Peter Berger in Mexico 3 – reisverslag en sfeerbeelden: ‘Alles lacht onder het pagekapsel bovenop dat bijna kogelronde engelengezichtje. Het lijkt wel of ze zweeft. Op rubber wieltjes rolt. Maya meisje. Drie turven hoog. De dertig nog net niet voorbij en werkelijk gracieus…’


Alles lacht onder het pagekapsel bovenop dat bijna kogelronde engelengezichtje. Het lijkt wel of ze zweeft. Op rubber wieltjes rolt. Maya meisje. Drie turven hoog. De dertig nog net niet voorbij en werkelijk gracieus. Dat is zeldzaam hier. Dan verdwijnt ze achter een paar geparkeerde auto´s en kuier ik tussen de zoevende glazen schuifpui de hypersuper binnen. True beauty exists. Ook in Mexico. En eerlijk is eerlijk. De meeste locals zijn gewoon hartstikke lief. Maar lijken en kijken lamgeslagen. Misschien ligt het aan mij. Misschien is het Covid. Fok! Ik heb geen mondkap. Een geüniformeerde gezette bewaakster haast zich in mijn richting om me een exemplaar aan te reiken dat krap 10x10cm meet met elastiekjes nietig als naaigaren. Haar ogen lachen. Het ding is zo flinterdun en miezerig dat het op zeker niks uithaalt. Maar in winkels is het nu eenmaal verplicht. Net zoals bij toeristische bezienswaardigheden. Daar alleen bij de ingang. Verder boeit het niet. Voor de bühne is het.

Twee meter verder kan ´ie weer af en dat doet iedereen. Maar in de super blijft ´ie aan. Kwestie van respect. Ik ben hier te gast. Mondkap op dus; van het huis deze keer. Een gegeven paard moet je niet in de bek kijken. Even waan ik mij France. Maar het voelt toch anders hier. Flink kleiner en airco fris. Ik heb iets met supermarkten. Ik ruik nog zo de eenden, ganzen en andere gevleugelde vrienden die er in China, donkerrood of zwart gelakt, glimmend van het vet in grote getale aan het plafond hangen. Soms lijkbleke gestoomde zwanen zelfs, intens geurend naast vissig riekend seafood en gemalen gedroogde kruiden die daar iedere ochtend als kleurige kegelvormige bergjes worden uitgestald. Een heuse geursymphonie gegarandeerd. Ook in grotere Mexican supers echter ruik je gewoonlijk niks want bijna alles zit in plastic of is ouderwets ingeblikt; zelfs de Aldi is er een lustoord bij. Okee, ik overdrijf. Ondanks het gebrek aan geur heeft deze hyper een flinke versmarkt. Geurloos zweet druipt inmiddels in stralen van m´n lijf. Hierbinnen verdampt het niet dankzij de airconditioning. Lekker! Red Bull ook. Meestal niet verkrijgbaar. Maar hier wel. Siberisch koud uit de koeling. Ik neem er twee. Om het af te leren.

Er is zelfs een heuse afhaalbalie voor Chinese fastfood. Bescheiden, maar toch. En het ruikt er! Ik kan het niet weerstaan en geniet slurpend met volle teugen van een oversized portie lo mein noodles al pollo general. Voor de prijs van nog geen Big Mac. En dat is hier al flink aan de prijs. Een taco met geroosterd speenvarken koop je voor dertien pesos. Minder dan zestig cent. Inclusief drie verschillende sauzen afzonderlijk in schaaltjes geserveerd. En daarvoor mag je ook nog gaan zitten. Talloos zijn ze. Taqueria´s aan de straat. Ik ben moe. Morgen zweten op het strand.
Een uurtje boven Cancun ligt Isla Blanca. Een lang smal schiereiland met een woest kolkende zee aan de westzijde en een idyllische lagune in het oosten. Er is niemand op het oceaanstrand behalve een kleurig getatoeëerde Turkse schone met wie ik al een poosje de schaduw onder een eenzame palm deel. Ze komt hier nooit meer terug zegt ze; na acht maanden vergeefse hoop de macho cultuur meer dan beu. ¨Het is erger dan waar dan ook. Ik kan het weten als Turkse. Macho mannen willen gewoonlijk of je lijf of je geld. Maar hier zijn ze iedere vorm van respect voorbij. Eerst neuken om je daarna te bestelen. Come on!¨ Morgen vliegt ze naar Istanboel. Ze vraagt of zwemmen hier veilig is en ontdoet zich zonder het antwoord af te wachten van haar roze gehaakte topje. Plons.

De zee is warm en de golven beuken hard genoeg om haar tengere lijf zonder moeite omver te kegelen. Er is een stevige onderstroom bovendien. Boem daar gaat ze. Ik voel me een tientonner zo lomp maar hou me daardoor, zij het niet zonder inspanning, wel staande. ¨You´re a rock in the surf,¨ zegt ze proestend als ik haar overeind help. Het waait beaufort zeven schat ik. De kleurcode die daarbij hoort weet ik niet. Nieuwerwetse nonsens! Voor saus. Windkracht zeven dus en dat is voldoende om de kitesurfers in de lagune met hun kleurrijke kites af en toe hoog boven de begroeiing te kunnen zien zweven. Een metertje of zeven. Minstens.
Een kilometertje of wat verder noord verdwijnt de onverharde weg in een nagenoeg onbegaanbaar rul verwaaid zandspoor.

No problemo. Ik ben te voet. De auto heb ik bij de kitespot achtergelaten. De mangrove is inmiddels ondoordringbaar. Vogels en vogeltjes op korte en lange stelten struinen er naar fastfood. Bij honderd stop ik. Met tellen. Palmbomen. Een heel bos. Het strand hier is bezaaid met duizend kokosnoten, plastic flessen en een shitload aan andere aangespoelde troep. Een diesel vat zelfs. Verdrietig is het. Maar het is er zo tranquilo. Wow! Ik kan er verdwijnen in het tijdloze niets. De wereld ellende voorbij. Eenmaal terug op het asfalt van Cancun meteen zwaailicht en sirene. Twee motoragenten uit een foute actiefilm stoppen de auto. Ja hoor. Daar gaan we weer. Tien kilometer te hard? Bullshit! Pure intimidatie. Bla bla. Mee naar het bureau! Vierduizend pesos boete. Geen pardon. Of ik gedronken heb? Ja, Red Bull. Ze lachen voorzichtig. Hebben dorst. Aha! Water om de kelen te smeren? Daar draait het om. Paar honderd peso´s. Hun dagloon. So sad. Na een box nota bene druipen ze af. Hoezo buenos días? Sneue macho´s zijn het. Met hun fake Ray Bans. Het is om te huilen maar desondanks heb ik met ze te doen. Zou niet met ze willen ruilen. Ik neem een besluit: Basta! Adiós Mexico. Morgen. Bestemming Belize.

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter