Soms verdwijnt de tijd in wat maar even is verlost uit de gretigheid van iedere dag uit de schraalheid van wat tastbaar is komt ze in de kalme luwte waar niets meer tikt of telt
heel toevallig, enkele woorden die je nooit vergeet een traan die op een wang ooit achterbleef
het onverwachte uitgesloten al zolang omarmd door stilte tot stikkens toe benauwd
de ooit begeerde rust heeft plaats gemaakt voor ledigheid als in een winterslaap totdat de lente binnen schuift het licht der voorjaarszon ontluikt bewaard verlangen
de sluimering ontwaakt wat gisteren nog gold verliest aan kracht ontaardt
Ik neem de lezer mee terug naar een puberaal verhaal. Vol met drank en vergeelde dingen. Nergens was het mooier dan daar, nergens was het lelijker dan daar. Deze puber zat altijd in de gevarenzone. De term “bloed onder je nagels vandaan halen” kwam meer dan eens voor in huize Beumkes. Het was mijn eigen schuld ook niet, je weet hoe het met pubers gaat. Lees dit, dan voorkom je veel. Voor jou is het misschien te laat, maar iemand anders kan misschien nog worden gered. Lees mooi.
Liefs,
Karin
Oase
Stofplaats op schaapscheerdersgrond waar een keutel makkelijk maansteen wordt ik ons voor de grap uit de linkerdroomduim zuig lam ben van klappen in mijn handen nu de kudde stuift een losse steen doet taal verzinnen.
Ik kan je wegkrabben uit alfabedden hier ook blijven tot wind is aangewakkerd iets van a naar b verzetten en als ik regen vang een waterplaats openen.
Vergelijk me daar hoe de dijk mij nietiger en kleiner maakt het maakt in leegte niet langer uit ik ben beslist geen open oase vader dat weet je zelf ook.
prachtige poëzie deze week – in kwetsbaarheid veelal geschreven. dank aan alle dichters voor het insturen. een eerbetoon aan Ina Bot – Ina weer eens voor het voetlicht – en zo jammer van het dichterschap dat met haar leven verloren ging. niet echt een wedstrijd bij zo een thema. wel goud voor Max Lerou met zijn oproep aan haar – de vissersvrouw – het leven eindelijk in eigen hand te nemen – en zoals het een goed dichter betaamt – op zijn lerous – in onomkeerbare poëzie van harte Max:
stampt ze een vormpje vol en volgt een twee drie in godsnaam keurslijf en al nog één keer ziedend zwemmen in een zuigende zee
de magere school
buuf heeft een keuken vol wortelen broccoli kolen bonen in vele kleuren kikkererwten en paddenstoelen (helaas niet hallucinogeen) en veel vergeten groenten deze vrouw heeft ijzer in haar geheugen
man zaliger zijn leven lang gekotterd het hangen aan de touwen de vissies met dagelijks een smakelijk gepeuzel nog was er geen manlief overboord tot hij werd gedotterd
zo leuk de vissenvormpjes van de action de blender ook daarin verdwijnt met messiaans vermorzelen de vezel uit een ver verleden – met een beetje bloem stampt ze een vormpje vol en volgt een twee drie in godsnaam keurslijf en al nog één keer ziedend zwemmen in een zuigende zee
ml
–> ‘de vissenvormpjes van de action’ nu voor de gedotterde zeebonk hahaha. en hoe de woede uiteindelijk dan toch ook aan haar een aanvaardbaar gerecht brengt – zelf bereid. of waarom het in het leven gaat – neem het heft in eigen hand – en voel je vrij. dat je niet eerst hoeft te sterven om van jezelf te zijn.
PETRA MARIA uit weemoed geboren
FRANS TERKEN uit het leven gesneden
CARTOUCHE zelden zat ik zo vol
ANKE LABRIE blijf zijn naam herhalen
MAGDA HAAN liefst ben ik maar stil
VERA VAN DER HORST van alles verlaten
MAX LEROU ziedend zwemmen in een zuigende zee
RIK VAN BOECKEL stijgen wij in weemoed op
wie wint de enige echte virtuele “Het wil niet vlotten met de weemoed”- naar een regel van Ina Bot – op pomgedichten punt nl? deze week een meer dan bijzondere uitgave van de zondagochtendwedstrijd. dat we niet vergeten. dichters niet vergeten – laat u inspireren door de prachtegels van INA.
laat u inspireren door de regel van dichteres INA BOT die al weer een eeuwigheid geleden het leven heeft verlaten – of naar een andere regel van INA: ‘Zelden bezwijken muren onder zoveel afwezigheid..’ welke muren bezwijken bij U – nog steeds – bij die enorme gevoelde of nog steeds te voelen afwezigheid? welke afwezigheid kan alleen maar beschreven worden in termen van aanwezigheid? mooie woorden trouwens aanwezig/afwezig – wezenlijke woorden. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
zou u willen weten wie INA BOT was lees dan de woorden van Lizzy: LIZZY BUBBY SCHRIJFT:
Ina heette ze. Ina Bot. We speelden samen poezieliedjes, met Lisan erbij gingen we alle poeziepodia af, op zoek naar nieuwe dichters, we maakten teksten door haar godvergeten talent. We lachten, huilden, een requim, nu
Toen ze dood was, na drie pogingen: aspirines met chocoladepudding, uitgekotst in de vroege ochtend, met vuilniszakken de oven het gas naar haar toe laten stromen, gefabriceerde luchtslang met afplaktape, net op tijd gevonden, en toen, de in Frankrijk gewonnen pil die godzijdank het einde voor haar in zicht bracht
Ze kon niet meer
Ik zie nog de blik in haar ogen toen ze, na de eerste poging, wakker werd en lag in een steriel ziekenhuisbed, zo ontzettend gelaten… Toen ze weg was en verdwenen kwam er een vlinder in mijn huis. Ze dwarrelde om me heen en als ik huilde kwam ze naast me op de muur rustig zitten. Drie dagen lang bleef ze. Toen heb ik haar naar buiten gebracht.
Ze verdween in de zonsondergang
LB
Bouwval
Zelden bezwijken muren onder zoveel afwezigheid kruipt het licht naar het achterland
velt het dak eikenbomen valt het raam blind klopt de kelder zijn doden uit malen stoelen om vlees vreten messen bederf schrokt het glas de bodem
dan het hart opgevouwen en stom het tuinhek door het pad af
wat is opgericht Volgt
Ina Bot uit de bundel: ROOK EN AS (enkele gedichten)
weemoed
over hoe de nacht de stad in gleed en jij dieper nog in mij 1000&1 verenigde het was alsof
zo was het alsof een koningin het rokin te paard aandeed
Amsterdam van Breitner was het hart van vroege lente weer in zachte weemoed voelt en deze stad herboren
pom wolff
wij raken elkaar als zwanen die spiegelen dat is ook zo bedoeld
je draagt mij zorgvuldig langs de levende leugens van verandering
wat wij ook vasthouden het is uit weemoed geboren
zoals wij nu het maanlicht slechts nog door het bovenraam mogen aanschouwen
zo donker is het zo licht wordt het niet meer
Petra Maria
–> prachtige gedichten bij de woorden van INA BOT. woorden die inspireren. gedichten die inspireren. over hoe kwetsbaar leven is of kan zijn. hier de weg van wij via een ik persoon terug naar wij beschreven. een spel van licht en donker – een persoonlijke ervaring van weemoed. de ware poëzie begint bij mij bij de laatste twee strofen – van daaruit mag het gedicht verder geschreven:
zoals wij nu het maanlicht slechts nog door het bovenraam mogen aanschouwen
zo donker is het zo licht wordt het niet meer
Uit de kuil
Het zijn dagen van oud zeer we zouden gaten kunnen dichten met niet verwerkt verdriet
bijna vergeten moment opgediept hoe je struikelde en viel voor wie je vol in je hart sloot
de schaduw op je netvlies van een onbereikbaar lief het bracht een steen op de maag
haar koude handen die een zwaar donker over je heen trokken waar je mistroostig in achterbleef
dat je zocht naar een lichtpunt niet de flikkering van een mes waarmee je uit het leven gesneden
–> ook hier het licht en de donkerte. de zwaarte van het leven opgezogen in de ‘dagen van oudzeer’. de dagen van oudzeer bijna vergeten – mooi beeld – overschaduwd door het leven. de laatste strofe kwetsbaar particulier. heeft die functie maar voor de lezer heeft die geen meerwaarde. het gedicht ervoor is compleet genoeg.
O wee
Zelden voer ik het woord zelden, enkel gepast en op zijn juiste plaats, bij voorkeur binnensmuurs als zij steenkoud op je afkomt en alles spaak loopt
het totaal niet vlotten wil, het hoge woord eruit stormt: pak je boeltje bij elkaar, flikker op en ga, nu! geen minuut langer kan ik om me heen verdragen
die mooie zogenaamd poëticale praatjes uit lucht gegrepen frasen zonder handen en voeten ze vullen geen gaatjes, een zweefteef ben ik niet verbazen wil ik, mij in jou zien verdwazen
alleen koude grond en kale muren kunnen ledigheid nog stutten, zwelgen is wat ik verreweg het meest van alles haat letterlijk alleen maar dromen kan – zelden
zat ik zo vol greep jij me bij de keel maakte me stom – zoals nu
20-03-2021 Cartouche
-> Cartouche zit in een flow van prachtig schrijven. de lessen op zondagochtend van de webmaster goed geleerd. niet teveel, niet over de top, en als je over de top dan ook echt over de top, geen verwijzingen, geen encyclopie-en, gewoon gewone taal bij bijzondere onderwerpen. en invoelend graag zo balancerend op de rafelranden van het leven. ik lees het gedicht als eerbetoon aan Ina. het woord ‘zelden’ hier uit haar werken genomen en gebruikt. zelden zo de laatste regels in een gedicht gelezen: door alles en iedereen uit weg te werpen leven – zo bij de keel gegrepen – ja zo vreselijk overmand. door haar woorden. zie daar onze cartouche.
zijn naam
als ik er niet meer op kan komen zijn naam en steeds meer vergeten zal noem hem dan vele malen
haal herinneringen op dwars door de gaten heen herhaal ze eindeloos ook als ik jullie niet herken jullie zelfs uitscheld af en toe
blijf zijn naam herhalen tot er een zachte glimlach komt
anke labrie 20-03-2021
–> in welke vorm ook het zal toeslaan niet zonder hem – blijf hem voor mij herhalen – doet denken aan: en herhaal ze alle malen – asjeblieft voor mij voor hem. wat mij betreft is de laatste regel te veel. de oproep op zich is van de liefde. en liefde op zich is genoeg.
Verschroeide aarde
Achter ons liggen de valleien warme lijven en natte kussen overgoten door de zon
aan de zijlijn heb ik gestaan van jouw schaduwspel eenakters in geleende tijd als zoutwater dat langzaam insluit
voor wie zou je moeten blijven een dikke vinger voor iedereen die het beter wist
vingerafdrukken liet je achter een overvloed aan tranen liefst ben ik maar stil
–> ook Magda schrijft vandaag in mooie invoelbare woorden. om tot de conclusie te komen zoals neergelegd in de laatste regel. liefst toch maar de stilte en stil zijn. om de woorden te laten inwerken. en de geleden pijn – over de grond die te heet onder de voeten werd.
Hang naar een verboden leven
De aarde draait dol liefde heeft hem verlaten vloog naar venus of mars naar z’n mallemoer
in leegte zo stil en sacraal weet ik ons alleen door onze lichamen gescheiden ben ik
als de man die hangt aan het hout van alles verlaten roept om zijn vader roep ik om mijn man
Vera van der Horst
-> jezus koeristus – en dan ook nog aan het kruis. ja dat voelt niet goed – door god mag weten wie en ook nog door alleman verlaten. ik kan niet zoveel met deze directe verwijzing naar JC aan het kruis – de directe verwijzing naar god heeft mij verlaten. ik zou juist blij zijn dat meneer een blokje om is. eindelijk vrij! zo zal Ina zich hebben gevoeld bij het afscheid van het leven: eindelijk vrij. jammer dat de dood een mens geen euforie gunt.
–>
Voorouderlijke cadans
Een eeuw en twee jaar van hier ben jij naar de aarde gekomen als baby van een Franse vrouw en oer-Hollandse zakenman
mijn voorouders zijn schimmen zonder wie dit gedicht niet was bewegende strategen uit de Napoleontijd volgen DNA- wegen van de jaren
uit het vaderlijk hart stijg ik op naar zinnen slagen en ritmes in een voorouderlijke cadans
de eerste lentedag geboortetijd een jaar na Wereldoorlog Een het levenslicht voor herdenkingsgedicht zingend uit vingers van de nazaat
handelend in linnen en katoen een zoon wandelaar in zinnen een zoon handelaar in schoenen uit jouw zaak stijgen wij in weemoed op tot onze eigen dankbare hoogtes.
Rik van Boeckel 21 maart 2021
(Voor Hans van Boeckel 21 maart 1919- 14 oktober 1998)
–> ook rik laat zich inspireren en schrijft in zeer persoonlijke en kwetsbare woorden over leven liefde en de dood. ik ben dankbaar dat op deze site deze kwetsbaarheid kan worden getoond en dat de dichters het ook aandurven om kwetsbaarheden in vele vormen te tonen. en hap uit de tijd – een eeuw aan leven en werken – de ervaringen van een mens in relatie tot wie hem voortbracht, wie hem lief is en de dingen in de tijd van leven. in liefde en in weemoed opgestegen ‘tot onze eigen dankbare hoogtes.’ prachtig gezegd rik.
Eten en drinken lijkt zo simpel, totdat je om welke reden dan ook niet kan. Het moment dat het beetje bij beetje weer lukt en dat je ook daadwerkelijk iets proeft en er van geniet is ook geluk. We zitten in een opwaartse spiraal. De zon schijnt, de vogels zongen al vroeg hun lied. Het wordt een mooie dag.
Het lijkt een Crime Scene tussen zoetheid en geluk gestort in de diepte langzaam zakkend in…
Beter laat ik hem zacht wegsmelten op de tong puur genieten de restanten voor de anderen
een onvervreemdbaar recht is gaan en gaan is veilig de wind bepaalt waarheen de stam verbogen aan alle kanten nieuwe woorden en toch trekt huiver door mijn huid
toen ik het eigenlijk niet meer geloofde kwam de bus, vervoerde iets een regelmaat aan laarzen de punten liepen dood alsof er een orde is van ongepaste stilte én ingekochte mode een laatste poging één te zijn verborgen in plastik tasjes
Het was het woord ‘behapbaar’ dat zei je tijdens het eten van je boerenkool Dat mijn liefde voor jou failliet liet gaan Ik had altijd geleerd van mijn ouders om met mijn mond dicht te eten Maar dat advies heb jij mooi laten gaan Ook maakte je een kuiltje voor je jus En at je de worst voor de maaltijd zelf Voor het eerst na anderhalf jaar zwoegen dacht ik Wat ben jij toch een mongool
Hoi Pom, Laatst herinnerde ik me een dialoogje dat ik voerde met een buurman uit de Govert Flinckstraat, die ik “de oude dichter” noem. Bij deze voor pomgedichten; in de bijlage, groet, Merik
Burenbabbel
Het gebeurde op die snikhete dag; het was aangenaam toeven in Albert Heijn met die airco.
De oude dichter zat op een bankje te genieten van de koelte.
“Je gebruikt toch wel ? “ vroeg hij mij, “zonder is het leven niet te verdragen. Freud gebruikte cocaïne, dat is goed.”
“ Ik gebruik alcohol,” bekende ik. “ Mooi zo, “ riep de oude dichter, “ dat is beter dan niks !”
Wat waren ze weer aardig dit jaar. Zo betrokken bij ons welzijn. Zo bereikbaar en beschikbaar. Rood was weer even sociaal, groen deelde windmolentjes en ballonnen vol frisse lucht uit, bruin liet flink wat tanden zien en blauw had de BMW heel even ingeruild voor een stoere Batavus.
We gaan weer flink wat huizen bouwen, de huren kelderen, de pensioenen gaan door het plafond. Zorgmedewerkers worden zorgvuldig in de watten gelegd en dames krijgen voorrang op ieder kruispunt. Aan ieder kleurtje kleeft een geurtje, maar dat wil je even liever niet ruiken als je met een loopneus vol stemplicht naar het kieslokaal holt.
Om iedere Jan, Truus of Mies, die het beste met ons voor zegt te hebben het voordeel van de twijfel te geven. En geef ze eens ongelijk, die kandidaten. Belofte maakt geen schuld, de opleidingseisen zijn minimaal en met een beetje goede wil hou je er later nog een leuke baan aan over.
En toch, het is en blijft hard werk zodra de streepjes zijn geteld. Truus wil niet met Ahmed, Koos is te rood, Babette te paars. Gerrit wil geen compromis en Mies stapt uit haar fractie. Steeds maar weer presentielijsten tekenen, nooit ja of nee zeggen en op tijd onbereikbaar blijven. Misschien wel vier jaar lang. Ik geef het je te doen.
het zou zo maar een zus van martien meyland kunnen zijn – onze Ien Verrips – maar dan alleen oppervlakkig gezien op het eerste gezicht. bij alle andere gezichten valt de druktemaker meyland meteen af – en ontdekken we de ware aard van dichter Ien Verrips – de dinsdagcolumniste op pomgedichten punt nl – deze week in volstrekte contemplatie – de inleiding vandaag langer dan het gedicht – dat haar woorden de diepte ingaan moge duidelijk zijn:
de tijd gaat snel zelfs als zij langzaam gaat als dooiend ijs wordt wat geweest is een herinnering tot wij vergeten zijn