ARIE in EIJLDERS – hans mellendijk aan de erotische poëzie & heintje davids achter de bar

[Arie Arriveert 22.05.2019]

En vertrekt weer

Het was inderdaad Arie, Frau Heij, die stilletjes uit café Eijlders wegglipte. Voor slingerplanten kun je ‘m echter altijd wakker maken.

De Achterhoekse dichter Hans Mellendijk had mij gevraagd de feestelijke presentatie van een zwoelbontkromsprakig erotische bundel bij te wonen in het café waar de poëzietraditie nog steeds onstuitbaar door Vijftigersnazaten hoog wordt gehouden. Maar erg na zaten wij, herstel: zat ik, er inderdaad niet door.

Hans was een must. Ik was er al lang niet meer geweest. Ach, waarom eigenlijk niet? Eijlders was immers weer een warm bad. De streepbuikige man met strooien hoed die aan het eind van de bar een dichteres met zijn ogen uitkleedde, het mocht die speciale middag. Dienstdoenden als vanouds een eerlijk moeilijk ‘goedemiddag’ door de weg kijkende hartelijkheid murmelend. Het best op temperatuur was natuurlijk het Varsseveldse gezelschap waarvoor ik kwam, aan tafeltje… drie? Al decennialang had ik in het oosten dichterlijke, muzikale en theatrale evenementen mogen bijwonen, eraan mee mogen doen. Vrienden voor het leven die je zo af en toe ziet: Mellendijk, in de bundel geplaatst, de artsitecten Liesbeth en Theo, de theaterspelers Wout en Hermi… Verdomd, de krem de la krem van de Drom in de Korte Leidse dwarf! Ik kreeg beelden door van de Achterhoekse donderdagavonden, jaren tachtig, café De Doelen, of ‘Doorlam’ zoals wij toen zeiden. Baas Betty. Het begin van alles. Van de poëzie, van…. ja, van mijn eigen nazaten eigenlijk. Toen brak er wat.
Toch jammer dat Heintje Davids op zeker moment de bar ging bemensen. Ze bleek er nog steeds kinderachtig boos over dat ik, ruim drie jaar geleden alweer, het Bowielied zong dat zij zelf had willen zingen. En ik deed het nog wel in dezelfde spontane terts. Je kunt niet alles hebben.

O ja, Frau Heij, nog even over je ambtenareske ‘boaliekluivert’. Die bestond al in het Middelnederlands. Laat ik mijn stukje afsluiten met een gedicht dien aangaand –want genoeg geklets, niewaarniewaar? – van de dichter Arent Hendriksz B. Lix uit de bundel ‘Steechleven – Van seeckren eeu het viftiende jaer, ooc op gitarene leverbaer’.

DE ROTTIGE STEECH DES LEVENS

De statsmensch gaet somwilen groit ellendich doert bestaen.
Aenschouwt dan desen slobber, lijtsam schuyvend doer den nacht.
Hi can den slaep niet vatten, elc gheroesemoesch comt aen.
‘Heer Clepper, als ghi éénmael slechts met uwer ratel wacht!’

Het wil noch steets niet lenten…
Ach, volcslie sonder centen!

Lancs reten vol vuylaerdicheit, de graften vol met crenghen:
Hi gaet niet naer den lombaert, is ooc niets geen baelgiecluyver.
Wat valt er tegenwordich noch naer Ome Jan te brenghen?
‘Dan liever ter taveern met mijnen allerlaetsten stuyver!’

Het Sijn vol excrementen…
Ach, volcslie sonder centen!

De werclijcheit ghelost hangt hi sijn cloffie aen den capstoc,
Besien doer d’oude Wester, in den goet vertrauwden tent.
Het sal niet lang meer dueren of sijn hooft ligt op den hacbloc.
Dan comt na aller pine ooc aen dees ghebet een ent.

Om schult, vermeert met renten,
Ghehaelt door twie agenten,
Gheplaetst bi delinquenten…
Ach, volcslie sonder centen!

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter