wie ‘wint’ de enige echte virtuele ‘sobere woorden’ trofee op pomgedichten punt nl – vrij naar een dichtregel van de deze week overleden dichter John Zwart

we lezen hieronder prachtige gedichten – momenten van afscheid enerzijds maar ook dichters die de geciteerde woorden van sober zijn en sober schrijven van john zwart als het ware als een opdracht in praktijk hebben gebracht -hoe je ook over de overledene van hernehim moge denken – een mens kent vele kanten – we lezen hieronder indrukwekkende gedichten van tijdgenoten – dichters die de overledene een laatste groet brengen. vaak ook puttend uit de memorabele momenten van een of meerdere ontmoetingen. rik van boeckel schreef mij dat hij buiten mededinging mee deed aan deze wedstrijd. maar deze wedstrijd is eigenlijk nooit een wedstrijd en vandaag al helemaal niet. je zou er bijna voor willen sterven om zo een prachtig eerbetoon als kado mee te krijgen – dichters dank jullie wel voor de poëzie. jullie sobere woorden van troost bij dichters vergankelijkheid.

  • Ton Huizer – i.m. John Zwart
  • Frans Terken – de laatste boot
  • Rik van Boeckel -in het poëtisch hart
  • Alja Spaan – voor dichter, schrijver, vertaler, organisator, wereldverbeteraar, ex-zeeman
  • Luk Paard – RIP John
  • Rob Mientjes – Sober niet somber
  • Peter Posthumus – Zing zeeman, zing met de zee – zij liet je leven
  • Ien Verrips – niets dan wit
  • Anke Labrie – je weet de woorden niet
  • Vera van der Horst – een korreltje zijn
  • Jako Fennek – en de wind die alles aarzelend streelt
JOHN ZWART: “woorden moeten sober blijven – met witregels…”
woorden van de deze week overleden dichter John Zwart – op de beelden te zien bij zijn laatste optreden op het einde van de wereld – op ‘de boot van’ Catelijne.

deze week nemen we de oproep van John Zwart tot sober zijn als onderwerp in de zondagochtend – ‘wedstrijd’* op pomgedichten punt nl – wie wint de enige echte virtuele ‘sobere woorden’ trofee op pomgedichten punt nl – u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

* wedstrijd in de zin van poëzie is nooit een wedstrijd – in de zin van een bespreking van ingestuurde gedichten of memorabele poëziemomenten als vandaag een IM.

toen je stilte stuurde

niets
is me liever
dan eenvoudig mooi

het bloemblauw
vers gescand
natuurlijk in het licht

een meisje
drinkt in stilte woorden
denkt hem goddelijk lief

en ik
ik kan in stilte
niet meer denken
ik kan het denk ik niet

pom wolff

foto: Ton Huizer

Buitengaats (i.m. John Zwart)

Een schepeling dreef uit zijn
dagen
navigerend tussen bezinking
en verdrijving

een leeg wijnglas bleef achter
op een oude zeekaart

ergens tussen Libido en
Hernehim 

waar zijn anker bleef krabben
voor de havenmond van
de poëzie

Ton Huizer

Dag Pom, 
I.m. John, vaak de zee in zijn gedichten. 
Vaste gast op vele podia, en gedreven schrijver op zijn eigen poëziesite Hernehim, daar ruim en gul met woorden.

Groet weer, 
Frans




De laatste boot



Dobberen tussen stilte en gefluister
vraagt woorden als in een kalme zee
niet meer zeggen dan dat 

je het amper kunt horen
hoe het zuinig neergeschreven
met bijna onzichtbare inkt

de koers uitgetekend op de kaart 
zonder stemverheffing varen 
naar de einde van de wereld

het water dat alles wast
neemt de laatste boot mee
het stuurwiel al onbemand


© FT 20.01.2023
De tijd is sober

Sober is de tijd
dat woorden verdwijnen
in een onvergetelijke duisternis

zij sterven nooit en te nimmer
door onvergankelijke eeuwigheidswaarde
in het licht van de aarde

witregels vangen het licht
het gezicht van John
gedijt in het poëtisch hart.


Rik van Boeckel
20 januari 2023
R.I.P John Zwart
bijna thuis

Elke dag een hoofdstuk, elke dag een stukje verder, soms
twee terug alsof je een wandeling maakte maar

je hoed was vergeten, het te koud was om door te gaan, je
even niet langs je moeder wilde of niet op

de naam kon komen van het meisje van de eerste zoen. Dan
weer door langs af, een druk op de knop, wachten

op de lezer, een reactie, een vraag, een antwoord in een foto.
Elke dag je naam in mijn mailbox, jarenlang.

Dan opeens alles kwijt te raken, een onhandige opbergmethode,
een onzekerheid in het delen, er was zoveel meer,

zei je. Het had niets te maken met de tijd nu en over opraken
spraken we helemaal niet, altijd genoeg te doen

nog. Het stond zo op zichzelf, jij op eigen benen van heel jong
naar volwassenheid, en ik huppelend er achteraan.
 
voor dichter, schrijver, vertaler, organisator, wereldverbeteraar, ex-zeeman John Zwart,
overleden 18 januari 2023


Alja Spaan
” wintertijd ”

‘et lijkt of bij elke stap
de aarde kreunt
de spiere spant
nie buigt

zo witgetrokke
pijn
die moeder-aarde
bij elke stap opnieuw
‘et knarpe knirpe
dat’et barst

ik adem koude in
stamp gejaagd
ik breek geen aarde
onder winter

© luk paard
Sobere woorden fonetisch uitgesproken

Ik spreek je uit
en slik me in

Sober niet somber
stotterend je naam

Ik slik je in
en spreek me uit

Ongelogen waar
niet zwaar op de maag

Zonder kapitalen
en hoofdbrekens

Fonetisch moet het
opdat je me verstaat

Houw van jouw
lof joe toe


Rob Mientjes


Zing zeeman, zing met de zee
zij liet je leven
door haar kende je
de weg in vele havens
zag je het land opdoemen
het Zuiderkruis oplichten
de dolfijnen om het schip zwemmen
door haar overleefde je de storm

nu de zee voor altijd
met je mee zingt
horen we in haar ruisen
nog je woorden
zien we in het schuim
het wit waar al het licht
in samenkomt
zien we dat de golfslag
is verdwenen in de
deining van de oceaan

Peter Posthumus

met het verstrijken van de jaren
neemt ons zwijgen toe
het spreken verworden
tot een functioneel discours
het wit tussen de regels is wit
niets dan wit

jan 2023
Ien Verrips
Weinig woorden zelfs tijdens zijn onverwachte telefoontje ineens. Misschien is luisteren dan wel zo belangrijk.
Gelukkig geen lange lijdensweg meer erna, snel gegaan.


i.m. John Zwart

‘s morgens vroeg de telefoon
een nummer onbekend
dat het nu echt het einde is
wat kun je zeggen nog

aandachtig luister je
naar een verdwaalde stem
maar je weet de woorden niet
witregels in de taal

bloemen worden snel bezorgd
van de schoonheid en de troost
denk je dan in je onmacht maar

anke labrie
2023
John Zwart ontmoette ik voor het eerst bij een optreden op het schip Het einde van de wereld in Amsterdam, het blijkt nu ook de enige ontmoeting te zijn geweest.

Na een reactie op het gedicht Korreltje sand, van Ingrid Jonker, dat hij plaatste op zijn site, hadden we een korte chat over de nietigheid van de mens- een korreltje zand- in het nog ongekende geheel en het einde van je eigen bestaan en het nergens meer weet van kunnen hebben.

John schreef oa.: Ja, valt niet mee hé maar toch geeft acceptatie toch wel rust.

Daar moet ik nog aan werken, vrees ik, schreef ik terug.

Heb er heel mijn leven aan gewerkt…weet nog niet of ik er klaar mee ben. Veel jaren onder de open nachthemel op alle wereldzeeën hebben wel geholpen, antwoordde John.



Je kan van alles willen
dromen zijn grenzeloos
fantasieën onbeperkt
denk je, tot je iemand sterven ziet

dan ga je jaren tellen
maanden, weken, uren
tot de laatste minuut
een korreltje zijn

Vera van der Horst

voor zeelui
(en sober volk)

helmgras
waartussen zon en zand
zij en ik – in een duinpan
voor het ongezien zijn
een wind die alles
aarzelend streelt

een kever vecht
met korrels zand, rolt
steeds weer van de helling

pak hem op, laat hem los
op haar venusheuvel
ze denkt dat ik haar kietel

dan begint alles te ruisen
de zee – de wind – het gras
de golven in de schelp
van een kind
het bloed in onze lijven

jako fennek

Share This:

Seraphina Hassels aan de vloedlijn


Branding

Aan de vloedlijn 

waar twee werelden samenkomen

laverend tussen schelp en scheermes

dans jij golvend om mijn enkels

tijd verwaaid als zeeschuim

zout op mijn lippen

hartslag volgt golfslag 

balancerend op de rand

van eb naar vloed

Seraphina Hassels

Share This:

alja spaan meldt: John Zwart overleden

voor John Zwart, overleden 18 januari jl. :

je was er altijd, op het laatste moment bij Reuring omdat je wind tegen had, in de stad omdat je je auto niet meer kon vinden, in mijn mailbox met het verhaal van je leven, op Facebook met alle activiteiten waaronder de mijne, in je agenda, samengevat in je verslagen, gesprekken, hart-onder-de-riem-stekende opmerkingen, vergeefse raadgevingen en blijkbaar was ik daar ook ergens – als boegbeeld van dat schip waarop je voer, ooit, eens, een kleintje maar, dat mijn naam droeg, dank voor je gezelschap (foto in De Sociëteit, 22 februari 2020, alle sterkte voor de familie en vrienden)

Alja Spaan
tsja

Share This:

TON HUIZER: ‘Lidl bij Lidl’



Lidl bij Lidl

Elke nieuwe dag brengt je weer
wat dichterbij
Je praat er niet te vaak over

maar je loopt er wel mee rond
In de kringloopwinkel
bij de slager

of in de supermarkt
Beste klant
Kassa twee gaat voor u open

U kunt uw aankopen alvast op
de band leggen

Ton Huizer
De man met de zeis. Recentelijk twee vrienden binnen een maand.
Dat geeft te denken. Ook in Rotterdam.
 Groet, Ton
 
Eigen foto: Beat poet Gregory Corso’s graf in Rome



Share This:

VON SOLO over een oude fietsketting en plassen in de regen in 010


De hele ochtend regende het al. De avond tevoren had ik vloekend de oude ketting van mijn fiets vervangen door een nieuwe. Maar iedere amateur fietsenmaker weet, dat een nieuwe ketting op een oude vertanding leidt tot iets dat vergelijkbaar is met een midlife-man en een vrouw van twintig. Het rijdt wel, maar je gaat er niet ver mee komen. Ten einde raad trotseerde ik de regen om mijn rijwiel af te leveren bij Biker’s Best op de Noordsingel. De enige fietsenmaker die nog bereid bleek de tandwielen van een zesendertigjarige Batavus Topper te vervangen. Vervolgens beende ik door een decor van miezer mijn weg naar het Centraal Station om een vervangende OV-fiets te halen.

Terwijl ik over de Schiekade liep voelde ik, dat de koffie van een uur eerder het effect op mijn blaas niet miste. Een plek om af te wateren zou geen luxe zijn. Ik liep het treinviaduct onderdoor en sloeg bij het Schieblock af langs Biergarten. Er was geen mens op straat. Het was donderdagochtend. Een uur of elf. Het leek zelfs of er geen auto’s reden. Mistige regen viel gestaag. Het had zo een bevroren filmdecor kunnen zijn. Door die stilte liep ik verder. Opeens ging er aan de overkant van de straat een deurtje open van een klein zwart gebouw. En jonge man met een capuchontrui strompelde naar buiten en spoedde zich weg.

Even sloeg ik het tafereel gade. Het drong langzaam tot me door, dat het gebouwtje een openbaar toilet moest zijn. Lucide stak ik de weg over en betrad de sanitaire ruimte na op het groene knopje naast de deur gedrukt te hebben. Binnen drukte ik op de rode knop om de deur te sluiten, hetgeen deze geruisloos deed. Terwijl ik mijn broek losknoopte keek ik rond. Onder wat voor een wasbak had moeten doorgaan lagen een paar kledingstukken. De vloer was overal nat. Op de wanden was met tekstmarker geschreven. Vooral de leus ‘Je moeder’ met diverse toevoegingen. Ik vond het meevallen. Gerustgesteld liet ik dat wat stromen moest, stromen.

Toen werd er ineens op de deur geramd. Ik schrok me de pleuris. Buiten riep een verwarde stem, dat ik de deur open moest maken. Ik riep vriendelijk terug, dat ik zo klaar was. Toen werd het weer stil. Ik vroeg mij af, wat er zou gebeuren als ik de deur open zou doen. De situatie voelde volkomen irrationeel. Zou het een hosselaar zijn, of een overvaller? Ik besloot ervoor te kiezen onschuldig te spelen. In het ergste geval kon ik altijd nog vertrouwen op het Spyderco knipmes in mijn rechter broekzak. Ik knoopte mijn broek weer vast en drukte op de knop. De deur schoof open. Er stond niemand. 

Ik stapte naar buiten en zag in een flits in mijn ooghoek beweging. Een jongen blafte geïrriteerd, dat ik er al een uur op zat en vloekte. Ik beet terug, dat ik maar een minuut binnen was geweest. Verder geen acht op mij slaand, glipte de jongen met capuchon het hok in en sloot de deur. Het was weer stil. Er was nog steeds niemand. Ik keek rond, of ik geen goed slaghout zag liggen. Er vlamde haat in me op. Mijn eerste gedachte was om hem morsdood te slaan als hij weer naar buiten kwam. Er was toch geen ziel op straat. Niemand zou het zien. Tuig als dit verdient het niet om te leven in mijn wereld. Nutteloos junkie prul. Ik haalde een keer adem. Mijn tweede gedachte was om ervan af te zien de gast af te tuigen en gewoon door te lopen. Ik was immers onderweg om een fiets te huren.

Tien minuten later zat ik weer op de fiets en was alles weer gewoon. Er was ook weer verkeer en er waren weer mensen. Ik vroeg me af wat er aan de hand was geweest en wat er gebeurd was. Waarom had die idioot zo lijp gereageerd. Toen moest ik denken aan de gast die het hokje uitglipte toen ik voorbij kwam lopen. Waarschijnlijk had mijn ‘belager’ al een uur staan wachten, tot de eerste persoon zijn shot had kunnen zetten en weer in staat was de WC te verlaten. In de tussentijd was hij een rondje gelopen en was ik de WC gaan gebruiken waar hij voor was. Dat maakte van mij degene die hem van zijn dope afhield. Ineens begreep ik het plaatje. Ik keek naar de vage, bijna niet zichtbare bloedspetters op mijn vaal zwarte jas. De troostende gedachte koesterend, dat het in het grotere plaatsje van de wereld toch allemaal niets betekende.  

Fietsen gaan stuk en kunnen gerepareerd worden. Er is altijd wel ergens een WC. 

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

OP DE SCHOP de nieuwe bundel van JOYCE HES – een recensie

Joyce Hes buurtdichter IJburg
https://oost-online.nl/buurtdichter-het-decembergevoel/
Joyce Hes columniste in de IJopener
https://www.ijopener.nl/over-ons/

OP DE SCHOP de nieuwe bundel van JOYCE HES – een recensie
 
Joyce Hes is een non conventioneel tiepje. Heel in de verte wist ik wel dat ze bestond deze dichter. En ik kende haar indrukwekkende  gedicht ‘De 1400 van de Blasiusstraat’ – over de deportaties uit één straat in Amsterdam Oost. Het gedicht is in haar nieuwe  bundel OP DE SCHOP opgenomen:
 
Ze gingen
de 1400
van de Blasiusstraat

De banketbakker
melkbezorger
naaister
en regenjasplakker

(…)
 
De dichters Merik van der Torren en Mirjam Al nodigden mij aan het einde van vorig jaar uit om een van hun poëziemiddagen te presenteren. Ik kreeg van Merik een lijstje met namen  van dichters die zouden voordragen. Een van die namen was die van Joyce Hes.
je kijkt wat op google en de jurist in mij was verrast – ik las over deze Joyce –  een gepromoveerd juriste, kent/kende politieke, wetenschappelijke en bestuurlijke bezigheden – kortom een druk tiepje – aan de lijst van publicaties en werkzaamheden kwam maar geen einde. Geboren in Den Haag in 1946, kinderen, kleinkinderen, proefschrift aan de Erasmus, 4 mei lezing in 2010, staatscommissies, publicaties,  etc etc.
In 2016 op haar zeventigste van de Derde Helmersstraat in Amsterdam verhuisd naar IJburg – toen nog een bijna onbewoonbaar opgespoten eiland oostelijk van de hoofdstad. Wat zoekt nou zo een mens in die half onbewoonbare zandhoop dacht ik.

Na de geslaagde poëziemiddag van Merik van der Torren en Mirjam Al stapte Joyce Hes op mij af met het verzoek om de presentatie te doen op IJburg bij haar nieuwe bundel  OP DE SCHOP. Ik was verrast en vereerd, zei ja voor ik er zelf erg in had en ik heb het geweten.
Ik stelde een interviewvorm voor. Prima vond Joyce – maar dan wel als volgt: je vraagt naar de titel, waarom van de derde helmersstraat naar een schiereiland, wat heb jij met eilanden, wat heb je eigenlijk met kroegen? met een struik, een klaproos, storm en tegenwind, lijn 26, diversiteit, een veranderend landschap dat is ook  IJburg! Verder graag vragen over het buurtdichterschap, over ‘de IJopener’ het wijkblad voor amsterdam oost – www.ijopener.nl –
https://www.ijopener.nl/over-ons/

vraag wat over de Coronaperiode en graag een dankwoord aan Marna van Hal de vrouw die in de bundel de illustraties verzorgde – en aan Ar Nederhof – drukwerkbegeleiding -die de bundel mogelijk maakte. Ik wist wat mij te doen stond. Ik dacht nou ja het is haar bundelpresentatie – toch altijd een feestdag voor een dichter.

Ik belde haar op, zei haar dat ik blij was met de vragen maar trachtte toch nog iets te redden van het interview dat ik voor ogen had. het werd een taai gesprek –  Joyce heb jij een andere bundel met de titel OP DE SCHOP geschreven dan de bundel  OP DE SCHOP die ik heb gelezen – riep ik met lichte wanhoop in mijn stem uiteindelijk met enige stemverheffing uit. Met de vragen die jij voorstelt  lijkt het erop of jij een reisgids voor en door dat prachtige IJburg van je hebt geschreven – maar jouw bundel is toch echt méér – veel meer – dan een ode aan een stadsdeel in wording. we vonden een compromis – ik mocht bij de gratie van de koningin ook nog vragen stellen over haar poëzie.

U begrijpt het lieve lezer hier begint de echte recensie: Joyce schreef 42 gedichten en met die gedichten schetst zij een uniek tijdsbeeld van de door haar zo geliefde stad waarin zij al heel veel jaren leeft – een stad met een verleden  – een stad met een toekomst – ‘een vrijplaats voor de geest’ zoals ze Amsterdam beschrijft, een stad waarin bestuurders foute investeringen in bijvoorbeeld biomassa en windmolens ten koste van de natuur laten bestaan – ‘het oerbos het loodje legt’ – ‘het schone IJburgse nest bevuild wordt..’ – kortom een stad zoals elke andere stad in ons land – maar dan toch een stad op zijn Amsterdams. ze schrijft over het Muiderpoortstation (“treinreiziger wist je je bestemming – wist je wat je te wachten stond..”) , over 4 mei herdenkingen ook op IJburg. en ze schrijft een ode op Nasser – vrijwilliger bij de Flexbieb:
 
(…)
Jij leert onze taal
maar door jou leren wij blijmoedig
het leven te dragen
zoals het komt en gaat

Je respecteert ons, oudere vrouwen
en ziet achter ieder van ons
het gelaat van je moeder,
daar in het verre, gepijnigde Jemen.
 
 
deze bundel poëzie gaat over ons bestaan – over ‘komen en gaan’ –  over de zin van het bestaan. en over ‘de grote rode zon’ die zich schaamt voor alles wat de mens de aarde aandoet.
Op haar site https://www.joycehes.nl/wp/home/ krijgen we een compleet beeld van deze dichter – middels wekelijkse columns en blogs, middels lezingen, essays, onderzoeksverslagen etc.  etc. – Een beeld dat ze ons daar biedt in door haar kenmerkende volop uitgeschreven kritische bewoordingen van de mens(heid), van de man, van de stad, van de natuur, van het (vrouwen)recht, van de verandering en de diversiteit, van het leven in ons tijdperk kortom.

In deze prachtbundel OP DE SCHOP – (gericht op een mooiere en betere wereld voor ons allemaal) bewandelen we met de dichter dit  leven in een steeds maar weer veranderend landschap  – maar dan voor ons lezers beschreven in verfijnde poëtische vorm. Zo wandelen we mee met een dichter die echt wel weet dat ze de wereld niet kan redden noch met pöezie noch met proza  – ‘een bij voorbaat onmogelijke opdracht’ – maar wel met een dichter die zich verzet tegen vastgeroeste dogma’s en aanpak, die de medemens als subject wenst te ontmoeten  en niet als object wegzet. In een bundel waarin dichter in fictie en in non fictie thema’s als liefde, emoties, verandering en het onverwoestbare verlangen naar een betere en mooiere wereld voor kinderen en kleinkinderen en niet te vergeten voor haar in poëzie bezongen hondje – niet uit de weg gaat.
De presentatie op IJburg op die prachtlocatie  in de FACTORIJ – Pampuslaan 11 – sloot ik af met een vraag aan het publiek – mag ik deze bundel van Joyce Hes OP DE SCHOP u aanbevelen – en ik sprak:
 
wat is het toch dat deze stem – haar stem
ongeacht welk woord van elk woord
weer warmte maakt

echt mooi
hoeft niet beschreven
is in zich mooi geweten en gekend

U weet nu het antwoord!
de bundel is bij Joyce Hes te bestellen – ik dacht voor een tientje. joycehes@dds.nl
 

pom wolff – www.pomgedichten.nl
januari 2023

Share This:

Merik van der Torren bij het heengaan van een buurtgenoot

Hoi Pom,
 Het heengaan van een buurtgenoot bracht me tot  dit tekstje. Voor pomgedichten, groet, Merik


Kraaien

Hoor ze krassen in de boom voor mijn venster.
Zie de gerafelde zwarte vleugels wieken.
Kijk, en die blondine loopt langs met haar oude hond,
strooit snoepjes naar ze.
Ze krassen en leiden haar man in memoriam,

die zo aardig was, 
die krullenbol.


8 januari 2023
Merik van der Torren

Share This:

Ien Verrips op wacht


al die tijd van wachten
in de rij bij de supermarkt
op de trein vertraagd
nu al weet je dat die overvol zal zijn
op de uitslag van je rijexamen
en op jou vooral op jou
daarna op al die andere jou-en
totdat je het weet of denkt te weten
op de geboorte van het kind
het telefoontje dat je komen moet
omdat het afloopt met je moeder
het wachten op de uitslag
waarvan je hoopt dat jij
nog niet aan de beurt bent
liever nog wat wachten.



dec. 2022 Ien Verrips

Share This:

PETER BERGER: “Ik ga voor een dikvette rooie poon die door het blauwbekkende meisje, na het beest eerst bibberend te hebben afgewogen, met stramme vingers overdreven keurig wordt ingepakt…”


Zaterdag. Marktdag. Maar het is stil op de Nieuwe Rijn. Druilerig stil. Bij de visboer zelfs staat geen rij. Ondertussen voel ik de regen me ijskoud op het lijf plakken. Compleet doorweekt. Binnen een minuut of twee. Zonder jas weliswaar; helemaal niet slim, maar toch – heel eventjes dacht ik. Pijpenstelen. Ik ga voor een dikvette rooie poon die door het blauwbekkende meisje, na het beest eerst bibberend te hebben afgewogen, met stramme vingers overdreven keurig wordt ingepakt. Ik verheug me. Heerlijk met romige witte wijnsaus. Uit de oven. In de ruwstalen braadpan kan ook. Naturel op het vuur. In boter gebakken.

¨Anders nog iets?¨ Ik twijfel. Twee oesters? Drie misschien? Een opgeprikte dame klaagt dat de sashimi vorige week niet goed was bevallen en eist genoegdoening. Klaagzang. Het is zo’n type die je in de Appie met d´r volgestouwde kar bij de kassa het vel van hielen rijdt. Geen zin om het geneuzel nog verder aan te moeten horen, betaal ik contactloos en loop gniffelend richting Koornbrug waar het vorige week op de drijvende ijsbaan nog een drukte van jewelste was. Vallen en opstaan. Geen vertier vandaag. Geen ziel te bekennen. Ook hier niet. Niks dan natheid. De ijsbaan afgebroken. Ik scharrel nog een rondje langs de overkant voor haricots verts, shiitake en een rijpe avocado om even later de voordeur achter me dicht te trekken. Ik hoor de dame met klik klakkende hakken op de glad geworden klinkers parmantig voorbij tippelen. Voldaan. Ach ja. Het is maar waar je blij van wordt. Hoog tijd voor een warme douche. Morgen is de hemel blauw. 

Peter Berger

Share This:

IEN VERRIPS wint de enige echte virtuele – en toch was het mooi dat jij me zag – muziek opzette en met me danste – trofee op pomgedichten punt nl – vrij naar de foto van lisan lauvenberg dansend met wil bremers.

ik geloof dat we deze week de gouden eer toch aan IEN VERRIPS moeten laten – niet omdat zij oma heeft mogen worden deze week maar omdat dichter ondanks de drukke dagen in staat is geweest in zeven regels 2 levens te schetsen van leven door de jaren heen. op de een of andere manier weet Ien altijd het particuliere in een breder meer algemeen kader te plaatsen. en dat is toch een kenmerk van goede poëzie. dat je niet denkt – ach kind we hebben niet allemaal op dit moment 12 centimeter ontsluiting – dus beschrijf asjeblieft niet de laatste 8 centimeter – neen – als ien van een gedicht bevalt bevalt het gedicht iedereen. bij wijze van spreken. GOUD voor Ien van harte!


als je me met je milde ogen streelt
me zachtjes kust
de woorden fluistert van weleer
wie of we waren toen en altijd zouden zijn 
toen lust nog hoogtij vierde
en wij geloofden dat wij
de uitzondering zouden zijn


Ien Verrips

die regel in het midden met dat zo merkwaardige woordje OF erin –
wie of we waren toen en altijd zouden zijn 

merkwaardig in de zin van iets van mysterie inhoudend in een verder absoluut gedicht – absoluut in de zin van compleet en niet te overtreffen meer. je mag een dichter zo een gedicht daarom niet toewensen. maar ach Ien wel – volgende week schrijft ze gewoon weer even mooi. wie of ze ook was toen en altijd zou zijn.
  • Frans Terken – in dagen van volle zon
  • Etwin Grootscholten – of jij nog…
  • Ien Verrips – dat wij de uitzondering zouden zijn
  • Rik van Boeckel -de dagen zijn voorbij
  • Geraldina Bankcaenen – En toch het was mooi
  • Rob Mientjes – even verdrinken in elkaar
  • Anke Labrie – samen zo de hemel in
wie wint de enige echte virtuele – en toch was het mooi dat jij me zag
muziek opzette en met me danste – trofee op pomgedichten punt nl – vrij naar de foto van lisan dansend met wil.
 dit prachtige uitgelaten en inspirerend blij levensmoment vastgelegd door de fotograaf is deze week de inspiratie – het thema hier op de pom – natuurlijk ook de herinnering aan lisan – haar levenslust en de liefde tussen mensen – er is zoveel – er was zoveel – om over te dichten – DE DAT JIJ MIJ ZAG TROFEE deze week op de pom – u kent de regels:
gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

je denkt een arm om je heen
maar je weet het nooit

met die armen

nu hij er niet meer is
je zijn zwijgen niet meer hoort
je je eigen adem haalt

het was toch mooi

dat hij je zag
muziek opzette en met je danste

 

pom wolff
Dag Pom, 

Mooi om Lisan en Wil zo weer te zien, met gemengde gevoelens, van gemis dat blijft.
Altijd in gedachten, en poëzie.
Warme groet, 
Frans


Dagen van dansen

Hoe wij op het strand
de zon wilden vangen
met de gloed van onze ogen

een gat in de wolken
zou welkom zijn
als de arm die ik je reikte

dachten we dat er muziek in zat
dansen onder dat ene sprankje
dat ons even gegund was

het warmde onze voeten 
we draaiden rond in het zand
klopten zo de hartslag op

wilden niet zien wat ons wachtte
in dagen van volle zon


© FT 14.01.2023

ergens toch ook de melancholie het gedicht in geschreven – van hoe het was en toch niet zijn kon – wat je allemaal wacht in het leven en uiteindelijk niet meer – een moment een sprankje hoop een gedicht. dat er dagen zijn van dansen maar ook jaren van niet meer.
PERSPECTIEF

te lang heb ik
om een hoekje
staan kijken

of jij nog van me hield

nee natuurlijk
zag je me niet 



Hartelijke groet, 
Etwin Grootscholten 

ik neem aan dat de hartelijke groet aan de webmaster hier is haha en niet aan de beschreven persoon in het gedicht. het gedicht heeft iets jeugdigs in zich – over hoe het kan gaan bij bijvoorbeeld een eerste niet beantwoorde liefde. en hoe lang dat gevoel mee kan gaan met iemand dat het toch nog uiteindelijk na jaren in een gedicht belandt.
Dansen op het warme strand

Ze danste op jouw ritme
met liefde in bevlogen ogen

haar armen trokken jou
naar de muzikale wereld van toen

op het warme strand
keek men haar vredig aan

de dagen zijn voorbij
dat zij danste in de warmte.

Rik van Boeckel

een fotoschrift bij de foto van lisan en wil – lijkt mij – de kille constatering ook met warmte omlijst. de bevlogen ogen – mooi gezegd.


Het feest begint 
Het dansen
En toen zag jij mij

En ik dacht
We zijn een verhaal geworden
De tijd draagt hoed  en paraplu.

En toch het was mooi
   Dat je me zag
En met me danste
    wang aan wang
Zoute smaak van
Een paar tranen
die we niet aanraakten.
     Onze armen
      Om ons heen.

Geraldine Bankcaenen

Geraldine neemt de themaregels gewoon op in haar gedicht – ik zie het maar als een eerbetoon – hoewel aanhalingstekens ook best mogen hoor in deze tekst. de herinnering beschreven en wel zo dat de herinnering bij de lezer binnen komt. als een feest van angst en pijn – zoals van ostaijen het leven al eerder beschreef.
 
Hallo Pom, sweet memories to remember and to hold on.
Klinkt warempel als een mooie openingszin voor lied of vers. We blijven hunkerbunkeren jong en oud totdat we oud jong sterven.
en toch was het mooi dat zij me zag – muziek opzette en met me danste
Hier mijn bijdrage voor het thema. 
Groet, Rob Mientjes



Mijn muze mijn muziek

Bloemen tegen de muur
ijs moet nog ontdooien
knikkende knieën op vloer
zweet drupt van hoofd

schijnwerpers op haar gezicht
hart bonkend in keel
naald plugt in groef
op volle toeren los

dancing king leidt queen
discobal spiegelt en glundert
zwieren zwaaien draaien tollen
even verdrinken in elkaar

dagen dromen walsen wiegen 
nog hoeveel lentes lang
opdat het nooit ophoudt
mijn muze mijn muziek

Rob Mientjes

ja inderdaad brengt Rob ons even terug naar de discovloer met deze tekst. laatste regel en de titelregel dubbelop om te benadrukken wat het gedicht ook zonder die twee regels uitstraalt, uitglittert. je hoort de klanken van ABBA, je ziet travolta – en zij zal nu niet meer dat ranke olijfje zijn van ooit.  
Prachtige foto zoveel levenslust. Zo jammer.
Hartelijke groet,
Anke


dansen

zijn dansschool was beroemd
bij enkele ouders zelfs berucht
omdat dansen zondig was

de meisjes in een petticoat 
de jongens met een stropdas
verplicht: schoenen met leren zolen

hij leerde ons de tango en de wals  
de quickstep en de chachacha 
de rumba en de samba
en ook hoe je een meisje vroeg
hoe zij dan bevallig knikken moest

al snel gingen zijn lessen overboord
we vonden zelf het schuifelen uit
op plekken die vast zondig waren 
dansten we samen zo de hemel in

anke labrie
(15-01-2023)

de herinnering beschreven de dansscholen van weleer ook in amsterdam – ik herken ze nog in de verhalen van mijn zus – een generatie voor mij – de generatie ook van Anke – mijn generatie dook al meteen onder – ‘op zondige plekken’- haha. zoals het is moet het zijn.

Share This: