U bent zelf een griepprik!

foto: Ben Kleyn


U bent zelf een griepprik!

het journaal meldt een enorme vooruitgang. niet meer 49.9 procent van de mensen uit de risicogroepen heeft dit jaar de gratis griepprik bij de huisarts gehaald. neen, het percentage is gestegen tot een duizelingwekkende hoogte van 50.1 procent. jaja.

de griepprik zal bedoeld zijn om de risicofiguren zelf te beschermen maar er zal toch ook geprikt worden ter bescherming van  argeloze mogelijke slachtoffers die niet tot een risicogroep horen, tegen de  besmettingsgevaarlijke risicodragers, die hoestend en proestend door het leven gaan. de lezer voelt de conclusie aankomen.  

niet de griep is de grootste bedreiging van boze hardwerkende blanke nederlanders en zijn buren, neen de grootste bedreiging zijn de besmettingsgevaarlijke risicodragers die jaar na jaar weigeren een prikje te halen om de hoek. de griep tiert welig juist bij dat soort tiepjes. tiepjes die met een satanisch genoegen de hardwerkende boze & blanke nederlander aan een schier dodelijke griep helpen.

Share This:

U bent zelf een akerboom!


U bent zelf een akerboom!

We schreven hier al over politiecoach Carel Boers en zijn kritiek op akerboom in NRC Handelsblad: interne meldingen over discriminatie, seksuele intimidatie en ander wangedrag worden genegeerd door de politietop. Boers spreekt over 10 tallen door hem gemelde misstanden. Het gaat onder meer om seksuele intimidatie en aanranding van vrouwelijke collega’s, ernstige discriminatie en valsheid in geschrifte. En wat deed akerboom met zijn meldingen: NIETS! 

En wie heeft vandaag weer eens de grootste mond bij de politie: AKERBOOM. en wie weet precies wie allemaal heeft gefaald: AKERBOOM. Den Haag – de politiek – iedereen om akerboom heen heeft gefaald volgens akerboom. en wie heeft volgens akerboom zeker niet gefaald: juist ja AKERBOOM!

de politie is inmiddels verworden tot een enorme puinhooporganisatie. en er is één man direct verantwoordelijk voor de aangerichte puinhopen en het wegkijken bij de politie en laat die man nou toevallig ook akerboom heten. een kleine kleuter met een grote bek – weghollend voor zijn eigen verantwoordelijkheden. en laat die kleuter nou toevallig ook akerboom heten.

Share This:

spraakmakend optreden VON SOLO – gisteren in 010 – in café De Schouw

Geachte heer Wolff,

Het knalde weer fijn gisteren
Nog schor vandaag
Hoogstaand is het niet
Maar het geeft me wel zin om goed te doen

XxV




Deel 352. HOER
 
(een genderneutraal gedicht, zoals gisteren door ondergetekende gebracht in café De Schouw tijdens de Poetsclub Rotterdam)
 
Hoer! Jij
Verkoopt verkwanseld jij koopt
Je geest in winkels
Verstand van schermen
Je wil, maar al te graag
Jij hoer
 
Tuurlijk, we zijn allemaal hoeren
Hoer is een sterk werkwoord
 
Alleen je lichaam
Ja, je lichaam
Dat mag je hebben
Dat mag er zijn
Dat
Doet er niet toe
 
Verkopen kopen verkopen verkocht
Verknocht gratis niets
Duur niksen
 
Denk je wel vrij?
Vrij je als je neukt?
Je vrijheid verneukt, fuck je vrijheid!!!
Terwijl je hand je telefoon
Je gat in je hand
Je ziel je zwarte gat
 
Wat nou hoer?!
Wat nou?!
 
Ze zeggen, omdat het zo hoort
Ik ken ZE niet
Die ik wel ken luisterden ook
Nooit een slaap meer zeg je
Maar wel verslaafd
Meer meer meer
 
Like-follow-buy now-hoer!
Your money
Your life
You are a beautiful mind
In a worthless body
                                                       (little shareholder value)
                                                       (massive respect)
You will be served
As servant slave
Serveerslaaf
Beter slaaf dan hoer
Oh ja?
 
Ja, luister naar de stemmen
De meeste
Je bent mooi en nodig
Je hoort veilig
Met je geest, achter glas
 
Hoer.
 
(Von Solo, 2019)

Share This:

Merik van der Torren – op audiëntie bij de Koning


Hoi Pom, het Koninklijk Huis inspireerde me tot het tekstje, groet, Merik


Waarneming aan het hof  2

Gesprek tussen de eerste hofdame en de onderste lakei

“Weledelgeboren dame; ik durf nauwelijks de woorden te bezigen.”
“Schroomt u niet. Het zal u de kop niet kosten.”
“ Ik weet zeker dat Zijne Koninklijke Hoogheid
enkele poëmen van uw hand tot zich genomen heeft.”
“ Maar beste man, u draaft door, uw zinnen begoochelen u.
Blieft u nog een glaasje ambrozijn?”
“ Ja, dank u, dame.”
 

Share This:

Peter Posthumus over de verlangende woorden die uit dank naast je kwamen zitten op een elvenbank


het waren mooie  gave woorden
die ontsnapten door de
tralies in de taal
uit de klauwen, uit de kaken
van grammatica en idioom

oude eenzame woorden
in onthechte toestand
door de herfst wind
weggezogen uit hun
zinsverband

tollende woorden
tussen de late varens
deinende woorden
over de morgendauw

verlangende woorden
die uit dank
naast je kwamen zitten
op een elvenbank


Peter Posthumus

Share This:

Of bent u zelf een mart smeets!


Of bent u zelf een mart smeets!

mart smeets – de blinde. jarenlang slap wielercommentaar geouwehoer – zogenaamd journalistiek –  (mart hield het altijd bij de feiten, alleen waar de feiten waren daar was onze mart net niet)  en jarenlang keken ze scheel van de doping om en rond deze mart smeets, de wielrenners,  maar blinde smeets zag niets.

de ene na de andere tourdefrance winnaar aan de doping – zoetemelk aan de doping in de tour, niet een keer maar drie keer,  landis aan de doping – pollentir, delgado, noem maar op – armstrong jaar na jaar aan de doping – we kunnen lijstenlang doorgaan  – blinde smeets zag niets. nul, nada, niets – hoe durft zo een man zich eigenlijk nog te vertonen op de tv met zijn lulpraatjes.

hoe dan ook – we juichen nu allemaal  hassan toe – Hassan pakte zaterdag bij de WK atletiek in Doha nog nooit eerder vertoond Nederlands goud op de 10.000 meter. nog geen 24 uur later blijkt haar coach van de afgelopen jaren voor 4 jaar geschorst door het Amerikaanse antidopingbureau USADA.

Share This:

Jolies Heij weer virtueel bereikbaar

Over elektrische typmachines & pickups

Columniste was een maand lang min of meer van de virtuele wereld afgesloten. Wat een heerlijkheid om de laptop uitsluitend als naslagwerk te gebruiken. Naar welk museum zullen we vandaag? Zoek even wat info over die citadel op. Door wie was de brug over de Drina ook alweer gebouwd? Komt bij dat ze zich in Bosnië niet druk maken – behalve over politiek en etniciteit – , dus deden wij dat ook niet.

Smartphones hebben ze er wel, maar die worden toch voornamelijk gebruikt om te bellen, veelvuldig en soms urenlang, op luide toon familietwisten opvoerend. Maar niemand die je de godganse tijd op het schermpje ziet koekeloeren, laat staan al append lopen of fietsen. Fietsen doen ze daar sowieso niet en ik weet niet of de app er al is gearriveerd. En wat is het nut van appen als je net zo goed kunt bellen? Van Facebook wordt wel gebruik gemaakt, voornamelijk om foto’s te plaatsen. Bij iedere officiële gelegenheid een haag van smartphones in de aanslag. Foto’s, vooral selfies, zijn immers statussymbool en een uithangbord van de schone schijn. De enige appende jeugd, die ik heb waargenomen, was in de bus op weg naar huis in de hoedanigheid van twee vloeiend Duits sprekende – en waarschijnlijk in Duitsland geboren – bosnische jongeren.

Je kunt er tenminste naar de weg vragen, dat lukt mij in mijn gebrekkige Servokroatisch ook nog wel. Hier is het al snel: heb je zelf niet zo’n smartphone? Ik las eens dat jongeren tegenwoordig veelal geplaagd worden door “contactangst”. Dan te bedenken dat ik vroeger al contactgestoord werd genoemd als ik met m’n neus in de boeken zat en even geen zin had om buiten te spelen. Of plaatjes draaide (ja, op de pickup!) op m’n met afbeeldingen van sterren dichtgeplakte kamertje. Toen moest je voor brood nog naar de bakker en je mond gebruiken in plaats van dat je het online bestelt zonder er een woord aan vuil te maken. Enfin, eenmaal teruggekeerd naar de moderne tijd komt er een hoop op je af. Een aanbieding voor een smartphonehoesje (ik heb geen smartphone), de hoofdredactrice van de wijkkrant die in de groepsapp de vergadering afblaast (ik doe niet aan appen, wat is er mis met de mail?).

Wat me nog het meeste ergert aan het onlinegebeuren is dat het offlineloket bij de meeste instanties is opgeheven. Vroeger ging je met een probleem of een vraag naar het gemeentehuis of buurtcentrum, waar je werd geholpen door iemand met verstand van zaken. Nu word je geacht om zelf alles online op te zoeken. En áls je al een ambtenaar in levende lijve aantreft, neemt hij achter de computer plaats met de woorden: even de site raadplegen – wat je net zo goed zelf thuis had kunnen doen. Nu ben ik erg opportunistisch als het om technologische ontwikkelingen gaat. Ik omarm de technologie zo lang het mijn leven vergemakkelijkt. Tijdens mijn studie had ik een administratief bijbaantje. Op kantoor stond een elektrische typmachine. Allemachtig! Geen geklieder met tipp-ex meer, geen nagelbrekend gehamer, maar een vederzachte aanraking. Al snel typte ik in de baas zijn tijd al mijn referaten erop uit.

De computer als tekstverwerker was nog geweldiger, want je kon hele lappen tekst zo maar met één klik laten verdwijnen. Facebook was de uitvinding van de 21e eeuw, want je kon erdoor in contact komen met vrienden in het buitenland, mensen van vroeger, bekende dichters. De wereld kwam een stuk dichterbij. Maar nu hou ik het niet meer bij. Urenlang ben ik bezig geweest om alle meldingen van de afgelopen maand te verwerken, waarvan ik de meeste heb verwijderd. Voor smartphoneverslaving ben ik niet bang, ik zou er meer niet op kijken dan wel. Geef mij trouwens maar het beeldscherm van laptop of computer, lekker groot en overzichtelijk. Het is mij een raadsel waarom mensen een postzegelschermpje in de hand hebben en een breedbeeldTV in de huiskamer. Ik krijg de gribus van swipen, om maar te zwijgen van die minuscule vlakjes, die met een lichte en behendige toets van de duimen aangeraakt dienen te worden. En al die toeters en bellen, wat moet ik ermee? Met appen is het vast net als met vergaderen: hoe meer groepen hoe meer er ter tafel komt.

Hoe meer tijd je wilt besparen hoe meer het kost. Neen, ik heb deze waanzin niet gemist, het optreden trouwens ook niet. Soms is het gewoon fijn om temidden van al het getetter stil te zijn.


Stad als museum

Ik liep door de stad, maar in deze contreien is iedere beweging
verdacht. Stilstaan is uitrusten, voorbode van de dood
in een land dat de kerkhoven koestert, graag namen
kerft, al is het in huiden of trommelvliezen.

Ik liep door de stad, de minaret stond galmend aan, iedere
keer een ander gebed, wist de plaatselijke moslim. Ik versta
geen Arabisch, zei hij, ik heb niet gestudeerd, maar ik weet
dat waar God verdwijnt Mammon in Zijn plaats verschijnt.

Ik liep door de stad, er werd een bandje met kerkklokken
afgedraaid. De bioscoop toonde een film van de aanslag met
stromend kersenbloed uit de buik van de hertogin. De filmmaker
bouwde met aluinen handen aan het décor van zijn Küstendorf

kwade tongen noemen het propaganda. Lopen is hier nooit neutraal
maar politiek. Ik liep door de stad als door een museum, op
schootsafstand van de beroemde brug over de Drina, oog in oog
met de schrijver wist ik, als ik omval ben ik niet alleen.

Jolies Heij

Share This:

U bent zelf een teamchef!


U bent zelf een teamchef!

de ene na de ander dient het veld te ruimen bij de politie. je vraagt je af hoe je daar teamchef wordt. de een spreekt over een totaal verziekte organisatie – vol racisme, macho, seksuele intimidatie en ander fraais. wat gebeurt er eigenlijk allemaal in die politie-auto-tjes. en wat wordt er eigenlijk bedoeld als je weer eens hoort dat er veel te weinig of bijna geen blauw op straat te zien is.

in ieder geval sneuvelt de ene na de andere teamchef. die van vandaag vanwege seksuele intimidatie richting een hoofdagente. ergens in de haarlemmermeer dacht ik te horen. bettie je moet om 11.00 uur even bij de teamchef komen riepen de collega’s daar vorige week nog in koor.

de teamcheffin – die vorige week in Leiden op NON AKTIEF werd gesteld door de korpsleiding (korpsleiding ahum) zorgde voor teveel spanningen door haar uitspraken over racisme en seksuele intimidatie. ik heb zo het angstige vermoeden dat daar in Leiden beter de korpsleiding op NON AKTIEF moet worden gesteld – op seksueel non aktief. in plaats van de teamcheffin die de wantoestanden daarachter publiek maakte.

Share This:

Karin Beumkes – mens en melodie op de maandag: ‘je ruikt naar parfum en naar pijn.’

Aloha maatje
Code geel voor het maandaggedicht.


Driften naar Dover

Je kerfde jouw droom in haar
en liet mij vallen als een bom
je verkoos jong vlees en minder ouderdom
het zou je meer en meer bevallen

mijn kamertje was leeg en stil
haar bordeel lag immers om de hoek
het rode lichtje deed je komen
de deur was open als een vloek

je bent onherstelbaar verbannen
niet omdat het kan maar omdat 
ik degene met het mes wil zijn
jij bent de Judas onder alle mannen

je ruikt naar parfum en naar pijn.



Muziek: First Aid Kit – My silver Lining https://youtu.be/DKL4X0PZz7M


Hou je taai
Karin

Share This:

ARIE VAN EGMOND wint de enig echte virtuele de stad – deze stad – in deze stad wil ik leven – voortleven en ten onder gaan trofee op pomgedichten – Petra Maria en Gerdin Linthorst zilver.


–>
bij het getoonde kunstwerk de prachtige stadsgedichten deze week. dank je wel catharina voor de inspiratie. amsterdam en leiden in een terechte belangstelling van de dichters geplaatst. de plaatsen waar dichters zo graag verkeren. waar een terugblik op het verleden in goede stadsaarde valt en waar ook de toekomst geleden kan worden. dus ergens tussen amsterdam en leiden ligt de waarheid de weg en het leven – maar dan wel  in amsterdam deze week. arie van egmond met een compleet gedicht – een droomgedicht bij het de werkelijkheid vervagende kunstwerk van de schilder.  goed getroffen door de dichter in dichtersdroom – door arie. van harte met het welverdiende goud. zilver en brons voor de dames deze week – laten we tweemaal zilver doen voor petra maria en voor gerdin linthorst – ook van harte natuurlijk. jij bent mijn nachtelijke dwaling lezen we bij petra maria én zij voelt de wind in al haar weefsels maar viert de teugels niet  – schrijft gerdin linthorst. JA – YESS – zó wil een man toegezongen. alle dichters natuurlijk dank je wel voor de mooie ingestuurde werken. hieronder een bossche bol voor arie mede namens jurylid bregje zonderland.


de hoed en de rand
 
 
het javaplein was het met zijn badhuis en borneohof
dat me vandaag een eindeloze droom van ooit inwreef
die van vertrouwde paden af tussen vreemdbouw
dijk en zee erachter herberg zeeburg als ik nu zie
 
zo in de jeugd de grens tussen de westelijke polder
en het vuige welkom van de stad te nemen
moeder op wasdag me uit het oog verloor
de lijnen van scholen kerken als douanekantoren
wreed een onschuldig nachtleven doortrokken
 
zo later de bastions
zolderruimtes her en der
 
gespuis vaag binnen de wal gebonden
nieuwwercks kroegleven met een opa
het omsingelde op antiquairsprenten
 
schillen herinneringen me tot de kern
en trekt het beeld voor het slot van de reis
wie weet eindelijk scherp
 
 
Aratrios


–>
we weten het ook niet arie. het kunstwerk brengt arie terug als het ware in een droom naar herinneringen in en uit zijn jeugd – we lezen over een badhuis, over een plein in amsterdam, over de bezochte zolders. moeders wasdag ook nog even gememoreerd. zo lezen we arie van egmond graag. dat we begrijpen wat we lezen. we lezen van het begin – hoe het in een droom… zodat het vorm en inhoud kan krijgen…. – we lezen van een einde – arie maakt zich op voor de laatste reis – en gelukkig is dát beeld nog niet scherp – blijven we in het gedicht – in die mooie droom ingekleurd met leven – een gedicht van de stad. het geleefde leven. een compleet gedicht. een droomgedicht.
  • Petra Maria – jij bent mijn liefste jij
  • Rik van Boeckel – De knotsoude Eik waakt over slapende boten
  • Frans Terken – in de schaduw van stil verlaten plekken
  • Aratrios – het javaplein was het met zijn badhuis
  • Gerdin Linthorst – zij voelt de wind in al haar weefsels maar viert de teugels niet.
  • Ditmar Bakker – “Rijm is passé!” beweren valse tongen.
  • Jolies Heij – in de groeven van het bestaan.
  • Anke Labrie in het café

wie wint de enig echte virtuele de stad – deze stad –  in deze stad wil ik leven –  voortleven en ten onder gaan trofee op pomgedichten? met als inspiratie een werk van catharina  deze week – http://www.cathelier.com/index.html – de stad waar dichters mooie momenten liggen waar dichters mooie momenten lagen waarin dichter wil doodgaan en vooralsnog wil leven. die stad – die momenten – die prachtige ervaringen met hem of met haar in die stad die onvergetelijke stad. we lezen zo graag van die momenten, van die liefde in die stad. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.



we zagen niets
 
rennend haalden we middernacht
het plein rond als de aarde
de klok de wijzers wij
het was een mooi soort groen
waar alle ego van echo was
we zagen niets, we sloopten gras
je wilde geen water om je af te vegen –

verbonden door de grond
draaien we door in eigen richting
als ik je hand aarzelend vastpak
moet die grond te voelen zijn
jij je hondje – in een hondje zit geen poëzie –
ik mijn hand die onbeholpen stottert
en toch nooit had ik meer

pom wolff
JIJ BENT

mijn straten
naar de oude markt
mijn kathedraal
beklom ik ooit je toren
tussen wolken
tegen blauw

jij bent mijn
nachtelijke dwaling
door verlaten straten
eenzame dronkaard
op mijn pad
naar huis

mijn wachtershuisje
bij de ophaalbrug
terwijl de boten
drijvend
langs de kade
mij befluisteren

ben jij mijn lust
mijn leven
tot ik sterf
jij bent
mijn liefste jij
jij bent mijn stad

Petra Maria

–>
een heerlijke opening deze week van de wedstrijd – we wandelen graag met petra maria mee – een verbeelding van een samenzijn. heeft ze het over mij? ja ze heeft het over mij. over de lezer zeg maar en de lezer dat ben ik. je bent mijn nachtelijke dwaling schrijft ze – ga door ga door – en je bent mijn lust en mijn leven schrijft ze. mijn liefste jij. ja hoor ik wil wel een nachtje wonen in die stad van petra maria. een bijna onontkoombaar gedicht – net genoeg ruimte om je eigen stad in de woorden – de woorden in – te denken. o ik zie ineens dat ik ook een eenzame dronkaard ben én een oude markt wel ja – ik blijf wel graag een consistent geheel! lieve petra.


STAD IN HET GROEN


De knotsoude Eik waakt over slapende boten
bladergeesten sprenkelen zoethout en hutspot
van gegronde mysteriën over de stad

Stad In Het Groen Plantsoen
Stad van Glinsterende Grachten
voorbij de Eik ligt ’n ander Rijk
de Stad van Flonkerende Gedachten

vogels zingen het ritme van de Natuur
kwakende stilte slaakt een diepe zucht
hoe een Burcht verrees boven de Rijn

Van der Werff’s standbeeld zal nooit boeten
voeten staan te lang stil
bij elke gril van de ontzette stad

feestvierders ruiken de haring van verre
schrijvers halen ’t hart op
vorsten en dichters studeerden af

de Nachtwacht geboren in de Weddesteeg
zag het licht van de geschiedenis
ontwaken in kathedralen van stand

Rik van Boeckel
28 september 2019
Leiden

–>
‘zoethout en hutspot’ dat moet leiden zijn. rik weerom in de stad der steden en we lezen een lofzang en een liefdevolle beschrijving – een klein poëtisch samengesteld geschiedenisboekje we weten wat we weten moeten. missen we alleen een beetje de wandeling voor 2 die petra maria ons hierboven aanbood en die de stad – elke stad –  romantisch inkleurt. ik bedoel op een gegeven moment gelooft ze het wel dat rembrandt daar en daar… en wil ze zoenen.
 
Vertrouwd terrein

Dolend door bekende straten
wacht om elke hoek vertrouwd terrein
een plein onder dundoek van parasols

aan tafels zit het schuim tot in de kragen
tikken glazen waarin je kopje onder kunt
je drijft op gelispel van het warme woord

niet dat je hoort waarover gesproken
maar het meer van stemmen
dat roezemoezend om je heen zwemt

hoe het leegte vult waar je van wegloopt
de schaduw van stil verlaten plekken
als een vloek grijpt het je bij de keel

je versnelt slalomt tussen lantaarnpalen
tilt de beide benen van de grond
zweeft op het dansen van het licht

alsof het je laatste gang is
de stad getekend en gevangen
waar je ieder dag voor zwicht

FT 28.09.2019

–>
in zekere zin lopen we mee met de hoofdpersoon die niet kan opgaan in een gezellig geroezemoes op een plein in een stad. die op die warme zomeravond voorbij gaat aan een vol terras – in iets van eenzaamheid gevangen. de leegte gevuld met geluiden die er voor de hoofdpersoon niet toe doen. hij of zij zou alle terrassen vol in de stad willen ruilen voor dat ene, het onbereikbare, we lezen over een pijnlijk gemis. hoe alleen je kunt zijn in een te volle stad.
 
Amsterdam

Hoog te paard berijdt
zij de woorden
zweept op tot zinnen
ketsend langs de gracht die
niet meer stinkt
anno nu.
Stadse vertakkingen woest
van dadendrang en de
bomen zoveel hoger dan toen.
Bij de tramhalte vangt de
travestiet met hardrode mond
haar blik
schikt zijn netkous en
grimt een glimlach vluchtig
als een vlinderslag.
Zij berijdt het kermispaard
voelt de wind in al haar weefsels
maar viert de teugels niet.
Volgt het doolhof van
sporen en momenten
langs oude gevels en
nieuwe eilanden van
opgespoten zand.
Haar plattegrond van
schijnbewegingen
de blauwdruk van
haar bestaan.

Gerdin Linthorst


–>
Gerdin onmiskenbaar  in 020 – het paard doet aan wilhelmina denken die ergens hoog op een paard de stad berijdt – heet de plaats des onheils niet damrak of zo. nou en als het konigin-moeder wilhelmina niet is dan is het wel een andere sterke vrouw. wellicht de dichteres die er een heel gedicht over doet om 2 regels van zeldzame schoonheid te plaatsen in een verder lieve tekst:
 
 Zij berijdt het kermispaard
voelt de wind in al haar weefsels
maar viert de teugels niet.


passievol dat mag gezegd. en als het ook dichteres zelf niet is dan lezen we hier over het kind in ons allemaal. zoals elk kind het leven begint op een kermispaard. voelt dat er leven in het leven zit – in een bestaan. blijkt het gedicht in wezen te gaan over alle vrouwen om ons heen – hun zoektocht langs oude gevels, de vooruitgang getekend in opgespoten zand.
 

Op Leiden

Al wordt de laatste platvloers weggezet
als oudheidkenner met bestofte longen,
de tweede als een langoureuze jongen,
de eerste als met romantiek besmet;

hun stad hebben ze alledrie bezongen:
een Bilderdijk, een Paaltjens, een Bastet…
Maar welk auteur schrijft thans nog een sonnet?
“Rijm is passé!” beweren valse tongen.

De meeuwen die het afval ’s ochtends scheiden
bezong men niet. Hun weerklank enkel die
van schitter op de Rijn—vervlogen tijden.

Toch rijmt mij die vergulde rêverie
van het vergeten, langgeleden Leiden
door dode barden, méér dan ‘k somtijds zie.


Van: Ditmar B


–>
we lezen over de jonge en toch al best belezen  romanticus die door zijn stad dwaalt – de eenzame lieve jongen die en passant de teloorgang van de poëzie, dat ongerijmd gedoe, sta mij o heer  één woordspeling toe  – leidzaam – ondergaat. ditmar bakker weet het altijd zo te draaien in zijn poëzie dat in ieder geval de moedergevoelens bij de meeste vrouwelijke lezers aangeraakt worden.
en ook de meeuwen worden niet vergeten. verder laat zich dit gedicht als altijd heel goed in een bedscene plaatsen – waarin de jonge dichter wordt opgedragen – op zijn knietjes – de woorden heel langzaam voor te dragen en een bestraffend en hard liefdespel na de 14 zacht uitgesproken klagende regels voor een heerlijk evenwicht zorgdraagt.
Wereldreiziger
 

Je vraagt me steden te noemen
om te sterven na Napels
te hebben gezien.
 
Ik heb in iedere stad een plek
tussen de stenen, in de groeven
van het bestaan.
 
Nergens gaan de honden liggen
overal schuimen blagen
trekken fanfares door de straten.
 
Ik draag de plattegronden
op het hart, memoreer ansichten
uit het hoofd.
 
Maar de stad die van ons samen is
moet nog worden gebouwd
uit piepschuim of van karton.
 
Ik was een toerist in de stad
die jij in alle haast hebt verlaten
je liet de poort openstaan.
 
 
Jolies Heij

–>
wat een toestanden toch weer waar zij zich begeeft. kind toch. en wat kan ze mooi schrijven over ‘de groeven van het bestaan’ – de stad ‘van ons samen’ is nog niet gevonden – is in zekere zin nog alleen maar een speeltje van dichteres. van bordkarton gemaakt. ik heb bij de poëzie van jolies heij heel vaak – eigenlijk net zo als bij ditmar bakker –  dat ik de poëzie terzijde wil leggen en de helpende hand zou willen aanbieden. maar ja voor je het weet beland je dan in bed. of dát de bedoeling is van de heer op een door hem gewijde zondagochtend is wel even de vraag hier in het redactielokaal. in ieder geval staat in het gedicht de poort nog open – lezen we . een gedicht met de nodige ontsluiting mag dit gedicht zo samengevat?


Eijlders
 
wie is niet naar Amsterdam gekomen
dorpscafé en nieuwbouwbar ontvlucht
om pleinen te ontdekken vol plezier
en kroegen vol met geestverwanten
 
sommigen boften en zijn hier geboren
de Westertoren en de grachten, overdag
de Albert Cuyp, maar vooral de nachten
de accu opgeladen na een middag Eijlders
 
met schilderkunst, muziek en poëzie
en wie daarna dan nog niet dansen kan
neemt het leven door met bitterballen
drinkt hier een glas tot in de late uren
 
voor mij ben je altijd een veilig hol geweest
besefte ik deze keer ineens voor ‘t eerst
toen ik op weg naar huis het Leidseplein op liep
waar ook veel dertigers het leven vierden
 
anke labrie


–>
amsterdam goed op de kaart gezet deze week. anke op weg naar een veilig hol – aan het leidseplein nouja in een zijstraat de kroeg die ook bij niet amsterdammers en vele  kunstminnenden geliefd is. anke beschrijft waar het goed toeven is met een bitterbal tussen de kunsten – de wijn of het biertje bij de bitterbal. de late uren een kroeg met geestverwanten. de titel als een gedicht.

Share This: