Karin Beumkes over Eilandkinderen: ‘Ze ruiken naar onweer / weten hoe bloedsiroop wordt aangelengd…’

Eilandkinderen

Ze ruiken naar onweer
weten hoe bloedsiroop wordt aangelengd…

Dear Pom
Ik trek graag een potje poëzie open als het Texel betreft. Geniet daarom van Eilandkinderen. Wees gelukkig.
Liefs Karin



Eilandkinderen


Ze ruiken naar onweer
weten hoe bloedsiroop wordt aangelengd
meisjes kennen hoge toppen, diepe dalen
jongens halen vocht uit droesem
beide seksen hebben de kuikendief ontmoet
onthouden hoe angst van hazen peper maakt
dat er na het niezen niet wordt nagehuild
hagel soms vergeleken wordt met suiker
dik broodbeleg dat op daken daalt
rabarberstengels zijn met bananen zoeter
hoe je regen in de grond stopt
wortels liggen dieper
weinig aan hen toe te voegen
zo stappen ze aan boord
moeten hun voeten voelen
dat taal universeel is
taal is het woord van fluitschepen
in de snavel van de wind.

Karin Beumkes
Muziek: Liesbeth List – Heb het leven lief https://youtu.be/YMUc8WrxPss

Share This:

Rik van Boeckel wint de enige echte virtuele – voor als de dingen niet meer zo belangrijk zijn – maar jij en ik wél – de als het waaien is begonnen – trofee op pomgedichten punt nl – Cartouche zilver en Erika de Stercke brons

gelet op de commentaren onder de gedichten kan het niet anders dan dat we Rik van Boeckel feliciteren met het goud deze week. Rik van harte. Cartouche sleept het zilver in de wacht en de eenvoud van Erika de Stercke bekronen we met brons. winnaars van harte! dank aan alle deelnemers voor het insturen bij het aansprekende maar moeilijke thema – wat als later nu is.

Het nu van toen en later


De gitaar dicht een droom een liefdeslied
snaren in zangmodus gestemd
spelen melodieën zoals vroeger door
het doodssonnet zo uitgesteld



niet gestoord door een slotakkoord
zingt de droom de toekomst na
oevers houden van rivieren van tijd
het universum zoemt op jaren en sterren in


zij zingen noten van weelde en pracht
tonen liefde aan de hemel van de nacht
rusten in het nu van toen en later


water van weken streelt de huid
zacht in stromen hard in meren
in maanden wachtend op tijdloos zijn.


Rik van Boeckel
30 oktober 2020



–>
rik van boeckel altijd al in de zondagochtendwedstrijd zonder meer de meester in het poëtiseren van tijd en plaats, van de jaargetijden, van hemel en aarde en alle andere elementen – van droom daad en werkelijkheid – is deze week met het aangereikte thema natuurlijk in zijn element. wat nu als later nu is. rik weet er wel weg mee. rik weet wel raad met het heden en het verleden en de toekomst.  rik altijd al op de vlucht voor wat tijd en plaats in de werkelijkheid vast trachten te zetten. zijn gedicht is ook vandaag weer een & al wachten op een ‘tijdloos zijn’. zo schieten we met hem en zijn woorden door het universum. van hot naar her langs hemellichamen en lichamen van de liefde. rik schrijft bevrijdende poëzie.
  • Rik van Boeckel: het universum zoemt op jaren en sterren in
  • Petra Maria: maar weet je dan niet
  • Cartouche: voor wat we zijn in een woordenloos gebaar
  • Erika de Stercke: en zie we lachen
  • Vera van der Horst: vergeet waar de postzegels liggen
  • Anke Labrie: royaal met bladgoud

wie wint de enige echte virtuele – voor als de dingen niet meer zo belangrijk zijn –  maar  jij en ik wél – de als het waaien is begonnen – trofee op pomgedichten punt nl? (vrij naar de nieuwste song van de zachtjes tikt de regen op mijn zolderraam-zanger)

op de radio vannacht – wellicht troostrijk – de nieuwe song van rob de nijs –  een zware nacht beschreven – we hangen aan het bezongen thema deze week de zondagochten(dwedstrijd – WAT ALS LATER NU IS – hoe dan te dromen – hoe er mee om te gaan – en dat ze ons er niet onder krijgen – als de dingen niet meer zo heel belangrijk zijn – maar jij en ik wél  – wie wint de als het waaien is begonnen – trofee op pomgedichten? een en ander ook naar aanleiding van het vrijdag-item door yvonne koenderman op pomgedichten punt nl. – laat u inspireren.

u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.



wat in rook is opgegaan
hoeft niet meer aangestoken
zo kun je het ook zien

niets hoeft meer betaald
niets hoeft nog bedreven

pom wolff
jij zingt alsof

het waaien is begonnen
en ik wil je niet
niet alles ontnemen
er rest ons
nog altijd een later als

misschien niet
wat we droomden
onder het zolderraam
met de zachte regen

maar weet je dan niet
dat alles mij liever draagt
en lichter is
met jou

petra maria



–>
petra maria gaat met die ene regel van liefde: ‘maar weet je dan niet…’ een bijna wanhopige constatering – als het ware de communicatie aan met de hoofdpersoon en via de hoofdpersoon ook met de lezer. in de poëzie gaat het erom of de hoofdpersoon een algemene hoofdpersoon is – ook de lezer kan zijn – of dat de woorden blijven steken bij een particuliere hoofdpersoon. petra maria is het particuliere ontstegen en maakt van ‘jou’ elke voor de lezer denkbare ‘jou’.
en dat is knap. het romantisch ‘stotteren’ in de eerste strofe is een truukje dat niet te vaak moet worden toegepast maar in een romantische setting waar het hele gedicht draait om die ene vraag ‘maar weet je dan niet…’ is poëtisch stotteren best wel functioneel.  



Bij de hand

Wat als later nu is
katers hun zwaarte verliezen
dingen niet meer dan dingen zijn
waaien slechts een vorm van wiegen
adem die de lucht doet klaren
wolken alleen een teken zijn
van ingehouden zonneschijn
 
als het tellen is gestaakt
van jaren rondjes draaien
nemen wij  – jij en ik – elkaar
zonder maat, voor wat we zijn
in een woordenloos gebaar
over en bij de hand
 
en de tijd in een
zelf sprekend verband
 
301020
Cartouche



–>
bijna letterlijk houdt Cartouche zich aan de opdracht zoals ook de zanger zich aan het door de schrijvers van de song geboden thema houdt. prachtig ook dat waaien als een vorm van wiegen, die wolken ook als een teken voor zonneschijn. de woorden door de dichter  van jong naar oud gebracht – van de wieg tot bijna aan het graf. cartouche schrijft hier een bijna te perfect gedicht. zonder opsmuk, het leven getekend met niet te overtreffen eenvoud. ja op deze wijze kunnen we elke week wel het goud aan deze dichter toekennen. ik geloof dat de makers/knopers  van perzische tapijten altijd ook  een fout (mee)knoopten (heet dat geen abras?) – omdat alleen de hogere macht – om met alexander te spreken onfeilbaar is, en kan en mag zijn in zijn uitingen – en niet wij eenvoudige dichters, koningen en andere arme zielen. cartouche moet nog leren een foutje in te bouwen/weven in de hier aangeboden perfectie. dan is het eeuwige goud voor hem. voor deze feilbare brabantse god van de poëzie

draden


laat bomen 
treuren nu de storm
het spel in verdwijnen wint

met afscheid
vullen bladeren de grond
we zwijgen 

een stilte schimmelt 
terwijl onze ogen ademen 
naar wolken 

wat achterblijft     

ligt onder de herfstvarens  
we rapen resten op 
 
houden ze samen 
ontwarren 
draden van dromen  

en zie
we lachen 
naar morgen    

Erika De Stercke 

 
mooi gedaan Erika – het is alsof je de masterclass heden verleden &  hemel en aarde bewegen bij rik van boeckel hebt gevolgd. mooi klein gehouden ook. erika laat de bladeren het werk doen. de hoofdpersonen zwijgen, rapen, houden samen en lachen naar morgen. mooi, eenvoudig mooi ook de dingen en de mensen bijeengehouden door erika’s woorden in herfstkleuren getekend.


Winter- Adagio

Is de herfst met veel bravoure
van geel en rood, aan mijn schoenzolen
mee in huis gelopen, schijnt buiten
aan het energieke koper
geen eind te komen
het naderende niets
pakt het wat subtieler aan
heeft bijvoorbeeld geen zin
om een nieuwe winterjas te kopen
vergeet waar de postzegels liggen
voor een ook weer welke kaart
schaft een – elke dag van de week –
pillendoos aan en weet niet meer
waar de bladblazer staat
pakt dan de bezem maar
en veegt de herfst naar buiten
maar de winter is heel stil
al in de botten gekropen


Vera van der Horst


–>
van vera mag ik nooit persoonlijke opmerkingen maken bij het geboden gedichte materiaal – alsof ik niet weet dan wel niet zou weten  dat de ik persoon in roman of gedicht niet een zekere mate van fictie in zich draagt. dat draagt de ik persoon in een gedicht altijd met zich mee – mevrouw – zo tevreden? dat gezegd hebbende voelt webby zich geheel vrij om de woorden in een persoonlijk schaaltje te leggen en op die manier te wegen. in een langzame penbeweging wordt de lezer hier door een door dichter heel zorgvuldig onzichtbaar gemaakte IK persoon geleid door de herfst tot aan ‘het naderende niets’ – (mooi gezegd) hoe de winter al in de botten… ja dat is toch wel de eigen persoonlijke werkelijkheid die de dichter langzaam en omzichtig met haar woorden besluipt. ik kom niet om deze constatering heen. en ja mag ik asjeblieft.

de herfst verjoeg de zomer
maar is royaal met bladgoud
nog een laatste eerbetoon
voordat een storm eerdaags 
een partijtje mee komt blazen
 
dode bladeren worden humus
voedingsbodem voor de lente
waarin ook bij het dorre hout
na vaak een strenge winter zelfs
nog nieuw leven kan ontstaan
 
anke labrie



–>
anke biedt ‘wellicht troost’ in de beschrijving van de kringloop der seizoenen en de elementen die we elk jaar opnieuw mogen ‘genieten’ – nieuw leven zeker troostrijk maar de filosofische vraag blijft of nieuw leven wel te genieten is als de dood aanstaande  is of reeds is ingetreden. ‘het royale bladgoud’ dat de herfst met zich mee draagt is de kleurrijke dichterlijke taal van een schilder. in anke labrie zijn deze competenties verenigd.

Share This:

Yvonne Koenderman: Dat ik,Jij, wij weten, proosten Troosten…

Het wordt een zware nacht die het beschrijven niet waard is…dus ik draai me nog eens om en probeer die mooie dromen van je en houd het kort.


Dat ik,Jij,
wij
samen luisteren,
kijken, praten, zwijgen

Eerlijk, open,
naakt tot op het bot
weten, proosten
Troosten

Vluchtige momenten
die tijdloos de nacht
voorbij
ik, jij, 
wij

Yvonne Koenderman



De zware nacht van Yvonne vooraf beschreven. probeer maar mooi te dromen schreef ik terug. droomde ze – we weten niet – misschien lezen we het volgende week – de vrijdag is op pomgedichten ook een beetje yvonne koendermandag. de droom in ieder geval deze vrijdag neergelegd in een wolk van haar bevrijdende poëzie. dat het dromen mag blijven wens ik yvonne toe. op de radio vannacht – wellicht troostrijk – de nieuwe song van rob de nijs – waarin ook een zware nacht beschreven – we hangen aan het bezongen thema deze week ook de zondagochtendwedstrijd – wat als later nu is – hoe te dromen – hoe er mee om te gaan – dat ze ons er niet onder krijgen:

Share This:

Vera van der Horst dwaalt door heden en verleden: ‘Ze heeft een hele kamer voor zichzelf in mijn hart, maar ze kan me de weg nu niet meer wijzen, zoals ze vaak deed…’

Op leeftijd

Ik ben verdwaald. Dat is niets nieuws voor me want ik ben talloze keren verdwaald in mijn leven, zelfs in mijn geboortestad Utrecht, lukte het me onlangs nog om anderhalve kilometer van mijn moeders huis, waar ik logeerde, te verdwalen. Dat deed me denken aan vroeger, als ik flink op stap geweest was en op een mij onbekende plek ergens in Utrecht belandde en terug naar huis  moest lopen. Niemand die ik tegenkwam om de weg te vragen, op goed geluk maar weer een straat in slaan en dan ineens zag ik hem, de domtoren, mijn baken, waarvan de mooi uitgelichte torenspits me warm wenkte: kom maar meisje, kom maar naar mij, ik wijs je de weg, want vanaf die toren wist ik altijd de weg naar huis. Wat hou ik van die toren. Maar nu zag ik hem nergens, hoewel ik er echt niet ver vandaan was, gelukkig liep er iemand die mij de juiste kant op wees en toen ik wat dichterbij de dom kwam, zag ik dat hij in de steigers stond, herstelwerkzaamheden. Sorry meisje, leek hij in het halfduister te zeggen, ik moet even aan mezelf denken.
Geeft niet lieve toren, ik ben nu geen meisje meer, ik kom wel thuis.

Maar nu ben ik verdwaald in mezelf en deze plek komt me totaal onbekend voor. Hoe ben ik hier beland, maar belangrijker, hoe kom ik weer thuis en wat is mijn thuis.
Er was wel een weg naar deze plek toe. Drie jaar geleden is mijn beste vriendin aan kanker overleden, het was een lang afscheid dat vier jaar duurde. Ik weet nog dat we, na een bezoek aan haar, we een half uur in het kleine gangetje in een omhelzing stonden. Ik wil jou niet kwijt zei ik, ik jou ook niet, zei zij, meer niet. En tranen natuurlijk, veel tranen. Later toen het tijdstip naderde dat de arts de deur open zou zetten waardoor ze uit het leven zou stappen, zaten we met de armpjes over elkaar op haar bed. Ja,  zei ik, wat zal ik zeggen, goede reis, nee,  schudden we allebei het hoofd, nee, zei ze, ik ga nergens naartoe, alleen maar ergens weg en dan is er niks. Ja, dat geloven wij hé, wij ongelovigen en we vonden elkaar in een lach, waarna ze me aan bleef kijken en zei, ik heb altijd van je gehouden, ja, beaamde ik, liefde op het eerste gezicht, weer die lach, door de tranen.
Ze heeft een hele kamer voor zichzelf in mijn hart, maar ze kan me de weg  nu niet meer wijzen, zoals ze vaak deed.

Daarna is er weer een goede vriend aan kanker gestorven en eentje zit in een rolstoel en een andere vriendin heeft onlangs de mededeling gekregen dat haar kanker weer is terug gekomen. Ik moet de weg terug vinden, want ik wil dicht bij haar blijven, maar dan moet ik eerst weten waar ik ben en hoe ik hier ben beland. Ik heb me lang mijn werkelijke leeftijd niet voor kunnen stellen, maar nu steeds meer dierbaren om me heen wegvallen, moet ik de realiteit toch onder ogen zien.
Het is alsof ik in een bootje zat, geen vuiltje aan de  lucht en ineens klapt het grootzeil naar de andere kant, zelfde bootje, zelfde wind, maar ineens uit een totaal andere richting, een onbekende richting voor mij.
Alsof ik eerst leefde in een roman, die een  begin en einde heeft, de plot bekend is, de karakters vertrouwd, waar je af en toe eens door kan lopen en ergens naartoe kan en dan oja, zo was het bij kan denken, maar nu leef in een gedicht, daar is geen rechte weg waar je doorlopen kan, daar dans je alle kanten op, maar je komt nergens, alsof de dans zelf het doel is. Waar je de ene keer denkt te weten, oh ik ben hier, maar de andere keer de plek er totaal anders uitziet.
En de dom staat nog steeds in de steigers.

Vera van der Horst

Share This:

Merik van der Torren & Elly in hun strijd tegen de reiger – Tuinpark Buitenzorg in de ban van de reiger


Hoi Pom,
Een kleine wandeling in herfstig Tuinpark Buitenzorg en de ontmoeting met Elly gaven me deze regels in. Voor pomgedichten. groet, Merik.



Zomaar een middag in Buitenzorg

Onder de kleurige bomen ontmoette ik Elly.
Ze stond bij haar vijver alsof ze viste op kikkers.
“Ik bedenk hoe ik een net zal bevestigen hierover, “vertelde ze,
“ anders komen in de winter reigers de vijver leegvissen.
Vorig jaar krioelde het in de vijver van vissen en kikkervisjes,
omdat ik er een net over had gespannen.
Dat doe ik nu weer.
Prettige wandeling.”
“ Prettige wandeling, “zei ik.

Merik van der Torren

Share This:

VON SOLO even terug in 020: “Het is de angst te gaan slapen en nooit meer wakker te worden. Vermoord te worden door iets, dat geen sympathieke gevoelens kent, maar enkel de absolute wetten van scheikunde, natuurkunde en biologie.”


Toen ik jong was vertelde mijn moeder me over de oorlog. Dat mensen een ruimte in gedreven werden. Een gaskamer. Dat ze verteld werd, dat het een douche was. En dat dan van buiten de deuren dicht werden gedaan door soldaten. En als iedereen binnen was, dan werd de gaskraan opengezet. Ik vroeg haar wat er daarna gebeurde. Ze vertelde me, dat er geen water maar gas uit de douchekop kwam en dat de mensen dan gingen slapen en niet meer wakker werden. Ik denk dat ik een jaar of negen was. Het was waarschijnlijk de eerste keer dat ik niet meer durfde te gaan slapen ‘s avonds. Ook douchen was een tijd lang problematisch. Dat deed ik vanaf dat moment altijd enkel nog met de deur open.
 
Nu zoveel jaar later ben ik nog steeds bang voor gaskamers als manier om aan een einde te komen. Ik ben ook bang dat ik het gasfornuis aan laat staan. Slapen doe ik altijd met de ramen open in verband met koolmonoxide vergiftiging. Op vakantie check ik de aansluitingen van de gasflessen altijd dubbel en draai de fles bij de tent dicht voor het slapen gaan. Het is de angst te gaan slapen en nooit meer wakker te worden. Vermoord te worden door iets, dat geen sympathieke gevoelens kent, maar enkel de absolute wetten van scheikunde, natuurkunde en biologie. Als door een zachte sluipmoordenaar, terwijl verzet zinloos en onmogelijk is.
 
Door de decennia heen heb ik altijd een fascinatie voor vernietigingskampen gehouden. Sobibor, Treblinka, Chelmno, enzovoorts. Kille moordfabrieken, waar mensen als onfortuinlijke varkens in de bio industrie werden afgemaakt. Altijd weer kwam het terug bij die gaskamers. En als vanzelf ging ik me verdiepen in de zogenoemde Aktion T4. Genoemd naar Tiergartenstrasse 4. Het adres waar keurige juristen en medici in dienst van het nazi regime landelijk beleid maakten dat erop gericht was, op een humane wijze af te komen van ongewenste medelanders. Er werden ook uitvoeringsrichtlijnen ontwikkeld. Alles werd eerst uitgeprobeerd op de groep die het minst gemist zou worden, de geestelijk gehandicapten. Vervolgens zouden de rest van de ‘ongewensten’ aan de beurt komen, met als summum de Joden.
 
Het landelijk beleid werd opgelegd aan artsen en verplegend personeel door den lande. Dit zorgde ervoor dat de ‘meest kansloze gevallen’ en later de ‘weinig kansrijke gevallen’ naar centra werden gedeporteerd voor een bijzondere behandeling. Natuurlijk had men geen idee wat er aan de hand was, omdat dingen nooit zó erg kunnen zijn. Toch werd Aktion T4 in 1941, nadat al zeventigduizend mensen waren afgemaakt, tijdelijk stilgelegd. Het volk moest van de gedachte afgeholpen worden dat zich hier iets gruwelijks afspeelde, voordat het programma onder een andere naam hervat kon worden. En hervat werd het.
 
Ik kan hier nog heel lang over doorgaan, maar het is allemaal in de geschiedenisboeken te vinden. Het heeft er in ieder geval aan bijgedragen dat ik geen vertrouwen heb in een repressieve overheid. Tel daarbij op de twee medische missers, waar ik slachtoffer van heb mogen zijn en waarvan de schuld onder het tapijt gemoffeld werd. Dat heeft niet bijgedragen aan mijn fiducie in hautaine, alwetende medici.
 
Als ik hoor van een vaccinatieplicht, dan komen de twee weer samen. De juridisch geschraagde macht en de onstuitbare medische Molloch. Net als toen op de Tiergartenstrasse. Beiden kunnen zich na willekeurig welk debâcle kwijten van elke verantwoordelijkheid. Zij vervulden op humane wijze hun taak. En natuurlijk zegt mijn verstand dat de waarschijnlijkheid, dat iets gruwelijks zich op dergelijke schaal ooit weer zal afspelen zeer gering is. En ik weet dat de holocaust en een vaccinatiecampagne absoluut niet vergelijkbaar zijn. Maar de risicomanager in mij vertelt me ook dat de impact echter catastrofaal en letaal zou zijn, als het onmogelijke toch zou gebeuren. Dat is een berekening waar je niet uit komt. Een zwarte zwaan. Op zulke momenten word ik echter onbewust bang. Een stem blijft fluisteren: ‘Niemand had dit kunnen voorzien.’ En hoewel ik weet, dat angst een slecht raadgever is, kan ik dan niet slapen. Zelfs niet meer met het raam open.

Share This:

Anne van Walraven weet het zo net nog niet

niet weten
is ook gewoon
leven

Anne van Walraven
Anne van Walraven / @annevanwalraven

Share This:

een efficiënte Karin Beumkes in Mens&Melodie op de maandag: ‘en komen bomen met je lichaam terug…’

Dear Pom
Hierbij HERGEBRUIK
LIEFS  KARIN.


Hergebruik

Morgen stopt de bus van half zeven
en brengt me naar het kerkhof op de Hooghe Berg.
Het is nu langer geleden dan ik je kende
en komen bomen met je lichaam terug.

De mier draagt sporen van je schedel
een mus fladdert met je adem rond
de sneeuwklok eet van de bevroren grond
je bent als bloem aan mij verschenen.

Karin Beumkes
Muziek: Tom Waits – Yesterday is here https://youtu.be/6Dnv5L59eSo

Share This:

Ditmar Bakker wint de enige echte virtuele niet meer of nooit nog – zeg maar rustig – de babak amiri trofee op pomgedichten – Cartouche zilver en Anke Labrie brons

het door de maan beschenen zilver is al vergeven aan Cartouche – een prachtig gedicht in een heerlijk ritme beschreven. we voelen de fantoom pijnen met de dichter mee. ook Rik van Boeckel heeft zijn eervolle vermelding al binnen. die prachtige wandeling in Twente kan niet beter beschreven worden: “door Twentse bossen wandelden wij liefde”. resteert aan eremetaal goud en brons. de overrompelende eenvoud van het gedicht, van de woorden van Anke Labrie én een gestileerd “In Memoriam” van Ditmar Bakker. ik moet steeds maar denken aan de taak die een dichter in het leven ook heeft. met enige afstand troostrijke woorden schrijven en spreken op het juiste moment maar dan ook precies de juiste woorden – zo precies en zo troostrijk – dat een afscheid in waardigheid kan plaatsvinden, zo dat het rouwproces van de direct betrokkenen en ook van de mensen op enige afstand te dragen is én omgeven is met de warmte die alleen een dichter in de woorden weet te leggen. mooi en heel bijzonder deze Ditmar Bakker: GOUD, en van harte. Persoonlijk betrokken en toch ook troostrijk voor de lezer Anke Labrie: brons, van harte.

zoveel schoonheid in woorden kan een romantisch hart nauwelijks aan in het holst van de nacht waarin de tijd ook nog in een luchtledig lijkt te verdwijnen van overheidswege. en passenger maar zingen. zoveel schoonheid op een rij de inzendingen. dank jullie wel lieve dichters van het grote hart. dank aan BABAK. dank ook aan Ditmar voor dit prachtige sonnet. hoe hij ‘ruisloos uit het leven is gegleden’. de tranen lopen nu al over mijn wangen – hoe moet dat verder in deze nacht. bij ditmar wordt het verdriet bijgezet in een onmetelijke ruimte van stilte waarin niets en de dichter al helemaal niet tot rust kan komen of rust te vinden weet. met stille bezigheden het verdriet verdringen schrijft hier een dichter in een gedicht waar de woorden het uitschreeuwen van ongeloof. de wankele breekbare en toch zo troostrijke woorden in covid gedrenkt in een eenvoudig mooi.

In Memoriam

Dat jou de dood, een klein halfjaar geleden,
achter je eigen voordeur heeft bezocht
zodat je dertig jaren worden mocht
en ruisloos uit het leven bent gegleden,

laat allen stil; een strijd is uitgestreden
voor wie haast ongemerkt al jaren vocht:
familie heeft jou bij je laatste tocht
omkranst met godshuis, bloemen, en gebeden.

Wie toen niet tot de uitvaart toe kon treden
maar toch met jou verbonden is geweest,
verdringt verdriet in stille bezigheden

opdat de tijd ook deze wond geneest;
want liefde die in knop wordt afgesneden
laat ongeloof in bloei, ’t geluk bevreesd.

Ditmar Bakker

  • Ditmar Bakker – zodat je dertig jaren worden mocht en ruisloos uit het leven bent gegleden, …
  • Frans Terken – de hand waarmee ze afscheid nam blijft hard en koud
  • Rik van Boeckel – door Twentse bossen wandelden wij liefde
  • Petra Maria – nog niet vandaag maar ooit
  • Vera van der Horst – jouw einde alleen voor mij zo voelbaar
  • Anke Labrie – natuurlijk was het mooi
  • Jako Fennek – doodgewoon je houdt het niet voor mogelijk
  • Ien Verrips – gul en innig
  • Cartouche – Niet meer dan een droom,…
  • Yvonne Koenderman – buiten schijnt altijd de zon

De regels van dichter Babak Amiri inspireren deze week: “Er zijn mensen die de liefde begrijpen. Ik ben niet verder gekomen dan hoe je naar me keek. Hoe ik jou in mijn ogen ving.” – deze dichter ook dé ervaringsdeskundige op de-vierkante-centimeter- (die alles verscheurende)pijn. de pijn over die ene geliefde van ooit en toen.

wie wint de enige echte virtuele niet meer of nooit nog – zeg maar rustig – de babak amiri trofee op pomgedichten? U kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

niet meer

het is niet meer het alles verscheurende
dat je onlangs nog bij de dichter babak lezen kon
die-vierkante-centimeter-pijn die niet op te lossen valt in taal

het is meer het ontwaren van een gestalte
de hoop op een ontmoeting – niet eens een ontmoeting
de hoop op een voorbijgaan aan wie zo onzichtbaar is geworden

pom wolff

Babak Amiri:

die-vierkante-centimeter- (alles verscheurende)pijn, pom
waarvan jij elke millimeter blijkbaar begrijpt
heb ik in taal verzacht

in een verhaal over een meisje dat
de essentie van het leven begreep

in een verhaal over de scheve gebouwen
van mijn geliefde stad in de regen

in alle nuances van de magische woorden:
liefde en vriendschap

in een liedje gebaseerd op een gedicht van
een vrouw die dood ging voordat ik haar lief kon hebben

in een stellig statement over de stupiditeit
van de stellige statements

in de onwerkelijke oneerlijkheid
van een onoprechte linzensoep

in heimwee naar de bergen die
je pijn uitfaden

in de wijsheid van dronken onzekere nachten
vol verwijt, heen en weer

in bewuste keuze voor de mooie woorden
wat het ook mag betekenen
en nog meer….

want: het op te lossen
is een onmogelijke opgave natuurlijk

Babak

Terug in de tijd

Je telt de tijd op je vingers
of er een teken van aanwezigheid
uren tot weer de nacht valt
ze brengen het ontbreken van

nog een schim van wat was
de rug om aan te warmen
de hand waarmee ze afscheid nam
blijft hard en koud

het trekt een scherm op
tegen geluid dat eraan kleeft
het wegtikken van haar hakken
de klok doet er niets aan af

alsof je de tijd terug kunt zetten
het uur van naakte waarheid voorbij

© FT 24.10.2020

de dichter breekt. de dichter breekt de woorden af in eerste strofe. is er dan helemaal niets meer – een schim nog wellicht? maar hoe de tijd ook wordt teruggezet – de woorden hard en koud zij blijven en bepalen de temperatuur van het verlies. voorbij lijkt hier echt voorbij. zoals ook het uur tussen de zomertijd en de wintertijd in voorgoed is verdwenen. terug in de tijd is tegelijkertijd terug in de harde werkelijkheid.

Pom, hier mijn bijdrage aan de enige niet meer nooit nog virtuele. Deze week kwam ik er pijnlijk achter dat een liefde uit het verleden er niet meer is. 
Groeten Rik



Verdwenen hart


Zo groot de afstand geworden is
miljoenen millimeters naar gene zijde
zo’n warm hart in de Portugese Quinta
een leven van vreugde langs stroompjes


zo dichtbij en veraf in het lang geleden heden
tot nieuwjaar in Nefta harten veroverde
met slagen op oase drums
op kamelen door de Sahara van stilte


door Twentse bossen wandelden wij
liefde tussen bladeren groene aderen
van door zoenen bevangen lucht
ontmoeting door de tijd vastgehouden


het zweet brak ons uit in weelde
nu in tranen om gestorven liefde
ze heeft ervoor gekozen niet meer te zijn
verstrooide herinnering verdwenen hart.


Rik van Boeckel
24 oktober 2020


–>
we huilen mee met rik. deze dichter hier in de nacht met de sound of silence op de achtergrond. ‘Hello darkness, my old friend I’ve come to talk with you again…’
zo mooi gezongen ook door deze dezelfde passenger.
‘door Twentse bossen wandelden wij liefde…’ van een mooiere wandeling door Twente las ik in mijn hele leven niet. hoe eenvoudig dichters de aller allermooiste wandeling woord weten te geven – met het enige echte passende woord – liefde! wij wandelden liefde – alleen al door deze gouden passage weten we hoe pijnlijk het verliezen moet zijn beschreven in de laatste regels van het gedicht. sterkte rik.

de kleur van je ogen
tart het hemelsblauw
ze sluiten zacht

mijn lippen bewegen
geluidloos
geen dag te lang
geen adem tekort

ik vraag het nooit
als je vertrekt
het antwoord weet ik al

nog niet vandaag
maar ooit
wij raken kwijt

petra maria

ja ooit – petra maria oefent – voor het geval dat –  toekomst. met die ene onomkeerbare uitkomst die ons uiteindelijk allemaal boven het hoofd hangt. hoe de werkelijkheid hier in huis wordt gehaald in woorden van poëzie terwijl zij in wezen nog niet existeert. die vaardigheid bezitten alleen dichters.

Geen woord beschrijft

Het woord krijgt pas betekenis
in het verschil met andere
dat jouw afwezigheid, mijn
afwezigheid verklaart
dat taal een betekenisdans is
zonder einde, jouw einde
alleen voor mij zo voelbaar maakt
hier in het spinnenweb, waaruit
de spin voorgoed verdwenen is.


(Met dank aan Derrida en Foucault)
Vera van der Horst


–>
een ingewikkeld spel van woorden rond de afwezigheid en of het einde van een geliefde gevangen in het web waaruit ook al de spin verdwenen is. de filosofie in de eerste regels liggen net meer op filosofisch terrein dan op het terrein van de poëzie. dat heb je bij filosofie wel vaker.

opnieuw
 
natuurlijk was het mooi
de Taj Mahal met jou
musea in New York
in Kenia die leeuwtjes


maar die zaterdagmiddagen 
alle boodschappen gedaan
samen op de bank
 
jij de koffie
ik de taartjes
 
onze vaste serie op de Belg
een thriller maar toch lief
per ongeluk eens ontdekt
 
hij wordt herhaald
zag ik vanmorgen in de gids
 
ik ga niet kijken


anke labrie


–>
alle pijn en alle mooie dingen terug gebracht door anke tot groot gemis van hetgeen zo gewoon, zo klein ook, was. samen naar KLEM kijken zeg maar. zoiets, het maakt niet uit wat – samen even genieten van wat het leven aan twee mensen kan geven – en dat het niet meer kan. in duizend voorbeelden kan het leven samen beschreven. in een keer niet meer kijken het verlies. niet kijken neergelegd hier in een levenslang omzien.
 
Hoi Pom,

Net even het nieuws van Nederland bekeken. Blij dat ik af en toe een gedicht mag schrijven. Was dinsdag/woensdag in Lyon. Kwam door pech op het spoor in de metro terecht. Als haringen in een ton, akelig hoor! De adem van de mensen achter je, naast je, in je nek te voelen. Al is het door een mondkapje. Nu maar afwachten of alles goed gegaan is. Misschien wel mijn laatste gedicht.
Ik wens je een fijne zondag, desondanks. Groet van Jako.

 
 
inzicht
 
hoe ik haar ‘s nachts nog lief heb
haar overdag in duister van gedachten
laat verdwijnen
 
hoe alles moeilijk is als naalden
die een breipatroon vertalen
 
hoe jij de vlieg verjaagt
die door het venster binnendringt
 
hoe de tuin door hek en heg omheind
de roos beschut
 
hoe dit alles weer gewoon wordt
doodgewoon
je houdt het niet voor mogelijk
 
jako fennek


–>
ik hoop ook van harte jako dat lyon niet aan jou het virus heeft gegeven. dat kunnen we niet hebben hoor hier op de pom. met jou keren we vandaag terug naar die ene geliefde – het terugkeren zo ‘doodgewoon’. ja zo beschreven lezen we jako. voor de fijn proever.
 


kortstondig geniet ik
in het voorbijgaan van
de liefde die als passant
mijn pad soms kruist
geen regels voor dit
minnespel van hide and seek
 
hoe innig ook de liefde
zij gul zich toont
zich zonder voorbehoud ontsluiert
en toch als onbekende kwam zij
als vreemde ging zij weer

Ien Verrips


–>
‘gul en innig’ DE woorden in dit gedicht die zorgvuldig naar een andere wereld worden geholpen door Ien. hoe alles uiteindelijk over gaat. over hem, over haar.

Een en al
 
Niet meer dan een droom, een
gesneden beeld heb ik voor ogen
van jou, mijn zoete Spaanse
zwarte furie, niet minder hevig
levendiger dan fantoompijn
 
zoals wij, armen om elkaar
– ik kan er niet omheen -die avond
bij heldere maan het sprookje zagen
komen aangolven in het water, waar
onze monden, waarin onze ogen
 
geen handbreed van elkaar
de handen in het haar – nooit nog
zo van god verlaten , zo alleen voel ik
dit verloren uur tussen een en twee
weemoedigheid, niet te verklaren
 
251020
Cartouche


–>
niet meer en nooit nog zo door god verlaten – Cartouche houdt zich letterlijk aan de opgegeven woorden van deze week. ik voel het als een  eerbetoon dat aan de webmaster ten deel valt. de titel ook heel precies – een en al – de pijn van het achterlaten hevig als fantoompijn – goed gevonden. door god verlaten alleen stevent Cartouche met dit gedicht af op het reeds door de maan in het water beschenen zilver.
De schommel

Verkruimelende brokstukjes van
glimlach altijd aanwezig,
zelfs wanneer het regent
vullen de trieste blik naar binnen,
want buiten schijnt altijd de zon
is het altijd feest
zelfs als het stormt.

Stormde het maar
winderige woei, hoofd schoon.
Misschien moet ik
toch maar even spelen.
Schommelen voor de
wind langs mijn oren
wapperende haren en de lach
die speelse glimlach
van dat kind wat even
verstopt lijkt.

Yvonne Koenderman


–>
ja buiten is het altijd feest – hoe de temperatuur in de binnenwereld en die van de buitenwereld kunnen verschillen. voor wat betreft temperament ligt het mogelijk ietsje anders. en voor dichters weer anders. dichters registreren temperatuursverschillen. daar zijn ze voor in de wieg gelegd. temperatuursschommelingen in temperament beter gezegd. zo schommelen we  het leven door.

Share This:

Yvonne: “Er worden in huize Koenderman dus momenteel geen gedichten geschreven, het lijkt wel of die bron net zo droog staat als de speekselklieren van de chemo…”



Als het even tegenzit, is internet heerlijk.
Je kunt overal naar toe via google earth, oude herinneringen ophalen, rondneuzen op facebook,
wat momenteel met al het gesteggel over corona niet altijd zo’n feest is en bv zoeken naar kankergedichten als de verveling toeslaat.
Ongelofelijk hoeveel gedichten er over kanker geschreven zijn. Hier en daar ontdek je een pareltje, maar het meeste is…sorry dat ik het zeg toch een kankergedicht.

Nu is ziekte ook niet het leukste om over te schrijven, laat staan dichten
en…als je niet uitkijkt dicht je je dichter naar de dood zoals helaas soms ook blijkt.
Er worden in huize Koenderman dus momenteel geen gedichten geschreven, het lijkt wel of die bron net zo droog staat als de speekselklieren van de chemo.
Gelukkig is er nog wel genoeg leuks tussendoor, zoals de tv ploeg van tv Rijnmond die de kerkgangers ondervraagt , welke voorbijlopen en hard hun best doen om niet op te vallen.
Het konijn van de buren wat weer eens ontsnapt is en met een beetje geluk gezinsuitbreiding heeft, wat nog niemand weet, maar wat ongetwijfeld een onbevlekte ontvangenis gaat worden.

Dat ene bezoekje, wat deed voelen en creëren en alle bloemen die vanuit onverwachte hoeken kwamen. Daarnaast is er altijd de warmte van het thuis, met vooral veel muziek.
Ondanks alles is het leven een feest, je moet het nu vieren, dood zijn we lang genoeg.


Rare kwasten
fuckende konijnen. 
KUT weer en toch
zon
heerlijke geuren
uit sudderpotjes.


verveling,
klusjes met latex
regenjassen en
meervoudige 
snorrende poezen
in wambuis op 
planken


feeksen op
bezems,
grote stinkzwammen 
het vliegt
allemaal voorbij
deze week, om de
bladeren in de wind
maar niet
te noemen.

Yvonne Koenderman

Share This: