VON SOLO over een oude fietsketting en plassen in de regen in 010


De hele ochtend regende het al. De avond tevoren had ik vloekend de oude ketting van mijn fiets vervangen door een nieuwe. Maar iedere amateur fietsenmaker weet, dat een nieuwe ketting op een oude vertanding leidt tot iets dat vergelijkbaar is met een midlife-man en een vrouw van twintig. Het rijdt wel, maar je gaat er niet ver mee komen. Ten einde raad trotseerde ik de regen om mijn rijwiel af te leveren bij Biker’s Best op de Noordsingel. De enige fietsenmaker die nog bereid bleek de tandwielen van een zesendertigjarige Batavus Topper te vervangen. Vervolgens beende ik door een decor van miezer mijn weg naar het Centraal Station om een vervangende OV-fiets te halen.

Terwijl ik over de Schiekade liep voelde ik, dat de koffie van een uur eerder het effect op mijn blaas niet miste. Een plek om af te wateren zou geen luxe zijn. Ik liep het treinviaduct onderdoor en sloeg bij het Schieblock af langs Biergarten. Er was geen mens op straat. Het was donderdagochtend. Een uur of elf. Het leek zelfs of er geen auto’s reden. Mistige regen viel gestaag. Het had zo een bevroren filmdecor kunnen zijn. Door die stilte liep ik verder. Opeens ging er aan de overkant van de straat een deurtje open van een klein zwart gebouw. En jonge man met een capuchontrui strompelde naar buiten en spoedde zich weg.

Even sloeg ik het tafereel gade. Het drong langzaam tot me door, dat het gebouwtje een openbaar toilet moest zijn. Lucide stak ik de weg over en betrad de sanitaire ruimte na op het groene knopje naast de deur gedrukt te hebben. Binnen drukte ik op de rode knop om de deur te sluiten, hetgeen deze geruisloos deed. Terwijl ik mijn broek losknoopte keek ik rond. Onder wat voor een wasbak had moeten doorgaan lagen een paar kledingstukken. De vloer was overal nat. Op de wanden was met tekstmarker geschreven. Vooral de leus ‘Je moeder’ met diverse toevoegingen. Ik vond het meevallen. Gerustgesteld liet ik dat wat stromen moest, stromen.

Toen werd er ineens op de deur geramd. Ik schrok me de pleuris. Buiten riep een verwarde stem, dat ik de deur open moest maken. Ik riep vriendelijk terug, dat ik zo klaar was. Toen werd het weer stil. Ik vroeg mij af, wat er zou gebeuren als ik de deur open zou doen. De situatie voelde volkomen irrationeel. Zou het een hosselaar zijn, of een overvaller? Ik besloot ervoor te kiezen onschuldig te spelen. In het ergste geval kon ik altijd nog vertrouwen op het Spyderco knipmes in mijn rechter broekzak. Ik knoopte mijn broek weer vast en drukte op de knop. De deur schoof open. Er stond niemand. 

Ik stapte naar buiten en zag in een flits in mijn ooghoek beweging. Een jongen blafte geïrriteerd, dat ik er al een uur op zat en vloekte. Ik beet terug, dat ik maar een minuut binnen was geweest. Verder geen acht op mij slaand, glipte de jongen met capuchon het hok in en sloot de deur. Het was weer stil. Er was nog steeds niemand. Ik keek rond, of ik geen goed slaghout zag liggen. Er vlamde haat in me op. Mijn eerste gedachte was om hem morsdood te slaan als hij weer naar buiten kwam. Er was toch geen ziel op straat. Niemand zou het zien. Tuig als dit verdient het niet om te leven in mijn wereld. Nutteloos junkie prul. Ik haalde een keer adem. Mijn tweede gedachte was om ervan af te zien de gast af te tuigen en gewoon door te lopen. Ik was immers onderweg om een fiets te huren.

Tien minuten later zat ik weer op de fiets en was alles weer gewoon. Er was ook weer verkeer en er waren weer mensen. Ik vroeg me af wat er aan de hand was geweest en wat er gebeurd was. Waarom had die idioot zo lijp gereageerd. Toen moest ik denken aan de gast die het hokje uitglipte toen ik voorbij kwam lopen. Waarschijnlijk had mijn ‘belager’ al een uur staan wachten, tot de eerste persoon zijn shot had kunnen zetten en weer in staat was de WC te verlaten. In de tussentijd was hij een rondje gelopen en was ik de WC gaan gebruiken waar hij voor was. Dat maakte van mij degene die hem van zijn dope afhield. Ineens begreep ik het plaatje. Ik keek naar de vage, bijna niet zichtbare bloedspetters op mijn vaal zwarte jas. De troostende gedachte koesterend, dat het in het grotere plaatsje van de wereld toch allemaal niets betekende.  

Fietsen gaan stuk en kunnen gerepareerd worden. Er is altijd wel ergens een WC. 

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

OP DE SCHOP de nieuwe bundel van JOYCE HES – een recensie

Joyce Hes buurtdichter IJburg
https://oost-online.nl/buurtdichter-het-decembergevoel/
Joyce Hes columniste in de IJopener
https://www.ijopener.nl/over-ons/

OP DE SCHOP de nieuwe bundel van JOYCE HES – een recensie
 
Joyce Hes is een non conventioneel tiepje. Heel in de verte wist ik wel dat ze bestond deze dichter. En ik kende haar indrukwekkende  gedicht ‘De 1400 van de Blasiusstraat’ – over de deportaties uit één straat in Amsterdam Oost. Het gedicht is in haar nieuwe  bundel OP DE SCHOP opgenomen:
 
Ze gingen
de 1400
van de Blasiusstraat

De banketbakker
melkbezorger
naaister
en regenjasplakker

(…)
 
De dichters Merik van der Torren en Mirjam Al nodigden mij aan het einde van vorig jaar uit om een van hun poëziemiddagen te presenteren. Ik kreeg van Merik een lijstje met namen  van dichters die zouden voordragen. Een van die namen was die van Joyce Hes.
je kijkt wat op google en de jurist in mij was verrast – ik las over deze Joyce –  een gepromoveerd juriste, kent/kende politieke, wetenschappelijke en bestuurlijke bezigheden – kortom een druk tiepje – aan de lijst van publicaties en werkzaamheden kwam maar geen einde. Geboren in Den Haag in 1946, kinderen, kleinkinderen, proefschrift aan de Erasmus, 4 mei lezing in 2010, staatscommissies, publicaties,  etc etc.
In 2016 op haar zeventigste van de Derde Helmersstraat in Amsterdam verhuisd naar IJburg – toen nog een bijna onbewoonbaar opgespoten eiland oostelijk van de hoofdstad. Wat zoekt nou zo een mens in die half onbewoonbare zandhoop dacht ik.

Na de geslaagde poëziemiddag van Merik van der Torren en Mirjam Al stapte Joyce Hes op mij af met het verzoek om de presentatie te doen op IJburg bij haar nieuwe bundel  OP DE SCHOP. Ik was verrast en vereerd, zei ja voor ik er zelf erg in had en ik heb het geweten.
Ik stelde een interviewvorm voor. Prima vond Joyce – maar dan wel als volgt: je vraagt naar de titel, waarom van de derde helmersstraat naar een schiereiland, wat heb jij met eilanden, wat heb je eigenlijk met kroegen? met een struik, een klaproos, storm en tegenwind, lijn 26, diversiteit, een veranderend landschap dat is ook  IJburg! Verder graag vragen over het buurtdichterschap, over ‘de IJopener’ het wijkblad voor amsterdam oost – www.ijopener.nl –
https://www.ijopener.nl/over-ons/

vraag wat over de Coronaperiode en graag een dankwoord aan Marna van Hal de vrouw die in de bundel de illustraties verzorgde – en aan Ar Nederhof – drukwerkbegeleiding -die de bundel mogelijk maakte. Ik wist wat mij te doen stond. Ik dacht nou ja het is haar bundelpresentatie – toch altijd een feestdag voor een dichter.

Ik belde haar op, zei haar dat ik blij was met de vragen maar trachtte toch nog iets te redden van het interview dat ik voor ogen had. het werd een taai gesprek –  Joyce heb jij een andere bundel met de titel OP DE SCHOP geschreven dan de bundel  OP DE SCHOP die ik heb gelezen – riep ik met lichte wanhoop in mijn stem uiteindelijk met enige stemverheffing uit. Met de vragen die jij voorstelt  lijkt het erop of jij een reisgids voor en door dat prachtige IJburg van je hebt geschreven – maar jouw bundel is toch echt méér – veel meer – dan een ode aan een stadsdeel in wording. we vonden een compromis – ik mocht bij de gratie van de koningin ook nog vragen stellen over haar poëzie.

U begrijpt het lieve lezer hier begint de echte recensie: Joyce schreef 42 gedichten en met die gedichten schetst zij een uniek tijdsbeeld van de door haar zo geliefde stad waarin zij al heel veel jaren leeft – een stad met een verleden  – een stad met een toekomst – ‘een vrijplaats voor de geest’ zoals ze Amsterdam beschrijft, een stad waarin bestuurders foute investeringen in bijvoorbeeld biomassa en windmolens ten koste van de natuur laten bestaan – ‘het oerbos het loodje legt’ – ‘het schone IJburgse nest bevuild wordt..’ – kortom een stad zoals elke andere stad in ons land – maar dan toch een stad op zijn Amsterdams. ze schrijft over het Muiderpoortstation (“treinreiziger wist je je bestemming – wist je wat je te wachten stond..”) , over 4 mei herdenkingen ook op IJburg. en ze schrijft een ode op Nasser – vrijwilliger bij de Flexbieb:
 
(…)
Jij leert onze taal
maar door jou leren wij blijmoedig
het leven te dragen
zoals het komt en gaat

Je respecteert ons, oudere vrouwen
en ziet achter ieder van ons
het gelaat van je moeder,
daar in het verre, gepijnigde Jemen.
 
 
deze bundel poëzie gaat over ons bestaan – over ‘komen en gaan’ –  over de zin van het bestaan. en over ‘de grote rode zon’ die zich schaamt voor alles wat de mens de aarde aandoet.
Op haar site https://www.joycehes.nl/wp/home/ krijgen we een compleet beeld van deze dichter – middels wekelijkse columns en blogs, middels lezingen, essays, onderzoeksverslagen etc.  etc. – Een beeld dat ze ons daar biedt in door haar kenmerkende volop uitgeschreven kritische bewoordingen van de mens(heid), van de man, van de stad, van de natuur, van het (vrouwen)recht, van de verandering en de diversiteit, van het leven in ons tijdperk kortom.

In deze prachtbundel OP DE SCHOP – (gericht op een mooiere en betere wereld voor ons allemaal) bewandelen we met de dichter dit  leven in een steeds maar weer veranderend landschap  – maar dan voor ons lezers beschreven in verfijnde poëtische vorm. Zo wandelen we mee met een dichter die echt wel weet dat ze de wereld niet kan redden noch met pöezie noch met proza  – ‘een bij voorbaat onmogelijke opdracht’ – maar wel met een dichter die zich verzet tegen vastgeroeste dogma’s en aanpak, die de medemens als subject wenst te ontmoeten  en niet als object wegzet. In een bundel waarin dichter in fictie en in non fictie thema’s als liefde, emoties, verandering en het onverwoestbare verlangen naar een betere en mooiere wereld voor kinderen en kleinkinderen en niet te vergeten voor haar in poëzie bezongen hondje – niet uit de weg gaat.
De presentatie op IJburg op die prachtlocatie  in de FACTORIJ – Pampuslaan 11 – sloot ik af met een vraag aan het publiek – mag ik deze bundel van Joyce Hes OP DE SCHOP u aanbevelen – en ik sprak:
 
wat is het toch dat deze stem – haar stem
ongeacht welk woord van elk woord
weer warmte maakt

echt mooi
hoeft niet beschreven
is in zich mooi geweten en gekend

U weet nu het antwoord!
de bundel is bij Joyce Hes te bestellen – ik dacht voor een tientje. joycehes@dds.nl
 

pom wolff – www.pomgedichten.nl
januari 2023

Share This:

Merik van der Torren bij het heengaan van een buurtgenoot

Hoi Pom,
 Het heengaan van een buurtgenoot bracht me tot  dit tekstje. Voor pomgedichten, groet, Merik


Kraaien

Hoor ze krassen in de boom voor mijn venster.
Zie de gerafelde zwarte vleugels wieken.
Kijk, en die blondine loopt langs met haar oude hond,
strooit snoepjes naar ze.
Ze krassen en leiden haar man in memoriam,

die zo aardig was, 
die krullenbol.


8 januari 2023
Merik van der Torren

Share This:

Ien Verrips op wacht


al die tijd van wachten
in de rij bij de supermarkt
op de trein vertraagd
nu al weet je dat die overvol zal zijn
op de uitslag van je rijexamen
en op jou vooral op jou
daarna op al die andere jou-en
totdat je het weet of denkt te weten
op de geboorte van het kind
het telefoontje dat je komen moet
omdat het afloopt met je moeder
het wachten op de uitslag
waarvan je hoopt dat jij
nog niet aan de beurt bent
liever nog wat wachten.



dec. 2022 Ien Verrips

Share This:

PETER BERGER: “Ik ga voor een dikvette rooie poon die door het blauwbekkende meisje, na het beest eerst bibberend te hebben afgewogen, met stramme vingers overdreven keurig wordt ingepakt…”


Zaterdag. Marktdag. Maar het is stil op de Nieuwe Rijn. Druilerig stil. Bij de visboer zelfs staat geen rij. Ondertussen voel ik de regen me ijskoud op het lijf plakken. Compleet doorweekt. Binnen een minuut of twee. Zonder jas weliswaar; helemaal niet slim, maar toch – heel eventjes dacht ik. Pijpenstelen. Ik ga voor een dikvette rooie poon die door het blauwbekkende meisje, na het beest eerst bibberend te hebben afgewogen, met stramme vingers overdreven keurig wordt ingepakt. Ik verheug me. Heerlijk met romige witte wijnsaus. Uit de oven. In de ruwstalen braadpan kan ook. Naturel op het vuur. In boter gebakken.

¨Anders nog iets?¨ Ik twijfel. Twee oesters? Drie misschien? Een opgeprikte dame klaagt dat de sashimi vorige week niet goed was bevallen en eist genoegdoening. Klaagzang. Het is zo’n type die je in de Appie met d´r volgestouwde kar bij de kassa het vel van hielen rijdt. Geen zin om het geneuzel nog verder aan te moeten horen, betaal ik contactloos en loop gniffelend richting Koornbrug waar het vorige week op de drijvende ijsbaan nog een drukte van jewelste was. Vallen en opstaan. Geen vertier vandaag. Geen ziel te bekennen. Ook hier niet. Niks dan natheid. De ijsbaan afgebroken. Ik scharrel nog een rondje langs de overkant voor haricots verts, shiitake en een rijpe avocado om even later de voordeur achter me dicht te trekken. Ik hoor de dame met klik klakkende hakken op de glad geworden klinkers parmantig voorbij tippelen. Voldaan. Ach ja. Het is maar waar je blij van wordt. Hoog tijd voor een warme douche. Morgen is de hemel blauw. 

Peter Berger

Share This:

IEN VERRIPS wint de enige echte virtuele – en toch was het mooi dat jij me zag – muziek opzette en met me danste – trofee op pomgedichten punt nl – vrij naar de foto van lisan lauvenberg dansend met wil bremers.

ik geloof dat we deze week de gouden eer toch aan IEN VERRIPS moeten laten – niet omdat zij oma heeft mogen worden deze week maar omdat dichter ondanks de drukke dagen in staat is geweest in zeven regels 2 levens te schetsen van leven door de jaren heen. op de een of andere manier weet Ien altijd het particuliere in een breder meer algemeen kader te plaatsen. en dat is toch een kenmerk van goede poëzie. dat je niet denkt – ach kind we hebben niet allemaal op dit moment 12 centimeter ontsluiting – dus beschrijf asjeblieft niet de laatste 8 centimeter – neen – als ien van een gedicht bevalt bevalt het gedicht iedereen. bij wijze van spreken. GOUD voor Ien van harte!


als je me met je milde ogen streelt
me zachtjes kust
de woorden fluistert van weleer
wie of we waren toen en altijd zouden zijn 
toen lust nog hoogtij vierde
en wij geloofden dat wij
de uitzondering zouden zijn


Ien Verrips

die regel in het midden met dat zo merkwaardige woordje OF erin –
wie of we waren toen en altijd zouden zijn 

merkwaardig in de zin van iets van mysterie inhoudend in een verder absoluut gedicht – absoluut in de zin van compleet en niet te overtreffen meer. je mag een dichter zo een gedicht daarom niet toewensen. maar ach Ien wel – volgende week schrijft ze gewoon weer even mooi. wie of ze ook was toen en altijd zou zijn.
  • Frans Terken – in dagen van volle zon
  • Etwin Grootscholten – of jij nog…
  • Ien Verrips – dat wij de uitzondering zouden zijn
  • Rik van Boeckel -de dagen zijn voorbij
  • Geraldina Bankcaenen – En toch het was mooi
  • Rob Mientjes – even verdrinken in elkaar
  • Anke Labrie – samen zo de hemel in
wie wint de enige echte virtuele – en toch was het mooi dat jij me zag
muziek opzette en met me danste – trofee op pomgedichten punt nl – vrij naar de foto van lisan dansend met wil.
 dit prachtige uitgelaten en inspirerend blij levensmoment vastgelegd door de fotograaf is deze week de inspiratie – het thema hier op de pom – natuurlijk ook de herinnering aan lisan – haar levenslust en de liefde tussen mensen – er is zoveel – er was zoveel – om over te dichten – DE DAT JIJ MIJ ZAG TROFEE deze week op de pom – u kent de regels:
gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

je denkt een arm om je heen
maar je weet het nooit

met die armen

nu hij er niet meer is
je zijn zwijgen niet meer hoort
je je eigen adem haalt

het was toch mooi

dat hij je zag
muziek opzette en met je danste

 

pom wolff
Dag Pom, 

Mooi om Lisan en Wil zo weer te zien, met gemengde gevoelens, van gemis dat blijft.
Altijd in gedachten, en poëzie.
Warme groet, 
Frans


Dagen van dansen

Hoe wij op het strand
de zon wilden vangen
met de gloed van onze ogen

een gat in de wolken
zou welkom zijn
als de arm die ik je reikte

dachten we dat er muziek in zat
dansen onder dat ene sprankje
dat ons even gegund was

het warmde onze voeten 
we draaiden rond in het zand
klopten zo de hartslag op

wilden niet zien wat ons wachtte
in dagen van volle zon


© FT 14.01.2023

ergens toch ook de melancholie het gedicht in geschreven – van hoe het was en toch niet zijn kon – wat je allemaal wacht in het leven en uiteindelijk niet meer – een moment een sprankje hoop een gedicht. dat er dagen zijn van dansen maar ook jaren van niet meer.
PERSPECTIEF

te lang heb ik
om een hoekje
staan kijken

of jij nog van me hield

nee natuurlijk
zag je me niet 



Hartelijke groet, 
Etwin Grootscholten 

ik neem aan dat de hartelijke groet aan de webmaster hier is haha en niet aan de beschreven persoon in het gedicht. het gedicht heeft iets jeugdigs in zich – over hoe het kan gaan bij bijvoorbeeld een eerste niet beantwoorde liefde. en hoe lang dat gevoel mee kan gaan met iemand dat het toch nog uiteindelijk na jaren in een gedicht belandt.
Dansen op het warme strand

Ze danste op jouw ritme
met liefde in bevlogen ogen

haar armen trokken jou
naar de muzikale wereld van toen

op het warme strand
keek men haar vredig aan

de dagen zijn voorbij
dat zij danste in de warmte.

Rik van Boeckel

een fotoschrift bij de foto van lisan en wil – lijkt mij – de kille constatering ook met warmte omlijst. de bevlogen ogen – mooi gezegd.


Het feest begint 
Het dansen
En toen zag jij mij

En ik dacht
We zijn een verhaal geworden
De tijd draagt hoed  en paraplu.

En toch het was mooi
   Dat je me zag
En met me danste
    wang aan wang
Zoute smaak van
Een paar tranen
die we niet aanraakten.
     Onze armen
      Om ons heen.

Geraldine Bankcaenen

Geraldine neemt de themaregels gewoon op in haar gedicht – ik zie het maar als een eerbetoon – hoewel aanhalingstekens ook best mogen hoor in deze tekst. de herinnering beschreven en wel zo dat de herinnering bij de lezer binnen komt. als een feest van angst en pijn – zoals van ostaijen het leven al eerder beschreef.
 
Hallo Pom, sweet memories to remember and to hold on.
Klinkt warempel als een mooie openingszin voor lied of vers. We blijven hunkerbunkeren jong en oud totdat we oud jong sterven.
en toch was het mooi dat zij me zag – muziek opzette en met me danste
Hier mijn bijdrage voor het thema. 
Groet, Rob Mientjes



Mijn muze mijn muziek

Bloemen tegen de muur
ijs moet nog ontdooien
knikkende knieën op vloer
zweet drupt van hoofd

schijnwerpers op haar gezicht
hart bonkend in keel
naald plugt in groef
op volle toeren los

dancing king leidt queen
discobal spiegelt en glundert
zwieren zwaaien draaien tollen
even verdrinken in elkaar

dagen dromen walsen wiegen 
nog hoeveel lentes lang
opdat het nooit ophoudt
mijn muze mijn muziek

Rob Mientjes

ja inderdaad brengt Rob ons even terug naar de discovloer met deze tekst. laatste regel en de titelregel dubbelop om te benadrukken wat het gedicht ook zonder die twee regels uitstraalt, uitglittert. je hoort de klanken van ABBA, je ziet travolta – en zij zal nu niet meer dat ranke olijfje zijn van ooit.  
Prachtige foto zoveel levenslust. Zo jammer.
Hartelijke groet,
Anke


dansen

zijn dansschool was beroemd
bij enkele ouders zelfs berucht
omdat dansen zondig was

de meisjes in een petticoat 
de jongens met een stropdas
verplicht: schoenen met leren zolen

hij leerde ons de tango en de wals  
de quickstep en de chachacha 
de rumba en de samba
en ook hoe je een meisje vroeg
hoe zij dan bevallig knikken moest

al snel gingen zijn lessen overboord
we vonden zelf het schuifelen uit
op plekken die vast zondig waren 
dansten we samen zo de hemel in

anke labrie
(15-01-2023)

de herinnering beschreven de dansscholen van weleer ook in amsterdam – ik herken ze nog in de verhalen van mijn zus – een generatie voor mij – de generatie ook van Anke – mijn generatie dook al meteen onder – ‘op zondige plekken’- haha. zoals het is moet het zijn.

Share This:

Seraphina Hassels over ‘haar vervliegend koninkrijk…’

Vertrek

In haar vervliegend koninkrijk
door levens wind uit 
haar baan gedreven
de vogelvrouw
zwaait fladderend 
een craquelé hand
wacht op vertrek

glimlacht stil 
haar moederblik streelt
zacht mijn gezicht 
een laatste ademtocht 
ze klapwiekt omhoog
lost op aan de horizon

met gevouwen vleugels
nu stil in haar schoot
maakt zij haar vogelvlucht

Seraphina Hassels

Share This:

antony oomen ‘begaan met de wereld aan de rand van de afgrond…’



Nou jij weer


Daar is zij weer. Die wrangzoute traan, die opwelt
uit kieren van wat allang verloren ging en nog altijd
begraven ligt onder een dikke laag gezelligheid


of op het station staat 


Daar is zij weer, die ene traan heel even bevend
begaan met de wereld aan de rand van de afgrond
Weergaloze woestenij, ook op dit perron


ook op dit troosteloze podium


Verdriet zo groot dat één traan volstaat
voor deze kniezende ziel – een zielentraan
Daar is zij weer. Bitser dan eerder, dan ooit


wachtend op de vroegste trein


dringt daar eindelijk door: de traan is de reiziger
jij bent haar bagage. Het is de traan die jou voortstuwt
Niet andersom. Nou jij weer.



Antony Oomen
9.I/2023 
Amsterdam 


Share This:

VON SOLO aan het begin van een nieuw tijdperk: ‘Het ‘wij’-gevoel heeft het individualisme overwonnen…’

een werkelijk briljante duiding van onze von – hoe de werkelijkheid zou kunnen zijn – von over de mensheid: ‘…een dergelijk cruciaal moment, de mensheid heeft bewust de teugels gewend en heeft zich afgekeerd van het dolce far niente en de individuele vrijheid…’- hahaha

Een openbaring.

Onze mooiste tijd staat er als mensheid aan te komen. Een tijd triomfen. De grote sprong voorwaarts is nakend. Voor het eerst in de historie staan we op het punt, dat we het tij gaan keren en onze beschaving niet ten onder laten gaan in kansloze decadentie en perversie. Wij zullen geen tweede Egypte of Rome worden. Wij zullen het verschil gaan maken en ons niet laten verleiden tot grenzeloos hedonisme. Voor ons geen boter en spek meer. Maar staal en wapens! Strijd en overwinning. Op ons zelf en de hele geschiedenis. De lessen zijn geleerd. En de regels van het nieuwe spel gemaakt.

Nog nooit zijn er zoveel mensen geweest, die in de ochtend of de avond gingen joggen. De sportscholen zijn nog nooit zo druk geweest. Crossfit is geen prestatie meer, het is de norm geworden. Net zoals vegetarisch eten en het vermijden van junkfood. Ons lichaam moet een fitte vechtmachine zijn, die in staat is bevelen op te volgen als ze gegeven worden en prestaties te kunnen leveren, die bijdragen aan de totale zegen op het slechte verleden. Het is nog niet eerder voorgekomen, dat op een dergelijk cruciaal moment, de mensheid bewust de teugels heeft gewend en zich afgekeerd heeft van het dolce far niente en de individuele vrijheid. De eensgezindheid is nog niet eerder zo groot geweest. Goed en kwaad heeft nimmer zo een duiding gekend die zo algemeen gedragen werd. Het ‘wij’-gevoel heeft het individualisme overwonnen. 

Uiteraard zijn er nog een leger adepten van het oude denken, die dit niet zullen onderschrijven, maar zij roeien op het gemak zichzelf met hun slechte gewoonten uit. En de gezondheidszorg zoals uit de tijd van de grote zonden, te weten vraatzucht, roken en weinig bewegen, zal er niet meer zijn om hen de helpende hand toe te steken. Die hand ben je zelf en als je het niet goed aanpakt trek je aan het kortste eind.

Ook seks behoort in zijn huidige vorm tot het verleden. Het pornografische, zelfgerichte genieten zal worden vervangen door het hogere doel. Te weten, voortplanting. Want een gezond volk, brengt een gezond nageslacht voort, dat de waarden kan verdedigen en uitbouwen. Waar seks eerst nog op een voetstuk werd geplaatst als bekroning van de liefde, zal het zijn plek in de regionen van de lagere lusten weer gaan moeten innemen als functionele daad.  En haar waardering weer moeten oogsten als middel om de toekomst te verzekeren.

Ik ben blij, dat ik het begin van dit tijdperk mag aanschouwen. De schellen zijn van mijn ogen gevallen. Ik heb altijd gedacht, dat het niet anders kon en dat we ons steeds meer zouden blijven verliezen in feesten, zuipen, dichten, paren en improductiviteit. Dat alles naar de kloten zou lopen. Maar het is anders gebleken. De tekenen van de totaaltoekomst zijn niet meer te ontkennen. Mijn kinderen zullen in de strijd om de planeet gaan bijdragen aan de gezonde groei van het menselijk ras. En zo tevens gaan bijdragen aan de rechtvaardigheid, die wij als collectief van elkander mogen verlangen. 

De volgende stap in de evolutie is ophanden. De inkijk in de nieuwe mens krijg ik nu bijna dagelijks. Zelf zal ik het niet meer worden, maar de nieuwe mens zal mijn verdwijnen nog gadeslaan. De namen uitwissen van alles wat tot het verleden behoort. De schuld van oude religie afschudden. Een ark van Noach zal niet meer nodig zijn. De nieuwe mens zal zorgen de laatste soort te zijn die overblijft. Ze zal het enige gerechte nieuwe begin zijn. God heeft zichzelf terug gevonden.

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

Merik van der Torrens gedachten bij een boterham


Overdenking

Bestaat het woord “boterham” wel buiten Nederland ?

“”Do you like a butter-ham with cheese?”

“Voulez-vous mangere un beurre-jambon au confiture de fraise?”

“Was fressen Sie da ? Ein Butter-Schinken mit Spiegelei ?”

Ik denk dat de Engelsman, de Fransman of de Duitser
je met open mond zouden aanstaren.

Nee, het woord “boterham” bestaat uitsluitend in het Nederlands.

“Sandwich” is iets anders,
om van de Surinaamse “Bara” maar te zwijgen.


Merik van der Torren

https://www.nu.nl/economie/6246382/eten-en-drinken-wordt-de-komende-maanden-nog-duurder.html

Share This: