Een brief aan jou is een ode aan de liefde. Sterker nog, een ode aan liefdesverdriet. Iedereen kent het wel. Je bent verliefd. Je bent gekozen en dat voel je in elk deeltje van je lichaam. Maar wat nou als de liefde steeds een beetje uit je vingers lijkt te ontsnappen? Anne van Walraven probeert in woorden te grijpen hoe het voelt als de liefde en de lust plaatsmaken voor onzekerheid, verwarring en angst. In openhartige brieven schrijft zij over haar gedachtes en gevoelens die voor iedereen herkenbaar zullen zijn. In de romantische en melancholische gedichten zal je even kunnen verdwalen. Tastend in het donker, maar niet alleen, nooit alleen.
In de stilte van de nettenschuur blijft de geest van de visserman hangen hier liggen de zilveren schubben nog steeds je lieslaarzen, je gele oliejas, je bundel met zeemansgezangen.
Hier beleef ik weer het wreed geheim het vissen villen met de blote handen rood en rauw worden mijn nagelranden
Jij stond er altijd bij te zingen dit ritueel verandert niet ik ben het meisje met de vlechten jij bent de trotse Inuit.
Nijhoff zei al: Een gedicht bestaat niet alleen uit woorden, maar uit woorden en hun stilte. En Wislawa Szimborska zei: Wanneer ik het woord stilte uitspreek, vernietig ik haar.
Moment
Als ik jou lees
sijpelt schoonheid in mijn brein behoort mijn lijf niet meer aan mij ben ik het ademen voorbij
de schrille stem van een kind ijlt weg naar vanwaar het komt
bloesemblaadjes geplukt door de wind hoor ik één voor één vallen op de grond.
Vera van der Horst
pom: ik kan het niet onderdrukken hier te schrijven – ochgossietoch – vera schrijft van een diep verstild voelen – de kindjes terug de baarmoeder in – dichteres zelf het ademen voorbij en het lichaam bevrijd en overgegeven – aan de liefde natuurlijk. hoort ze toch nog romantische blaadjes op de wind. ja heerlijk! als deze dichteres de liefde bedrijft leest de gelukkige partner het allemaal later heel mooi beschreven terug. EN HIJ STAAT! in veraas bundel.
en toch vind ik het gedichtje mooi en oprecht.Of ik ben met het verkeerde been uit bed gestapt of Pom. Ik lees altijd graag de poëzie en niet minder graag de commentaren, waar ik me meestal in kan vinden, maar vandaag niet. Allereerst het commentaar op mijn gedichtje verbaasde me, dat Pom er een stuk erotiek in legde, die ik er niet bewust heb ingestopt en dat is overigens niet de eerste keer. Het beschrijft voor mij een gevoel van afsluiting wat soms ervaar als ik gedichten van bv Wislawa of een schrijver die me helemaal in zijn/ haar boek trekt.
Het kind is in letterlijke zin mijn buurmeisje, die erg kan schreeuwen, maar ik dan niet meer hoor, of het kind in mezelf, ik kan niet ontkennen dat wat pom leest ook mogelijk is, maar vind het onterecht dat het alleen daarop beoordeeld wordt. Overigens zal niemand in mijn bundel staan, want er komt nooit een bundel, omdat ik mijn werk daar niet eminent genoeg voor vind. Mijn gedicht hoeft geen medaille, maar verdient ook de woorden agossie en toch, in toch wel mooi niet. Of het is mooi of niet. Ik snap het woord toch hier niet bij.
Ten tweede: Niets ten nadele over het werk van Rick en Petra in het algemeen, ik heb daar mooie dingen van gelezen maar vandaag vond ik beiden wat minder. Bij Petra verwijderde Pom zelf een strofe die ik ook wat onbegrijpelijk vind en bij Rik kwam het woord stilte zo vaak voor dat het leek of hij schreeuwde: en nu stil, of zoiets. Als je bij andere inzendingen ook de helft schrap, hou je betere gedichten over dan deze 2. Over Lerou en Gonggrijp hoor je me niet. Och het is geheel niet mijn gewoonte direct en onmiddellijk in de pen te springen, maar ik had geen stilte in me vanochtend, zullen we maar zeggen. Maar wel gefeliciteerd, alle winnaars!! Het is en blijft toch een prettig en bij wijlen amusant zondagochtend item, dat ik niet graag zou missen. Ik schrik van mn eigen spraakzaamheid en herrie, maar lees het niet meer over en zet mn wijsvinger toch op zenden.
– commentaar redactie: de kern van Vera’s verhaal lijkt mij de opmerking die ik uit Vera’s verhaal citeer: ‘ik kan niet ontkennen dat wat pom leest ook mogelijk is..’ dichters ben ik dankbaar voor het inzenden van een gedicht voor deze wedstrijd. Vera ook natuurlijk. ik ga er op de zondagochtend voor zitten – ik lees een gedicht, ik laat het gedicht tot mij doordringen, lees het gedicht nogmaals en schrijf over mijn leeservaring. tegen half 11 in de ochtend bepaal ik mijn voorkeur, die ik uitdruk in goud zilver en brons – allemaal virtueel. de dichter is natuurlijk niet van de gedachtenpolitie in de zin dat de dichter zou kunnen bepalen wat een lezer zal lezen, wil lezen of gewoonweg leest. ik las over een kindje terug naar de baarmoeder – zo gek is dat niet als Vera schrijft over een kindje weg ijlend naar waar het vandaan komt. voorts lees ik in het gedicht de passage: “behoort mijn lijf niet meer aan mij ben ik het ademen voorbij” – ook nu in de middag lees ik daar over een mogelijke erotische passage. iets van versmelten – het lichaam behoort de persoon niet meer toe – lees ik. Vera geeft een geheel andere verklaring het is haar goed recht als lezer van dit gedicht. over een loeihard schreeuwend buurmeisje dat vera toch niet hoort schreeuwen terwijl de hele buurt 112 belt. alles is mogelijk blijkbaar in haar gedicht.
twee gedichten van de stilte – ik kan er niet omheen verdienen meer dan goud – max lerou en elbert gonggrijp. (de verkorte versie). alle dichters dank je wel voor het insturen van de soms heel kwetsbare stiltemomentjes die in woorden hier aankwamen. delen Rik van Boeckel en Petra Maria (ook de verkorte versie) vandaag het brons. moet de conclusie zijn dat de amsterdamse joffer betsy repelius een waardig eerbetoon in poëzie is gegeven. dank jullie wel.
Pom lieve vriend, de straat kent een stilte zoals nooit. de nacht doet er een schepje bovenop.
nachtzicht
ons huis kent rust zoals rust wel wordt geëerd sereen omhangen
de straat is solidair – gerucht noch wind zelfs de bomen zijn wat saai vanavond ze staan daar maar een beetje
als een man op leeftijd enigszins bedaard aardig kaal en ook de huid is dun je ziet de ringen eer hij is doorkliefd
ml
–> een mooi stilleven – de huid dun inmiddels. je voelt dat elke woord meer er een teveel is. ook in de recensie.
RONDOM
Wij leven onze eigen plek, kijken naar wie wij zijn om dat niet te gaan vergeten – ogen zonder weet van het één of ander. Wij hadden alles kunnen betekenen: deze stilte, dit landschap.
Deze bomen en het water. Wij bestaan elders, in gedachten, zoals paarden. Wij blijken zo goed als zij, bedenken hoe het is om een dier te bedoelen, hier, in dit ogenblik.
Toen wij het niet wisten, toen het ons zocht, toen het ons zag, riep, voelde. Laat het zingen aan de wind, laat het deinen aan de golven, zachtjes, om de stilte heen.
Laat de pen de hand proberen, stilte om de dichter heen – in stilte stilte dichten –
Elbert Gonggrijp, Egmond aan den Hoef, vrijdag 1 mei 2020
–> het is al prachtig maar ik kan het toch niet laten – om het gedicht dat nooit meer zo en nooit meer zo goed geschreven kan worden uit de woorden te destilleren – elbert zet een verstild wereldwondertje neer in de nederlandse taal:
Wij hadden alles kunnen betekenen: deze stilte, dit landschap. Deze bomen en het water.
Toen wij het niet wisten, toen het ons zocht, toen het ons zag, riep, voelde. Laat het zingen aan de wind, laat het deinen aan de golven, zachtjes, om de stilte heen.
Laat de pen de hand proberen, stilte om de dichter heen – in stilte stilte dichten –
van de stilte dichten is een kunst.
Petra Maria – niets zeggen haar ogen
Elbert Gonggrijp – toen het ons zocht, toen het ons zag
René Hillenaar – mijn stilte is ongehoord aanwezig
Frans Terken – laat je onhoorbaar zien
Rik van Boeckel – dichtbij de pijn stil van binnen
Jako Fennek – dit stilleven ontdaan van elk rumoer
Vera van der Horst – het ademen voorbij
Anke Labrie – het korenblonde zacht
Erika de Stercke – om de mijmeringen te verstillen
Max Lerou – de huid is dun je ziet de ringen
Cartouche – een hele wereld voor me
wie wint de enige echte virtuele – in de stilte van de dag zijn de dingen zoveel mooier soms- de in stilte verzonken trofee op pomgedichten?
we nemen een schilderij van betsy repelius van 100 jaar geleden als uitgangspunt – de verstilling die zij wist uit te drukken – de kunstenaar in zijn werk verzonken. dichters herkennen die stilte waarin en waaruit het gedicht kan ontstaan. graag lezen we van uw contemplatie – de regels als vanouds: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
toen je stilte stuurde
niets is me liever dan eenvoudig mooi
het bloemblauw vers gescand natuurlijk in het licht
een meisje drinkt in stilte woorden denkt hem goddelijk lief
en ik ik kan in stilte niet meer denken ik kan het denk ik niet
pom wolff
voor het raam wuift de varen een stille beweging
en als de klok niet kon hij het geluid verdragen
zo’n zeldzaam moment als de lage zon voorbijkomt schaars
niets zeggen haar ogen wees maar stil
we zijn het gewoon het is al samen
petra maria
–> de dingen zoveel mooier soms als ze verstild verzonken zijn – we gaan dit weekend de stilte in, lieve lezer – de stilte om ons heen in woorden van de poëzie – de gedachte alleen al is bevrijdend – het dagelijkse gekakel ver weg en achter ons – hier geen anderhalve meter, geen vliegtuigen meer, geen politiek, geen erwin wennemars, hier hebben de dichters de poëzie voor het zeggen. het is zondagochtend vroeg, we gaan de stilte in! Petra Maria laat de varen wuiven bij een lage zon. er wordt niets gezegd – een gedicht over samen zijn. subtiele beelden. twee laatste prachtige strofen – ik laat er één aan voorafgaan – de andere woorden hoeven niet.
voor het raam wuift de varen in de lage zon niets zeggen haar ogen wees maar stil
we zijn het gewoon het is al samen
ZONDER GELUID
ik heb altijd wel wat kruimels dood op zak ze zwijgen als de pest en branden als de hel
ik zou er eenden mee kunnen voeren maar ach wat weten vogels nou van virussen en bange mannen ik poets mijn tanden en ben braaf
mijn stilte is ongehoord aanwezig ik hou van iedere wolf op mijn pad leven is maar schuin afgesneden ik ben het brood dat mij eet
de tuinman vlucht voor het sterven maar ach het leven in Ispahaan glimlacht om alles en niets zolang de zon op aarde schijt
–> ik zeg net teveel nadruk rené, te nadrukkelijk de uitleg ook – het gedicht om die prachtige regel heen geschreven – ‘ik ben het brood dat mij eet’ – dit gedicht zou meer van dit soort mysterie moeten kennen – de stilte TE aanwezig – dat is het. dan valt de stilte weg. de ik persoon neemt haar plaats in – en het gedicht valt daarmee buiten het gevraagde thema.
Dichter bij de stilte
Hoe we met niets omkleed samen de dagen voeden we mijden elk geluid dat ons van ons stuk kan brengen
ademloos luisteren we naar elkaar een oogbeweging zegt genoeg als jij een of twee keer knippert trek ik een wenkbrauw op
laat je onhoorbaar zien dat er van onrust nu geen sprake is beter zwijgen we die gewoon dood kijken in stilte toe en knikken
met een vinger op de lippen bergen we in brokken weg wat we dan zouden moeten zeggen bewaren dat voor een andere tijd
–> het gedicht om die prachtige verstilde oogbeweging heen geschreven. een oogbeweging die genoeg zegt. de tweede strofe brengt de dichter, dichters verdere woorden in het nauw. de beweging zegt al genoeg en de dichter neemt toch verder het woord. ik als lezer blijf liever in dat eeuwig durende verstilde moment. daarover mag de dichter wat mij betreft eindeloos schrijven – dan weet de lezer van de eindeloosheid van die ene oogbeweging. ik stel een vergrootglas voor voor dat oog, voor dat ene ogenblik, voor die ene eindeloze blik in de eindeloosheid van de ingehouden adem.
Pom, in stilte dit gedicht geschreven voor de enige virtuele. Groeten, Rik
Tijd om stil te zijn
Stilte van binnen zonder woorden tijd om stil te zijn dichtbij de liefde dichtbij de pijn
stil van binnen als een dichter van rust stil zonder zinnen ‘t hart gekust
gedachten geven zich over aan een gedicht oren slaan geluid op trommels smeken om genade
tijd om in stilte de tijd te verdragen.
Rik van Boeckel 2 mei 2020 –> waar de stilte deze dichter brengt. mooie beelden mooie zinnen – dichtbij de liefde en dichtbij de pijn – de dichter van dienst aan het woord – de dichter van rust – mooi gevonden – het hart gekust – de tijd in stilte te verdragen – een soort weldadige weemoed legt rik hier in woorden van melancholie. dichtbij wat het leven hem gegeven heeft – ver van wat de dichter normaal gesproken in zijn andere werken zo uitbundig bezingt. we lezen in wezen een omgekeerde rik van boeckel – die als de corona economie min of meer in contemplatie tot stilstand komt.
Ha pom, bij jullie ook zo koud? Moet iets van vervroegd ijsheiligen zijn, althans zo voel ik dat. Het thema ‘in stilte verzonken’ past erbij. Geniet van een fijn weekend, groet, jako.
geluidloos
mijn toevluchtsoord de diepte waar onderaan de stenen treden gehamsterd bier toiletpapier en stilte muur en vloer bekleden
te midden van dit stilleven ontdaan van elk rumoer bezoeken mij gedachten als meeuwen vissersschepen
slaat de klok zijn laatste slag zwaai ik jou bekoring toe
jako fennek
–> jako schetst een stilleven met elementen uit het leven. waarom het echt om gaat lijkt de dichter ons te willen meegeven in de laatste twee regels van het gedicht – als de tijd tot stilstand komt resteert nog iets van haar bekoorlijkheid – gedachten als meeuwen – hahaha daar hebben we weer iets terug van de oude jako. ik bedoel te zeggen met de tweede strofe had het gedicht mogen beginnen – en dan willen we nog veel meer van die gedachten lezen. waarheen ze ook vliegen of uitvliegen.
—
Nijhoff zei al: Een gedicht bestaat niet alleen uit woorden, maar uit woorden en hun stilte. En Wislawa Szimborska zei: Wanneer ik het woord stilte uitspreek, vernietig ik haar.
Moment
Als ik jou lees
sijpelt schoonheid in mijn brein behoort mijn lijf niet meer aan mij ben ik het ademen voorbij
de schrille stem van een kind ijlt weg naar vanwaar het komt
bloesemblaadjes geplukt door de wind hoor ik één voor één vallen op de grond.
Vera van der Horst
–> ik kan het niet onderdrukken hier te schrijven – ochgossietoch – vera schrijft van een diep verstild voelen – de kindjes terug de baarmoeder in – dichteres zelf het ademen voorbij en het lichaam bevrijd en overgegeven – aan de liefde natuurlijk. hoort ze toch nog romantische blaadjes vallen op de wind. ja heerlijk! als deze dichteres de liefde bedrijft leest de gelukkige partner het allemaal later heel mooi beschreven terug. HIJ STAAT! in veraas bundel.
en toch vind ik het gedichtje mooi en oprecht.
liggend landschap
als ik me behoedzaam omdraai zie ik het korenblonde zacht bewegen naast me gekoesterd door de eerste zon
hier blijf ik wonen voor altijd
anke labrie
–> het zal geen toeval dat de beelden van de schilders hier min of meer overeenkomen. het beeld van petra maria ook hier bij anke in woorden gegeven. het zachte bewegen van iets heel natuurlijks – weliswaar hier meer onbestemd – in de ochtendzon. een stil gevoel dat de wens tot eeuwigheid in zich draagt.
Verstilling
Hier aan mijn tafel waar de wereld in zwijgen stopt kijk ik naar de muren woelige tijden zijn er op afgeketst
door het raam zie ik de nacht in verlichtingspalen de snelweg ver weg
hoe avonturen achterwege blijven op lege schalen de barsten houden zich koest
een snee in de vinger de meloen op het tapijt ik laat hem liggen
nip aan het glas wijn om de mijmeringen te verstillen
Erika De Stercke
–> hier wint proza het van de poëzie – de poëzie lezen we in de regels:
hoe avonturen achterwege blijven op lege schalen de barsten houden zich koest
die regels hoeven geen nadere verklaring meer. ik zou ook niet weten hoe het verder moet met het gedicht. over de barsten dan maar – dat in het craquelé van de tijd de stilte huist zoals de stilte inmiddels ook in haar is geslopen na die zo onstuimige liefde voor hem van weleer
Verstillen
Als ik mijn ogen sluit alleen zie ik een hele wereld
voor me aan mij voorbijgaan je sprekende ogen
uitgangspunt en navel ongehoord kloppen
streng maar rechtmatig in mijn bestaan
03-05-2020 Cartouche
–> o – hahaha – zo beschrijft onze cartouche de belangrijkste zaken des levens – ogen en navel maar dan komt het – ook het uitgangspunt – hahaha – ik kan dit gedicht na dat woord niet meer serieus beschouwen – bulderend lig ik hier in mijn flatje in de jordaan drie hoog achter op de grond – buurvrouw beneden zal wel denken – meneer wolluf heeft weer eens teveel gedronken en vindt zijn bed niet makkelijk. meneer wolluf ziet hele werelden waar geen werelden zijn. meneer wolluf heeft weer eens een gedicht gelezen waar ie ondersteboven van is. waar het onderste boven is komen drijven. hoe dan ook ZIJ heeft de dichter bewogen – zij beweegt via Cartouche hier deze lezer ook.
ook GRONINGEN neemt afstand van broddelprocedure stadsdichterschap DORDRECHT: “flutversje” en “jatwerk” – in DORDRECHT ontsteltenis over voorgenomen benoeming stadsdichter/ex-kapper – zelfs EINDHOVEN in rep en roer – Stadsdichterschap DORDRECHT inmiddels landelijke kwestie
gisteren hebben we in een tweetal artikelen verslag moeten doen hier op pomgedichten punt nl van de schandalige procedure stadsdichterbenoeming in DORDRECHT. we hebben de wethouder cultuur van DORDRECHT Piet Sleeking vragen gesteld. en pomgedichten hoopt vandaag nog antwoorden te kunnen ontvangen. zo niet dan gaan we inspreken en volgende week de gemeenteraadsleden benaderen.
dichter Peter M. van der linden heeft ook op deze site in een uitvoerige reactie kritiek geuit op de oneerlijk verlopen procedure en op de ‘vriendjespolitiek’ zoals deze heeft plaatsgevonden. een van de drie juryleden staat in een directe relatie tot de verkozene.
Inmiddels staat heel internet op zijn kop – over de wanprocedure in DORDRECHT en de beschreven malversaties.
De Dordrechtse dichter en eminence grise Wim Jilleba – 89 jaar!!! – verwoordt zijn afschuw op de volgende wijze: ‘Ik heb niets tegen de twee andere candidaten, maar dat die jury niet Peter koos is een geweldige blunder. Hij heeft zoveel literaire bijeenkomsten georganiseerd in Dordt en zo vaak laten horen en zien dat hij de aangewezen stadsdichter is. Al een paar jaar fuctioneerde hij als de officieuze stadsdichter en iedereen vond dat prima. Door het hele land en ook daarbuiten won hij prijzen. Hij is een landelijk bekende dichter aan wie onrecht is gedaan!’
Ook in GRONINGEN – in de groningse poëziescene is men onthutst over de gevolgde procedure en de zo omstreden voorgenomen benoeming van de kapper juno rissema tot stadsdichter – we citeren René Brandhoff:
“Ongetwijfeld kan de voorgebakken stadsdinges wel dichten maar dat blijkt niet uit het geproduceerde flutversje dat de jury tot “het beste” verklaarde. Dan heb je voor -10 punten poëzieverstand. Jammer dat de schrijver zelf dat niet door had.
En inderdaad: jatwerk van Buddingh:
Dordt – wat zal ik ervan zeggen: ik ben er geboren en woon er nu, op een paar onderbrekingen na, al zo’n zesenvijftig jaar.”
Journalist Wim van Pelt voegt nog het volgende toe: ‘Ja, zo zit dat. Ik vind het ook een gedrocht. En dan iemand die niet weet hoe je ’thuiskomen’ schrijft. Dat maakt het gedicht wel weer hilarisch.
Vera van der Horst de altijd nog zo bruisende dichteres en poëzie grootheid te EINDHOVEN bevestigt: ‘…wat een schandalige toestanden daar in Dordrecht – zo ga je niet met de poëzie om…. afspraken schenden … de wethouder zal zich in de gemeenteraad moeten verantwoorden …. terugdraaien die boel – Die barbier kan ook de eer aan zich zelf houden en het stadsdichterschap – niet – aanvaarden. zijn beroerde stadsgedicht is een smet op de stad Dordrecht.’
Ik voel mij genoodzaakt om te reageren op de verkiezing van het stadsdichtersschap. met feiten los van fabels, allereerst wil ik het winnende gedicht van Juno als jurylid beoordelen, ik heb tenslotte ook zelf in jury’s van poetryslams en schrijfwedstrijden gezeten.
De tempel der beschaving.
Dordrecht wat zal ik er over zeggen De stad, het eiland of plek op de kaart De Noord, Merwede of de Maas Het begin, de eerste of geboorteplaats Een brug over de kerk zien en de Wijnstraat horen Dordrecht is al achthonderd jaar lang het gevoel van thuis komen
De titel is niet bijster origineel en met vrij grote zekerheid afkomstig van F.C Dordrecht. Dan beginnen wij bij de eerste regel; Dordrecht wat zal ik er over zeggen. Een regel die regelrecht overgenomen is uit de Ode aan Dordrecht van C. Budding’.
Vervolgens volgt een opsomming van gebaande paden eindigend op Een brug over de kerk zien en de Wijnstraat horen. Ik zie echt nergens in Dordrecht een brug over de kerk, ja soms een regenboog. De Wijnstraat horen ? Is die specifiek te horen dan ? Luistert ! Daar klinkt de Wijnstraat ! Neh. Het gedicht eindigt met: Dordrecht is al achthonderd jaar lang het gevoel van thuis komen. Dordrecht bestaat ten eerste al veel langer dan 800 jaar, slechts de rechten worden momenteel gevierd en ten tweede eindigt het gedicht met een giga-cliché en de enorme taalfout, thuis komen.
Tot zover de kritiek op het gedicht zelf, ik ga er vanuit en/of hoop dat de dichter beter kan.
Of de inzending van Kees Klok of mijn inzending beter is laat ik graag in het midden.
Een ander punt is dat het gedicht niet live is voorgedragen maar van tevoren ingesproken werd, wat dus geen performance is maar een videoclip, terwijl de andere twee kandidaten gewoon live voor de camera hebben moeten voordragen. In het juryrapport werd met name de performance van nog geen minuut geprezen als het nieuwe mirakel waardoor Juno het verschil zou hebben gemaakt. Dit is dus niet zuiver verlopen. Als ik ook de ruimte zou hebben gehad om mijn gedicht in te spreken dan was dat een stuk makkelijker gegaan. Een nieuw episch vers voordragen van vier minuten op een winderig Groothoofd met wapperend papier is een andere tak van kunst, kan ik melden.
En dan nog dit, de partijdigheid was niet goed gewaarborgd door deelname van Sjoerd van Lee aan de jury. Sjoerd is een nabije vriend van Juno Rissema, hij had zich terug moeten trekken uit de jury of zich moeten onthouden van stemming. Dit is nooit meer fris te praten.
Tot zover mijn bevindingen en bezwaren.
Ik wens Juno veel plezier met het stadsdichterschap, we zijn buiten deze kwestie ook nog gewoon binnenstadsvrienden en Juno is een inspiratie geweest voor een aantal van mijn gedichten. Voor mij is het de laatste keer dat ik mij heb laten verleiden tot het meedoen aan een literaire poppenkast, eerlijk gezegd was ik al lichtelijk bevreesd voor deze enorme aanfluiting. Het dichterschap is een vak wat ver verheven is boven politiek en verkiezingen en ik prijs mijzelf als dichter daarin een vrij en gelukkig mens. Groet,
Peter van der linden
over vriendjespolitiek en onzuivere procedures schreven wij vanmiddag al hier op de site pomgedichten punt nl. wij van pomgedichten schreven de wethouder van cultuur vanmiddag aan en vroegen om een verklaring – morgen hopen we hier te berichten over het antwoord.
Beste Wethouder – geachte mevrouw Huismans, voor ik mij richt tot de leden van de gemeenteraad – verzoek ik u te reageren op bijgevoegd artikeltje op de site pomgedichten –
De beoogde stadsdichter heeft zich niet aan de regels en afspraken gehouden – de poëziewereld volgt deze misstap met argusogen omdat Dordrecht twee kanjers van dichters kent – de heren Kees Klok en Peter M. van der linden – de laatste nationaal en internationaal bekend.
Graag verneem ik uw commentaar, met groet pom wolff
Toestanden in Dordrecht – schending afspraken procedure stadsdichterschap – WETHOUDER DORDRECHT PIET SLEEKING maakt zich voor het leven belachelijk. belediging dichters Peter M. van der linden en Kees Klok.
het hele internet staat inmiddels op zijn kop. de wethouder ‘van heel veel’ maar blijkbaar van een heel klein beetje cultuur heeft het in zijn goed geknipte hoofd gehaald om het stadsdichterschap toe te schuiven aan de een of andere kapper die in de wereld van de poëzie totaal onbekend is en met een gedrocht van gedicht de komende twee jaar zich stadsdichter van Dordrecht mag noemen. Geen Josse kok, geen Kees Klok, geen Peter M. van der Linden – voormalig slamkampioen van Belgie, finalist in de poëzie finale van het nederlands slamkampioenschap NK slam, uitgegeven door een gerespecteerde uitgeverij – nee hoor allemaal niet en nada en niks – de wethouder Piet Sleeking van Ruimtelijke Ordening, Water, Vergunningverlening en Handhaving, Levendige Binnenstad, Cultuur en Toerisme, Monumentenzorg en Archeologie, Mediabeleid en Communicatie, Personeel en Organisatie inclusief Projectmanagement, Stadswerven, Gezondheidspark, Herontwikkeling Spuiboulevard/Maasterras
de wethouder van de levendige binnenstad Dordrecht dus – de heer Piet Sleeking – overal een mening over maar van poëzie nul komma nul verstand heeft gemeend in een totaal verknipte bui om de gewezen kapper Juno Rissema met volgende gedrocht te eren met de titel die natuurlijk gewoon Peter m. van der Linden of Kees Klok toekomt:
moet u eens kijken wat een ellende – ‘dichter’- kapper Rissema weet ook niet wat hij erover zal zeggen:
De tempel der beschaving
Dordrecht wat zal ik er over zeggen De stad, het eiland of plek op de kaart De Noord, Merwede of de Maas Het begin, de eerste of geboorteplaats Een brug over de kerk zien en de Wijnstraat horen Dordrecht is al achthonderd jaar lang het gevoel van thuis komen
Juno Rissema 2020
nog erger is dat de procedureregels geschonden zijn – wij komen op dit ernstige falen en verwijt richting wethouder hier op de site terug – dit ruikt naar onethisch handelen, vriendjespolitiek en integriteitsschending. de wethouder kan zijn besluit nog terugdraaien, kapper Rissema kan ook zijn voorgestelde benoeming niet aanvaarden en het stadsdichterschap aan echte dichters overlaten – wij van pomgedichten roepen alle dichters op om vragen te stellen aan de wethouder – wij zullen dat zeker ook zelf niet nalaten. en wij zijn voornemens om de gemeenteraad en de gemeenteraadsleden van Dordrecht te benaderen over deze onfrisse zaak. op de site van de gemeente lezen we:
Wethouder Piet Sleeking
Ruimtelijke Ordening, Binnenstad, Cultuur en Toerisme, Personeel en Organisatie
Pers: journalisten kunnen persvragen aan de wethouder stellen via zijn woordvoerder Mark Benjamin, telefoon: (078) 770 2566 of 06 5358 7833, e-mail: m.benjamin@drechtsteden.nl
Moet u eens kijken hoe Peter M. van der Linden zijn bloedeigen Dordrecht beschrijft – en vergelijk dat met het broddelgedoe hierboven:
de verjaardag
er was eens.. het totale niets en toen.. de big bang en toen was er even het beetje niks na adam en eva en obelix
en toen ietsje later op een fantastische vrijdag ontsproot dordrecht uit het veen
kalm aan steen voor steen over de dubbel langs de thure werd de eerste stad verder nedergezet door sjacheraars en pioniers
de stad kreeg vorm en ontving in 1220 een stukje perkament van willem en maria met dertien plichten en rechten
het kreeg rond 1300 stapelrecht en permanent macht over handel en rivieren er ontstonden sagen en mysteries over reuzin hanneken en sint sura
een gouden periode en juist toen de stad in de bloei kwam legde de waterwolf van elisabeth in 1421 de handel en voorspoed en lam de grote stadsbrand van 1457 kostte zeshonderd gebouwen
dordrecht werd een te omzeilen eiland met een grote kerk havens molens pakhuizen en markten voor vis aardappelen wijn en honger
dordrecht werd een stad van twaalf poorten addergebroed belastingontduikers zakkendragers radbrakers dolhuisgespuis bottenkrakers
dordrecht dat belegeringen twisten geuzen en een beeldenstorm weerstond dat de statenvergadering de synode en snode notabelen ontving
dat de gebroeders de witt in 1672 verloor lafhartig vermoord en verminkt hun bronzen beeltenis nog fier op stand
dordrecht was de schilderachtige wieg van het geniale trio bol cuyp en scheffer
dordrecht dat bijna naar de kolere ging naar de pest de tering de havens stonken tot aan de galgenplaat tot aan de riolering
dordrecht werd een stad vol beweging en gepuf van stoom gekraak van molens de paardentram het groothoofd de maas de noord de merwede de biesbosch van de vergulde os en oud krispijn de kaalslag de plek waar pollerrammers zijn
dordrecht is de frikandel en paardenworst waar de gen-x legging de klederdracht is waar kunstmin plus bibelot keer xuan de loempiaman waar budding’ ooit over zei ach wat zal ik er over zeggen
dordrecht stad van wantijpop- en bad van de krakkemikkige krommedijk waar het van tribunes schalt dordtenare dordtenare heej heeej
dordrecht waar het hazelnootgebak schuimt waar de kroeg de vrijheid te vaak leeg waar de kauwgommuur het culturele goed waar de blin-de-lie-den-gast-huis-steeg
waar je scheefleef en mekkert memmekaar in een legpuzzel van duizend monumenten waar schapenkoppen sloffen in schilderslicht waar het leven altijd weer op de pootjes terecht hier op ons submagisch eiland van dordrecht.
Vorige week fietste ik door Rotterdam. Het was warm en uitgestorven. De tijd vlak na het avondeten Iedereen zit het nieuws te kijken. Of wat daarvoor doorgaat. Ik fietste maar wat zonder richting. Schiekade, Coolsingel, Erasmusbrug, Maashaven OZ, Putsebocht, Oranjeboomstraat. Mijn hoofd liep langzaam leeg. In een opwelling bedacht ik aan te bellen bij schrijver-dichter Marco Martens. Zijn huis lag op de route en ik was benieuwd hoe het met hem en zijn gezin zou zijn. De straat van Martens was leeg. Naar zijn voordeur loopt een trapje, dat perfect is om conform de RIVM-richtlijnen afstand te houden. Stiekem hoopte ik, dat hij me dan een koud biertje zou aanbieden en dat ik staande op de stoep en hij in zijn portiek dan samen zouden bijpraten onder het genot van een koude rakker. Schuchter sloop ik naar zijn voordeur en drukte door de stof van mijn trainingsjack op de bel. En hoorde niets. Wachtte even en stapte weer op mijn fiets. Het is natuurlijk in deze tijden ook een ongepast idee, zomaar ergens onverwachts voor de deur staan om te vragen hoe het is. Thuisgekomen stuurde ik een berichtje met de vraag hoe het was en of de bel stuk was. De bel bleek losgekoppeld vanwege de herrie. Verder was alles naar omstandigheden goed. Hij vroeg waarom ik juist naar die bel vroeg. Ik legde uit dat ik aan de deur gestaan had. Martens zei dat, als ik hem gewoon een berichtje gestuurd had, hij wel opengedaan had. Wat we aan woorden wisselden over de app, verschilde waarschijnlijk niet veel van wat we anders besproken hadden. Niets bijzonders. En toch. Liever had ik een stem gehoord. Precies dezelfde woorden. Voor een computer is dat uiteraard hetzelfde. Een woord is een woord en heeft slechts de betekenis, die ervan vastgelegd is in het systeem. Communiceren via een app is veel efficiënter dan op de dool ergens bij toeval belanden en aanbellen. De inhoud is niet afhankelijk van het medium zou je zeggen. Maar wat maakt inhoud nou anders, los van de drager? We hebben de imitatie van het leven geschapen naar ons evenbeeld. En om dat model overzichtelijk te houden moest het wel begrijpelijk blijven voor iedereen. Alles aan het model moest zin hebben. Geen plek voor onbegrijpelijke dingen. Wat doet een hond aan zingeving? Wat is de ambitie van een kat? Waarom doen koeien en varkens niet aan yoga? Simpel, omdat het allemaal niet nodig is. Iemand die enkel gelooft in technologie en voorbestemming zou zeggen dat we stiekem qua intelligentie ingehaald zijn. Wat zou een computer bijvoorbeeld vinden van de zingeving die we als mens bedrijven? Dat al die slimme apparaatjes samen allang hebben bedacht dat wij als soort weinig bijdragen. Onze woorden enkel wat letters in volgorde zijn met een praktische betekenis. Of hebben we zelf gewoon de makkelijke weg gekozen. Door alles weg te strepen dat we niet snapten of konden begrijpen en dat af te doen als zinloos en niet efficiënt en zo enkel nog streven naar een digitale kopie van het de ellende die we zelf konden verzinnen bij gebrek aan beter? En ons daar mee tevreden te stellen. Terwijl de tastbare wereld om ons heen langzaam vervaagt in enen en nullen.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
Hoi Pom, Ergens rond de eeuwwisseling werd ik in het Sarphatipark, waar ik in het zonnetje een biertje dronk, aangehouden door een agent. Hij sommeerde mij het blikje bier op de grond leeg te gieten. Zo kon ik een boete ontlopen. Sindsdien heb ik nooit meer in het openbaar gedronken. Tot vandaag, zie bijlage, groet, Merik.
Biertje….?
Ik ga proberen bier te drinken, op het plantsoen, bij het plein, zonder er weer in te stinken en bier en geld kwijt te zijn.
Op het plantsoen bij het plein, geniet ik van de roes en de zon. Hondje Betty, los van de lijn, draait een drolletje in het gazon.
In Openbare Dronkenschap ga ik proberen bier te drinken, zing een liedje voor de grap, groet de vogels en de dingen.