Ze ruiken naar onweer weten hoe bloedsiroop wordt aangelengd…
Dear Pom Ik trek graag een potje poëzie open als het Texel betreft. Geniet daarom van Eilandkinderen. Wees gelukkig. Liefs Karin
Eilandkinderen
Ze ruiken naar onweer weten hoe bloedsiroop wordt aangelengd meisjes kennen hoge toppen, diepe dalen jongens halen vocht uit droesem beide seksen hebben de kuikendief ontmoet onthouden hoe angst van hazen peper maakt dat er na het niezen niet wordt nagehuild hagel soms vergeleken wordt met suiker dik broodbeleg dat op daken daalt rabarberstengels zijn met bananen zoeter hoe je regen in de grond stopt wortels liggen dieper weinig aan hen toe te voegen zo stappen ze aan boord moeten hun voeten voelen dat taal universeel is taal is het woord van fluitschepen in de snavel van de wind.
gelet op de commentaren onder de gedichten kan het niet anders dan dat we Rik van Boeckel feliciteren met het goud deze week. Rik van harte. Cartouche sleept het zilver in de wacht en de eenvoud van Erika de Stercke bekronen we met brons. winnaars van harte! dank aan alle deelnemers voor het insturen bij het aansprekende maar moeilijke thema – wat als later nu is.
Het nu van toen en later
De gitaar dicht een droom een liefdeslied snaren in zangmodus gestemd spelen melodieën zoals vroeger door het doodssonnet zo uitgesteld
niet gestoord door een slotakkoord zingt de droom de toekomst na oevers houden van rivieren van tijd het universum zoemt op jaren en sterren in
zij zingen noten van weelde en pracht tonen liefde aan de hemel van de nacht rusten in het nu van toen en later
water van weken streelt de huid zacht in stromen hard in meren in maanden wachtend op tijdloos zijn.
Rik van Boeckel 30 oktober 2020
–> rik van boeckel altijd al in de zondagochtendwedstrijd zonder meer de meester in het poëtiseren van tijd en plaats, van de jaargetijden, van hemel en aarde en alle andere elementen – van droom daad en werkelijkheid – is deze week met het aangereikte thema natuurlijk in zijn element. wat nu als later nu is. rik weet er wel weg mee. rik weet wel raad met het heden en het verleden en de toekomst. rik altijd al op de vlucht voor wat tijd en plaats in de werkelijkheid vast trachten te zetten. zijn gedicht is ook vandaag weer een & al wachten op een ‘tijdloos zijn’. zo schieten we met hem en zijn woorden door het universum. van hot naar her langs hemellichamen en lichamen van de liefde. rik schrijft bevrijdende poëzie.
Rik van Boeckel: het universum zoemt op jaren en sterren in
Petra Maria: maar weet je dan niet
Cartouche: voor wat we zijn in een woordenloos gebaar
Erika de Stercke: en zie we lachen
Vera van der Horst: vergeet waar de postzegels liggen
Anke Labrie: royaal met bladgoud
wie wint de enige echte virtuele – voor als de dingen niet meer zo belangrijk zijn – maar jij en ik wél – de als het waaien is begonnen – trofee op pomgedichten punt nl? (vrij naar de nieuwste song van de zachtjes tikt de regen op mijn zolderraam-zanger)
op de radio vannacht – wellicht troostrijk – de nieuwe song van rob de nijs – een zware nacht beschreven – we hangen aan het bezongen thema deze week de zondagochten(dwedstrijd – WAT ALS LATER NU IS – hoe dan te dromen – hoe er mee om te gaan – en dat ze ons er niet onder krijgen – als de dingen niet meer zo heel belangrijk zijn – maar jij en ik wél – wie wint de als het waaien is begonnen – trofee op pomgedichten? een en ander ook naar aanleiding van het vrijdag-item door yvonne koenderman op pomgedichten punt nl. – laat u inspireren.
u kent de regels:de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
wat in rook is opgegaan hoeft niet meer aangestoken zo kun je het ook zien
niets hoeft meer betaald niets hoeft nog bedreven
pom wolff
jij zingt alsof
het waaien is begonnen en ik wil je niet niet alles ontnemen er rest ons nog altijd een later als
misschien niet wat we droomden onder het zolderraam met de zachte regen
maar weet je dan niet dat alles mij liever draagt en lichter is met jou
petra maria
–> petra maria gaat met die ene regel van liefde: ‘maar weet je dan niet…’ een bijna wanhopige constatering – als het ware de communicatie aan met de hoofdpersoon en via de hoofdpersoon ook met de lezer. in de poëzie gaat het erom of de hoofdpersoon een algemene hoofdpersoon is – ook de lezer kan zijn – of dat de woorden blijven steken bij een particuliere hoofdpersoon. petra maria is het particuliere ontstegen en maakt van ‘jou’ elke voor de lezer denkbare ‘jou’. en dat is knap. het romantisch ‘stotteren’ in de eerste strofe is een truukje dat niet te vaak moet worden toegepast maar in een romantische setting waar het hele gedicht draait om die ene vraag ‘maar weet je dan niet…’ is poëtisch stotteren best wel functioneel.
Bij de hand
Wat als later nu is katers hun zwaarte verliezen dingen niet meer dan dingen zijn waaien slechts een vorm van wiegen adem die de lucht doet klaren wolken alleen een teken zijn van ingehouden zonneschijn
als het tellen is gestaakt van jaren rondjes draaien nemen wij – jij en ik – elkaar zonder maat, voor wat we zijn in een woordenloos gebaar over en bij de hand
en de tijd in een zelf sprekend verband
301020 Cartouche
–> bijna letterlijk houdt Cartouche zich aan de opdracht zoals ook de zanger zich aan het door de schrijvers van de song geboden thema houdt. prachtig ook dat waaien als een vorm van wiegen, die wolken ook als een teken voor zonneschijn. de woorden door de dichter van jong naar oud gebracht – van de wieg tot bijna aan het graf. cartouche schrijft hier een bijna te perfect gedicht. zonder opsmuk, het leven getekend met niet te overtreffen eenvoud. ja op deze wijze kunnen we elke week wel het goud aan deze dichter toekennen. ik geloof dat de makers/knopers van perzische tapijten altijd ook een fout (mee)knoopten (heet dat geen abras?) – omdat alleen de hogere macht – om met alexander te spreken onfeilbaar is, en kan en mag zijn in zijn uitingen – en niet wij eenvoudige dichters, koningen en andere arme zielen. cartouche moet nog leren een foutje in te bouwen/weven in de hier aangeboden perfectie. dan is het eeuwige goud voor hem. voor deze feilbare brabantse god van de poëzie
draden
laat bomen treuren nu de storm het spel in verdwijnen wint
met afscheid vullen bladeren de grond we zwijgen
een stilte schimmelt terwijl onze ogen ademen naar wolken
wat achterblijft
ligt onder de herfstvarens we rapen resten op
houden ze samen ontwarren draden van dromen
en zie we lachen naar morgen
Erika De Stercke mooi gedaan Erika – het is alsof je de masterclass heden verleden & hemel en aarde bewegen bij rik van boeckel hebt gevolgd. mooi klein gehouden ook. erika laat de bladeren het werk doen. de hoofdpersonen zwijgen, rapen, houden samen en lachen naar morgen. mooi, eenvoudig mooi ook de dingen en de mensen bijeengehouden door erika’s woorden in herfstkleuren getekend.
Winter- Adagio
Is de herfst met veel bravoure van geel en rood, aan mijn schoenzolen mee in huis gelopen, schijnt buiten aan het energieke koper geen eind te komen het naderende niets pakt het wat subtieler aan heeft bijvoorbeeld geen zin om een nieuwe winterjas te kopen vergeet waar de postzegels liggen voor een ook weer welke kaart schaft een – elke dag van de week – pillendoos aan en weet niet meer waar de bladblazer staat pakt dan de bezem maar en veegt de herfst naar buiten maar de winter is heel stil al in de botten gekropen
Vera van der Horst
–> van vera mag ik nooit persoonlijke opmerkingen maken bij het geboden gedichte materiaal – alsof ik niet weet dan wel niet zou weten dat de ik persoon in roman of gedicht niet een zekere mate van fictie in zich draagt. dat draagt de ik persoon in een gedicht altijd met zich mee – mevrouw – zo tevreden? dat gezegd hebbende voelt webby zich geheel vrij om de woorden in een persoonlijk schaaltje te leggen en op die manier te wegen. in een langzame penbeweging wordt de lezer hier door een door dichter heel zorgvuldig onzichtbaar gemaakte IK persoon geleid door de herfst tot aan ‘het naderende niets’ – (mooi gezegd) hoe de winter al in de botten… ja dat is toch wel de eigen persoonlijke werkelijkheid die de dichter langzaam en omzichtig met haar woorden besluipt. ik kom niet om deze constatering heen. en ja mag ik asjeblieft.
de herfst verjoeg de zomer maar is royaal met bladgoud nog een laatste eerbetoon voordat een storm eerdaags een partijtje mee komt blazen
dode bladeren worden humus voedingsbodem voor de lente waarin ook bij het dorre hout na vaak een strenge winter zelfs nog nieuw leven kan ontstaan
anke labrie
–> anke biedt ‘wellicht troost’ in de beschrijving van de kringloop der seizoenen en de elementen die we elk jaar opnieuw mogen ‘genieten’ – nieuw leven zeker troostrijk maar de filosofische vraag blijft of nieuw leven wel te genieten is als de dood aanstaande is of reeds is ingetreden. ‘het royale bladgoud’ dat de herfst met zich mee draagt is de kleurrijke dichterlijke taal van een schilder. in anke labrie zijn deze competenties verenigd.
Het wordt een zware nacht die het beschrijven niet waard is…dus ik draai me nog eens om en probeer die mooie dromen van je en houd het kort.
Dat ik,Jij, wij samen luisteren, kijken, praten, zwijgen
Eerlijk, open, naakt tot op het bot weten, proosten Troosten
Vluchtige momenten die tijdloos de nacht voorbij ik, jij, wij
Yvonne Koenderman
De zware nacht van Yvonne vooraf beschreven. probeer maar mooi te dromen schreef ik terug. droomde ze – we weten niet – misschien lezen we het volgende week – de vrijdag is op pomgedichten ook een beetje yvonne koendermandag. de droom in ieder geval deze vrijdag neergelegd in een wolk van haar bevrijdende poëzie. dat het dromen mag blijven wens ik yvonne toe. op de radio vannacht – wellicht troostrijk – de nieuwe song van rob de nijs – waarin ook een zware nacht beschreven – we hangen aan het bezongen thema deze week ook de zondagochtendwedstrijd – wat als later nu is – hoe te dromen – hoe er mee om te gaan – dat ze ons er niet onder krijgen:
Ik ben verdwaald. Dat is niets nieuws voor me want ik ben talloze keren verdwaald in mijn leven, zelfs in mijn geboortestad Utrecht, lukte het me onlangs nog om anderhalve kilometer van mijn moeders huis, waar ik logeerde, te verdwalen. Dat deed me denken aan vroeger, als ik flink op stap geweest was en op een mij onbekende plek ergens in Utrecht belandde en terug naar huis moest lopen. Niemand die ik tegenkwam om de weg te vragen, op goed geluk maar weer een straat in slaan en dan ineens zag ik hem, de domtoren, mijn baken, waarvan de mooi uitgelichte torenspits me warm wenkte: kom maar meisje, kom maar naar mij, ik wijs je de weg, want vanaf die toren wist ik altijd de weg naar huis. Wat hou ik van die toren. Maar nu zag ik hem nergens, hoewel ik er echt niet ver vandaan was, gelukkig liep er iemand die mij de juiste kant op wees en toen ik wat dichterbij de dom kwam, zag ik dat hij in de steigers stond, herstelwerkzaamheden. Sorry meisje, leek hij in het halfduister te zeggen, ik moet even aan mezelf denken. Geeft niet lieve toren, ik ben nu geen meisje meer, ik kom wel thuis.
Maar nu ben ik verdwaald in mezelf en deze plek komt me totaal onbekend voor. Hoe ben ik hier beland, maar belangrijker, hoe kom ik weer thuis en wat is mijn thuis. Er was wel een weg naar deze plek toe. Drie jaar geleden is mijn beste vriendin aan kanker overleden, het was een lang afscheid dat vier jaar duurde. Ik weet nog dat we, na een bezoek aan haar, we een half uur in het kleine gangetje in een omhelzing stonden. Ik wil jou niet kwijt zei ik, ik jou ook niet, zei zij, meer niet. En tranen natuurlijk, veel tranen. Later toen het tijdstip naderde dat de arts de deur open zou zetten waardoor ze uit het leven zou stappen, zaten we met de armpjes over elkaar op haar bed. Ja, zei ik, wat zal ik zeggen, goede reis, nee, schudden we allebei het hoofd, nee, zei ze, ik ga nergens naartoe, alleen maar ergens weg en dan is er niks. Ja, dat geloven wij hé, wij ongelovigen en we vonden elkaar in een lach, waarna ze me aan bleef kijken en zei, ik heb altijd van je gehouden, ja, beaamde ik, liefde op het eerste gezicht, weer die lach, door de tranen. Ze heeft een hele kamer voor zichzelf in mijn hart, maar ze kan me de weg nu niet meer wijzen, zoals ze vaak deed.
Daarna is er weer een goede vriend aan kanker gestorven en eentje zit in een rolstoel en een andere vriendin heeft onlangs de mededeling gekregen dat haar kanker weer is terug gekomen. Ik moet de weg terug vinden, want ik wil dicht bij haar blijven, maar dan moet ik eerst weten waar ik ben en hoe ik hier ben beland. Ik heb me lang mijn werkelijke leeftijd niet voor kunnen stellen, maar nu steeds meer dierbaren om me heen wegvallen, moet ik de realiteit toch onder ogen zien. Het is alsof ik in een bootje zat, geen vuiltje aan de lucht en ineens klapt het grootzeil naar de andere kant, zelfde bootje, zelfde wind, maar ineens uit een totaal andere richting, een onbekende richting voor mij. Alsof ik eerst leefde in een roman, die een begin en einde heeft, de plot bekend is, de karakters vertrouwd, waar je af en toe eens door kan lopen en ergens naartoe kan en dan oja, zo was het bij kan denken, maar nu leef in een gedicht, daar is geen rechte weg waar je doorlopen kan, daar dans je alle kanten op, maar je komt nergens, alsof de dans zelf het doel is. Waar je de ene keer denkt te weten, oh ik ben hier, maar de andere keer de plek er totaal anders uitziet. En de dom staat nog steeds in de steigers.
Hoi Pom, Een kleine wandeling in herfstig Tuinpark Buitenzorg en de ontmoeting met Elly gaven me deze regels in. Voor pomgedichten. groet, Merik.
Zomaar een middag in Buitenzorg
Onder de kleurige bomen ontmoette ik Elly. Ze stond bij haar vijver alsof ze viste op kikkers. “Ik bedenk hoe ik een net zal bevestigen hierover, “vertelde ze, “ anders komen in de winter reigers de vijver leegvissen. Vorig jaar krioelde het in de vijver van vissen en kikkervisjes, omdat ik er een net over had gespannen. Dat doe ik nu weer. Prettige wandeling.” “ Prettige wandeling, “zei ik.
Toen ik jong was vertelde mijn moeder me over de oorlog. Dat mensen een ruimte in gedreven werden. Een gaskamer. Dat ze verteld werd, dat het een douche was. En dat dan van buiten de deuren dicht werden gedaan door soldaten. En als iedereen binnen was, dan werd de gaskraan opengezet. Ik vroeg haar wat er daarna gebeurde. Ze vertelde me, dat er geen water maar gas uit de douchekop kwam en dat de mensen dan gingen slapen en niet meer wakker werden. Ik denk dat ik een jaar of negen was. Het was waarschijnlijk de eerste keer dat ik niet meer durfde te gaan slapen ‘s avonds. Ook douchen was een tijd lang problematisch. Dat deed ik vanaf dat moment altijd enkel nog met de deur open.
Nu zoveel jaar later ben ik nog steeds bang voor gaskamers als manier om aan een einde te komen. Ik ben ook bang dat ik het gasfornuis aan laat staan. Slapen doe ik altijd met de ramen open in verband met koolmonoxide vergiftiging. Op vakantie check ik de aansluitingen van de gasflessen altijd dubbel en draai de fles bij de tent dicht voor het slapen gaan. Het is de angst te gaan slapen en nooit meer wakker te worden. Vermoord te worden door iets, dat geen sympathieke gevoelens kent, maar enkel de absolute wetten van scheikunde, natuurkunde en biologie. Als door een zachte sluipmoordenaar, terwijl verzet zinloos en onmogelijk is.
Door de decennia heen heb ik altijd een fascinatie voor vernietigingskampen gehouden. Sobibor, Treblinka, Chelmno, enzovoorts. Kille moordfabrieken, waar mensen als onfortuinlijke varkens in de bio industrie werden afgemaakt. Altijd weer kwam het terug bij die gaskamers. En als vanzelf ging ik me verdiepen in de zogenoemde Aktion T4. Genoemd naar Tiergartenstrasse 4. Het adres waar keurige juristen en medici in dienst van het nazi regime landelijk beleid maakten dat erop gericht was, op een humane wijze af te komen van ongewenste medelanders. Er werden ook uitvoeringsrichtlijnen ontwikkeld. Alles werd eerst uitgeprobeerd op de groep die het minst gemist zou worden, de geestelijk gehandicapten. Vervolgens zouden de rest van de ‘ongewensten’ aan de beurt komen, met als summum de Joden.
Het landelijk beleid werd opgelegd aan artsen en verplegend personeel door den lande. Dit zorgde ervoor dat de ‘meest kansloze gevallen’ en later de ‘weinig kansrijke gevallen’ naar centra werden gedeporteerd voor een bijzondere behandeling. Natuurlijk had men geen idee wat er aan de hand was, omdat dingen nooit zó erg kunnen zijn. Toch werd Aktion T4 in 1941, nadat al zeventigduizend mensen waren afgemaakt, tijdelijk stilgelegd. Het volk moest van de gedachte afgeholpen worden dat zich hier iets gruwelijks afspeelde, voordat het programma onder een andere naam hervat kon worden. En hervat werd het.
Ik kan hier nog heel lang over doorgaan, maar het is allemaal in de geschiedenisboeken te vinden. Het heeft er in ieder geval aan bijgedragen dat ik geen vertrouwen heb in een repressieve overheid. Tel daarbij op de twee medische missers, waar ik slachtoffer van heb mogen zijn en waarvan de schuld onder het tapijt gemoffeld werd. Dat heeft niet bijgedragen aan mijn fiducie in hautaine, alwetende medici.
Als ik hoor van een vaccinatieplicht, dan komen de twee weer samen. De juridisch geschraagde macht en de onstuitbare medische Molloch. Net als toen op de Tiergartenstrasse. Beiden kunnen zich na willekeurig welk debâcle kwijten van elke verantwoordelijkheid. Zij vervulden op humane wijze hun taak. En natuurlijk zegt mijn verstand dat de waarschijnlijkheid, dat iets gruwelijks zich op dergelijke schaal ooit weer zal afspelen zeer gering is. En ik weet dat de holocaust en een vaccinatiecampagne absoluut niet vergelijkbaar zijn. Maar de risicomanager in mij vertelt me ook dat de impact echter catastrofaal en letaal zou zijn, als het onmogelijke toch zou gebeuren. Dat is een berekening waar je niet uit komt. Een zwarte zwaan. Op zulke momenten word ik echter onbewust bang. Een stem blijft fluisteren: ‘Niemand had dit kunnen voorzien.’ En hoewel ik weet, dat angst een slecht raadgever is, kan ik dan niet slapen. Zelfs niet meer met het raam open.
Morgen stopt de bus van half zeven en brengt me naar het kerkhof op de Hooghe Berg. Het is nu langer geleden dan ik je kende en komen bomen met je lichaam terug.
De mier draagt sporen van je schedel een mus fladdert met je adem rond de sneeuwklok eet van de bevroren grond je bent als bloem aan mij verschenen.
het door de maan beschenen zilver is al vergeven aan Cartouche – een prachtig gedicht in een heerlijk ritme beschreven. we voelen de fantoom pijnen met de dichter mee. ook Rik van Boeckel heeft zijn eervolle vermelding al binnen. die prachtige wandeling in Twente kan niet beter beschreven worden: “door Twentse bossen wandelden wij liefde”. resteert aan eremetaal goud en brons. de overrompelende eenvoud van het gedicht, van de woorden van Anke Labrie én een gestileerd “In Memoriam” van Ditmar Bakker. ik moet steeds maar denken aan de taak die een dichter in het leven ook heeft. met enige afstand troostrijke woorden schrijven en spreken op het juiste moment maar dan ook precies de juiste woorden – zo precies en zo troostrijk – dat een afscheid in waardigheid kan plaatsvinden, zo dat het rouwproces van de direct betrokkenen en ook van de mensen op enige afstand te dragen is én omgeven is met de warmte die alleen een dichter in de woorden weet te leggen. mooi en heel bijzonder deze Ditmar Bakker: GOUD, en van harte. Persoonlijk betrokken en toch ook troostrijk voor de lezer Anke Labrie: brons, van harte.
zoveel schoonheid in woorden kan een romantisch hart nauwelijks aan in het holst van de nacht waarin de tijd ook nog in een luchtledig lijkt te verdwijnen van overheidswege. en passenger maar zingen. zoveel schoonheid op een rij de inzendingen. dank jullie wel lieve dichters van het grote hart. dank aan BABAK. dank ook aan Ditmar voor dit prachtige sonnet. hoe hij ‘ruisloos uit het leven is gegleden’. de tranen lopen nu al over mijn wangen – hoe moet dat verder in deze nacht. bij ditmar wordt het verdriet bijgezet in een onmetelijke ruimte van stilte waarin niets en de dichter al helemaal niet tot rust kan komen of rust te vinden weet. met stille bezigheden het verdriet verdringen schrijft hier een dichter in een gedicht waar de woorden het uitschreeuwen van ongeloof. de wankele breekbare en toch zo troostrijke woorden in covid gedrenkt in een eenvoudig mooi.
In Memoriam
Dat jou de dood, een klein halfjaar geleden, achter je eigen voordeur heeft bezocht zodat je dertig jaren worden mocht en ruisloos uit het leven bent gegleden,
laat allen stil; een strijd is uitgestreden voor wie haast ongemerkt al jaren vocht: familie heeft jou bij je laatste tocht omkranst met godshuis, bloemen, en gebeden.
Wie toen niet tot de uitvaart toe kon treden maar toch met jou verbonden is geweest, verdringt verdriet in stille bezigheden
opdat de tijd ook deze wond geneest; want liefde die in knop wordt afgesneden laat ongeloof in bloei, ’t geluk bevreesd.
Ditmar Bakker
Ditmar Bakker – zodat je dertig jaren worden mocht en ruisloos uit het leven bent gegleden, …
Frans Terken – de hand waarmee ze afscheid nam blijft hard en koud
Rik van Boeckel – door Twentse bossen wandelden wij liefde
Petra Maria – nog niet vandaag maar ooit
Vera van der Horst – jouw einde alleen voor mij zo voelbaar
Anke Labrie – natuurlijk was het mooi
Jako Fennek – doodgewoon je houdt het niet voor mogelijk
Ien Verrips – gul en innig
Cartouche – Niet meer dan een droom,…
Yvonne Koenderman – buiten schijnt altijd de zon
De regels van dichter Babak Amiri inspireren deze week: “Er zijn mensen die de liefde begrijpen. Ik ben niet verder gekomen dan hoe je naar me keek. Hoe ik jou in mijn ogen ving.” – deze dichter ook dé ervaringsdeskundige op de-vierkante-centimeter- (die alles verscheurende)pijn. de pijn over die ene geliefde van ooit en toen.
wie wint de enige echte virtuele niet meer of nooit nog – zeg maar rustig – de babak amiri trofee op pomgedichten? U kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
niet meer
het is niet meer het alles verscheurende dat je onlangs nog bij de dichter babak lezen kon die-vierkante-centimeter-pijn die niet op te lossen valt in taal
het is meer het ontwaren van een gestalte de hoop op een ontmoeting – niet eens een ontmoeting de hoop op een voorbijgaan aan wie zo onzichtbaar is geworden
pom wolff
Babak Amiri:
die-vierkante-centimeter- (alles verscheurende)pijn, pom waarvan jij elke millimeter blijkbaar begrijpt heb ik in taal verzacht
in een verhaal over een meisje dat de essentie van het leven begreep
in een verhaal over de scheve gebouwen van mijn geliefde stad in de regen
in alle nuances van de magische woorden: liefde en vriendschap
in een liedje gebaseerd op een gedicht van een vrouw die dood ging voordat ik haar lief kon hebben
in een stellig statement over de stupiditeit van de stellige statements
in de onwerkelijke oneerlijkheid van een onoprechte linzensoep
in heimwee naar de bergen die je pijn uitfaden
in de wijsheid van dronken onzekere nachten vol verwijt, heen en weer
in bewuste keuze voor de mooie woorden wat het ook mag betekenen en nog meer….
want: het op te lossen is een onmogelijke opgave natuurlijk
Babak
Terug in de tijd
Je telt de tijd op je vingers of er een teken van aanwezigheid uren tot weer de nacht valt ze brengen het ontbreken van
nog een schim van wat was de rug om aan te warmen de hand waarmee ze afscheid nam blijft hard en koud
het trekt een scherm op tegen geluid dat eraan kleeft het wegtikken van haar hakken de klok doet er niets aan af
alsof je de tijd terug kunt zetten het uur van naakte waarheid voorbij
de dichter breekt. de dichter breekt de woorden af in eerste strofe. is er dan helemaal niets meer – een schim nog wellicht? maar hoe de tijd ook wordt teruggezet – de woorden hard en koud zij blijven en bepalen de temperatuur van het verlies. voorbij lijkt hier echt voorbij. zoals ook het uur tussen de zomertijd en de wintertijd in voorgoed is verdwenen. terug in de tijd is tegelijkertijd terug in de harde werkelijkheid.
Pom, hier mijn bijdrage aan de enige niet meer nooit nog virtuele. Deze week kwam ik er pijnlijk achter dat een liefde uit het verleden er niet meer is. Groeten Rik
Verdwenen hart
Zo groot de afstand geworden is miljoenen millimeters naar gene zijde zo’n warm hart in de Portugese Quinta een leven van vreugde langs stroompjes
zo dichtbij en veraf in het lang geleden heden tot nieuwjaar in Nefta harten veroverde met slagen op oase drums op kamelen door de Sahara van stilte
door Twentse bossen wandelden wij liefde tussen bladeren groene aderen van door zoenen bevangen lucht ontmoeting door de tijd vastgehouden
het zweet brak ons uit in weelde nu in tranen om gestorven liefde ze heeft ervoor gekozen niet meer te zijn verstrooide herinnering verdwenen hart.
Rik van Boeckel 24 oktober 2020
–> we huilen mee met rik. deze dichter hier in de nacht met de sound of silence op de achtergrond. ‘Hello darkness, my old friend I’ve come to talk with you again…’ zo mooi gezongen ook door deze dezelfde passenger. ‘door Twentse bossen wandelden wij liefde…’ van een mooiere wandeling door Twente las ik in mijn hele leven niet. hoe eenvoudig dichters de aller allermooiste wandeling woord weten te geven – met het enige echte passende woord – liefde! wij wandelden liefde – alleen al door deze gouden passage weten we hoe pijnlijk het verliezen moet zijn beschreven in de laatste regels van het gedicht. sterkte rik.
de kleur van je ogen tart het hemelsblauw ze sluiten zacht
mijn lippen bewegen geluidloos geen dag te lang geen adem tekort
ik vraag het nooit als je vertrekt het antwoord weet ik al
nog niet vandaag maar ooit wij raken kwijt
petra maria
ja ooit – petra maria oefent – voor het geval dat – toekomst. met die ene onomkeerbare uitkomst die ons uiteindelijk allemaal boven het hoofd hangt. hoe de werkelijkheid hier in huis wordt gehaald in woorden van poëzie terwijl zij in wezen nog niet existeert. die vaardigheid bezitten alleen dichters.
Geen woord beschrijft
Het woord krijgt pas betekenis in het verschil met andere dat jouw afwezigheid, mijn afwezigheid verklaart dat taal een betekenisdans is zonder einde, jouw einde alleen voor mij zo voelbaar maakt hier in het spinnenweb, waaruit de spin voorgoed verdwenen is.
(Met dank aan Derrida en Foucault) Vera van der Horst
–> een ingewikkeld spel van woorden rond de afwezigheid en of het einde van een geliefde gevangen in het web waaruit ook al de spin verdwenen is. de filosofie in de eerste regels liggen net meer op filosofisch terrein dan op het terrein van de poëzie. dat heb je bij filosofie wel vaker.
opnieuw
natuurlijk was het mooi de Taj Mahal met jou musea in New York in Kenia die leeuwtjes
maar die zaterdagmiddagen alle boodschappen gedaan samen op de bank
jij de koffie ik de taartjes
onze vaste serie op de Belg een thriller maar toch lief per ongeluk eens ontdekt
hij wordt herhaald zag ik vanmorgen in de gids
ik ga niet kijken
anke labrie
–> alle pijn en alle mooie dingen terug gebracht door anke tot groot gemis van hetgeen zo gewoon, zo klein ook, was. samen naar KLEM kijken zeg maar. zoiets, het maakt niet uit wat – samen even genieten van wat het leven aan twee mensen kan geven – en dat het niet meer kan. in duizend voorbeelden kan het leven samen beschreven. in een keer niet meer kijken het verlies. niet kijken neergelegd hier in een levenslang omzien.
Hoi Pom,
Net even het nieuws van Nederland bekeken. Blij dat ik af en toe een gedicht mag schrijven. Was dinsdag/woensdag in Lyon. Kwam door pech op het spoor in de metro terecht. Als haringen in een ton, akelig hoor! De adem van de mensen achter je, naast je, in je nek te voelen. Al is het door een mondkapje. Nu maar afwachten of alles goed gegaan is. Misschien wel mijn laatste gedicht. Ik wens je een fijne zondag, desondanks. Groet van Jako.
inzicht
hoe ik haar ‘s nachts nog lief heb haar overdag in duister van gedachten laat verdwijnen
hoe alles moeilijk is als naalden die een breipatroon vertalen
hoe jij de vlieg verjaagt die door het venster binnendringt
hoe de tuin door hek en heg omheind de roos beschut
hoe dit alles weer gewoon wordt doodgewoon je houdt het niet voor mogelijk
jako fennek
–> ik hoop ook van harte jako dat lyon niet aan jou het virus heeft gegeven. dat kunnen we niet hebben hoor hier op de pom. met jou keren we vandaag terug naar die ene geliefde – het terugkeren zo ‘doodgewoon’. ja zo beschreven lezen we jako. voor de fijn proever.
kortstondig geniet ik in het voorbijgaan van de liefde die als passant mijn pad soms kruist geen regels voor dit minnespel van hide and seek
hoe innig ook de liefde zij gul zich toont zich zonder voorbehoud ontsluiert en toch als onbekende kwam zij als vreemde ging zij weer
Ien Verrips
–> ‘gul en innig’ DE woorden in dit gedicht die zorgvuldig naar een andere wereld worden geholpen door Ien. hoe alles uiteindelijk over gaat. over hem, over haar.
Een en al
Niet meer dan een droom, een gesneden beeld heb ik voor ogen van jou, mijn zoete Spaanse zwarte furie, niet minder hevig levendiger dan fantoompijn
zoals wij, armen om elkaar – ik kan er niet omheen -die avond bij heldere maan het sprookje zagen komen aangolven in het water, waar onze monden, waarin onze ogen
geen handbreed van elkaar de handen in het haar – nooit nog zo van god verlaten , zo alleen voel ik dit verloren uur tussen een en twee weemoedigheid, niet te verklaren
251020 Cartouche
–> niet meer en nooit nog zo door god verlaten – Cartouche houdt zich letterlijk aan de opgegeven woorden van deze week. ik voel het als een eerbetoon dat aan de webmaster ten deel valt. de titel ook heel precies – een en al – de pijn van het achterlaten hevig als fantoompijn – goed gevonden. door god verlaten alleen stevent Cartouche met dit gedicht af op het reeds door de maan in het water beschenen zilver.
De schommel
Verkruimelende brokstukjes van glimlach altijd aanwezig, zelfs wanneer het regent vullen de trieste blik naar binnen, want buiten schijnt altijd de zon is het altijd feest zelfs als het stormt.
Stormde het maar winderige woei, hoofd schoon. Misschien moet ik toch maar even spelen. Schommelen voor de wind langs mijn oren wapperende haren en de lach die speelse glimlach van dat kind wat even verstopt lijkt.
Yvonne Koenderman
–> ja buiten is het altijd feest – hoe de temperatuur in de binnenwereld en die van de buitenwereld kunnen verschillen. voor wat betreft temperament ligt het mogelijk ietsje anders. en voor dichters weer anders. dichters registreren temperatuursverschillen. daar zijn ze voor in de wieg gelegd. temperatuursschommelingen in temperament beter gezegd. zo schommelen we het leven door.
Als het even tegenzit, is internet heerlijk. Je kunt overal naar toe via google earth, oude herinneringen ophalen, rondneuzen op facebook, wat momenteel met al het gesteggel over corona niet altijd zo’n feest is en bv zoeken naar kankergedichten als de verveling toeslaat. Ongelofelijk hoeveel gedichten er over kanker geschreven zijn. Hier en daar ontdek je een pareltje, maar het meeste is…sorry dat ik het zeg toch een kankergedicht.
Nu is ziekte ook niet het leukste om over te schrijven, laat staan dichten en…als je niet uitkijkt dicht je je dichter naar de dood zoals helaas soms ook blijkt. Er worden in huize Koenderman dus momenteel geen gedichten geschreven, het lijkt wel of die bron net zo droog staat als de speekselklieren van de chemo. Gelukkig is er nog wel genoeg leuks tussendoor, zoals de tv ploeg van tv Rijnmond die de kerkgangers ondervraagt , welke voorbijlopen en hard hun best doen om niet op te vallen. Het konijn van de buren wat weer eens ontsnapt is en met een beetje geluk gezinsuitbreiding heeft, wat nog niemand weet, maar wat ongetwijfeld een onbevlekte ontvangenis gaat worden.
Dat ene bezoekje, wat deed voelen en creëren en alle bloemen die vanuit onverwachte hoeken kwamen. Daarnaast is er altijd de warmte van het thuis, met vooral veel muziek. Ondanks alles is het leven een feest, je moet het nu vieren, dood zijn we lang genoeg.
Rare kwasten fuckende konijnen. KUT weer en toch zon heerlijke geuren uit sudderpotjes.
verveling, klusjes met latex regenjassen en meervoudige snorrende poezen in wambuis op planken
feeksen op bezems, grote stinkzwammen het vliegt allemaal voorbij deze week, om de bladeren in de wind maar niet te noemen.