PETER BERGER – sprookjes bestaan


Ooit in een grimmig verleden waren alle varkentjes gelukkig. Ze woonden in het grote bos en aten al het goede dat de natuur hen te bieden had. Bessen, paddenstoelen en nog veel meer van dat lekkers; en er was genoeg voor iedereen. Behalve dan van een paar slechte mensen hadden de varkentjes weinig te vrezen. Deze zogenaamde edelen waren dol op biggetjes en maakten er een sport van om de varkensbiggetjes te vangen en daarna geroosterd aan het spit op te peuzelen. En dat was bepaald niet mooi van de edelen want er waren veel arme mensen die nog nooit een varkentje geproefd hadden. Ze hadden altijd honger. Dat was natuurlijk niet eerlijk. Daarom werd er op een goede dag besloten dat iedereen recht had op een stukje varkentjesvlees. Dat bleek nog best lastig voor elkaar te krijgen want in het bos woonden niet genoeg varkentjes voor alle mensen. Er was gelukkig een slimmerik die een varkentjesfabriek uitvond; en dat kwam goed uit want zo was er genoeg voor iedereen. En dat was fijn voor de arme mensen en hun families. Want dankzij de varkentjesfabriek konden ze nu gezonder en gelukkiger leven en meer kinderen krijgen. Immers, honger bestond niet meer.

De varkentjes die in de fabriek opgroeiden misten het buitenleven en waren ronduit ongelukkig. Dat was niet zo mooi van de mensen maar men sloot er liever de ogen voor want vroeger toen alleen de edelen varkentjes aten was het allemaal nog veel slechter. En de varkentjes in het bos hadden het bovendien stukken beter nu want het was voor iedereen verboden om nog wilde varkentjes te vangen. Wilde varkentjes hoorden immers in het bos en niet op het bord van de slechte edelen. Dat was zielig voor die varkentjes.

Omdat er door het goede leven steeds meer mensen bijkwamen zaten de fabrieksvarkentjes na een tijdje zo dicht bijeen gepropt dat ze nauwelijks nog konden bewegen. En stinken deed het er ook in die fabriek. Enorm! Je kon er nauwelijks nog ademen door de poep en pieslucht zo erg was het. En zelfs buiten de fabriek lag de stront in hoge dampende bergen opgestapeld. De mensen werden misselijk van de lucht zo erg werd het. De fabrieksdirecteur had zoals altijd een goede oplossing. Hij liet een poepenpiespijplijn aanleggen van de fabriek naar de rivier zodat de mensen geen last meer hadden van stinkende bergen stront. Niemand had er nog last van zo. En omdat er minder stront in de weg lag kon de fabriek nog meer varkentjes huisvesten en dat was goed voor de mensen want zo hadden ze meer te eten. En ook de varkentjes kregen het beter want die hoefden voortaan niet meer in hun eigen stront te wonen.

Het was dus goed voor iedereen behalve voor een paar vissers die verderop aan de oever van de rivier woonden. Ze klaagden erover dat er minder vis in de rivier zwom en dat ze daardoor meer honger hadden dan vroeger. Dat was natuurlijk niet zo moeilijk op te lossen want varkentjes waren er genoeg. De fabrieksdirecteur was zo royaal de vissers iedere week een varkentje te geven zodat ze geen honger meer hoefden te lijden, en dat was erg aardig van die directeur natuurlijk. Iedereen blij. De vissers hadden nu meer tijd voor andere zaken en bedachten een plan zodat ze nooit meer hoefden te vissen. Vroeger verkochten ze hun vis bij de haven aan zee en daar had men nog nooit een varkentje gezien wisten ze. Laat staan er eentje te hebben geproefd. De volgende dag namen de vissers daarom een geroosterd varkentje mee naar de markt aan zee. En iedereen vond het lekkerder dan vis en ze wilden meer. Veel meer. Genoeg voor iedereen. En dat kon ook makkelijk want je kon voor hetzelfde geld drie keer meer fabrieksvarkentjesvlees kopen dan vers gevangen vis. Dat was dus appeltje eitje. De vissers maakten de afspraak met de directeur dat hij hen iedere week genoeg varkentjes zou verkopen zodat ook de mensen die bij de haven woonden geen honger meer hoefden te lijden. En dat was de laatste tijd wel zo geweest want er was nog zo weinig vis in het water dat er niet genoeg was voor iedereen. Dat probleem was nu opgelost!
Ja, zelfs de edelen waren er blij mee. Eerst waren ze natuurlijk best pissig geweest dat ze geen varkentjes meer mochten vangen. Maar omdat er minder vis in de rivier was, was het eten van vis erg duur geworden. Zo duur dat alleen de rijken nog vis konden betalen. En die rijken vonden vis nu eenmaal erg lekker. En omdat de edelen de hele dag toch niks te doen hadden maakten ze er daarom een sport van om die vis zelf te gaan vangen in het wilde water van de rivier verder stroomopwaarts. Het water daar was zo wild dat het vangen van vissen er levensgevaarlijk was, en dat vonden de edelen heel leuk. En spannend ook. Zo konden ze zien wie van hen het meeste lef had en wie het beste was in het vangen van de meest zeldzame vis. Want hoe zeldzamer de vis, hoe beter die smaakt. Dat weet iedere edele. Dus aten ze voortaan vis. Zeldzame vis. Want fabrieksvarkentjes zijn nu eenmaal te min voor hun verfijnde smaak.

De varkentjeszaken gingen inmiddels zo goed dat de fabrieksdirecteur een tweede fabriek liet bouwen. Varkentjes voor iedereen! Maar omdat het water in de rivier daardoor zo bruin werd dat je nergens nog de bodem kon zien werden de mensen boos en ongelukkig. En niet alleen boos en ongelukkig, sommigen zeiden zelfs dat je er ziek van kon worden van dat bruine water. Gelukkig bedacht de directeur zoals altijd de perfecte oplossing. Daar was hij immers directeur voor. Hij liet een hele lange pijplijn bouwen die direct uitmondde in zee zodat voortaan niemand ooit nog last van zou hebben van vies water. En omdat ‘ie een vooruitziende blik had maakte hij die pijp zo dik dat er wel poep en pies van tien varkentjesfabrieken doorheen kon stromen.

De varkentjes werd nooit om hun mening gevraagd. Ze zaten inmiddels zo dicht op elkaar gepakt dat ze hun kont niet konden keren. Maar ze wisten niet beter want ze werden allemaal toch in de fabriek geboren. Een bos hadden ze nog nooit gezien. Dus was het niet zo heel erg voor die fabrieksvarkentjes. En de ramen van de fabrieken had de directeur al lang dicht laten timmeren. Dus wie van varkentjesvlees hield, en dat deed iedereen, hoefde de ogen niet eens te sluiten voor de ellende van de varkentjes. Soms was het er zo ellendig, in zo’n varkentjesfabriek, dat er een heel besmettelijke ziekte uitbrak. Ja, geloof het of niet. Er zijn varkentjesvirussen die zo besmettelijk zijn voor bijeengepropte varkentjes dat eer je er erg in hebt alle varkentjes in alle varkentjesfabrieken het loodje leggen. En voor je het weet heeft niemand dan nog varkentjesvlees op z’n bordje. En dat willen de mensen niet. Daarom liet de directeur zodra er ergens maar een enkel varkentje besmet werd met zo’n naar varkentjesvirus alle varkentjes uit die fabriek verbranden. Dat was dan misschien wel zielig voor die varkentjes, maar alle andere varkentjes uit de andere varkentjesfabrieken werden hierdoor gered. En dat was goed. En de mensen hadden te eten. Gelukkig zijn varkentjesvirussen niet besmettelijk voor de mensen. Dat wist iedereen. Want mensen zijn nu eenmaal geen varkentjes. Iedereen leefde dus nog lang en gelukkig.


Peter Berger

Share This:

RIK VAN BOECKEL wint de enige echte virtuele – Iemand noemde me Sebastian – trofee op pomgedichten punt nl – Anke Labrie zilver – Antony Oomen brons

wedstrijd gesloten vanwege berlijn op bezoek vroeger dan anders. prachtige bijdragen om te genieten vandaag op de pom. dank aan de dichters voor zoveel liefde én ondoorgrondelijkheid. ik kies RIK voor het goud, ANKE voor het zilver en ANTONY voor het brons. een persoonlijke keuze waar ik de hel dag mee voort kan. CARTOUCHE een speciale vermelding voor een prachtige hertaling van het lied.

en nog met een verlate inzending uit berlijn van rob mientjes:

Hoi Pom, …alsnog (wat laat) gewoon omdat het zo’n prachtig lied is. Kermende kermis. 


Groet, 
Rob Mientjes


—-



Titelloos


Een rollende r

valt uit diepgangkeel
rrrrobin blue de lente in


Verstond ik me maar

in grond doorboren
de modder in mijn nek


here name cherie

wist ik van liefde wanten

zacht en rebels, nieuwsgierig


here name cherie

ik tem je niet meer
hoopvolle opgang in wanhoop



roodborstig takkenvrouwtje

nestel zacht in mijn dons
ons lied klinkt zo broos


Rob Mientjes

Rumba de amor

Als jij de oceaan oversteekt
kan ik je niet meer zien
in de ogen van de vallende sterren

mocht ik ze weer aanschouwen
in de kleuren van de golven
in de rumba van de zingende zee

dans ik het ritme langzaam met je mee
tot de horizon jouw blik doorgrondt
de vlinders gevlogen de tijd verliezen

de dans van het verleden blijft verlegen
droomt de dagen van toen voorbij
zo kom je mij in het heden tegen

doch je weet je kunt niet liegen
laat de vlinders vlijtig vliegen
spreek de rumba de amor tot mij.

Rik van Boeckel
18 maart 2023

een aangename mix van overgave, passie, droom, dans, kleur en ritme en de gevraagde ondoorgrondelijkheid. van mij mag het gedicht met een woord minder – vlijtig kan best weg.in de voorlaatste regel – dat is te gezocht de alliteratie.

de afstand was te groot 
de zaal te vol die nacht
ik vroeg iemand je naam
waar ik  vanaf de start 
al mijn meisjesdromen 

ik kende nu de weg
naar de plek waar jij
elke keer opnieuw
de hemel inkleurde 
en mij eindelijk zag

hoe jij ster voor ster
naar mij hebt gezonden 
je stem nog mooier
met mijn naam erin
die je steeds herhaalde

anke labrie
20-03-2023

‘ik vroeg iemand je naam’ geheel in stijl van steve harley de woorden in het gedicht – een mengeling van directheid en indirectheid – van liefde en verwachting en verlangen met een vleugje vrouwelijke ondoorgrondelijkheid: hoe hij ster voor ster verzonden heeft – en een met haar naam erin. mooi.
  • ANYONY OOMEN – Zolang de landing maar zacht is…
  • DITMAR BAKKER – in zaken
  • FRANS TERKEN – deinen op een bodemloze zee
  • MAX LEROU – niets gaat voorbij jouw eerste glimlach van elke dag
  • CARTOUCHE – oh bleek engelengezicht,..
  • RIK VAN BOECKEL – zo kom je mij in het heden tegen
  • ANKE LABRIE – naar de plek waar jij elke keer opnieuw

wie wint de enige echte virtuele – Iemand noemde me Sebastian – trofee op pomgedichten punt nl? laten we het de steve harley trofee noemen – ‘Liefde is een verhaal dat vermenigvuldigd moet worden…’ – met dichter max lerou en zoon june bezochten wij van hier steve harleys optreden in 020 in 2017 – deze week steves ondoorgrondelijkheid toegevoegd aan de vrijdagbijdrage van seraphina hassels – het verhaal van een liefde en harleys ondoorgrondelijkheid  het thema deze week van de zondagochtendwedstrijd. laat de woorden van harley hieronder u inspireren tot iets met liefde en iets van ondoorgrondelijkheid.

wie wint de enige echte virtuele – Iemand noemde me Sebastian – trofee op pomgedichten punt nl? u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 9uur. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

Steve Harley – Sebastian

Straal eenvoudig uit
De kaars brandt
Voor mij op een laag pitje
Maak me slap
Het lijkt alsof ik me
Je naam niet kan herinneren, liefje
Om al deze gedachten
Opnieuw te ordenen
In één moment is zelfmoord
Kom mee naar een vreemde plek
We zullen over vroeger praten
We hebben nooit bespied

Iemand noemde me Sebastian
Iemand noemde me Sebastian

Verzin een vers
Geef me de tijd
Leg me neer, je bent van mij
En we weten allemaal
Oh Yeah

Je Perzische ogen sprankelen
Je lippen, blauw als robijn
Maken nooit geluid
Je bent zo opvallend
met je Parijse wensen
Je kan rondrennen
En jou zicht op de samenleving
Maakt me gek
Op een manier die je nooit zal kennen
Leid me weg
Kom binnen
Zie mijn geest in een kaleidoscoop
Iemand noemde me Sebastian
Iemand noemde me Sebastian

Houd subliem van me
Verwring mijn geest
Doe het met stijl
Zodat we het allemaal weten
Oh yeah

Je zult niet wegvluchten
Schat, we zijn pas net begonnen
Schat, om een overeenkomst te maken
neergestreken in een schimmig café
Liefde is een verhaal
dat vermenigvuldigd moet worden
Een bleek engelengezicht
Groene oogschaduw
De glitter is echt te veel
Geen vrouwelijke begeleidster
Zou jouw lichtstraal
Kunnen ontrafelen

Iemand noemde me Sebastian
Iemand noemde me Sebastian

Dans op mijn hart
Lach vrolijk en uitbundig
la di da di da
Nu kennen we je allemaal
Ja
 

we speelden mooi
alsof het land van water was
alsof de woorden opgehouden

of ver vliegend
van een andere orde
van géén orde waren

met stokjes en steentjes
huisjes in het zand
bij ieder huisje een bloem

ik dacht niet – ik dacht zee
aan samen doodgaan op het water
liefde maakt zelfs water stil

pom wolff

Streling  

Als ik je hand zachtjes vastpak
Achteloos amper
En haar naar de plek voer 
Waarheen zij meanderend
Al onderweg was


Het moet teder gebeuren en liefst traag
Over land of door de lucht
Het maakt niet uit
Zolang de landing maar zacht is
Alsof je hand niet aankomt 
maar er al die tijd al was


© Antony Oomen
17.III/23
Amsterdam

in een verstilde beweging de liefde aan de woorden toegevoegd –
de liefde van nu en van altijd – op weg naar een bijna dromerig zijn – teder en zacht – we lezen niet van het ondoorgrondelijke alleen van de liefde. steve harley zingt: ‘Liefde is een verhaal dat vermenigvuldigd moet worden…’ – dichter Antony brengt het liefdesverhaal in de poëziepraktijk.

Ditmar B

INVENTARIS

Vier zaken tel ik, die kreeg ik om niet:
Vijanden, vrienden, verveling, verdriet.

Vier zaken kreeg ik ten nadele, simpel:
Liefde, nieuwsgierigheid, schroom, elke rimpel.

Drie zaken blijven voor mij hors d’usage:
Afgunst, verachting, afdoend promillage.

Drie zaken krijg ik cadeau, tot de dood:
Humor en hoop en een muilpeer, malloot.


Ditmar Bakker

er gaat een heleboel op en om in huize bakker – grappig om het te mogen lezen – een inkijkje zeg maar – de lezer kan zijn eigen strofe ‘Bakker’ uitzoeken. wat het beste de lezer past. het leven is een op en neer – met mooie dingen en met de mindere –








Frans Terken

Goedemorgen Pom,
‘De liefde, een verhaal dat vermenigvuldigd moet worden’, hoe meer hoe beter.
Mooi weekend nog!
Hartelijks, 
Frans



Jaren van naam

Hoe het almaar meer en 
groter als we van een naar twee
van vier voorbij vierenveertig gaan

elk jaar waarin de liefde groeit
geef ik je weer een mooiere naam
om de dagen met elkaar te roemen 

houd het met beide handen klein 
groot genoeg om vast te pakken
wat ons geheim is

het licht dat brandt in de ogen
de gouden uitstraling nog tot over 
de rand van ons domein

deinen op een bodemloze zee
en dagelijks daarin verdrinken
om gelouterd op te staan


© FT 18.03.2023

de reflexie op een leven lang liefde hier in mooie strofen vastgelegd. ook frans kiest voor de liefde en minder voor de ondoorgrondelijkheid van het fenomeen door  harley bijeengezongen.


pelgrims in een wereld van pigment
– voor                                                                                   Ingeborg           
                                                                   

op het geel heb ik mijn kleed gespreid 
daarover uitgestrooid bijeengeraapte dromen
het is al wat ik bezit

ik zal ze je schenken een voor een 
naast een zeereep groen onder het blauw 
met daarin zilver dansend op de wind 

en in het rood tot aan de kromming van ons zichtveld 
de golvende verleiding in het licht van mesdag
in tomeloze omhelzing wij op het zandgazon 

zo stolt de tijd als in een schilderij 
niets gaat voorbij   
jouw eerste glimlach van elke dag

ml

en niets gaat voorbij – ook niet aan de mooie ontwapenende laatste regel van het gedicht. in vele kleuren de liefde geschilderd – een poëtisch palet met heel veel liefde en zo her en der wat streken en vlagen van ondoorgrondelijkheid. maar vooral gloeit de warmte van de woorden door alles heen.



bedenk een gedichte schat geef me de tijd
leg me neer, vast en zeker, je bent van mij
je ogen vol vuur, je lippen aquamarijn
spreken zonder taal

en jouw kijk op de wereld die nooit de mijne
leid me weg kom binnen zie mijn geest
in een nieuw perspectief

mangel me hou van me in stijl we weten allebei
weggaan zul je niet we zijn nog maar pas
overeen aan het komen, op een terras, een shot

is een verhaal niet om te herhalen maar in te drinken
rond te laten, zich te vermenigvuldigen
een uit een serie die je niet missen wilt
in dagen zonder licht

Sebastiaan noemden sommigen me om
de gepunte pijlen in je zeegroene ogen
die me niet verwonden konden

oh bleek engelengezicht, richt je
oncijferbare stralen op mijn hart
dans, lach en schiet


19-03-2023 / Cartouche

Cartouche kiest voor de ondoorgrondelijkheid van de tekst van steve harley en presenteert een nieuwe liefdevolle vertaling waarin de oneindigheid van het liefdevolle van de geliefde wordt verkend en omarmd. in alle kleuren en vol van passie.

Share This:

Seraphina Hassels: ‘een gedeelde waan’ – Steve Harley: ‘Liefde is een verhaal dat vermenigvuldigd moet worden…’

Liefde is een verhaal
dat vermenigvuldigd moet worden
‘ –

het verhaal deze vrijdag opgeroepen door de poëtische bijdrage van SERAPINA HASSELS op pomgedichten punt nl – oordeel zelf en geniet de woorden van liefde, de geliefden, de liefde:


Folie à Deux (een gedeelde waan)

Laat mij warmen in je ogen
mij laven aan je mond
laat mij schuilen aan je schouder
geef mijn voeten grond
laat mij steunen in jouw handen
maak dat ik besta
spiegel mij jouw tegenbeeld
spiegel het hiaat

Ik zal je warmen in mijn ogen
je laven met mijn mond
jij kan schuilen aan mijn schouder
lopen op mijn grond
ik laat je steunen in mijn handen
maak dat jij bestaat
ik spiegel jouw mijn tegenbeeld
spiegel ons karaat


Seraphina Hassels




Steve Harley – Sebastian

Straal eenvoudig uit
De kaars brandt
Voor mij op een laag pitje
Maak me slap
Het lijkt alsof ik me
Je naam niet kan herinneren, liefje
Om al deze gedachten
Opnieuw te ordenen
In één moment is zelfmoord
Kom mee naar een vreemde plek
We zullen over vroeger praten
We hebben nooit bespied

Iemand noemde me Sebastian
Iemand noemde me Sebastian

Verzin een vers
Geef me de tijd
Leg me neer, je bent van mij
En we weten allemaal
Oh Yeah

Je Perzische ogen sprankelen
Je lippen, blauw als robijn
Maken nooit geluid
Je bent zo opvallend
met je Parijse wensen
Je kan rondrennen
En jou zicht op de samenleving
Maakt me gek
Op een manier die je nooit zal kennen
Leid me weg
Kom binnen
Zie mijn geest in een kaleidoscoop
Iemand noemde me Sebastian
Iemand noemde me Sebastian

Houd subliem van me
Verwring mijn geest
Doe het met stijl
Zodat we het allemaal weten
Oh yeah

Je zult niet wegvluchten
Schat, we zijn pas net begonnen
Schat, om een overeenkomst te maken
neergestreken in een schimmig café
Liefde is een verhaal
dat vermenigvuldigd moet worden
Een bleek engelengezicht
Groene oogschaduw
De glitter is echt te veel
Geen vrouwelijke begeleidster
Zou jouw lichtstraal
Kunnen ontrafelen

Iemand noemde me Sebastian
Iemand noemde me Sebastian

Dans op mijn hart
Lach vrolijk en uitbundig
la di da di da
Nu kennen we je allemaal
Ja
 

Share This:

VON SOLO: ‘Mijn geest beweegt zich heel langzaam door de ruimte. Ik zoek een handvat voor wat nog te voelen is, maar niet meer te grijpen. Het voelt zo tijdloos…’


De ruimte is leeg. Het schemert binnen. De lichten zijn uit of gedimd. Dat kan ik vanuit mijn gezichtspunt niet zien. Vanaf een punt nabij het plafond, kan ik de grote voorruit zien. Buiten beweegt er niets. Ik stel me voor aan de tafel bij het raam te zitten en te kijken naar wat voorbij trekt. Maar ik kom niet van m’n plek. Rechts van me staat een grote leestafel en in mijn dode hoek is de bar, met daarachter het aquarium. Ik zie enkel het uiteinde van de bar. Daar zou ik graag zitten. En me voor de geest halen hoe ik een biertje bestel. Dat ik dan hoop op een gesprek. Het is stil. Maar als ik me zou verplaatsen, dan zou Café del Mar V op kunnen staan. En ik zou de barvrouw, die er nu ook niet is, kunnen vragen welke CD het was die ik hoorde, omdat ik dat toen nog niet wist. Maar dat gaat niet. Van het punt waar ik me nu bevind is alles bevroren.  

Het is een andere tijd en ik zit er als een vlieg op de muur, te kijken naar iets, dat er niet meer lijkt te zijn. Te voelen of er nog iets overgeschoten is van de beloften die ik mezelf dacht te doen voelen. Mijn geest beweegt zich heel langzaam door de ruimte. Ik zoek een handvat voor wat nog te voelen is, maar niet meer te grijpen. Het voelt zo tijdloos. Alsof er zoveel op het punt staat te gebeuren. Ik kijk door het raam naar buiten. Er rijdt een fiets voorbij, maar ik zie niet wie of wat er op zit. En dan is het weer stil op de Voorstraat. Een gevoel van zwakstroom zijn tintelt door mijn wezen. Het fluistert, dat alles nog kan. Dat terug niet kan, maar dat er nog niets verdwenen is. Maar dat is er wel.

Ik woon niet meer in Utrecht. Het Turkse fitness meisje met de jaloerse vriend komt er ook al jaren niet meer. Mijn favoriete barvrouw staat al decennia niet meer achter de bar. De eigenaar is dood. Ik zou niet weten of het aquarium er überhaupt nog staat. En af ze nog vlammetjes frituren. Telkens als ik in Utrecht ben. loop ik er voorbij. De handgreep van de deur is niet veranderd. Dat is nog steeds een hart. 

Zwevend door de ruimte, probeert een stem op mijn schouder me te vertellen, dat het allemaal voorbij is. Op mijn andere schouder zwijgt een stem met een hoorbare glimlach. Daarachter de veronderstelling, dat er geen A en geen B zijn om een lijn tussen te trekken. Dat dit alles met het alfabet niets van doen heeft. Dat de logica van zingeving hier niet op gaat. Dat er geen plan lag. Toen niet. En nu niet. Ik adem uit en sluit mijn ogen. Ik zie de beddenzaak aan de overkant. Daar waar een jongen ooit op Koninginnedag via de uitstekende steentjes naar een openstaand raam op de tweede verdieping klom en de rest van de middag bij het meisje dat daar woonde in bed bleef liggen. Dat had hij me tenminste verteld zo. Ik adem in. Ogen nog steeds gesloten. Het is vijf voor vier. Ze gaan bijna open.   


VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

Martin B vliegt voorbij


door de modder



pas geleden
zag ik even

mijn vader

hij lag niet
languit
op de bank

hij stond
in zijn hemd
voor het raam

ik zwaaide
uitbundig

hij verroerde
geen vin

ik vertrok

met dichtgeklapte
vleugels


Martin B

Share This:

Merik van der Torren in boekenweek sferen: ‘Dit alles ben jij…’ én mededeling het open poëziepodium op 16 april OBA amsterdam zuid

Dit alles ben jij

Zag je, hoorde je de optocht van 
de dieren naar de veilige ark ?
Voor de vloed die ons in storm en regen werpt,
de wateren die kalmeren en 
de duif die aanvliegt met de olijftak.
Jij bent dit alles en
dit alles ben ik.

De zon die de bloemen doet openspringen,
de geest laat dansen aan de rand van de vulkaan,
de streling, de knipoog bij het licht van de volle maan.
Jij bent dit alles en
dit alles ben ik.

En je blauwe boekje dat een haiku laat zien
met hand geschreven, Oost-Indische inkt;
zoet geurt de bloesem
de bij zuigt zoemend honing
uit de diepste kelk

Jij bent dit alles en
dit alles ben ik.


Merik van der Torren

PROGRAMMA VAN DE POËZIE- EN MUZIEKMIDDAG
IN HET OLYMPISCH KWARTIER
16 april 2023
in de Oba op de Laan der Hesperiden 18
Inloop 14.30 uur
Aanvang: 15.00 uur

met oa
Muziek met Frans Bakker ( zang en gitaar ) en Julius Branolte ( viool )
Poëzie; Karel Wasch
Mirjam Al
Soma Talens
Merik van der Torren
Lucienne Köhler
Pom Wolff
Open Podium

Share This:

stemmen met dichter TON HUIZER en met MENEER DE WIT

Kiespijn

Meneer de Wit doet weer mee dit keer. ‘Stemmen is een burgerplicht’, zijn oude vader zei het zeventig jaar geleden al. Als we toen niet waren gaan stemmen zaten we nu nog met een tekort aan woningen en veel te grote schoolklassen, sprak hij vol overtuiging.
De stempas is al bezorgd en netjes opgeborgen. Meneer de Wit weet alleen nog even niet waar. Hij is al wat ouder, het geheugen wordt wat minder. Ook de kieslijst is inmiddels op de mat geploft. Een handzaam stukje drukwerk, zo’n 60 cm lang en bijna één meter breed.

In een prettig, ook voor oudere ogen leesbaar, lettertype.
 
Er valt gelukkig wat te kiezen dit keer. Meer dan dertig lijsten, van de Partij voor de Bomen tot de lijst Wildplas. Meneer de Wit was er met vergrootglas en kleurpotlood een gezellig uurtje zoet mee. Daarna begon het echte werk.
 
Het terugvouwen van de lange lap papier om het daarna, samen met de Rotterdampas, in de bijgevoegde enveloppe te kunnen schuiven. Dat bleek nog niet zo eenvoudig.
De milieuvriendelijk gefabriceerde kieslijst kreukelde alle kanten op. Het strijkijzer bracht gelukkig uitkomst.
 
Niet veel later verdween een lauwwarme enveloppe met inhoud in een plaatselijke brievenbus. De hartverwarmende bijdrage van meneer de Wit aan het feest van de democratie.
 
Ton Huizer

Share This:

Ien Verrips in het stemhokje


als de stembus gesloten
de stemmen geteld
de echo van het geschreeuw
van de politici nazindert
opnieuw de vraag
waarvoor heb ik 
nou eigenlijk gekozen

maart 2023
Ien Verrips

Share This:

RIK VAN BOECKEL besluit uiteindelijk toch gedicht compleet af te leveren

in de zondagochtendwedstrijd op pomgedichten punt nl riepen wij dichter van Boeckel toe geen incomplete gedichten in te zenden – ergens had de redactie van pomgedichten het gevoel dat Rik een gedicht had ingezonden dat op weg was naar compleetheid. maak het gedicht asjeblieft compleet RIK werd hier ter redactie uitgeschreeuwd.

Schreeuwlelijk

De schreeuwlelijk roept om toekomst
vat het verborgene eenvoudig samen

hij laat de enerverende dag
met de passie van gebaren gaan

hij ontroert schreeuwende herinnering
voor de jeugd van toekomst en heden.

Rik van Boeckel
11 maart 2023

Rik plaatst het schreeuwen in de tijd – ik zie hier niet helemaal voor mij bijvoorbeeld de politicus die stemmen tracht te winnen – het is voor de lezer lastig om tot een afgerond verhaal te komen bij de woorden van de dichter. misschien moet er nog een strofe bij?

uw webmaster heeft de hele zondag krijsende en schreeuwende redactieleden tot rust moeten manen. ga asjeblieft roeien jij sprak ik oa tot het virtueel redactielid René Brandhoff – en met veel moeite wist ik Brandhoff als negende man in de boot van de hunze-8 te krijgen. ‘we nemen hem wel mee’ – spraken de helden van de hunze-8 in koor – ‘dan hebben jullie rust!’ – ook tegen redactielid voor het leven Jolies Heij die we met nog geen tien roeiers en of chrysanten rustig konden krijgen werden minder gebruikelijke maatregelen genomen – gooi er maar een fles grandmarnier in luidde opdracht van webmaster en zo geschiedde ook – al was het niet de bedoeling dat de gehele fles in Heys keelgat verdween – uiteindelijk wisten we het aangename dichtersstemmetje van Heij klein te krijgen. als iemand haar hier wil ophalen graag!

ook de overleden joop komen heeft zondag de hele zondag de hele hemel bij elkaar geschreeuwd. Zeg tegen die van Boeckel dat dat gedicht afgemaakt moet worden. en als ie weigert dan kom ik wel even naar beneden. Rik heeft eieren voor zijn geld gekozen en heeft uiteindelijk vandaag dan toch het gedicht een complete versie meegegeven. dank je wel Rik – hieronder leest u de complete versie.


Rik van Boeckel
11:36 (3 uur geleden)
Pom, je vroeg om nog een strofe bij mijn gedicht. Zie het in deze nieuwe versie.
Met dichterlijke groet,
Rik




Schreeuwlelijk

De schreeuwlelijk roept om toekomst
vat het verborgene eenvoudig samen

hij laat de enerverende dag
met de passie van gebaren gaan

hij ontroert schreeuwende herinnering
voor de jeugd van toekomst en heden

een zachte roep om water en groen licht
geeft de wereld een natuurlijk gezicht.

Rik van Boeckel
11/13maart 2023

Share This:

Peter Berger: ‘Afgezien van haar lengte en ranke postuur, de lokale Franse dames zijn meestal compact als vechtersbazen, past ze naadloos in het demografische landschap. Trainingsbroek. Fake Adidas; met van die slippers eronder die vooral populair lijken te zijn bij Afrikaanse migranten…’



Het blauwbleke meisje, dat met een stuurse blik rondkijkt alsof ze zo uit een kraakpand is komen kruipen, betaalt haar koffie, ik gok een dubbele caramel macchiato, met een glimmende creditcard. Platinum? Gold? Zoiets. Dan beent ze, graatmager, met de uit de kluiten gewassen cup-to-go losjes balancerend tussen duim en wijsvinger kordaat mijn richting op. Stevige ronde heupen heeft ze ook, en dat geeft haar tred iets oers. Het doet denken aan een wat houterige tijgerin. Een beetje uit balans, maar toch in control.

Ronduit onweerstaanbaar. Dan lacht ze. Ze mag dan wel een pokerface hebben maar haar ogen liegen niet. Blijheid is in haar blik ver te zoeken. Ondertussen stroomt een waterval aan woorden uit haar mond maar het duurt even eer ik doorheb dat ze Engels spreekt en bovendien haar woorden tot mij richt. Met gebroken tongval weliswaar, maar het is iets wat je hier niet vaak overkomt: parler Anglais.

Afgezien van haar lengte en ranke postuur, de lokale Franse dames zijn meestal compact als vechtersbazen, past ze naadloos in het demografische landschap. Trainingsbroek. Fake Adidas; met van die slippers eronder die vooral populair lijken te zijn bij Afrikaanse migranten. Nou heb ik ze zelf ook, diezelfde slippers in het blauw – want ze lopen fantastisch, maar ik ben toch meer het teenslipper type. Ik geef de voorkeur aan van die goedkope uit de super. Die voordat ze lekker lopen altijd een dag of twee een beetje pijn doen. Ik moet er nog ergens een stel hebben liggen. Uit Mexico. Zomerhitte. Strand. Maar hier zie je lieden die dat soort schoeisel, ook teenslippers, het hele jaar rond, zelfs gedurende de barre wintermaanden, altijd en overal dragen. Inclusief hagelwitte dikke badstof sportsokken.

Ze vraagt of ik jumper cables heb. WTF? Touwtje springen? Op slippers? Nota bene op het besneeuwde parkeerterrein van een absurd drukbezochte benzinepomp! No way. Het beeld van een op slippers stuiterende tijgerin dat ritmisch op mijn netvlies danst lost op als sneeuw voor de zon zodra ik me realiseer dat ze zit te springen om câbles de démarrage. Autopech. Accu leeg. Startkabels. Maar die liggen in het huis. Merde.

Peter Berger

Share This: