Hierbij een inzending. Zou je interesse hebben in publicatie van de vertalingen mijnerhands van Snodgrass’ ‘Mamamonologen’? Ze zijn ten dele al gepubliceerd in Pluk, maar niet allemaal–met tekeningen van mijn vader, die (net als ik, hoop ik toch kuch kuch) piekfijn werk heeft geleverd bij de gedichten.
Oh ja, mijn inzending. Ik heb er een YouTube filmpje bijgedaan, ingeval men mee wil schreeuwen over het Frans heen. Vaag mens wel–Régine, reine de la nuit! Jeane Manson heeft het ook mooi vertolkt en daarna heeft ene Larusso het verkracht en versjteerd. Ach, niets is voor altijd, zeggen we dan.
Overigens alle goeds voor jou & je naasten.
D.
*** Ooit ga je weg, de liefde uit de lucht wat mijn hart aan stukken rijt er rest ‘k weet niet hoeveel tijd dan is ’t voorbij
Praat niet van spijt en verlies geen tijd maar ga weg van het verdriet van wie je achterliet
Dan is ’t voorbij elke dag, elk moment doorgebracht op onze stek het geluk dat zo went en je armen om mijn nek kusjes op–om het even welke plek
Dan is ’t voorbij hoe je kijkt met die lach trouw zijn tot toekomstig ooit wat je zei, hoe je zag ‘onze tijd raakt nooit voltooid’ dat is dan echt voorgoed voorbij
Dan is ’t voorbij alles wat je nog weet van het moeilijke refrein de momenten van pijn die onuitgesproken zijn nachten die ons passeerden met kaarslicht, seks en wijn
Dan is ’t voorbij je begint weer bij start door de liefde weer verward droomt van lippen en lijf denkt niet aan mijn arme hart, dat alles dan voorgoed voorbij
Dan is ’t voorbij hoe je wacht, elke nacht op een allerlaatst bericht hoe je -toen onverwacht- telkens weer licht op me ligt het genot steeds besloten in de nacht
Dan is ’t voorbij of ’t gebeurde in april in september of in maart of de regen toen viel of het juist was opgeklaard dat alles dan voorgoed voorbij
Dan is ’t voorbij hoe ’t geluk in ’t gezicht als ’t naar jou wordt opgericht heel de wereld ontwricht en mijn lichaam en mijn zweet hoe ik hemelwaarts kreet toen je alles met mij deed.
Dan is ’t voorbij al van ons en van mij zelfs als je dan huilen moet als je eindelijk vrij het dan met een ander doet is wat er was voorgoed voorbij
Dan is ’t voorbij hoe je kijkt, hoe je lacht trouw tot aan een duister ooit wat je zei, hoe je zag onze tijd raakt nooit voltooid dat is dan echt voorgoed voorbij
Dan is ’t voorbij als een film die alleen maar leugens is want de liefde, mijn lief liefde heeft geen heugenis dan is ’t voorbij
Dan is ’t voorbij al van ons, al van mij zelfs als je dan huilen moet als je eindelijk vrij het dan met een ander doet dan is ’t voorbij als alles wat je zei
Dan is ’t voorbij jij en ik, samen ‘wij’ vol vertier op onze stek hoe je sliep aan mijn zij en je armen om mijn nek elke kus op om ’t even welke plek
Dan is ’t voorbij of ’t gebeurde in april in september of in maart of de regen toen viel of het juist was opgeklaard dat is dan allemaal voorbij. ***[D.B.]
‘Elke generatie beschuldigt de volgende generatie van degeneratie.’ Dat is een soort algemene wijsheid, die aan zou moeten tonen, dat oudere generaties, de vooruitgang, die nieuwere generaties vertegenwoordigen, niet meer begrijpen. De stelling is echter uit de lucht gegrepen. Nooit eerder dan de laatste honderd jaar, hebben we zoveel ‘onderscheidende’ generaties gehad, die alles wat de voorgaande opgebouwd hadden onderschijten. Sinds de tweede wereldoorlog hebben we de opvolgende serie van ‘Boomers’ gevolgd door de Gen-en X-Y-Z en Alpha. Daarvoor was er eigenlijk niet zoveel. Gewoon mensen.
Het grappig is, dat de mensen in deze generaties eigenlijk niet zo veel van elkaar verschillen. Ze zijn fysiek allemaal hetzelfde en mentaal mankeren zo ook allemaal wel wat, dat al naar gelang de geldende mode weer een nieuw naampje krijgt. De enige consistente lijn, die erin zit, is dat de tegenstellingen binnen de generaties steeds groter worden. Eerst had je voornamelijk arm en rijk. Dat verschoof naar vrij en minder vrij. Maar tegenwoordig zie je door de bomen het bos niet meer dankzij het fenomeen inclusie. Toen we ons op een hellend vlak begaven was de uitspraak: ‘Dat moet toch kunnen’. Tegenwoordig is de uitspraak: ‘Het is juridisch geregeld, dat alle excessen geaccepteerd moeten worden’.
De mens accepteert echter bepaalde zaken intrinsiek niet. Maar het lullige is, dat men daar wel toe gedwongen wordt. Hierdoor ontstaat polarisatie. Mijn generatie zal dit nog wel gemakshalve terzijde schuiven of er het zijne van vinden, maar de jongere generaties zijn er volledig in geïndoctrineerd om alles te moeten accepteren. Dit leidt tot grote (onbewuste) verwarring in de hoofden van deze jongelingen.
Dat is raar. Het is juist nu een tijd dat meer dan eens eendracht benodigd is, om alle ‘geopolitieke gevaren’ het hoofd te bieden. En nou komt de aap uit de mouw. Dat is ook de reden dat de huidige en toekomstige generatie helemaal gesissyficeerd is. Dat maakt ze makkelijker af te breken. Gedweeë soldaten maak je namelijk door mensen eerst af te breken en dan opnieuw op te bouwen. En wat is er makkelijker af te breken dan de generatie van tere zieltjes, die de smartphone-en-Netflix-maatschappij heeft voortgebracht. Zeker als je daarbij ook nog beschikt over een gepolariseerde, andere kant van de jeugd, die niets liever wil dan die slappelingen een lesje leren in (ouderwetse) normen, waarden en discipline.
Het komt allemaal samen in een perfect toeval. Je ziet het aan de verkiezingsuitslagen. Waar wij ons zorgen maken om onze dagelijkse beslommeringen, is alles al geregeld om aan de nieuwe grote oorlog te beginnen. Dat vraagt decennia aan voorbereiding, maar dan ontstaat er bijna vanzelf brede consensus. Body positivity or lean and mean? Straight of queer? Guns or butter? Lard or steel? Als één stem zullen we het beamen.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
is ie het echt? komt ie echt zondagmiddag naar de OBA? – informeerde ik vandaag nog maar eens voor de zekerheid bij organisatrice Lucienne Kohler- ‘HIJ IS HET – wordt ingevlogen vanuit Taiwan’ – ok jij bevestigt zijn komst lieve Luciënne – dan gaan we genieten van deze top attractie zondagmiddag – kan weleens druk worden daar in Amsterdam Zuid!
Hoe ouder je bent, hoe meer vroeger. Dat alleen al is een reden om als je nog ouder bent veel overboord te gooien. Eindelijk ruimte. Zo stijg je op als een ballonvaarder wetend dat je een verre reis gaat maken, je leven een sprookje is waar je nog aan zal doorschrijven.
Vroeger ligt nu beneden, wordt zo voortdurend kleiner. Was het er eigenlijk wel, denk je nog later.
ik heb mijn familie op de trein gezet eindelijk voorgoed kan ik mijn geschiedenis vergeten verhalen over vroeger zijn niet meer geen verloren onschuld te betreuren of heimwee naar voorbije jeugd geen plek waar “t allemaal begon geen dreigend testament dat schel van stem mij op mijn plichten wijst
nadat ik ze had uitgezwaaid peinzend aan mijn bureau misschien dacht ik misschien neem ik een hond
was het mijn moeder die ik hoorde lachen
IEN VERRIPS zondag aanstaande te bewonderen in de OBA naast het olympisch stadion te 020
Ik vermoed dat het een walsje moest worden. Daar pal voor de draaimolen. Het kreng stond er al enige uren te jodelen. Bij de Karnemelksbrug. Luttele meters van mijn voordeur. Het roze monster deed zelfs mijn binnenplaats lichtjes galmen. En dat is uitzonderlijk want meestal is het er muisstil. Op de binnenplaats. Zelfs als het buiten markt is. Zaterdag.
Het bruidspaar worstelt er maar mee. Driekwartsmaat. Van een wals komt weinig terecht. De fotografe, ruggelings naar de viskraam gekeerd, gebaart zenuwachtig dat het anders moet. Aanwijzingen. Klik. Klik. Klik. Tevergeefs. Het blijft een scène van een houten klaas en een zwierende bruidsjurk, onnatuurlijk voor een draaimolen geposteerd. Hij in een fijnkorrelig blauw metallic kostuum, en zij in zo’n suikerzoete trouwjapon. Alles erop en eraan. Een hele wijde rok die met van die dramatische roesjes tot aan de straatstenen naar beneden valt. Stevige taille. Sluier. Zijn stoere blik enigszins getergd. Zij met prachtige ogen die verdrinken in gelukzaligheid. Ik denk dat ze gehuild heeft. Jawoord.
Dan gisteren. Op een terrasboot aan de gracht een paar straten verderop. De omgeving compleet opengebroken. Want glasvezel. Rijverkeer gestremd. Mijn blik rustte al een poos enigszins verdwaasd op een metershoge klos met dunne knaloranje kabel. Glasvezel. ¨Je kan staren wat je wil maar de boel hier blijft nog wel even open,¨ zei een schorre meisjesstem. ¨Asbest, daarbeneden in die ouwe grijze dikke kabels,¨ kakelde ze vrolijk, onderwijl naar beneden kijkend. Er volgde een woordenbrij waaruit ik op kon maken dat ze even verderop woont. In een dwarsstraat. Ze kon het dus weten: sanering, dat gaat eindeloos duren. Een kwartiertje later, na een levendige conversatie over het leven en de liefde, vroeg ze zonder blikken of blozen of ik straks met haar mee naar huis ging. WTF? Dat kwam aan als een rechtse directe. Zomaar. Uit het niets.
¨Meisje, je bent veel te jong voor iemand van mijn leeftijd,¨ antwoordde ik compleet overrompeld. Ondersteboven. Gestrekt. Meisje. Noemde ik haar. Het scheen haar niet te deren. Dat ik haar naam niet wist. ¨Nee hoor, mijn beste vriendin heeft ook een vriend van vijftig, en die heeft het enorm naar haar zin. Echte liefde.¨ Bloedserieus. Klonk het. Volgens eigen zeggen pas net de twintig voorbij, vond ze het wel een spannend idee. Een kerel van vijftig. ¨Daar moet je dan wel vijftien jaar bij optellen,¨ corrigeerde ik haar. ¨Bovendien ben je dronken, en begrijp ik weinig van vrouwen, laat staan van meisjes en de liefde.¨ De wereld tolde. Alles vreemd. Ik hoorde alle goden daarboven luidkeels lachen. Maar ze beklemtoonde even later met stugge overtuiging dat ze me heus niet bij de neus nam. ¨Jammer hoor, het is echt geen grap! Maar dan zou je het dus wel doen als ik vijfendertig was?¨ Zoiets zei ze.
Haar oogopslag had iets weg van de bruid, hier op de markt, gelukzalig dansend voor de draaimolen. Even broos, maar dan door drank vertroebeld. Ik denk aan die laatste jeugdig onbezonnen blik. Plots hoor ik mijn schaterlach. Blij dat ik geen dochters heb.
twee dichters hielden zich aan de opdracht vandaag – verzon uw gedicht! – niet dat we streng zijn op het gevraagde thema – maar als er zon wordt gevraagd en we krijgen valkenburg in de regen en overstromingen aan alle kanten – de dichter mientjes bakt ze helemaal bruin: ‘Drollen op de weg/Emmeren dan maar/Met kano naar het werk..’- ja dan moeten we toch echt ingrijpen. we vroegen om een warm en eenvoudig zonnetje – als dat teveel gevraagd is beste mientjes dan blinkt er geen goud aan jouw horizon vandaag – wel voor Anke Labrie en voor Frans Terken. gedichten om je blij bij te voelen. van harte!
Rob Mientjes beter gekeerd dan verdwaald!
Ha die Zon … eh … Pom,
Vooruit hier dan de zon nog even in jouw straatje. Je hebt helemaal gelijk. Recalcitrant als de maan ben ik soms. Hier dan nog een kleine loftuiting over de straat. Het past erin.
Zon schijnt door de bomen Streelt de takkken langs de gracht Die schaduws werpen in het water Langs kleine bootjes
Guitig de glimlach op gezichten Handen trekken kleine golven In de grachten langs de straten Zon en schaduw strelend
Harten springen open Zon in en boven Amsterdam De stad toch mijner dromen In goud glitterend in vuur en vlam
De klinkers in de straten Blinken, dampen smelten Wat bikkelhard is wordt weer zacht Zelfs mijn hart maakt lieve sprongetjes
Oh, oh, lief en zonnig Amsterdam Stad mijner dromen Nooit ga ik meer vertrekken Zolang zon schijnt en de maan straalt
Rob Mientjes
al weer
het weer is goed de mensen deugen niet zei de oude man die deze dag alweer een regenbui trotseerde tegen die zeikerds om hem heen
plotseling verscheen de zon de straat veranderde in goud de natte plassen spiegelden het zonlicht en het blad aan de nog jonge bomen strooide parels in het rond
anke labrie (08-06-2024)
zo willen we het graag zien dit weekend – parels en goud en een goed humeur – geen gezeur! het thema helemaal ingekleurd met zonlicht. laat de zomer maar komen. de opdracht was – leg in de woorden iets van optimisme en warmte: verzon uw gedicht!helemaal gelukt!van harte – Anke – goud voor jou vandaag en zonnestralen.
Het spel
Ver van de afgrond lacht het leven we spelen het spel alsof het elke dag hoogzomer is een stralende hemel waaronder we gedijen
plukken de vruchten van vreugde en plezier geen tranen om droef in te verdrinken waar we ook kijken alles schittert en glanst
dansen we opgetogen door de straten even geen dood en verderf achter een voordeur of verderop om de hoek
vandaag heerlijk het leven vieren langs de randen scheren en uitzinnig klinken de zon proeven in een geheven glas
de opdracht was leg in de woorden iets van optimisme en warmte: verzon uw gedicht! geef het de kleur van de zon! frans houdt zich aan de opdracht en laat de zon door de woorden schijnen. zilver van harte! (het gedicht mag met een woord minder vind ik – het woord vreugde is buiten dubbelop ook net te gedateerd – maakt het gedicht 10 jaar ouder. nouja voor het gevoel.)
Frans Terken – opgetogen door de straten
Rik van Boeckel – in de straten met de mooie ramen
Rob Mientjes – de straat is moe
Cartouche – van geluk zegt men dat het op straat ligt
DITMAR BAKKER eindelijk terug thuis – voorproefje voor komende vrijdag: Praat niet van spijt / en verlies geen tijd…
Ien Verrips – alsmaar lopen
Erika de Stercke – ik kus je tot we tintelen
Anke Labrie – de straat veranderde in goud
wie wint de enige echte virtuele – dat de straten stralen – trofee op pomgedichten.nl? een meer of min vrije opdracht deze week voor de ochtendwedstrijd op de zondag – de enige wedstrijd die geen wedstrijd is – laat de straten dansen, laat de woorden dansen – schrijf over leven, rand en afgrond alsof uw leven ervan afhangt – verzon uw gedicht – geef het de kleur van de zon. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 8 uur. stuur in op het u bekende gmail. com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
dat de straten stralen gegrepen door de zanger, de toneelspeler, de dichter de een dood, de ander gek zij verzonnen de verhalen
van de rand en de afgrond van het leven bloot en de straat
waar zij liggen daar lig ik ook ach laat de woorden dansen ik zoen ze en beleef ze – dans dans dans
pom wolff
De straten van de zingende zon
Zonneschijn haalt weg ‘t venijn dat stille straten nat houdt
stralen galopperen naar droogte van paraplu naar parasol
de dichter danst op zijn stralende woorden naast de straatsnaar akkoorden
de gitarist houdt de wereld levend langs de afgrond van slechte dagen
goed goed goed zingt zijn liefje met de stem van de sopraan
laat ons gaan laat ons staan onder de warme golvende baan
zon laat de maan elke ochtend gaan verjaagt wolken met spoed
het warme lied zingt langs kleurrijke deuren in de straten met de mooie ramen.
Rik van Boeckel 7 juni 2024
het is me eerlijk gezegd net TE vrolijk de woorden – de zonneschijn doet onwaarschijnlijke dingen – en stralen die galopperen is me ook net te uitbundig – de laatste drie strofen kunnen op zich zelf staan en zijn mooi genoeg – een lied mag van mij langs deuren zingen – dat dan weer wel.
Dag Pom,Heb het er even helemaal mee gehad, met die straten. Ze zitten me in de weg op diverse manieren. Lees en huiver. Edoch … fijn weekend! Groet, Rob
Straatarmoede
Straten stralen? Borstelen, ho maar Vegen, echt niet Gemeente geeft niet thuis Gras groeit er overheen
Straten stromen! Putten uitgeput Drollen op de weg Emmeren dan maar Met kano naar het werk
Straten staken! Door werkzaamheden op de weg Barriceren zelfs de stoep Camera’s veroorzaken Flitzkrieg Waar is mijn luchtpistool?
De straat is moe Betreurt eenrichtingsverkeer Stoot zich aan drempels Komt zichzelf tegen Loopt hartstikke dood
Rob Mientjes
de opdracht was – leg in de woorden iets van optimisme en warmte: verzon uw gedicht! geef het de kleur van de zon! rob houdt zich niet echt aan de opdracht – sterker nog het is een en al valkenburg bij mientjes vandaag. we spoelen weg waar we bij staan.
Stralen
van geluk zegt men dat het op straat ligt, niet rond maar gehoekt je toelacht
alle mogelijke gaten en kieren ben ik nagegaan overslaan was geen vraag
struikelstenen gelezen putdeksels gelicht – zoveel open deuren niet te dichten
overvolle pleinen afgemeten terrassen zoekensmoe zette ik me
deed mijn ogen dicht en zie ik zag – hoeveel glas en hoe thermogeen je was
en nog steeds mijn weke delen dag en nacht te doorstralen en – dansen weet
08-06-2024 / Cartouche
een barre tocht meer kan ik niet van maken – ook cartouche haalt niet het zonnetje in huis of naar het terrasje waar hij dodelijk vermoeid de edele delen tot rust hoopt te brengen – nou ja zoiets. ik weet het niet maar ook in dit gedicht schijnt de zon niet van harte door de woorden.
Oh ja, mijn inzending. Ik heb er een YouTube filmpje bijgedaan, ingeval men mee wil schreeuwen over het Frans heen. Vaag mens wel–Régine, reine de la nuit! Jeane Manson heeft het ook mooi vertolkt en daarna heeft ene Larusso het verkracht en versjteerd. Ach, niets is voor altijd, zeggen we dan.
Overigens alle goeds voor jou & je naasten.
D.
*** Ooit ga je weg, de liefde uit de lucht wat mijn hart aan stukken rijt er rest ‘k weet niet hoeveel tijd dan is ’t voorbij
Praat niet van spijt en verlies geen tijd maar ga weg van het verdriet van wie je achterliet
Dan is ’t voorbij elke dag, elk moment doorgebracht op onze stek het geluk dat zo went en je armen om mijn nek kusjes op–om het even welke plek
(…)
Ditmar Bakker
o dat gaat vrijdag genieten worden met DITMAR aan het roer.
ik zag haar lopen in de straten alsmaar lopen alsof ze op reizend was of net boodschappen had gedaan wie weet een afspraak met haar zuster nu maar misschien was zij onderweg naar de wasserij met haar grote aldi-tas lopend door de straten alsof ze blijven lopen moest
daar waar niemand raar keek waar niemand haar vermeed pas daar in het nachtverblijf was zij op haar gemak daar kwam zij tot rust totdat zij weer de straat op moet
juni 2024 Ien Verrips
ook ons ientje laat de zon niet schijnen. we waren toe aan positieve dingen maar ien stuurt iemand met straatvrees gewoon naar de aldi – in ieder geval de zo gevreesde straat op – en van hot naar her – gewoon onmenselijk – boodschappen, de wasserij, op familiebezoek – overal moet dat mensje heen van onze Ien – het gehele stratenplan af en door – is ze ook nog verbaasd dat de derde persoon in haar gedicht totaal overstuur door de straten gaat.
op de straat ligt een leven bij elkaar gewaaid een gescheurde vakantiekaart flarden van kranten de helft van een schoenpaar vervallen treintickets
met grove borstels nemen mannen deze hoop mee naar vergeetputten van afval de stroken blinken zelfs bij taaie regenvlagen het begin van een dag
we duwen de tijd omver halen nog net onze bus en in het zweet van verwijten vallen mijn kwade zinnen stil het spijt krijgt de overhand ik kus je tot we tintelen
Erika De Stercke
het hing er even om – en hoewel het stevig regent weet dichter de straat toch aangenaam in te kleuren – weet ze het ochtendhumeur om te toveren tot een tintelend gezoen – nou dat heb je alleen maar in gedichten.
Er komt me een spookrijder op de fiets tegemoet. Hij veroorzaakt daarmee een gevaarlijke situatie in de spits op het fietspad, maar door coulant gedrag van zijn medeweggebruikers gaat er niets mis. De coulance is waarschijnlijk ingegeven door de onverschilligheid, die ontstaat als er te veel kleine dingen mis zijn, waar je te weinig invloed op hebt. Dan accepteer je op een gegeven moment de situatie maar. Zo ook met de spookrijder. Het liefst zou ik hem van zijn fiets sleuren, hem een muilpeer verkopen en dan uitleggen, dat hij aan de andere kant zou moeten rijden. Maar dat doe ik niet. Dat ‘is het niet waard’. En zo fietst hij door en zal dit blijven doen.
Als er op een gegeven moment een pandemie aan de gang is, lijkt het logisch van gemeenschapsgeld massaal mondkapjes aan te schaffen. Een slimme zakenman maakt hier gebruik van en verdient miljoenen onder de vlag van non-profit. Gelukkig werd dit ontdekt, maar het is opvallend hoe matjes de reacties zijn op dergelijk rampenkapitalisme. Sommige mensen vinden het zelfs niet meer dan logisch en geven de Overheid zelf de schuld. En het boefje? Die heeft zijn straf gehad, maar de aanklacht ging om het geld, niet om het gedrag. We tolereren dit binnen de grenzen van de wet. Daarna is de persoon gewoon weer in orde.
Als personen uit een andere cultuur hun kinderen tot laat op straat laten, al waar ze de boel verzieken, dan is dat iets, dat we niet aan etnische achtergrond verbinden. Dat mag namelijk niet. Dat soort zaken zijn gewoon culturele verschillen. Het is een ander ritme. Daar moet je begrip voor hebben. Dus richt men geen knokploegen op om het tuig van straat te vegen, of gaat men niet met de ouders in gesprek over hoe op te voeden. Dan maak je namelijk inbreuk op ‘hoe zij dat gewend zijn te doen’. Je stelt je tolerant op en neemt het zoals het is.
En onder de streep went alles. De spookrijder, de rampenkapitalist, de onopgevoede kansloze jongeren, noem maar op. Het is een soort jeuk, waar je net niet bij kan, maar die net niet erg genoeg is, om gek van te worden. In Nederland zijn we heel tolerant geworden naar de kleine asociaal toe. Zo heeft deze alle ruimte gekregen en zijn gedrag sluipend tot norm verheven. We zeggen er gewoon niets meer van, klagen wat in geschriften op internet, maar zwijgen als het eropaan komt. Want ja, wat bereik je er mee? En wie staat je bij?
Ik ben van mening, dat een honkbalknuppel de beste oplossing is voor dergelijke problemen. Het is de knuppel, die men weigert in het hoenderhok te gooien, maar die men in stilte, discreet hanteert, buiten het zicht van de camera’s, terwijl de kippen rustig verder kakelen, onderwijl het leggen van windeieren.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
het balletje is natuurlijk rond en het spelletje ja het spelletje is het spelletje en oja het gras is groen en blijft groen ook als je vergeet druk te zetten ja dan haal je de vijand in huis dat weet iedereen dan heb je de poppen aan het dansen én als je ze er dan ook nog niet inschiet dan scoor je niet aldus de ziener koeman na de smadelijke nederlaag in de eerste wedstrijd van oranje tegen de polen