Annagriet Diesman en Cartouche winnen de enige echte virtuele – naar Raymond vh Groenewoud – ‘de dag brengt ouderdom/de nacht brengt vreemde uren’ – de mooi doet pijn – trofee op pomgedichten – Paul Bezembinder brons.
Onder dankzegging aan alle dichters die instuurden – ik kan
en mag er vandaag niet omheen – de inzendingen zo erg naar mijn hart – ik beken
ik ben een romanticus maar dan liefst toch in die inktzwarte bitterheid die in
een verleden meer levens kostte dan de corona in de toekomst. het is die
ongebreidelde aanstekelijke en alles en iedereen innemende passie die vandaag
in twee gedichten hoogtij vierde. tweemaal onontkoombaar goud en eenmaal brons.
brons voor paul bezembinder – van harte! – die uit niets iets wist te destilleren dat pijn
kan verzachten. een wonderstukje van taalkunst:
‘Achter de schermen
draagt
zij echter niets. ‒ Niets dat de pijn verzacht.’
en dan komen we bij de gouden werken deze week – Cartouche
en Annagriet Diesman schreven de sterren uit de hemel, de corona aan flarden –
koortsachtige gedichten zonder weerga. mooier kon er vandaag niet
geschreven. het verlangen in de aanhef
de inhoud tot aan de pijn doorvoeld in de conclusie door Cartouche beschreven: ‘ er is geen mij zonder jou’ – GOUD! van
harte!
en alsof ze voor elkaar schreven lezen we van de voortgang – de o zo trage maar onontkoombare
voortgang en invulling – in lust en liefde
gedompeld: ‘ jij hoopt vandaag, en ook ik
ja, wij, op trage, trage liefde, lief.’ Annagriet Diesman – GOUD! van harte!
Cartouche (zwaar gewond) – geen mij zonder jou
Petra Maria – waar jij en ik gedragen worden
Frans Terken – het is ons leven uit de losse hand
Paul Bezembinder – dat zijn muze hem nog iets onthullen wil
Anke Labrie – een levenslang waarom
Erika De Stercke – Onrust wakker jij aan
Ditmar Bakker – geplaagd door nieuwe dromen
Elbert Gonggrijp – Er is altijd wel iets om te verhelderen
Annagriet Diesman – en ook ik ja, wij
Rik van Boeckel – in pijnloze gelatenheid
Share This:
Gepubliceerd door Pom Wolff
Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman.
In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes.
Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'.
Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.)
'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.
Bekijk meer berichten
Doe mee met de conversatie
3 reacties
hoezeer ook
het leven lijkt
te zijn verbonden
zoals hemel en aarde
het blad aan de boom
jouw ogen
aan mijn voeten
ontsnapt ons
ook wel
hartverscheurend
opgelucht
de gedachte
aan het niets
en het alleen
waar jij en ik
gedragen worden
als de zon verbleekt
en jij slentert door de prelude van slapen, maar hoopt nog
op mijn aandacht, hoopt op mijn mond die toe, dan open
mijn lippen en tanden, mijn tong. hoe langzaam die mond,
hoe traag het tasten van mijn handen die strijken, sloom strijken
doelloos, je zomervacht, de nacht wegvagen die in jou huist
jij hoopt, vurig, op mijn mond die jou roert als jij streelt
mijn tong, mijn tanden en lippen. jij hoopt vandaag, en ook ik
ja, wij, op trage, trage liefde, lief.
hoezeer ook
het leven lijkt
te zijn verbonden
zoals hemel en aarde
het blad aan de boom
jouw ogen
aan mijn voeten
ontsnapt ons
ook wel
hartverscheurend
opgelucht
de gedachte
aan het niets
en het alleen
waar jij en ik
gedragen worden
als de zon verbleekt
petra maria
Ze roepen maar rond
Dat het restje haar op m’n hoofd
het vrije denken ondersneeuwt
alsof er in de grijze hersencellen
iets van ontsporing valt te ontwaren
– stofwolken boven witte straten
die het heldere zicht hinderen
ze verminderen niet wat ik
aan louche koppen bespeur –
zoals in de droom vannacht
de tik die ik gaf op de muil
van dat rechtse grachtenspook
extremer moet het niet worden
laat me de laatste haren
de strohalmen op mijn hoofd
hoe het de geest van liefde bewaart
ik strijk jou niet tegen de haren in
en dat ze maar luidkeels roepen
het is ons leven uit de losse hand
de dagen bijschaven naar dit beeld
© FT 07.03.2020
de nacht woont in jouw lichaam
en jij slentert door de prelude van slapen, maar hoopt nog
op mijn aandacht, hoopt op mijn mond die toe, dan open
mijn lippen en tanden, mijn tong. hoe langzaam die mond,
hoe traag het tasten van mijn handen die strijken, sloom strijken
doelloos, je zomervacht, de nacht wegvagen die in jou huist
jij hoopt, vurig, op mijn mond die jou roert als jij streelt
mijn tong, mijn tanden en lippen. jij hoopt vandaag, en ook ik
ja, wij, op trage, trage liefde, lief.