Martin Berghoef – Oud werk. Dat is alsof je iemand vraagt naar zijn schoonste litteken. 



Black ball

Pom kom ik meestal tegen op het verjaardagsfeestje van Vera. Of vroeger op
poetryslams, waar ik halverwege koos voor de bar. Die zweeg tenminste. Het was een periode, laat ik het zo zeggen. Nu vroeg hij of ik iets wilde insturen. Oud werk mocht ook. Oud werk. Dat is alsof je iemand vraagt naar zijn schoonste litteken. 


Ik had niks klaar. Of af. Zoals zo vaak. Alleen een mobiele kladblok vol losse flodders en één zin die dacht dat hij een gedicht was. Een zin over hoe de liefde soms op een maandag verdwijnt met je laatste koffie zonder suiker. En een half gedicht waarin ik een bankje in Wellen de schuld geef van alles wat fout is gegaan. Maar niks wat af was. Laat staan clean.


En toch zei ik ja. Zoals je ja zegt tegen een glas dat je eigenlijk niet wou. Omdat je het al in je hand hebt. 


Ik heb niet de neiging mezelf uit te leggen, maar het zit zo: ik heb een dochter die ik al jaren niet meer heb gezien. Ze is inmiddels 12. En sindsdien is de wereld niet meer wat ze was. Op de manier zoals wanneer je een deur uit een kamer sloopt.


Soms denk ik echt niet aan haar. Ik werk, ik vloek, ik schrijf misschien iets. En dan ineens, boem, hangt ze in een geur. In de stem van een meisje op straat. In een tekening die mijn hond kapot heeft gekauwd, alsof hij wist dat het belangrijk was. Hij heet niet voor niets Chewie.


Ik zit te kijken naar snooker op de BBC. Ronnie O’Sullivan heeft een nieuwe keu, maar zegt: “Het ligt niet aan de keu, het ligt aan mij.” En ik geloof hem meteen.


En dan ben ik nergens. Niet op een mooie, poëtische manier. Gewoon nergens. Hongerig. Dronken. Uitgezet. Alsof het leven zegt: nu even niet, dwaas.


Herinneringen zijn gewoon een fucking bitch. Ze laten je klaarkomen op de raarste momenten. Genot dat stiekem spijt blijkt te zijn. En terwijl jij daar nog ligt te trillen, heeft zij zich al afgeveegd met de hoek van je verleden, zegt: “Ik heb meer te doen.” En vertrekt. Zonder jas.


Je stuurt iets in, of je laat het. Simpel.
En Ronnie stoot. Niet om te raken, maar om te blijven spelen.


Dit is mijn stoot. Mijn mist. Mijn litteken. Mijn tafel. Bijna clean.



Martin Berghoef

Share This:

Mirjam Al rondt de aarde

www.pomgedichten.nl heeft het exclusieve recht gekregen om 65 teksten van Miriam Al tweewekelijks op de woensdag te publiceren – dat gaan we doen! de teksten zijn door haar helaas overleden vriend Merik van der Torren nog net voor zijn dood uitgetypt en van een nummer voorzien én in een blauw mapje gedaan. vandaag tekst nummer 35 – dank je wel Merik – dank je wel Mirjam Al.

Share This:

Ien Verrips vanuit ROME – pasen, jubeljaar en dode waar voor haar geld

Share This:

Rob Mientjes – de waarheid over het hert en de giraf



Fabel van het hert en de giraf
 
Het is alweer zo lang geleden
dat er fabels zijn geschreven
de vos, de raaf, de mier, de krekel
ze kwamen allen aan de beurt
maar over het hert en de giraf
heeft nog niemand ooit verhaald
 
moraal vooraan een dapper pogen
geen zedenschets maar waarheid tonen
fier als een boom staat een hert te wezen
in kracht en veerkracht
omringd door liefde en geluk
hij knipoogt en blaast stoom
natuur dat doet zo goed
 
maar ergens boven in het hert
fluit en roept een giraf plots vanuit gewei
‘het voorjaar maakt zo sloom’
en toch de tijd die vliet voorbij
majestueus hoog op de poten
kijkt giraf geaard vooruit, overziet en droomt
legt zijn oor ten luister naar wolkgefluister
 
zelfvernieuwing en transformatie
een verschijnen puur natuur
samen zijn is toch uniek
uit hetzelfde hout gesneden, van goede komaf
het trotse hert en de elegante giraf


Rob Mientjes

Share This:

Martin Berghoef en Max Lerou winnen de enige echte virtuele – en aan welk gedicht van U mogen wij eeuwigheidswaarde hechten – de eeuwigheidswaarde trofee op pomgedichten.nl – Cartouche zilver en Anke Labri brons

pomgedichten wenst u allereerst fijne paasdagen. alle poëziekanonnen ongeveer op een paar na hebben ingestuurd – vanwege kleinkids bezoek hier – die staan om zes uur in de paasochtend aan! – sluit de zondagochtendwedstrijd ietsje vroeger. dank aan alle inzenders – prachtige poëzie deze eerste paasdag. Cartouche sleept altijd het MAXIMALE uit de poëzie – max lerou en martin Berghoef het MINIMALE – maar dat dan tot in de perfectie – tot in de eeuwigheid zullen we maar zeggen en dan hebben we ook nog een geweldige afsluiter in de bijsluiter van Anke Labrie. ik geloof wel dat ik met de voorgaande analyse de eremetaal winnaars op een rij heb staan. nu nog even de volgorde. Martin Berghoef en Max Lerou goud – Cartouche zilver en Anke brons voor de bijsluiter. onder de gedichten leest u de verantwoording.
laat maar liggen


geen gek weet
waar die steen vandaan kwam


hij ligt
tussen wat weg mocht


niemand raapt hem
niemand gooit hem weg


ik niet
het kind niet

Martin Berghoef

Berghoef maximaliseert het minimalisme. je moet er van houden – ik houd er al een eeuwigheid van. wie zo kan dichten – wie zo durft te dichten wint hier eremetaal.



 
en toch scheen de zon
 
maar wat voor weer
het gisteren was
in de residentie
 
brokken ijs zo groot
als koelkasten
vielen uit de lucht
even dacht ik
dat het koelkasten waren
 
in minder dan een minuut
smeltwater tot de tweede verdieping
het bleek een verstopte goot
er stak een been uit
 
ml

ik houd van minimalisme. dit is een gedicht waarbij de lezer alle emoties die zo in de wereld rondwaren kan oproepen. en dan dat been haha.



de onderbuik, je gevoel volgen
voor passie gaan, het enige ware, ja ja
en voor altijd jong – denk je je te zijn
tot je bij zinnen komt, het niet meer
horen kunt, dat woord – passie

dit samengaan
van lijden en verlangen, proeven
van het zuur en zoet, de smaak van bloed
amechtig zoeken naar jezelf, het vrezen
van ‘ik raak mezelf kwijt’ en – prevelen

dat de zon geelt en niet bleekt
avond rood valt in plaats van dood
kleren aan, kleren uit, retebloot de huid
in plaats van gewoon, rustig aan en door
dan breekt het lijntje later, nooit of ooit

eeuwig zonde, als je dit pas ziet
in het licht van duizend jaren rijk
wonden als golvingen in de tijd
die ons blindelings draagt in al
ons zijn en niet zijn

20-04-2025 / Cartouche

een wijze levensles met het nodige cynisme hier als paasbroodje geserveerd door het poëtisch kanon van pomgedichten – dat we weten waar we aan toe zijn en wat ons nog te wachten staat – heerliojk stichtelijke poëzie op een eerste paasdag. én met prachtige regels:
‘de tijd
die ons blindelings draagt in al
ons zijn en niet zijn’- waar vind je die nog? – ongeveer elke week hier te pom – dankjewel Cartouche
Ha Pom,

Tja, die eeuwigheid. Zo’n groot begrip. Om  daar een gedichtje van te smeden…
En dan ook nog nu pas de geest én nog een deadline ook.
Een eerste poging dan toch maar.
Fijne paasdagen gewenst voor jullie,
Hartelijke groet,
Anke



eeuwigheid

dat niets
voor eeuwig is
ook al lijkt het vaak van wel
kan een bron zijn van geluk

dat niets 
voor eeuwig is
ook al lijkt het vaak van wel
kan ook een bron zijn verdriet

moeilijk te bevatten 
voor mensen van een dag
die eeuwigheid

anke labrie
19-04-2025

de topregel zit in de bijsluiter – goed voor een luide lach hier op de vroege ochtend van eerste paasdag: eeuwigheid wordt gevraagd maar wel met een deadline. de beste kleurrijkebijsluiter die ik de afgelopen jaren las. – waarbij voor een keer de poëzie mag verbleken. fijne paasdagen Anke.
  • Rik van Boeckel – achter elke einder heerst de toekomst
  • Frans Terken – in het haagse heden ten dage
  • Max Lerou – en toch scheen de zon
  • Vera van der Horst – alleen dit…
  • Rob Mientjes – van God los
  • Luk Paard – dat’et mag van’n eeuwigheid zijn
  • Cartouche – de tijd die ons blindelings draagt in al ons zijn en niet zijn
  • Martin Berghoef – waar die steen vandaan kwam
  • Anke Labrie – eeuwigheid met een deadline
wie wint de enige echte virtuele – en aan welk gedicht van U mogen wij eeuwigheidswaarde hechten? – de eeuwigheidswaarde trofee op pomgedichten.nl
 
de noordhollandse dichter Paul Roelofsen schreef een gedicht met eeuwigheidswaarde – nu bent u aan de beurt – aan welk gedicht van U hecht u eeuwigheidswaarde  –  dat gedicht lezen we zo graag hier in de zondagochtendwedstrijd die geen wedstrijd is – u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

die eeuwigheid is geen eeuwigheid

die eeuwige professor scherder
die van god naar her rent in de VU
en zo de dood hoopt voor te blijven

en die van zijn eigen doodsangsten een verdienmodel heeft gemaakt
nooit mag je van de professor even zitten
van een wijntje ga je dood of krijg je uitslag

‘Die Eeuwigheid Van Meneer De Proverser Is Geen Eeuwigheid’
schrijft u dat maar rustig op mijnheer wolllufszoon
appte Gerard Reve zojuist uit de zevende hemel

pom wolff


Universele waarde van de eeuwigheid

De tijd gaat voorbij
de tijd verdwijnt in de eeuwigheid
waar mensen leven
waar mensen feesten 
waar wolken huilen 
en lichamen sterven
zo de dromende ziel verwerven
om in herinnering of eerbetoon op te gaan
in universele waarde te blijven bestaan

de horizon van de dood
eeuwig integreren
gaat nimmer voorbij
achter elke einder heerst de toekomst
van de volgende jaren 
nu de vorige eeuwen tijdlang geschiedenis schrijven.

Rik van Boeckel
18 april 2025

vandaag stond de filosoof een beetje op in Rik van Boeckel, rik de wereld reiziger uitgenodigd op een bijzonder festival ik dacht bij onze vrienden in Marokko – alwaar hij ongetwijfeld de ritmes in klank en woord zal doen uitdragen alsof hij ze uit de eeuwigheid heeft geplukt. – die prachtregel – ‘achter elke einder heerst de toekomst” verdient een universele  prachtsong.

Dag Pom,  
Eeuwigheidswaarde, dat wil je toch niet hopen voor de prutsers in de Hofstad.
Op Goede Vrijdag en met de Paasdagen in hun vooruitzicht zie ik dat graag anders.
Eeuwig weekend dan toch! 
Groet weer, 
Frans


Van eeuwigheid tot amen


Dat het weer van alle eeuwigheid
tot amen gaat met de prutsers
in het het haagse heden ten dage

staan ze in hun hemd hoogtij te verkopen
terwijl ieder de broek op de enkels zakt
de schijt is amper op te houden

als ratten lopen ze in het rad voor ogen
kloppen een deuk in hun borst en 
verwachten bijval voor hun afval

alles is dood in de pot
de stank die er vanaf walmt
valt niet eens in blokken te hakken

die koppen elk aan een kruis of 
op het hakblok dat dan weer wel


© FT 18.04.2025 

toen frans dit hekeldicht schreef was omzigt nog niet weg. ik heb het vermoeden dat dichter hier pieter omzigt het laatste zetje heeft gegeven de afgrond van de burnout in. om niet meer terug te keren bij de hoge dames en heren van de huidige regering. (geen ‘bijval voor hun afval’ aldus dichter Terken treffend.) misschien had pieter dat ook ietsje eerder kunnen bedenken.





stilstand

Er is een uur dat nergens bij hoort,
als het licht zich terugtrekt
uit de dingen.

Geen stem, geen schaduw
die een grens wil trekken,
ik zit en adem,
alsof ik het vergeten ben
hoe lang geleden ik begon.

En alles buiten mij lijkt even binnen,
alsof het wil rusten in mijn blik
er is geen doel, er is geen einde.

Alleen dit:
de tijd die even op mij leunt
en niets van mij verlangt


Vera van der Horst

ja hoor deze mag er zijn – een gevoelsstemming – we kunnen niet van leegte spreken – alles van buiten komt binnen. maar zonder doel of reden de dag door, het uur in, dan is het wel goed uitrusten.
Dag Pom,
Laat ik er eens een Paashaiku van maken. Over gemakzucht gesproken … zeggen velen dan …
Groet, Rob



Van God los

Van Jesus God los
hoor ik klokken hard luiden
en zie de klepel

Rob Mientjes

lekker kort gehouden hoor. jeanine hoedemakers zal trots op je zijn.
voor de zondag van pom wolff en wij die de wedstrijd doen die geen wedstrijd is maar’n zondag….en hoe mooi is’et as’et van de liefde is van de liefde dat je zegt’k hou van jou tot de maan en terug…’et mag van’n eeuwigheid zijn

“ tot de maan en terug “

hoe had’k kunne denke
dat’n woord zo zacht
stilletjes dansend
as’n luchtbel

jouw naam dragend
as’n stille wenk
om meer

in vele kleure door de zon
zo naar de held’re lentelucht
en ik met vragende kijkers
zoas’n kind blij

zo schrijf ik in’n droom
voor elke dag dat’k
van jou hou

‘et liefst nog met m’n hart
tot aan’et jouwe
naar de maan
en terug

dat’et mag van’n eeuwigheid zijn

© luk paard

een liefdesgedicht – zolang er mensen zijn zal er liefde zijn – altijd weer de liefde. het eeuwige liedje. zoals het moet zijn zo schrijft de dichter de liefde de mensheid in – schrijft de dichter de mensheid voor – het beste medicijn tegen alle slechtheid om ons heen.

Share This:

uit het archief van pomgedichten 2 – Paul Roelofsen met een hoofd

zie hier de archiefkast van de site pomgedichten.nl – de bovenste ijzeren plank – met leuke dingetjes, met mooie dingetjes, met rellendingetjes, kruidige dingetjes – de kast weer eens geopend op zoek naar het gedicht Putten 19 : 44 van Pandorra – haar gedicht niet in de kast gevonden wel aangeleverd door haar dochter – maar wel gevonden andere bijzondere dingetjes. zoals SCHEMERAVOND van Paul Roelofsen. niet zomaar een gedicht een gedicht met eeuwigheidswaarde.

Share This:

Von Solo en de kwetsbaarheden in het leven

Als ik terugga naar mijn jeugd, staat me van mijn vroege jaren weinig meer bij. Wat kleine vervelende ervaringen. Pesten op school, omdat je klein bent. Een aanrijding met een groot gat in mijn been. En een mislukte operatie op een intieme plek. Verder was ik op dat moment nog niets. Een jongetje, dat zaken overkwam. Die het leven zich liet overkomen. Een beetje niemand.

Rond mijn vroege pubertijd ontpopte ik me tot een soort hardrocker. De muziek sprak me aan en ik trachtte me geheel tegen de wil van mijn ouders in te kleden als een echte metalhead. Dat ging nooit helemaal zoals gewenst. En ik was in het donker ook nog eens bang voor de elpeehoezen van Iron Maiden. Uiteindelijk heb ik dat persona losgelaten, zodat ik me beter in kon passen bij de lokale hangjeugd op het dorp. Het leidde er wel toe dat mensen tot op de dag van vandaag denken, dat ik van metal muziek houd.

Bij mijn nieuwe vrienden moest ik stoer zijn. Gezien ik dat niet was en ook niet participeerde in de stoere sport van het voetbal, besloot ik me een vechtsport aan te meten. Muay Thai klonk goed en beviel me ook. Maar ik was er echter niet goed in en miste het echte vechtershart. Toen mijn schouder chronisch uit de kom bleef vliegen, was het einde van mijn vechtsport carrière bereikt. Ook deze persoonlijkheid kon ik weer vaarwelzeggen. Toen mijn zoon hier echter van hoorde, steeg ik wel in zijn aanzien.

Toen ik in Breda woonde heb ik nog een tijdje geprobeerd om op een skateboard te rijden. Maar net als bij schaatsen, ging me dat maar heel matig af. Het bijbehorende graffiti maken beheerste ik ook maar matig. Deels door gebrek aan ervaring, deels door het missen van een intrinsieke motivatie om de hele dag te zitten schetsen. In ‘het wereldje’ heb ik echter nog steeds vrienden die me als een soort fenomeen kennen. Het is raar hoe dat aan je blijft plakken. 

Toen ik eenmaal wat ging verdienen heb ik nog een fase doorgemaakt, dat ik elke dag in pak liep. Dat was naar aanleiding van een boek van Herman Brusselmans, waar een wodka drinkende mogol in zat, die er ook altijd netjes bij liep. Dat heb ik vrij lang volgehouden, tot ik me bijna dood dronk en het erbij lopen zoals ik deed en het karakter, dat ik na-aapte hun glans wel goed verloren hadden.

Op een gegeven moment ben ik als podium dichter en verhaaltjes schrijver aan de slag gegaan. Ik heb een gezin gesticht een huis gekocht en ben eindelijk dicht bij mezelf. Een heel gewone man, met een beetje afwijkende hobby. De enige twijfel die me bekruipt is, of dit wel echt is. Zijn dit niet weer gewoon weer een paar van de zovele persona’s die ik de afgelopen jaren doorlopen heb. Een toneelspeler, die er een eind op los improviseert, zonder een idee te hebben, wat de verhaallijn zou moeten zijn? Een slechte acteur, die enkel goed is in mythevorming. 

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl

Share This:

Vera Jongejan over de buurman – as blaft niet



Buurman zonnebril 
deur uit hondje in zijn hand
zet het neer in het gras 
zo moeilijk met die ribbeltjes zegt hij

schommelend 
toch aan een lange lijn
gaat het vooruit met bungelende tong
past niet in haar kop zegt hij

en hij vertelt
het andere kind is doodgegaan
had koorts en toen niets meer
werd vorige week nog gecremeerd
is nu terug in huis

maar as blaft niet
we hebben allemaal verdriet.


Vera Jongejan

Share This:

Peter Posthumus – had je maar…


Had gaan werken
toen je wakker lag
had in de duisternis
het licht gezien
had in de stilte de stemmen gehoord
die niet de jouwe waren
en uit het gemekker
de woorden gehaald
die bedoeld waren 
om op te schrijven


want je had nog nooit geschreven
schrijven deed je nu


Peter Posthumus

Share This:

Rob Mientjes over Hopper en de vergankelijkheid



Verloren aardappeleters
 
Paniek in de tent
zon schijnt te vroeg
en de beurs is gekrompen
 
economie op hol geslagen
meeuwen op de vlucht
bangelijk het personeelstekort
 
twee afhaalchinezen gestrand
rode plastic afvalbakken
keren zich tegen oost en west
 
Frituur Noordzee staat in de weg
zijn laatste frietuur is geslagen
zicht op horizon voorgoed kwijt
 
verloren zijn de aardappeleters
MacDonalds krijgt de schuld
Hopper schildert slechts vergankelijkheid


Rob Mientjes

Share This: