Rob Mientjes – alweer geen witte kerst…



Holy cow

Heilige huisjes
lekker intrappen
gewoon de koe het veld in
lievelingsdier
nieuwsgierig lief
niet dom doch slim
niks niet uitmelken
uitmesten die handel

het zou wat zijn
derde partij naast
olifanten en ezels
in alle staten
lui liggend op straat
in alle vrijheid
in portaal van hotel
washington wc

hartje winter
alweer geen witte kerst
sinds 2010
vijftien jaar geleden 
en de koe
die liet een boertje
pallieterde verder
door drek en drab
holy cow


Rob Mientjes

Share This:

3x goud – Joke Kaviaar, Vera van der Horst, Cartouche – zij winnen de enige echte virtuele – die plaats waar alles ja alles even anders was of leek – zondagochtend trofee op pomgedichten.nl

de geschiedenis, de cultuur geschiedenis en de menselijke teloorgang – prachtige thema’s gedestilleerd uit het gevraagde thema – die plaats waar alles ja alles even anders was of leek – met de tijd – het vergaan van de jaren – onlosmakelijk verbonden. drie dichters laten de jury hier in dit krakend pand te buitenveldert geen ruimte – het moet wel drie keer virtueel GOUD zijn op deze vroege zondagochtend.  dank aan alle inzenders dichters die deze week de decembermaand wel heel erg mooi maakten. ze zullen mij niet kwalijk nemen dat ik hier de zondagochtend laureaten joke kaviaar, vera van der horst en cartouche het goud omhang. van harte! onder de gedichten kunt u lezen waarom.
TERUG NAAR DE UILENBURCHT

Er huisden muizen, ratten en de zwarte kat
En wij, die de holen van de stad opzochten

Fabiola, de elfenkoningin, had er haar grot
bekleed met haar gevleugelde wonderen
Zij zelf de dichtende eenhoorn der krakers
Fluorescerend, de vlinder van de stad

Hansie-boy, punk voor het leven, zoals het pand
Bespeelde er zijn bas, een staccato springen op 
het ritme van goedkope drank en wie weet
ook het grote aanbod van coke en dope

IJsbloemen op de ramen, dekens bedekt
met knisperende kerstversiering, de lucht vol
witte wieven – schaars het water aan een enkele
kraan in de kelder, voor wie het waagde

We ruilden er gejatte vla voor een kom rijst
Dit was thuis, een matras op de vloer, een deur
als eettafel, kamperen in de kamer en de bouvier
die tussen ons in lag, in dat pand aan de gracht

Niets hebben heeft wel wat.


Joke Kaviaar, 20 december 2025

ach ja ‘Hansy-boy’ – hans kok dood gevonden in een politiecel een waar tijdsbeeld geschetst door joke kaviaar, uit de tijd van hanneke groenteman, haar spraakmakende verslag voor de zender at5 bij het oranjehuwelijk van dat mens – de moeder van die zoon nu – die we nooit gekozen hebben – hoe lang gaat dat nog door – én de krakersrellen – wellicht is de uilenburcht in de tijd een beetje later – hoe dan ook – een prachtig gedicht van binnenuit maar met hart en ziel geschreven. een document bijna dat zo door het museum/instituut van en voor de sociale geschiedenis kan worden opgenomen.

Onderweg naar hier

Het is niet de weg die buigt
 maar de tijd in ons
terwijl wij langs de oevers
 van ons weten lopen en telkens
 in een ander water kijken.

Het gras
draagt nog de deuk van wie wij waren
toch vreemd alsof jij naast mij
uit je eigen gisteren bent gestapt

Zo worden wij
in elk weerzien opnieuw geboren
vervreemd en toch vertrouwd
in dit decor waar niets beklijft
dan de verandering van ons gezicht

Vera van der Horst

prachtig werkelijk prachtig – waar hebben we deze nieuwe vasalis – aan verdiend? de woorden doen ook aan de dichter rawie denken – aan die gouden regels bij de dood van vader:

‘Wij volgen één voor één hetzelfde pad,
en worden met dezelfde maat gemeten;..’

elke strofe hier werkelijk prachtig – ik zeg topgedichten in de nacht – de ware dichters winnen vandaag, winnen in de nacht – zo willen we elke nacht wel in een tijdeloze pracht van woorden geboren worden- bij bijvoorbeeld die onvergankelijke regel hieronder – een groot kado:

‘Zo worden wij
in elk weerzien opnieuw geboren’

ach de tijd

dat er nog godinnen waren
om mee te slapen, bh’s niet te dragen
verbeelding schaduw liet werpen over
het bestaande en lijnen gedeconstrueerd
niet naar één punt maar in het oneindige liepen

de wereld als openbare vervoering
schouwtoneel zonder onderliggend plan
op vlagen van gezamenlijkheid stond
en elke hoogheid voor de val

met handen vol meimadelieven
in het blazen van zonnewind
zweefden we op kussen
en vleugels van was

zonder weet waarheen en
waar gebleven ben je, mijn lieve
nimwegen, jouw stuwwal je geest
mijn reden van bestaan – want

loslaten kan ik je niet

21-12-2025 / Cartouche

marieke zal het weten – een meer filosofische en zeker ook cultuur historische benadering door cartouche van het vergaan van de jaren, ovr de beleving, ook hier een tijdsbeeld op een wel heel bijzondere wijze beschreven, met historische, politieke en alledaagse maar ook lieflijke en menselijke elementen – als bh’s en meimadelieven en de geliefde die een leven lang meegaat. het wordt steeds moeilijker deze week om het goud aan een iemand toe te wijzen.
  • Joke kaviaar – in dat pand aan de gracht
  • Vera van der Horst -langs de oevers van ons weten
  • Anke Labrie -De blauweregen, de seringenboom, het gras
  • Cartouche – de wereld als openbare vervoering
  • Max Lerou in het haags historisch
  • Frans Terken – op het spui
  • Karlijn Groet – in amsterdam
  • Rob Mientjes – voor al dat me lief is
  • Rik van Boeckel – aan de rijsttafel
  • Vera Jongejan – in het geboortedorp
  • Elbert Gonggrijp – in de tuin
wie wint de enige echte virtuele – die plaats waar alles ja alles even anders was of leek – zondagochtend trofee op pomgedichten.nl

ach u weet vast nog wel van die ene onvergetelijke bijzondere plek waar alles anders was – wellicht de plek waar u met uw allereerste liefde de liefde genoot, wellicht de plaats waar u afscheid nam van het ouderlijk huis, of de plaats van uw geboorte, dan wel de plek waar u ter aarde stortte in volle euforie voor dit of dat, desnoods de plaats waar u uw kerstmaal gaat genieten. we lezen u zo graag en u kent de regels: gedichten niet te lang svp- tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

anders
 
ik herinner me
de kleur geel van de keuken
waar het licht anders viel
 
waar we altijd koffie dronken
de stilte een samenvatting was
het was het geel dat wachtte
 
de krant op de grond
 je trui
de briefjes die je schreef
 
nu woon ik in een kamer
waar het licht valt
zoals het hoort te vallen
 
ik kan het niet verdragen
 
pom wolff




Heimwee

De tuinderij waar hij met zijn gestaalde spieren
destijds de grond bewerkte is nu tennisbaan.
Het ouderlijk huis, gerenoveerd, is blijven staan
niet langer meer omgeven door de populieren.

De nieuwe eigenaar is aan het rentenieren.
Hij traint zijn spieren door een balletje te slaan.
De oude voortuin is ook op de schop gegaan,
van verre ruik ik al de weeë lucht van anjelieren. 

De blauweregen, de seringenboom, het gras,
het knerpend grind, mijn ouders op de witte  bank.
Vaak mocht ik bij hen zitten tot het bedtijd was.

Gouden schijn van herinnering. Valse klank
van het verleden. Heimwee komt jaren later pas.
In dat licht bezien gaat elke vergelijking mank.


Anke Labrie

de herinneringen hier beschreven – geselecteerd en uit het leven gegrepen – best wel moeilijk uit het vele – op een aansprekende manier neemt dichter ons mee – hoe het was in dat ouderlijk huis -met overwegend lieflijke kleine dingen die werden meegenomen – net nog even voor het naar bed gaan bij je ouders mogen zitten op die witte bank.
en dat alles voorbij gaat. ook de nieuwe eigenaar.

mijn affiche Stoned Free in Haags Historisch. 
daarbij past de eerste strofe van hieronder.
ach 1 november 1975.
 
 
paard van troje – 1975
 
ondergronds ontkiemt
de smaak van de winterrevolutie
gestampte pot voor schoft en schooier

boven de dampkring
vliegen nonnen mee
op de rug van pegasus

en op de dansvloer
kikkervisjes die trots
hun eerste beentjes tonen
 
ml

de plaats die anders was – dichter Lerou voor even in gedachten terug op de vrijplaatsen die het jaar 1975 kenmerkten. je was erbij en zo niet miste je de plaatsen  die voor altijd in de geschiedenis geschreven zullen staan. er werd volop geleefd en een van de meest  levenslustigen zien we hier voor de foto’s aan de muur afgebeeld. ( een halve eeuw later)

 

Nacht

Waarin licht oploste in een duistere blik
van voorbijgangers die vervaagden
tot dansende silhouetten

als nachtdieren uit hun holen gekropen
spiedden zij rond naar stiekem vertier
weefden een web van schaduwen
boven golvende grond

een spiegeling op vuile glinsterstenen
ongenode gasten in een disco
slinks in hun driftige bewegingen
hoe zij verzet uit hun voeten stampten

de wereld belaagd als een fragiele bol
en ik die diep in een slaapzak wegkroop
achter een houten schutting op het Spui

© FT 19.12.2025

een niet helemaal toegankelijk gedicht – de jaren van vroeger beschreven – bijzondere dingen in de nachtelijke nacht – het spui amsterdam – wellicht was de rookmagiër nog in de buurt – en de jonge dichter in een slaapzak op straat – en de mensen op de straten deden niet mee aan de echte  beleving van de stad.
mijn amsterdam – de plaats waar karlijn niet zonder kan – zo lijkt het in de tekst – aan de amstel met name horen we – het lied komt wel ‘uit de gezongen tenen’ de tekst – je ziet zangeres als het ware zwoegen in het filmpje. het liedje is  beter af zonder beelden.
er is veel gebeurd aan de amstel – ‘ruzies zijn belet – vriendjes zijn  gekust en fietsen gingen verloren’ – een adequate  selectie om de geliefde stad te tekenen. knap gedaan. mooie regels ook – ‘hoe vaak ben ik in jou geboren’ – enkele gezongen regels worden wat minder verstaanbaar gebracht – door de hartstocht zullen we maar zeggen.

Am Filosofie

Filosofie ik heb je lief
mijn muze
mijn filo
maar bovenal sofie
daar ben ik dan
jij en mij
om in te wonen
te vluchten
voor al dat me lief is
bang om te houden van
ons huis
voortdurend verbouwd
en dan
die geheime kamers
in ons fundament
ach filo 
fileer me niet
laat sofie rusten
diep, diep
in mijn schoot

Rob Mientjes

het woordspel en de vergelijkingen liefdevol volgehouden tot aan het eind van het gedicht.
 

De tijd in jaren voorbij 

De tijd in Den Haag aan de rijsttafel 
van mamma Sumatra is zo divers
vlakbij Loosduinen en de Noordzee

verhuizing naar de universiteit 
van Leiden via de Hoge Rijndijk
naar de bomen aan de Oude Rijn

zo gaat de tijd in jaren voorbij
soms via Marokko en Portugal 
tijdens festivals en vakanties 

alles zo anders alleen tijdens nacht
en dageraad maar niet eenzaam 
met veel boeken en muziek. 

Rik van Boeckel 
19 December 2025

dichter maakt een reis door de tijd. ook hier den haag weer prominent geétaleerd – mamma sumatra lijkt me eerlijk en heerlijk eten. dichter verzorgt een aangename reis voor de lezer.

 Geboortedorp

hoe het overzichtelijk begon

geen auto reed nog
spel verbrekend door de straat
en de binnenplaats achter de poort
was voor oefenrondjes op de fiets
het schampen van de deuren
waarachter geheimen opgesloten lagen 
en voor het slaan van ballen tegen muren.

Daar woonde ook die vreemde vrouw
-ze sprak Duits
en zat verborgen dood te gaan
achter een hooggegroeide heg

en altijd op zondagmiddag
ging een vreemdgeboren wezen
brullend aan een ouderlijke arm voorbij
(verstoorde vaders idee van vrede)

Vera Jongejan

hoe de lieflijkheden en de lieflijke kinderspelen in het dorp toch min of meer wreed werden verstoord – door de aanwezigheid van vreemde figuren – de een vreemd geboren – de ander een vreemde dood tegemoet gaand – haha – heerlijk gedicht – het leven laat zich alleen door dichters echt vangen.


OF HET IETS ZEGT
Ode aan Rutger Kopland

Misschien zal ik evenveel aan je denken als toen – in
deze tuin, in de avond, met dat oud geworden licht,
de tijd van leven en doodgaan – alles lijkt anders,
alles wil weer precies hetzelfde.

Het is vreemd om te zien hoe alles steeds
verandert, hoe de appels en de druiven,
hoe jij een uitzicht bent op beter, op
een hoopvol later.

Maar ik ben al alleen nog voor ik het ben – tegen
het vallen van de avond in een tuin als alle andere –
nu ik deze leegte moet beamen, zelfs als ik mijzelf
hier niet meer terug kan vinden – 

Elbert Gonggrijp,
Egmond aan den Hoef,
vrijdag 19 december 2025

ik weet niet of kopland in deze tekst nog te herkennen is – het gedicht is afgemaakt  met niet afgemaakte regels – om stilte te laten vallen – om de gemoedsgesteldheid van de ik persoon kracht bij te zetten. prima!

helemaal logisch zijn de beweringen niet. het begint al met het eerste woord – misschien – is het nou ja of nee?

alles lijkt anders? maar toch een regel verder wil alles weer hetzelfde – dan lijkt het niet anders toch? dan is het anders.

ja ik wil niet zeuren maar als de regels net teveel de bocht uit vliegen – hoe mooi ze ook zijn – dan vliegen ze aan mij voorbij.

Share This:

pom wolff – waar ben je…


volkomen
 
verlangen weet je
is geen ansichtkaart met palmbomen
en een ondergaande zon
 
het is de geur van asfalt om vier uur ’s nachts
het hunkeren naar een ander soort licht
dan die van de lantaarnpaal voor je deur
 
eindelijk iemand gevonden
die het waard was
om mijn naam te vergeten
 
hier sta ik – waar ben je
vreet me op – maak me af
 
pom wolff

Share This:

INA BOT – de hele reut…

pomgedichten eert de komende vrijdagen INA BOT – we laten haar ‘godvergeten talent’ nog even spreken – wij willen haar ‘godvergeten talent’ niet vergeten.
lies sprak nog een keer over INA BOT. aan het tafeltje viel het stil – het schreeuwen voorbij:
Ina heette ze.
Ina Bot.
We speelden samen poezieliedjes, met Lisan erbij gingen we alle poeziepodia af, op zoek naar nieuwe dichters, we maakten teksten door haar godvergeten talent. We lachten, huilden, een requim, nu
Toen ze dood was, na drie pogingen:
aspirines met chocoladepudding, uitgekotst in de vroege ochtend,
met vuilniszakken de oven het gas naar haar toe laten stromen, gefabriceerde luchtslang met afplaktape, net op tijd gevonden,
en toen, de in Frankrijk gewonnen pil die godzijdank het einde voor haar in zicht bracht
Ze kon niet meer
Ik zie nog de blik in haar ogen toen ze, na de eerste poging, wakker werd en lag in een steriel ziekenhuisbed, zo ontzettend gelaten…
Toen ze weg was en verdwenen kwam er een vlinder in mijn huis. Ze dwarrelde om me heen en als ik huilde kwam ze naast me op de muur rustig zitten. Drie dagen lang bleef ze. Toen heb ik haar naar buiten gebracht.

Hangen in de namiddag

De O van de rookkring
wordt steeds groter
lost uiteindelijk op
in het alomvattende O

–O, is dat zo­–

maar je wilt zo rond dit uur
dit uur van oude prenten
geen spelbreker zijn

en zo wordt de hele reut
weer van zolder gehaald

het koper gepoetst
de brieven gelezen
de grammofoon aangeslingerd

en het geouwehoer kan
weer van vooraf aan beginnen


Ina Bot

Share This:

MartinB in het patattenkot – En toch heb ik daar veel geleerd… En dan was er Mia – Figuur om te onthouden, kop om op te schieten. Een mierenneukster van Champions League-niveau.

Multifunctioneel naar de klote

Ik begon als aardappelkeurmeester in een frietfabriek. 
Ik verzin het niet. In België als Hollander. Dat alleen al was een kleine provocatie op zich. Je werd bekeken alsof je te luid dacht, te snel, of te veel vragen stelde. Wat ook zo was, maar daar ging het totaal niet om. Soms kreeg ik het gevoel dat ik te vroeg was. Niet dat België achterliep, maar dat haast hier nog niet verplicht was.


Als keurmeester stond je op de aardappelontvangst. 
Of zoals ze daar zeiden: het patattenkot. Dat woord klopte. De fabriek was opgedeeld in vier secties: patattenkot, productiehal, inpak en koeling. Alsof het overzichtelijk was. In werkelijkheid was het een zielloos gebouw van stank, lawaai en stoom, bevolkt door mensen die mentaal al jaren met pensioen waren.


In het patattenkot begon alles. Vrachten kwamen binnen.
Chauffeurs ontkoppelden zo snel mogelijk hun trailer. Mijn blik volgde het ritme van de wielen, en ergens tussendoor gleed mijn aandacht naar Deeltje. Niet dat het iets veranderde, alleen dat ze er even was, in de stilte tussen het zand en de onmiskenbare geur van “verse” aardappelen. 


Meestal waren het Poolse chauffeurs, die er lichamelijk stonden maar met hun hoofd al bij de volgende rit. Ik moest keuren, maar ook laden en lossen, bunkers in de gaten houden en zorgen dat de aanvoer bleef lopen. Keuren 
was eigenlijk bijzaak. Je was tegelijk een extra paar handen, een noodoplossing en degene die het mocht gaan uitleggen als het compleet fout liep.


Het keuren had vaste rituelen. Vijftig aardappelen per vracht, alsof je lootjes trok bij een loterij zonder prijzen. 
Het onderwatergewicht was heilig. 
Een aardappel kon eruitzien alsof hij al twee oorlogen had meegemaakt; zolang het gewicht maar klopte mocht hij door. Daarna sneed je twintig frietjes om af te bakken en schoof je die in een apparaat dat er een foto van maakte om de kleur te checken. Frietjes op de foto. 
Alsof ze zich van hun beste kant konden laten zien.


In mijn beleving waren de monsters er vooral voor de show.
Negenennegentig procent van alle vrachten gingen toch gewoon door. Na een tijdje begon ik alles met de natte vinger in te voeren. Waarom moeite doen als niemand kijkt? Cijfers konden net zo goed ontstaan. Dat deden zij met beslissingen tenslotte. Over de boerenmaffia nog maar te zwijgen.


Als er een vracht werd afgekeurd dan was je flink de lul. 
Dan begon de administratieve processie: bellen, mailen, wachten, terugbellen, nog eens mailen omdat iemand 
“even moest overleggen”. Zo was je een tot twee uur verder. 
Tijd van jou. Nooit van hen.


Ondertussen had ik drie functies: keurmeester, messenslijper en kwaliteitscontroleur. Dat noemden ze multifunctioneel. Had je er vijf, dan was je een vlinder. 
De hoer van het bedrijf. Altijd inzetbaar. Nooit essentieel.


Als kwaliteitscontroleur moest elke scheet worden opgeschreven. Tellen, klikken, turven, invoeren. 
En als er iets niet klopte, kwam er een pipo van kantoor langs die na twee seconden zei: ‘Visueel goedgekeurd.’


Naast mezelf had ik nog nooit iemand zo efficiënt 
mijn werk zien uitwissen.


Dan was er Speedy Pietje. Een jonge voorman. Vijfentwintigduizend stappen per dag. Zenuwen in turbostand. Hij maakte dat gebaar. Met twee handen. Rapend. Ik haatte dat gebaar. Niet hem. Het gebaar. Patatten rapen: een vracht zo slecht dat ik alleen in de oververhitte productiehal aan de band stond, rotte knollen eruit te vissen, wringend langs staal en slangen, hitte en herrie permanent op de huid, gehoorbescherming ten spijt. Officieel mocht je daar maximaal twee uur staan. 
Daarna zou je worden afgelost. In theorie.


Gelukkig was er Kees. Hij leidde me op. Kees had een stadionverbod en liep ooit midden in de nacht met een opblaaspop op zijn nek door de stad. Dat soort verhalen. Wij stonden soms snuivend bij onze kluisjes, twee mannen die deden alsof ze wisten wat ze deden. Kees liet mij kennis maken met Gorki. Niet persoonlijk natuurlijk. Muzikaal. Misschien wel het meest zorgzame wat iemand daar ooit voor me deed.


En dan was er Mia, kwaliteitsmadam. Figuur om te onthouden, kop om op te schieten. Een mierenneukster van Champions League-niveau. Zij kon je in één blik duidelijk maken dat je zelfs niet geschikt was om twijfel te hebben.


Eens in de twee weken was het poetsdag. Op maandagochtend om zes uur. Zes uur lang machines afspuiten met een waterslang, in jaren-zeventig-regenkleding waarin je langzaam kookte, met een veiligheidsbril waar je geen zak door zag. Dan kwam Kikker, de poetscoördinator, uitpuilende ogen, zaklampje. Controleren. Hij vond altijd iets. Altijd.


Daarna spoten ze agressieve ontsmettingsmiddelen.
Iedereen moest de hal uit. Twintig minuten later mocht je weer naar binnen om opnieuw water te spuiten. Eén keer liep dat spul in mijn laarzen. Tweedegraads verbranding. Gratis souvenir.


Na een maand kreeg ik een vast contract. Toen voelde ik me nog gevleid. Later begreep ik dat niemand daar wilde werken. Ze hadden een kamerplant aangenomen als hij 
zijn badge kon vinden.


En toch heb ik daar veel geleerd. Dat efficiëntie altijd naar boven wijst. Dat kwaliteit een verhaal is dat al vastligt voor je het vertelt. En dat cynisme geen karaktertrek is, maar 
een logisch gevolg.


Soms eet ik nu een frietje. Vanzelfsprekend frietje oorlog.
Dan proef ik geen aardappel. Ik proef het patattenkot, 
het lawaai, het zweet, het verloren uur. Over de boerenmaffia nog maar te zwijgen. 


MartinB

Share This:

VON SOLO over vragen – over leven en de dood

POMgedichten presenteert de donderdag column:

VON SOLO, FEAR AND LOATHING IN POWEZIE LAND!!!

Openhartige openbaringen van de Jeff Koons van de vaderlandse powezie.

Gisteren liep ik door een grote fabriek voor stadsverwarming. Grote buizen. Grote afsluiters. Elektromotoren, lawaai, geknal, gezoem. En ik ineens vroeg mij af hoe de druk in het systeem gereguleerd kon worden over vele kilometers als het water er als stoom in ging en na warmteafgifte als water van zestig graden weer uit kwam. Dat leek me heel ingewikkeld. Niet te bevatten. Te ingewikkeld voor een simpele geest als de mijne. Een vraag die ik mezelf al lang niet meer wilde stellen.

 

Deel 173. Vragen

Toch stelde ik de vraag. De man van de fabriek antwoordde dat er geen stoom het systeem in ging, maar water van net onder de honderd graden. De stoom geeft via een warmtewisselaar zijn warmte af aan vloeibaar water en dat wordt in een gesloten systeem rondgepompt. Ter bevestiging zei ik daarop: ‘Oh, nou snap ik het. Er is dus helemaal geen verschil in fase aan die kant van het systeem.’ De man knikte. Ik snapte het.

Soms stop je met het stellen van vragen. Soms stop je met het stellen van vragen aan jezelf. Omdat het te ingewikkeld is. Of omdat je de antwoorden denkt te kennen en niet wil weten. En na een tijdje vergeet je de vragen. Achterin je hoofd worden ze stiekem onbeantwoord weggestopt. Om ongesteld te blijven. Gisteren stelde ik een vraag die opborrelde. Uit een tijd die ik dacht dat ik vergeten was. Het antwoord was misschien vroeger onbegrijpelijk geweest, maar was dat nu niet meer. Het voelde als wakker worden.

In de liefde stellen wij ons door ons leven heen vele vragen. Waarom houd je van iemand? Wat maakt een relatie succesvol? Is er een ware? Zal alles voor altijd duren? Vragen waarop we soms de antwoorden denken te weten op bepaalde momenten. Of vragen waar we de antwoorden liever niet op zouden weten. Zeker als alles op rolletjes loopt. Wat is er dan fijner dan zonder vragen te genieten van het geluk dat de liefde geven kan. En de onzekerheid met de vragen op te bergen in de krochten van onze geest. Net zo lang tot we de vraag vergeten zijn. Of het moment dat het antwoord er eerder is dan de vraag weer opdoemt. En we ons afvragen waar het antwoord zo ineens vandaan komt.

Zo komen we bij de dood. Waarom gaan we dood? Wat is het nut van het leven? Wanneer en hoe gaan we dood? En hoe voelen we ons daarbij? Zijn we angstig?

Ik ben in ieder geval wel bang voor de dood. Durf het leven niet los te laten. De gedachte eraan vervult me met een gevoel van onbehagen. Vergelijkbaar met het gevoel dat je hebt als je eerste liefje de verkering uitgemaakt heeft en er nooit meer liefde zal zijn. Niet zo vreemd. Dat eerste gevoel, daar groei je wel overheen, doordat er nieuwe kansen komen. Liefde komt steeds weer. Dood ga je echter maar één keer. Misschien is het ook niet de dood, misschien is het het gebrek aan durf om te leven? Vragen, vragen en nog eens vragen. Je stopt ze weg en leeft. En siddert heimelijk elke keer als de dood haar gezicht laat zien.

Toch realiseerde ik me vandaag dat wat ik ooit niet snapte, later nog steeds te vragen is. Misschien snap je dan het antwoord wel. Zo ook de liefde. Zo ook de dood. Een vraag mag altijd nog een keer gesteld worden. Misschien snap je dan vóórdat alles zo ver is het antwoord al. En is het anders dan je dacht. Of dan niet meer zo erg of zwaar als je toen dacht. Hoef je enkel te berusten, glimlachen. Zonder twijfel. En misschien zijn er geen antwoorden, dan blijven vragen ten minste open. Nooit gesloten. Zonder lijken in kasten of harten in gouden kooien of levens in kaders van weten alleen. Een vraag niet gesteld, zal je tot het einde weten te achterhalen en dat ligt niet lekker. Daarbij is géén antwoord ook een antwoord. Het is niet van belang. Het begint met vragen. Vragen is leven. Ook al heb je daar misschien niet eens om gevraagd.

 

 

VON SOLO

DICHTER, PERFORMER, COLUMNIST EN CINEAST

www.vonsolo.nl

Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

En volg VON SOLO ook op Facebook, Twitter en LinkedIn!!!

Share This:

Amber Helena Reisig bij 3 FM – serious request – heerlen 2015 – nu ambtenaar van het jaar? JA Amber Helena is ambtenaar van het jaar! van harte

onze vriendin en samen met wibo, martin, bjorn, pom, mike, martin-aart ooit deel uitmakend van onze poëzie succesformatie HONGERLIEF heeft het gered – ze is ambtenaar van het jaar! pomgedichten feliciteert Amber Helena. Zie hier het JURYRAPPORT:

Winnaar Als winnaar komt Amber-Helena Reisig naar voren. Zij is senior beleids­medewerker Aanpak Dakloosheid (EU-burgers) & Beschermd Wonen bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Haar verhaal maakt diepe indruk op de jury. Reisig gebruikt haar eigen ervaringen met dakloosheid en kwets­baarheid niet als persoonlijke anekdote, maar als professioneel kompas. In veel organisaties wordt de waarde van ervarings­deskundigheid wel onderkend, maar lukt het slechts zelden om die echt in beleid en uitvoering te verweven. Reisig vormt daarop een uitzondering. Zij verbindt de leefwereld van mensen in kwets­bare situaties met de systeemwereld van het departement, zonder dat het een het ander overschaduwt. Juist deze combinatie maakt haar uitzonderlijk: zij brengt menselijkheid in een beleidsdomein dat vaak abstract en complex is, en draagt tegelijkertijd bij aan beleid dat daadwerkelijk aansluit bij de realiteit van de mensen om wie het gaat. De jury is unaniem in de overtuiging dat zij de ambtenaar van de toekomst vertegen­woordigt: iemand die de moed heeft om open te zijn, die de taal van beleid verstaat, maar vooral de taal van de samen­leving beheerst.

amber2

 

om 4 uur vannacht werd heerlen even stil

amber helena reisig – niet lang geleden de stadsdichter van heerlen

eiste op de haar kenmerkende wijze alle aandacht op

met het volgende gedicht – klik op de plaatjes

 

amber1

 

 

 

 

HONGERLIEF

Share This:

Vera Jongejan – de palmboom groeit in mij omhoog..


Bizar zeg jij
er speelt zich een drama af op de achtergrond
en jij roept alleen zet dat geluid uit
nu is het zo stil
dat ik de denkpatronen hoor

bizar is ook
dat ik me beter kan zien
als ik bedenk dat ik een ander ben
-het is mijn laatste truc
om van mijzelf te kunnen houden

en ook
dat ik nu teveel zoete dadels eet
ik voel de palmboom groeit in mij omhoog
wil jij het vogeltje zijn
dat een liedje van liefde komt zingen
als ik je dan toewuif met mijn fijnvingerigheid?


Vera Jongejan

Share This:

Ien Verrips – bovendien een vrouw…



of het ook gevaarlijk wezen kan
vroeg hij en lachte schalks
het was een grap moest ik begrijpen
iemand die af en toe gedichtjes schrijft
bovendien een vrouw
dat is alleen maar lief
of hooguit interessant


dec. 2025 IEN VERRIPS

Share This:

Rob Mientjes – that will be the day…


Hoofdbrekens



Wakker liggen
pas je aan 
met mooie kleren
in klassieke lijn
in spijkergoed
op witte sokken
that will be the day
december nightmare


tot hoofdbrekens toe
geschikt 
in middeleeuws raamwerk
onder een verlichtte boom
maar de maag draait om
het hoofd verloren
bijna twaalf uur
je haalt het nooit


oliebollen rispen op
schuim op de lippen
een wolf die huilt
en alweer geen sneeuw
wensen doen we niets
verwensen des te meer
maar niet aan tafel
noch in supermarkt


Rob Mientjes

Share This: