moederdag, moederdag altijd weer moederdag: CARTOUCHE wint de – ‘en wat je nog wou zeggen blijft eeuwig ongezegd’- trofee op pomgedichten – Rik van Boeckel zilver

ik ontkom vandaag niet aan 2 gedichten. goud en zilver. cartouche verdient het goud – wereldregels! rik van boeckel met zijn aanstekelijk geluid zilver. van harte.




Moeder, ik mocht je niet
verzoeken zolang jij tussen ons
mij onder hoede het kwaad leerde
scheiden van het goede en zwijgen
voorhield als verfijnd trapezewerk


in de contramine zijn vond ik vroeg al
stoer, vloeken werd een tweede natuur
en kunst, hoog of laag, laat staan
leren of spreken in het openbaar
sprak me voor geen meter aan


pas nu ik je weer zie zitten, je ogen
je hand zalvend op mijn voorhoofd
aan het hoofdeind van ons stapelbed
besef ik, weet hoezeer ik je woorden-


stilte in de wind geslagen, bezoedeld heb


je uitgesproken wens onrecht gedaan
en niet meer tellen kan hoeveel
te weinig ik jou heb lief gezegd


nu alleen nog in zwart op wit
heb ik je en zal ik je bewaren



als trekzalf op de wonde


10-05-2019
Cartouche


zo kennen we Cartouche weer – en ook zoals moeders hem kende – altijd in de contramine – natuurlijk prijzen we hier zijn zelfonderzoek en zijn zelfkennis neergelegd in de 2e strofe. dat een moeder zo iets op de wereld kon zetten blijft een raadsel. maar ze heeft het goed gedaan – zij heeft bijgeschaafd waar nog net bij te schaven viel – ze heeft hem de liefde voor de kunst bijgebracht – wij houden allemaal van deze lieve moeder.


cartouche schreef 2 neeltje maria min achtige wereldregels: ‘en (ik) niet meer tellen kan hoeveel te weinig ik jou heb lief gezegd ‘- die komen aan. maar o wee – het gedicht met een regel teveel ! en dat is hier het geval: WEG MET DIE TREKZALF!!! weg met die wonde weg met die hele laatste regel. pateties en vies. dat is ie. laat dat mooie ‘bewaren’ toch de laatste regel zijn hier heer.


eigenlijk moet ie gewoon schrappen om een wereldwondertje te scheppen uit een teveel van woorden. schoonheid verdraagt geen teveel – cartouche lette niet altijd op als moeders wijze woorden sprak:


pas nu ik je weer zie zitten
aan het hoofdeind van ons stapelbed

en niet meer tellen kan hoeveel
te weinig ik jou heb lief gezegd



nu alleen nog in zwart op wit
heb ik je en zal ik je bewaren
  • Lisan Lauvenberg Ik ben dankzij jou en ondanks jou goed geworden
  • Petra Maria DE DAG WAAROVER BLOEMEN ZINGT
  • Frans Terken bij winter hopen op een warme jas
  • Cartouche hoeveel te weinig ik jou heb lief gezegd
  • Rik van Boeckel jouw stem mijn stem onze stem ze klinken door de tijden heen
  • Jako Fennek die klote calvinistische kultuur
  • Jolies Heij ben altijd bang dat je me niet ziet.

wedstrijd gesloten – alle moeders dank je wel – jullie zorgden voor de dichters en dat deze hier nu veeel later moederdag mooi maken – voor u allen – hoe u ook was of wie – dank aan alle dichters ook – een dank je wel voor deze bijzondere poëtische moederdag.

moederdag, moederdag altijd weer moederdag: wie wint de – ‘en wat je nog wou zeggen blijft eeuwig ongezegd’- trofee op pomgedichten? ach u kent de regels. we schreven eerder al over moeders – maar nu de vraag: wat bleef ongezegd? karin bloemen gaat ons voor zingt ons voor.

de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

EENZAME DODE

toch zou ik niet meteen
over je eigen kuiten beginnen 
op een begrafenis 
ze hebben namelijk eerst nog
zijn benen geamputeerd
dat ligt toch al niet zo lekker

en gevoelig bij zijn moeder
die zit niet echt te wachten op 
mededelingen over te dikke kuiten
van iemand die hem niet gekend heeft
en begrafenissen afloopt 
omdat er weer een eenzame dode te vieren is 

pw

Elk jaar een andere moederdag

De waarheid verandert met de dag.
Ik weet je aan de bar met vrienden
en dat je daar dan wel kon lachen
omdat je jong en vrolijk wilde zijn.

Je was dertig jaar, net als mijn kind nu
toen je me bijna op de cafévloer
ter wereld bracht en me wiegde
tot ik eindelijk lachen kon

om wat ooit zo bizar en wreed begon
en waar geen einde aan komt
ook al is jouw einde al verleden tijd.
Er is geen spijt over wat je vergat te geven

Ik ben dankzij jou en ondanks jou
goed geworden in overleven en leven.

Omdat jouw hart altijd ergens was en gul gaf
aan iedereen, maar niet aan die jou beminden.

©Lisan Lauvenberg
12 mei 2019

we komen nog eens wat te weten hier op de pom. moeder liet wat steekjes vallen – dat mag gememoreerd. ach moeders zijn ook mensen zullen we maar zeggen. de zachte oe in het woord moeder maakt veel goed. een mens was het – begrijpen we – met veel kanten. moeders zat graag in de kroeg – dochterlief lisan zit ook graag in de kroeg. de bekende appel viel niet ver van de bekende kroeg – of is het spreekwoord anders? dank voor de bijdrage – poëzie van het leven net als moeders.

DE DAG
WAAROVER BLOEMEN ZINGT

je mist dat zij het was
die het zag
dat er soms een stilte viel

laat het hier in godsnaam
niet stoppen
praat nu maar niet meer
alles is gezegd

bij mooi weer wapperen de
schone witte lakens
weer aan de waslijn

dan geniet je de stilte
van de dag
en weet
dat was je moeder

Petra Maria

deze beschreven moeder is dood begrijp ik. laat het niet stoppen is de verzuchting maar je draagt haar genen toch? mooi beeld van de wapperende lakens en de herinnering daarbij in de laatste strofe. blijft de vraag – aan wie gezegd wordt: ‘praat nu maar niet meer’ – eigenlijk kan die hele tweede strofe het raam uit. die dient nergens toe. eenheid zoeken we in de poëzie: de eenheid van een moeder in dit geval – de twee-eenheid met dochters woorden ook in de strofen 1-2-4.

Van het hart

Bezield naar antwoord zoeken
voor wat ik in het hoofd niet vind
het ligt als een album op tafel
hoe m’n stem het laat afweten

als ik versteend aan het graf
van moeder – naast vader – sta
waar ik tracht te doorgronden
wie me ter wereld bracht

zij die met hem van liefde
een nog te openbaren geheim
in elkaar zou steken
niet wetend wat er wachtte

de kracht van het onbestemde
of het mij te koud of te heet
zou zijn in hoogzomertijden
bij winter hopen op een warme jas

steeds een stilte als ik vragen had
geen antwoord dat me verder bracht
dan een laatste gebaar met de hand
op het hart in steen gebeiteld

FT 10.05.2019

frans verkiest de ik vorm hier vanwege het persoonlijke karakter van het thema. aan milde lichte kritiek op moeders ontkomen we niet in dit gedicht. maar mild bij een thema als dit thema is niet licht, licht juist op en benadrukt waar op gehoopt werd als kind. wat later als hoop – vergeefse hoop – steeds maar weer de kop op steekt – en ook weer in een gedicht.

Moeder, ik mocht je niet
verzoeken zolang jij tussen ons
mij onder hoede het kwaad leerde
scheiden van het goede en zwijgen
voorhield als verfijnd trapezewerk

in de contramine zijn vond ik vroeg al
stoer, vloeken werd een tweede natuur
en kunst, hoog of laag, laat staan
leren of spreken in het openbaar
sprak me voor geen meter aan

pas nu ik je weer zie zitten, je ogen
je hand zalvend op mijn voorhoofd
aan het hoofdeind van ons stapelbed
besef ik, weet hoezeer ik je woorden-

stilte in de wind geslagen, bezoedeld heb

je uitgesproken wens onrecht gedaan
en niet meer tellen kan hoeveel
te weinig ik jou heb lief gezegd

nu alleen nog in zwart op wit
heb ik je en zal ik je bewaren

als trekzalf op de wonde

10-05-2019
Cartouche

zo kennen we Cartouche weer – en ook zoals moeders hem kende – altijd in de contramine – natuurlijk prijzen we hier zijn zelfonderzoek en zijn zelfkennis neergelegd in de 2e strofe. dat een moeder zo iets op de wereld kon zetten blijft een raadsel. maar ze heeft het goed gedaan – zij heeft bijgeschaafd waar nog net bij te schaven viel – ze heeft hem de liefde voor de kunst bijgebracht – wij houden allemaal van deze lieve moeder.

cartouche schreef 2 neeltje maria min achtige wereldregels: ‘en (ik) niet meer tellen kan hoeveel te weinig ik jou heb lief gezegd ‘- die komen aan. maar o wee – het gedicht met een regel teveel ! en dat is hier het geval: WEG MET DIE TREKZALF!!! weg met die wonde weg met die hele laatste regel. pateties en vies. dat is ie. laat dat mooie ‘bewaren’ toch de laatste regel zijn hier heer.

eigenlijk moet ie gewoon schrappen om een wereldwondertje te scheppen uit een teveel van woorden. schoonheid verdraagt geen teveel – cartouche lette niet altijd op als moeders wijze woorden sprak:

pas nu ik je weer zie zitten
aan het hoofdeind van ons stapelbed

en niet meer tellen kan hoeveel
te weinig ik jou heb lief gezegd

nu alleen nog in zwart op wit
heb ik je en zal ik je bewaren

prachtig!

Dag Moederdag

Dag Moederdag
je bent voorbij
het leven uitgedaagd
na negentig jaren
is het niet te veel gevraagd

ik leg de bloemen bij het boek
dat als een grafsteen jouw leven zag
je las Allende in het Spaans
de Japanse minnaar een laatste bladzij
van hoe lezen voor mij het schrijven werd

de boekenkast geen last
met Dostojevski’s Karamazow
Slauerhoff’s Verboden Rijk
Jan Brokken’s Baltische Zielen
Indische Duinen van Van Dis
zo gaf je de literatuur aan mij mee

de Indische roots uit Kotatjani
een voorvader over de Borobudur
het zijn verhalen met een stem
jouw stem mijn stem onze stem
ze klinken door de tijden heen

dag Moederdag
dag jongen
begroet de dichter
op het ritme van de tijd
zoals hij door jou
is voortgebracht.

Rik van Boeckel 11 mei 2019

moeders heeft natuurlijk vreemd omgekeken op riks geboortedag – het kleine wicht begon meteen te percussieren – vermoeden we hier op de redaktie. brak uit moeders vliezen en sloeg zich orkestriaal de wereld in. de verpleegsters in de kraamkamer keken ook op – zo een baby zie je niet vaak. en na een paar dagen – rik voorop – marcheerde een hele stoet muzikanten het ziekenhuis uit – richting wereld, richting heelal, in een tijdloos ritmisch geheel: er is een rik  geboren schalden de mensen in de straten – een rik van boeckel – het feest is nooit meer opgehouden – we mogen hier elke week een beetje van meemaken. van dis, brokken en slauerhoff lopen mee in de stoet en alle continenten aangedaan. gelukkig ook de lage landen. en ja – deze taal is zo aanstekelijk dat we aansluiten.

vanzelfsprekend

het is die leegte, moeder
die vloek van leegte waarin ik je liet
en nooit eens bloemen
dat alpenland zo ver
en nooit het stille mompelen
van het ongezegde
dat ik van je hield
verdomme, nooit eens luid gezegd
ik hou van je
omdat die klote calvinistische kultuur
zoiets niet toeliet
van je moeder houden, vanzelfsprekend
dat hoef je niet te zeggen
dat weet ze toch wel

daarom moeder, laat het nu gezegd zijn
aan de voet van je graf
dertien jaar na je laatste ademtocht
hier, voor die banale vergeetmenietjes
ik hou nog steeds van je, moeder
en dank je voor alles

jako fennek

jako neemt het thema heel persoonlijk en heel letterlijk. dan krijgen we toch een gedicht met te weinig ruimte. meer een persoonlijke hartekreet. mag er natuurlijk zijn daar niet van – maar in de poëzie lezen we graag van –  het ieder geldende – het alles overstijgende – nee dan deed de tekstschrijver van karin bloemen dat beter: ‘‘en wat je nog wou zeggen blijft eeuwig ongezegd’ – die ene regel maakt jako’s woorden – niet voor hem maar voor de lezer – overbodig.

Ik wil het onderste uit de kan halen
ik sta bij de vertakking naar jou
ik zie een harde bolster en zachte pit
de kern is moeilijk te bereiken.

Ik sta bij de vertakking naar jou
er zijn zoveel golven en zandbanken te slechten
de kern is moeilijk te bereiken
ik heb blaren en wratten op m’n handen.

Er zijn zoveel golven en zandbanken te slechten
geef toch de richting aan
ik heb blaren en wratten op m’n handen
ben altijd bang dat je me niet ziet.

Geef toch de richting aan
ik was stuurloos als een boot zonder zeil
ben altijd bang dat je me niet ziet
daarom liet ik de haven links liggen.

Ik was stuurloos als een boot zonder zeil
ik zie een harde bolster en een zachte pit
daarom liet ik de haven links liggen
ik wil het onderste uit de kan halen.

Jolies Heij

ik houd niet van wratten. weghalen die dingen. voor mij springt in het pantoum een regel eruit: ‘ben altijd bang dat je me niet ziet…’ die is mooi en komt aan. wel fijn dat we met deze pomtoum een keer van de steeds maar weer zich herhalende  twee regels manie af zijn.

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Doe mee met de conversatie

2 reacties

  1. DE DAG
    WAAROVER BLOEMEN ZINGT

    je mist dat zij het was
    die het zag
    dat er soms een stilte viel

    laat het hier in godsnaam
    niet stoppen
    praat nu maar niet meer
    alles is gezegd

    bij mooi weer wapperen de
    schone witte lakens
    weer aan de waslijn

    dan geniet je de stilte
    van de dag
    en weet
    dat was je moeder

    Petra Maria

  2. Van het hart

    Bezield naar antwoord zoeken
    voor wat ik in het hoofd niet vind
    het ligt als een album op tafel
    hoe m’n stem het laat afweten

    als ik versteend aan het graf
    van moeder – naast vader – sta
    waar ik tracht te doorgronden
    wie me ter wereld bracht

    zij die met hem van liefde
    een nog te openbaren geheim
    in elkaar zou steken
    niet wetend wat er wachtte

    de kracht van het onbestemde
    of het mij te koud of te heet
    zou zijn in hoogzomertijden
    bij winter hopen op een warme jas

    steeds een stilte als ik vragen had
    geen antwoord dat me verder bracht
    dan een laatste gebaar met de hand
    op het hart in steen gebeiteld

    FT 10.05.2019

Laat een reactie achter