
Er hing een rozenkrans om mijn nek en twee leren touwtjes met daaraan ronde stenen met een gat erin, uit de esoterische winkel bij de Witte de Withstraat. Aan mijn pols nog een haarelastiekje met een groen steentje aan een hangertje. Over mijn zwarte T-shirt droeg ik een houthakkershemd waar ik de knopen en mouwen van had afgesneden. Mijn haar had ik los. De kale plek op mijn achterhoofd verhul ik al jaren niet meer. Maar dat kan me al lang niets meer schelen. Aan mijn voeten droeg ik slippers. Zo wandelde ik afgelopen vrijdag door Parijs richting Père Lachaise. In mijn hoofd klonk voortdurend: ‘Mr. Mojo Risin’.
Om halfzeven in de vooravond van de derde juli tweeduizendtwintig, de zevenenveertigste sterfdag van Jim Morrison, stond ik aan de poort van het kerkhof. Père Lachaise blijkt echter om halfvijf dichtte gaan. Enigszins teleurgesteld besloot ik dan maar naar Saint-Germain te lopen om dan maar wat te gaan drinken in de kroeg waar hij voor het laatst levend was gezien. Een goed uur later bereikte ik Le Mazet op de Rue Saint-André des Arts. Het was donker binnen en op de deur prijkte een A4tje waarop stond dat ze op vakantie waren. Ik liep terug naar de hoek van de straat en keek of ik nog Morricionados zag. Iedereen zag er jong en Frans en gelukkig uit. Ik pakte de metro naar Montparnasse. Op hotel deed ik mijn talismans af en ruilde mijn houthakkershemd voor een zwarte hoody en mijn slippers voor sneakers. Op de Boulevard zocht ik een terrasje en dronk in het invallende duister eenzaam, ijskoud bier tot de nacht inviel.
De volgende dag was ik onderweg naar de Place des Vosges. Opeens herkende ik de straat die ik kende van plaatjes. De Rue Beautreillis. Op nummer zeventien was Jim Morrison overleden. Boven de voordeur prijkte wederom een A4tje. Daarop stond te lezen: ‘Jim Morrison did not die in this house’. De gedachte van vallende standbeelden schoot even door mijn geest. Maar zo is Parijs niet, het is iets anders. Parijs laat je als geen andere stad voelen hoe vergankelijk je als mens bent. Zelfs de herinnering aan Jim Morrison heeft de halve eeuw niet gehaald. Ze worden er zelfs liever niet meer aan herinnerd. Dus maak je geen illusies. Wat Parijs je leert, is te leven met de nietigheid van het bestaan. Er komt uiteindelijk een dag, dat je nooit meer hebt bestaan.
Ach ja, als troost kan ik enkel Jim Morrison nog aanhalen:
‘There are things known and things unknown and in between are the doors.’
Het zijn dergelijke deuren, die me drijven waar ik ga.
VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl















