DE WEEK VAN…….. FRANS TERKEN IN 7 GEDICHTEN – in het archief

Home Forums Algemeen DE WEEK VAN…….. FRANS TERKEN IN 7 GEDICHTEN – in het archief

Weergave van 0 reactie threads
  • Auteur
    Berichten
    • #7585
      Pom Wolff
      Sleutelbeheerder

      7 dagen een gedicht, in de week van …

      zaterdag

      Bij alle draden van inspiratie deze voor en op het leven, ter afsluiting; uit de reeks gedichten die zijn opgedragen aan zoons en dochters, Vadergedachten, dit voor mijn jongste dochter, mede

      vanwege weer de komst (naar verwachting begin november) van nieuw leven, kleinkind zeven.

      Eerder geschreven voor de Stichting Granate als gedicht v.d. maand maart 2015.

      (De stichting ‘Granate’, van dichter Nafiss Nia, vraagt iedere maand een dichter

      om een bijdrage, het woord ‘granaatappel’ is daarin richtlijn.)

       

      Afslag Oost / Vadergedachten VII

       

      Binnen de ring is dit

      de straat waar je dochters huisvest

      je klopt raam aan raam voor een kamer

      slaagt erin naast een groenteman

       

      met hem spreek je onderhands af

      dat hij gave waar te eten geeft

      zelfs van hun laatste centen

      op dagen dat het wintert

       

      je draagt elke maand breekbrood aan

      voor een goedgevulde maag

      past hij er naadloos een granaatappel bij

       

      drukt de gratiën op het hart

      doe behoedzaam met schil en pitten

      dat je je niet in happen verslikt

       

      wacht dan tot de wangen kraken

      van kleur vlamt er even een blos

      binnenin barst het van leven

       

      FT 2015)

       

       

       

       

       

      7 dagen een gedicht, in de week van …

      vrijdag

      Muziek en/of beeldende kunst als inspiratie, gedichten die hierin een bron vinden zijn er nogal wat; de keuze voor één gedicht, vandaag dan toch de muziek, Bob Dylan, en weer de dood, terug van niet weggeweest, zoals hij in afgelopen weken o.a. Ton Lebbink en Conrad van de Weetering haalde.

      Met de jaren

      I’ve been ten thousand miles in the mouth of a graveyard” *)

       

      Ja Bob

      het wordt er met de jaren niet makkelijker op

      de een na de ander dragen we weg

      samen met onze geliefden met zonen en dochters

      trekken we een stemmig pak een knap kleed aan en

       

      gaan we in rijen zoals zij daar liggen in de koude

      en natte grond horen ze niet eens meer

      je raspende stem de woorden hees gemompeld

      maar wij zijn er nog

       

      zingen met klem op de borst onze levensliederen

      dat het een lieve lust is naast de last van alle ellende

      het harde verdriet in ons en om ons heen

      met gebroken tong soms maar we zingen

       

      de honger van vroeger die we luidkeels deelden

      wandelend door het diepste zwarte woud

      weg van alle sores en door de liefde geraakt

      de liederen waarin jij al jong van het leven zong

       

       

      *) Bob Dylan, “A Hard Rain’s A-Gonna Fall”

      FT 2015)

       

       

      7 dagen een gedicht, in de week van … :

      donderdag:

      Inspiratie vinden, het gebeurt met regelmaat bij collega-dichters, zoals in de dichtwisseling met Joop Scholten en Jolies Heij. Of tijdens een literaire middag, zoals in de kroeg bij Eijlders, waar ik tijdens een zondichtmiddag ‘Amor (in Eijlders)’ schreef, met dank aan o.m. Lisan; ‘Café Cohabitat’, met dank aan Delia & Ria.

      Soms blijf je hangen aan een regel, een beeld, bij het lezen van poëzie.

      Het gedicht voor vandaag: geschreven n.a.v. werk van (voormalig) Heerlens stadsdichter Michelle Bracke; in haar bundel ‘ontschamen’ (Azul Press 2016) las ik ‘blanco’, met daarin o.m. de intrigerende regels:

      ‘klemtonen leggen amper accenten

      behalve dan de ij in buikpijn’

       

      Naar de letter

      Neem de ij in IJwit

      ik weet hem in een glas te vangen

      niet dat ik er de nadruk op leg

      het is meer voor herhaling vatbaar

       

      dat je een letter onderstreept

      als hij zwaar op je gedachten drukt

      zoals de ui in buikpijn

      tranen in de ogen krijg ik als ik eraan denk

       

      niet dat ik de ui onder het mes wil

      het aanzicht van de schil alleen al

      is om bij te janken het snijdt dwars door de ziel

       

      hoe hij huid is om kwetsbare ringen

      die zich argeloos overgeven

      aan het eerste de beste keukenmes

       

      elke snipper bevat de kern het wezen van

      de vrucht hoe hij al bij een vermoeden van boter sist

      dat sputterend hoopje afblussen met een IJwit

       

      het fruiten in vloeibaar vet als klein bier

      ik sta er blanco in hoe de snippers zich mengen

      onder gulle en exotische waren

      gun de verwerking zonder pijn in het hart

      aan de kok in zijn gesteven schort

       

      ik zet twee borden twee glazen en

      leg bestek neer op een met zon gedekte tafel

       

      nodig je uit om je met mij te laten verrassen

      door de accenten van wat wordt opgediend

       

      FT 2017

       

      woensdag

      Van de ‘nieuwe’ grond; in 2003 verscheen ‘Berichten uit de oude stad’, ontmoetingen met en in Leiden. Een soort inburgeringscursus in gedichten a.h.w.

      Leiden, dat een nieuwe stadsdichter zoekt; (zelfs dichters uit de regio mogen ‘solliciteren’, maar de Stadsdichter hoort naar mijn mening in de stad te wonen, niet deze dichter dus).

      Leiden, als inspiratiebron; (j.l. februari nog n.a.v. het zelfgekozen overlijden van een dakloze).

       

      Bloemen bij de singel

      (voor Simon L.)

      Je sprong in de singel om te verdrinken

      zoals je eerder in het leven verdronk

      geen dak meer om onder te schuilen

      alleen de lucht die amper van kleur veranderde

       

      hoe kloksgewijs de kleur van je dagen verschoot

      misschien het verlies van een jong lief

      een onbetaalbaar huis of een stapel ongeopende

      rekeningen meer dan je verdragen kon

       

      hier met lotgenoten kameraden gelijkgestemden

      de tijd verdrijven aan de waterkant en wachten

      op andere mogelijk betere tijden de hoop erop

      als ‘n blikje bier uit een tas gepakt en opengetrokken

       

      uitzichtloos kijken over de Zoeterwoudsesingel

      waar vandaag dat ene moment komt het besef

      dat je het nu allemaal wel gezien hebt

      dat je er ook helemaal klaar mee bent

       

      het besluit al het water van de singel te willen

      drinken hoe het het leven nog even vloeibaar maakt

      als een ruim hemels dak het watervlak

      dat zich boven je voorgoed verdicht

      FT 2017)

       

       

       

       

      7 dagen een gedicht, in de week van … :

      (vervolg)

      dinsdag:

      Op welke grond je ook gaat, de geboortegrond blijft onuitwisbaar aanwezig,

      een terugkerende bron van inspiratie. Dit gedicht ook met dank aan Herman de Coninck.

      Uit de ‘Limburgse’ gedichten koos ik voor:

       

      Zicht op de Geul

      Op deze plek waar Herman

      spreekt van zien van sterfelijkheid

      stap je langs zeer oude sporen

      in een hoger uitzicht

       

      iemand die naar het onsterfelijke taalt

      krast zijn naam in de mergel

      trekt zich boven op de heuvel

      terug binnen de Kluis

       

      schrijft zwijgend de dagen door

      een kruisweg in staties

      omvallen en opstaan en ’s nachts

      het hoofd leggen op een steen

      – de slaap zou eens zoet kunnen zijn –

       

      het is handwerk aan eeuwigheid

      een harde strijd als in het leger

      van Gods waarnemer op zijn aarde

      het oog houden op een leven later

       

      tot de longen het begeven

      in stof van onder- en bovengrond

      hier als een koempel geveld

       

      (naar: Herman de Coninck, De Plek (uit: de Gedichten)

      (Het gedicht ‘De Plek’ maakt deel uit van een poëziewandelroute langs de Geul.

      Zie ook: http://gedichtenlangsdegeul.nl, route Valkenburg)

      FT 2011; eerder gepubliceerd in de Brakke Hond 06/11)

      maandag:

      Bij ‘terug naar vroeger’, over de kennismaking met ‘levend(ig)e’ dichters, eind 60er jaren; tot in Zuid-Limburg bloeide de literatuur, op culturele bijeenkomsten, festivals; wij jonge dichters (verenigd in het collectief d’r Poal) bewogen mee met de ‘groten’ (o.m. Jan Hanlo, Hans van de Waarsenburg, Ton van Reen) en zochten een eigen stem voor sfeer en gebeurtenissen van die tijd; ik schreef daarover:

      Bloemen op het bed

      (voor Jan Hanlo)

      Vroeger komt naar je toe

      in bloemen op het bed

      narcissen in de nacht mag ik ze noemen

      een opschrift een lint aan de krans

      lees Vereniging van Levende Schrijvers

      de eerste keer dat ik er zoveel bijeen zag

      en wat een mooie vrouwen aan hun zijde

      zij wel Jan met hun eva’s in de vroegte

      jij met die blazende motor van je

      die pompte en treurde om de mooie jongen

      ach zwaar Marokko dat was pas jazz

      zoals je trommelde en roffelde op de zeepdoos

      waarin wij fluorescerende stiften rond sleepten

      voor onze live writing acts

      de poëzie gingen wij wel stevig te lijf

      in de provincie het stadje H.

      dat hersenspinsels in beton wilde vangen

      mooi dat wij daaraan niet meededen

      wij flikkerden liever obstakels

      door de etalage van de platenboer

      daar zat pas muziek in

      dood kon later nog dachten we

      maar dat viel zwaar tegen

      FT 2003)

       
      DE ZONDAG
      7 dagen een gedicht, in de week van … :
       
      Een keuze uit ouder en recent werk; waarin inspiratiebronnen een rode draad vormen.
      Vandaag, zondag, de keuze voor een gedicht uit 2001, uit de eerste tijd na een lange periode van ‘zwijgen’ op papier, de jaren waarin de pen weer ter hand is genomen.
      Een ‘terug naar vroeger’, toen het begon; met bewondering voor en dank aan de oude leermeester / inspirator Remco Campert.
       
      Vader
      Mijn vader is al jaren dood
      dus schiep ik langzaam een nieuwe
       
      een die nog eens vertelt
      van hoe het was en wat er toen
      te koop was, in het
      oude woonhuis, in de straat
      met bruinkoolwagens die
      de muren deden scheuren
      de ronde Gispenlamp viel nog
      bijna op je hoofd
       
      naar wie ik kan luisteren
      naar wat er allemaal niet gebeurt
      kleine rampen, het stille leven
      afgewisseld met muziek
      zoals op sombere zondagen
      de Belcanto klonk uit
      het radiodistributieapparaat
      ik leerde dat er zoiets
      als opera was
      (wij wisten nog niet van jazz)
       
      die mij aan zijn hand meevoert
      op stap door de grote stad
      door de straten, de pleinen over
      en met me stilstaat bij
      statige huizen waarin gewone mensen
      wonen die hij al jaren kent
      (soms mag ik zelfs in
      zijn schoenen lopen)
       
      die mij uitlegt hoe alles
      in elkaar zit
      de wereld en de regen
      de oorlog en de dromen
      en de liefde natuurlijk
      en de geheimen van
      de taal
       
      die als hij reist
      altijd naar mij blijft
      schrijven
      vanuit de hotels
      en verre theaters
      vanuit de plekken die
      hij bezoekt
       
      de zegels bewaar ik
      in mijn album
      de brieven de berichten
      in de brandkast
      van mijn hoofd
       
       
      (© FT 2001)

Weergave van 0 reactie threads
  • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.