineens verdwenen door voorbij zeilende wolken donker met daartussen flarden blauw wel zichtbaar in het kader van mijn kleine raam
vaststellen hoe ver we in het leven staan, waar we in het leven staan, is het mars of is het aarde onder onze voeten? dat was de opdracht – op een meer dan contemplatieve wijze vorm gegeven door dichter Labrie hier. de schaduwen van onzichtbare bomen – daarbij wat flarden van donker en licht in diverse tinten blauw en dat het zo altijd wel zal blijven op onze blauwe planeet. zo is de waarheid ook te beschrijven. ik zeg GOUD!van harte
Petra Maria in de eeuwige sneeuw
Cartouche onder een deken van ondaad en zonder bezwaren
wie wint de enige echte virtuele ja waar waren we ook al weer gebleven trofee op pomgedichten?
een moment van contemplatie voor elk mens voor elke dichter ook – even pas op de plaats en vaststellen hoe ver we in het leven staan, waar we in het leven staan, is het mars of is het aarde onder onze voeten? – dichters weten dat soort zaken in poëzie te verwoorden – zodat we weer verder kunnen. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
waar waren we gebleven jij sprak woorden van diepe aard dit wordt typisch weer… zo een gedicht… van jou… waarin…
ik hoorde je denken dit wordt inderdaad een gedicht bevestigde ik
waarin… de woorden… elkaar net niet raken…
pom wolff
er komt een kleine ijstijd
we liggen neergevlijd als tevreden hier lag toch eeuwige sneeuw of was dat vroeger
dit jaar is alles gesmolten in duizend stukjes puzzel dat maar weer eens tot liefdevlokken
er komt een witte wereld een lang wit leven grote dromen zijn te ruste gelegd
het is nog maar afwachten wat voor nieuw leven ontspringt niet op andere planeten niet op mars
er komt een kleine ijstijd
petra maria
–> ‘dit jaar is alles gesmolten’ lijkt mij de cruciale regel in dit gedicht. even stilstaan bij tot hoever wij zijn gekomen – petra schetst geen vrolijk wereldbeeld – de kleine ijstijd aangebroken – hier lag toch sneeuw. ik moet aan marlene dietrich denken en haar sag mir wo die blumen sind – wo sinds sie geblieben – was ist geschehen? wann wird man je verstehen? ik weet ook niet wanneer we het leven ooit zullen begrijpen. petra gelukkig ook niet – dichters stellen geen vragen – dichters schetsen slechts illusies, dromen en de zware gevolgen soms: ijstijden
Binnenvaart
Zo ver zijn we gekomen en verder niet gelukkig zeiden je ogen, dat dient nergens toe we zien wel waar het schip precies zijn anker licht, hier liggen we elkanders deksman en lichtmatroos te wezen onder een deken van ondaad en zonder bezwaren
dromen bewaren we beter voor elkaar voor later als we ons weer mengen en begeven in de menigte benen die ons tegemoet zullen treden de struikelstenen om ergens aan te komen op een plek van tweezaamheid
waar woord en gevoel geburen zijn zolang je hand op mijn borst, mijn mond rond je tepel, zolang we de regen buiten de zon in ons midden weten te houden hebben we vaste voet aan elkaar
kan ons de wereld gestolen vormen, voegen we ons samen in alle wee-, dee- en overmoed
als paar apart
20-02-2021 / Cartouche
–> ‘onder een deken van ondaad en zonder bezwaren’ Cartouche weer eens oneindig mooi op zijn Vasalis’. veel woorden verder nodig voor de liefde heeft de dichter hier. het beeld van de binnenvaart stevig en in de derde strofe ook stevig lichamelijk uitgeschreven. als je Cartouche ook maar even onbeteugeld laat gaan dan zijn de uitspattingen niet van de lucht. de wereld kan hem dan gestolen – gelukkig de poëzie niet. of moet ik hier zeggen gelukkig de bombastische poëzie niet. op die ene wonderschone regel na: ‘onder een deken van ondaad en zonder bezwaren’ – onder die deken willen alle dichters, poëzieliefhebbers, lezers ook.
Het levend boek is nimmer klaar oogstdagen zaaien geleefde jaren
geliefde jaren jagen verdriet weg geboren uit man en vrouw uit warmte
ze komen nooit meer terug zijn als herinnering en achter de rug
nabodes we hebben ze gelezen voorbodes zonder luide weerga
leven brengen liefde vermengen om aandacht en inzicht te krijgen
het blijft in nevelen gehuld tot bladeren geduldig omslaan
de wetenschap van overpeinzing laat ons naderen in contemplatie
wij zijn er om de tijd te dragen langs oceanen van lange dagen
de dag vooruit is nog geen pennenstreek wij kijken om en zien een levend boek.
Rik van Boeckel 20 februari 2021
–> het beeld van een boek hier door een dichter gegeven – zo hoort dat ook. elke dag weer een bladzijde om om te slaan – voor rik van boeckel om te beschrijven. al dan niet begeleid met percussie – zoals ook vastgelegd op de zwarte schijf. die prachtige regel ook die RIK aan de mensheid meegeeft – tegelijk zo vreselijk waar als poëtisch: ‘wij zijn er om de tijd te dragen…’
Naar omstandigheden
Ik zie u graag in betere omstandigheden als we rondborstig geheeld hebben wat er grof is afgebroken
hoe er veel tijd teniet is gedaan met elkaar naar het leven staan losgaan met verschroeiende kracht
stenen des aanstoots opgepakt en naar iemands hoofd gesmeten het valse geschreeuw tegen
laat ons met twee kaarsen staan onder de kin gekruist voor de zegen een bede voor een gezonde keel
de stem welluidend als voorheen zonder brok of schorre klank alsof de hals half dichtgesnoerd
waanzin uit het hoofd gespoeld de rook uit de oren geblazen de elleboog geboden en beroerd
elkaar diep in de ogen kijken een stap vooruit naar omhelzing
–> naar omstandigheden maken wij het wel – frans schetst hoe het beter kan als de waanzin is verdwenen – als de rook om onze hoofden is verdwenen – zong boudewijn de groot al. op weg zijn we naar betere tijden, betere omstandigheden ook – die omstandigheden even belicht door de dichter: het verlangen naar de omarming, de omhelzing, naar warmte.
Beste Pom Pas op de plaats, je zei het al. Maar nu bekruipt mij soms het gevoel van doelloosheid. Zeker geen depressieve gevoelens maar wel tijd voor reflectie.
Fijn weekend. Groet Magda Haan
Nieuwe titels
Hoe mooi doelloosheid kan zijn door vleugels uit te slaan op eigen domein de tuin met achterstallig onderhoud opeens een pluktuin wordt genoemd
op de koffie bij de buurvrouw een meidending de specht van vorig jaar het nest herbruikt supermarktkarren getrokken door ogen met een eigen spreektaal
teruggeworpen op eigen creativiteit de boekenkast eindelijk afgestoft titels ontdekt en herlezen
Magda Haan
–> Magda houdt het klein en bij de kleine dingen. met een zekere doelloosheid schetst zij de herhaling – of ligt de waarheid toch net even anders of andersom: dat met de herhaling de doelloosheid hier een gegeven is.
zou ik geworden zijn wie ik nu ben als jij bij me was gebleven zou ik doen wat ik nu doe zou ik een leuker mens geworden zijn als jij er nog zou zijn geweest soms op zo’n dood moment vraag ik me wel eens af hoe zou het leven zijn verstreken met jou erbij en of ons samenzijn het überhaupt zou hebben overleefd
Ien Verrips
–> contemplatie vandaag in de wedstrijd hier ook bij en door Ien. geen vragen stellen is mijn devies in gedichten en wat doet Ien – juist ja vragen stellen, niet één vraag maar alleen maar vragen. wie zich geroepen voelt hij of zij geeft de antwoorden. de lezer wordt hier direct aan gesproken. en en passant geeft de ik persoon zich bloot – het blijft hier de vraag of onze Ien een samenzijn wel had overleefd. het antwoord is gegeven in dit gedicht: ze nam het zekere voor het onzekere. dicht als nooit tevoren – en nog levendig ook.
Het Laatste Avondmaal
Mijn lief nam rozen voor mij mee; ze waren rood, ze telden tien. Ikzelf bereidde een diner van boeuf au bourguignon, voordien mij bleek uit zijn kant van ’t gesprek dat het hem beter leek, misschien (de kilte trok in het vertrek) zo er ten laatste werd gekoosd. De afwas rest. Fornuis, bestek, de pannen. Vuilnis dient geloosd. Verdoemd en naar de ratsmodee: de liefde, kunst, de ware, troost, de zon, de branding & de zee… Mijn lief nam rozen voor mij mee.
***[D.B.]
-> alles naar de ratsmodee – zo hoort dat ook als dichter bakker de stand van zaken opmaakt. het is nog even genieten en dan stort de hele kolere bliksemse bende en vooral ook de liefde weer in elkaar. heerlijke reviaanse beelden van quasi deftig tot aan plat jordanees. had hazes nog geleefd hij had hier spontaan over de afwas gezongen – voor de zoveelste keer de relatie met raggel naar de ratsmodee. ‘met raggel naar de radsmodee’ het titellied van de CD – ditmar blaast het levenslied een nieuw leven in. en ja breng die rozen maar naar sandra, eer ze de stad verlaat, breng die rozen maar naar sandra het is misschien nog niet te laat.
Geluk
ik zie de wereld in een kamerplant voel hoe ze druilerige dagen beu is bladeren snakken naar de zon
op zoek naar momenten van geluk tel ik ondertussen de wolken ze haasten zich voor regenvlagen
zeepbellen als luxe, het bad loopt vol en neemt me mee naar de stranden uit mijn dromen
jij en ik door het duingras ondeugend als adam en eva we ademen de lente in
Erika De Stercke
–> Erika in lente sferen zo mag de samenvatting wel geschreven. een beetje obligaat zijn de geschetste beelden wel. ook hier met deze tekst kan de zanger van het levenslied aan de gang. een dichter moet beter.deze dichter zeker.
Fluisterend
De grote woorden zijn gezegd alles ooit gedacht ligt verankerd in de groeven van mijn gelaat de plooien in mijn handen tonen dat het voorschot is geconsumeerd de afrekening is aangebroken, wat kost het nog
een beetje zonlicht caramelvla met slagroom een glimlach een zakdoek voor de tranen
Vera van der Horst
< –> een typische van der horst – in de nacht geschreven woorden die in de ochtend toch net een beetje TE persoonlijk bij de lezer overkomen. (we lezen over groeven, plooien, en dat de afrekening is aangebroken en over andere hel en verdoemenis in het leven) meestal krijst ze dan laat in de ochtend – haal het gedicht weg – had het niet geplaatst – in haar oplopende woede luistert ze dan niet meer naar mijn troostende woorden: er zitten ook mooie dingen aan hoor fluister ik door haar hels lawaai – die heerlijke caramellucht bijvoorbeeld dat zijn geen spruitjes – maar wat ik ook fluister – ‘woede overstemt alles’ stond er al op het bordje in de keuken van mijn oma waar ze de hopjesvla voor mij bereidde – een luisterend oor zal ik niet vinden vandaag. morgen is ze weer – lieve vera – een en al liefde. zeker als ik mijn vingers leg in de groeven van haar gelaat.
In de kinderwagen zag ik je dochter als een ansjovis in zoet water liggen Je zei met lachend ongemak dat ze een beetje te groot is
“Ze groeien als kool”
In de kinderwagen zag ik je dochter als een ansjovis in zoet water liggen Je zei met lachend ongemak dat ze een beetje te groot is Ik had het zo nog niet bekeken Ze keek als een baby nog zo klein terwijl jij haar al als opgegroeid ziet Ik had haar maanden niet gezien, maar zag nog altijd dezelfde lach Enkel wat grotere botten en het jasje die wat strakker zat Het was jullie dingetje geworden Vandaar die lachende blik en dat knikje naar de grond waar de weg de losse lijnen langzaam aan elkaar verbindt Zij die vooruit geduwd wilde worden. Ook al kon ze dat prima zelf Zij die voor de deur stond met haar schoentjes zelf gestrikt Maar als kleintje in de wagen wilde liggen met de kin op de borst en een afwachtende blik Door het bos wilde ze lopen En terwijl ze eigenlijk al wist hoe dat eruit zag, deed ze alsof alles nieuw was en de losse lijntjes nog als veters aan elkaar moest strikken Ze herkende me nog, want ze groeide uit haar babyvorm en zat zo rechtop Binnen enkele seconden haar gezicht gegroeid vervormt naar meer emotie En zei “Hallo” Ik zwaaide terug, en haalde mijn hand, die ik de hele weg in mijn zak had gestopt, omhoog Ik zou ook wel in zo’n wagentje willen liggen. Met een zonneklep die ik inzet wanneer ik wil Dat ik dan weer lach om elk geschreeuw en schreeuw als ik iets niet wil Onderuitgezakt in een bedje van ondersteuning waarvoor nu nog enkel mijn hand in mijn zak rust Wandelend met mijn moeder erachter, soms ongemakkelijk lachend wanneer ze weet dat ik eigenlijk zelf zou moeten lopen Maar ik kan de hand er zo op leggen Want wanneer begroeting niet meer aan hun mimiek is te zien, en ze gewoon kunnen zeggen Dat de omgeving het bewustzijn waard wordt om contact mee te kunnen maken Kunnen ze het ritme van de voetstappen van hun vader horen Doet hun de stralende blik de zonneklep openen En beginnen ze toch langzaam zichzelf vooruit te duwen
Moeder: ‘En nou moet je eens goed luisteren!!!’ Kind: ‘Ja, mammaaaaa.’ Moeder: ‘Maar, je luistert niet vervelend kind!’
Zo klonk het eerder deze week, terwijl ik langs een speeltuintje wandelde. Een moeder die haar kind maant tot ‘luisteren’. In mezelf fluister ik dan, dat ze duidelijk moet zijn. Ze wil niet dat het kind luistert. Ze wil dat het gehoorzaamt.
Ooit dacht ik soldaat te willen worden. Commando of marinier leek me wel wat. Een bezoekje aan het rekruteringscentrum op de Westblaak, was voldoende me van die gedachte af te helpen. Als ze dachten dat ik zonder na te denken in de sloot zou springen als ‘je meerdere’ zegt ‘spring’, dan hadden ze het mis. Ik snap ook wel dat het belangrijk is, dat je onder bepaalde omstandigheden exact doet wat je bevolen wordt, maar ken de historie van de wereldoorlogen ook goed genoeg, om een aversie tegen blind gehoorzamen te hebben. Zelfs gehoorzamen met een uitleg hoeft niet altijd op mijn medewerking te rekenen. Als ik dit zou voorleggen aan een doorsnee soldaat, dan verwacht ik een uitleg te krijgen die mij tot in de puntjes duidelijk zal maken, dat ik het fout heb. En vanuit zijn oogpunt, zal dat dan ook kloppen. Als je ergens in een put ligt te wachten, tot de vijand gaat trachten je te overrompelen, dan is het beter, dat dan ook maar te doen. Jezelf afvragen hoe je in dat verre land in die put bent beland, is dan even geen optie.
Maar nu komt het gladde ijs. Medisch specialisten. Zij studeren meer dan een decennium keihard om zich te specialiseren in waar hun professionele passie ligt. Ze worden blootgesteld aan chronisch slaaptekort en bovennormale hoeveelheden stress tijdens hun leertijd. Neem daar nog eens de moordende competitie bij, waar ze tegen aan moeten vechten om in een respectabele maatschap te belanden en vervolgens de werkweken van tachtig uur, die blijkbaar normaal zijn in die wereld. Tel daar de bezuinigingen van de afgelopen vijftien jaar bij op en reken maar, dat ik niet graag in hun schoenen zou staan. Het is vergelijkbaar met een frontlinie in een oorlog. Al helemaal als je IC ook nog eens vol ligt met stervende mensen. Dan is het niet het moment, dat mensen zich met je vakgebied moeten gaan bemoeien en al helemaal geen moment voor discussie. Er moet eenheid en gehoorzaamheid heersen op dat moment. Net als bij de frontsoldaat is er in de vuurlinie is dat niet het juiste moment om na te denken hoe je daar beland bent.
Dan nog gladder ijs. Eigenlijk zou ik hier helemaal niets over mogen zeggen, want ik weet er niks van, maar toch begeef ik me erop, met het risico er door te zakken. Het Studentencorps. Om hier toegelaten te worden is een ontgroening nodig. Dit is een ritueel, dat met veel geheimzinnigheid en dus ook speculatie omringd is. De reden daarvoor is, dat er dingen gebeuren, die eigenlijk niet door de beugel kunnen, maar waarvoor de ‘uitvoerders’ niet aansprakelijk gesteld wensen te worden. Het zijn rituelen om gehoorzaam te maken middels vernedering en oorzakelijke medeplichtigheid. Dat schept een perverse band, die minimaal een leven lang duurt. Waarbij ook geldt, dat gehoorzaamheid aan de regels van het spel, boven alles staat. Het is een voorbereiding op een wereld, waar op cruciale momenten absolute gehoorzaamheid van je gewenst zal zijn, en jij ook moet kunnen vertrouwen op de gehoorzaamheid van hen die verantwoording aan jou dienen af te leggen. Daar stel je geen vragen bij. Een ding wat in de drie gevallen gelijk is, is dat de keuze om beroepssoldaat, specialist of corpsbal te worden een vrijwillige is. Je begeeft je vrijwillig in een systeem, waar gehoorzaamheid een bepalende factor is. Zo bepalend zelfs, dat ongehoorzaamheid vrijwel direct tot uitsluiting leidt. In geval van een soldaat in oorlogstijd zelfs tot de dood. Kadaverdiscipline is een ander woord daarvoor. De ultieme Pavlov-reactie op elke crisissituatie. En zo komen we weer in het heden.
Lange tijd heb ik wat ambivalent tegenover de aanpak van de coronacrisis gestaan. Dat is niet zo moeilijk als het een ver van je bed show is. Ik hoef niet op een veel te kleine, onderbemenste IC te staan in het heetst van de strijd. Mijn kroeg is niet dicht, terwijl de huur gewoon doorloopt. Om me heen stierf niemand. Carnaval interesseert me ook niet. Alle regels vanuit de overheid waren voor mij als burger zodanig facultatief, dat gehoorzamen toch telkens een keuze was en daardoor ook voor mij acceptabel. Thuiswerken is geen straf, als je leuk woont. Thuisonderwijs is ook geen probleem, als je er gewoon niet aan meedoet. Mondkapje ook geen probleem, ik zat er wegens fijnstof toch al aan te denken. Als ik echt op kantoor wilde geen werken, dan smokkelde ik daar een uurtje binnen. Als hedonist stond ik tussen de tieners te dansen in een kroeg aan het Canal Saint-Martin afgelopen voorjaar. Als kunstenaar en verslaggever ben ik naar Brussel afgereisd om de avondklok te trotseren, om te zien hoe surrealistisch dat was. Tot het moment dat zelfs in Nederland de avondklok ingesteld werd. Dat was voor mij het moment, dat me voor het eerst in mijn leven, op deze manier de vrije keuze ontnomen werd. Door de staat.
Ik heb mijn kinderen altijd proberen te laten gehoorzamen. Ik heb ze heel erg goed het verschil met luisteren uitgelegd. Pas nu realiseer ik me wat een luxe luisteren is ten opzichte van gehoorzamen. En wat een zegen het is, niet in de frontlijn gedwongen te zijn.
En dat vrijheid, bovenal, toch altijd mijn enige keuze zal zijn.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Een beschrijving van het regelmatig terugkerend tafereeltje met de ganzen op de Olympiakade, waar ik vaak met Betty wandel, voor pomgedichten, in de bijlage, groet, Merik
Stadstafereel, voor Betty nr. 23
De gans strekt sissend zijn wijd-open bek naar voren, naar Betty, die in het gras snuffelt en verder schooiert zonder schijnbaar iets te merken.
Dan richt de gans zich op, klapwiekt en gakt in triomf, de vijand verjaagd.
Betty en ik wandelen rustig weg; er is niets aan de hand, heus niet.
Merik van der Torren
Share This:
ergens werd gesproken je verwachtte witte jassen je zei hier woon ik niet dat wist ik wel
ik zag een deur openstaan een onopgemaakt bed een boekenkast zonder dichtbundels
(is geen boekenkast)
je lag op dat bed als een gesealde gedichtenbundel lachte je
…
niet eens een boekenkast één verdwaalde dichtbundel en wat een stilte op dat schreeuwen na
dat mag je niet zeggen dan nemen ze je mee cremeren ze je
open haarden altijd gevaarlijk hoor fijnstof
…
iedereen weet het nu je was zo stil de laatste tijd ik zei dat doet ze niet – echt niet maar je deed het wel
zo zie je maar weer de ene mens is de andere niet je hebt ook van die gedichten waar geen vinger achter te krijgen is
vanaf vandaag zal elke maandag in dit land – van groningen tot verweerd geheel anders zijn. deze ien verrips doet uw comfortzone als sneeuw voor de zon verdwijnen – was het wassen op maandag staat u straks te modderen – was het modderen? dan wordt het Kant! de maandag door op de dinsdag met Ien. waar heb je dat nog – jawel in de zaanstreek én op pomgedichten punt nl.
sinds maandag-wasdag zijn status als zodanig heeft verloren is deze dag gebombardeerd tot maandag-filosofendag waarbij de vraag op tafel ligt naar het waarom van deze apres-weekend dag deze eerste werkdag van de week dag deze helemaal geen zinin dag deze gestapelde k-dag waaronder katerdag deze modderige lullige prutseldag
daarnaast worden gedachtenexperimenten aangemoedigd om de mogelijkheid te onderzoeken en de gevolgen van het schrappen van de maandag
Release LP Deze hoofden praten. Rik van Boeckel. Label: Raakvlak
Op 22 februari vindt de release plaats van de LP Deze Hoofden Praten van de Leidse dichter/percussionist en spoken-word artiest Rik van Boeckel. De LP wordt uitgebracht door het nieuwe Haagse label Raakvlak, dat een grote affiniteit heeft met de wonderbaarlijke muziek van de cassettecultuur van meer dan twee decennia terug. Rik van Boeckel verwierf in de jaren tachtig landelijke bekendheid als popdichter en trad door heel Nederland op met een combinatie van poëzie, liedjes en muziek. Hij bracht toen twee cassettes uit bij Kubus Kassettes van Rob Smit: Deze Hoofden Praten (1983) en Hé Hé Wat Moet Dat (1984). Deze kregen goede recensies in Muziekkrant Oor. De LP Deze Hoofden Praten is samengesteld uit 9 tracks van deze cassettes, die stuk voor stuk exemplarisch zijn voor de vooruitstrevende DIY-stroming van die tijd. De muziek is een mengelmoes van new wave, pop, ambient en eigenzinnige dub. Van Boeckel’s teksten hebben deels een surrealistische en dadaïstische inslag. Ze zijn een reflectie op de natuur, op de actualiteit van toen en op de muziek van die tijd zoals Echo & The Bunnymen en Talking Heads, waarnaar de titel verwijst. Voor Van Boeckel is dichten zowel schilderen met woorden, als muziek maken met woorden. Zo bracht hij december 2018 de poëziebundel-met-CD Beweeg Als Een Strateeg uit en draagt hij nog steeds zijn poëzie voor met live percussie en met andere musici. Want zijn poëzie ligt dicht tegen rap en liedkunst aan. De LP Deze Hoofden Praten is daar een weerslag van, maar dan geplaatst in de muzikale en artistieke kaders van de jaren tachtig.