INA BOT – het wil niet vlotten met de weemoed…

pomgedichten eert de komende vrijdagen INA BOT – we laten haar ‘godvergeten talent’ nog even spreken – wij willen haar ‘godvergeten talent’ niet vergeten.
lies sprak nog een keer over INA BOT. aan het tafeltje viel het stil – het schreeuwen voorbij:
Ina heette ze.
Ina Bot.
We speelden samen poezieliedjes, met Lisan erbij gingen we alle poeziepodia af, op zoek naar nieuwe dichters, we maakten teksten door haar godvergeten talent. We lachten, huilden, een requim, nu
Toen ze dood was, na drie pogingen:
aspirines met chocoladepudding, uitgekotst in de vroege ochtend,
met vuilniszakken de oven het gas naar haar toe laten stromen, gefabriceerde luchtslang met afplaktape, net op tijd gevonden,
en toen, de in Frankrijk gewonnen pil die godzijdank het einde voor haar in zicht bracht
Ze kon niet meer
Ik zie nog de blik in haar ogen toen ze, na de eerste poging, wakker werd en lag in een steriel ziekenhuisbed, zo ontzettend gelaten…
Toen ze weg was en verdwenen kwam er een vlinder in mijn huis. Ze dwarrelde om me heen en als ik huilde kwam ze naast me op de muur rustig zitten. Drie dagen lang bleef ze. Toen heb ik haar naar buiten gebracht.


Het licht hangt laag

 

het wil niet vlotten met de weemoed
evenmin wordt mijn vaders overhemd wit

ook hierin berusten wij
evenmin wint mijn moeder een prijs voor bloemschikken
wij weten niet beter
evenmin trekken wij naar vreemde oorden
 
wij hebben daar niets te zoeken
evenmin praten wij
wij zien daar het nut niet van in
evenmin lopen wij te koop met onze ziel

wij hebben en zijn niets
alleen weten wij dat het licht laag hangt


 Ina Bot

Share This:

merik van der torren wandelt nog steeds rond (in mij)



het is alsof ie nog steeds door mijn leven wandelt – merik van der torren. de enige echte amsterdamse dichter die amsterdam heeft gekend. hij was zo onvervalst amsterdams maar dan niet op zijn hazes, of jordanees uit het raam hangend schreeuwend, niet amsterdam west of oost van kleur, nee een vleugje de pijp en een vleugje amsterdam zuid. maar niet de beethovenstraat zeg maar – niet van het oude geld – niet van het jonge geld – merik stond boven het geld. bij leven en niet altijd bij welzijn – zeg maar bij leven en poëzie.
toen ik begon te dichten was er internet. zo af en toe een optredentje her en der. en als het in amsterdam was dan was er altijd ook de dichter merik van der torren – met een paar teksten over straten, pleinen, merkwaardigheden, gemeentelijke diensten in amsterdam. niet functionerende gemeentelijke diensten natuurlijk –  net als nu nog steeds.

op de een of andere manier mocht hij mij graag. ik kocht zijn in eigen beheer uitgebrachte bundels en was altijd erg onder de indruk van zijn manier van schrijven. eigenlijk ook van zijn slissende manier van optreden. kopland had dat ook – niet dat slissen – maar als kopland de mikro pakte viel de zaal stil – je moest wel luisteren. als merik de mikro pakte moest je ook luisteren. of je wilde of niet. er kwamen gedichten en altijd ook een lichte glimlach op de gezichten van de toehoorders. dat hij mij mocht maakte ik op uit de uitnodigingen die hij aan mij richtte om op te treden op manifestaties die hij organiseerde zo her en der in amsterdam – in de pijp, in de OBA, in het Parool theatertje, op het roelof hartplein met mirjam al samen. eigenlijk altijd samen met mirjam al. zijn grote poëzievriendin.

van mensen die mij lief zijn zeg ik altijd als ze dood zijn – van mij had je mogen blijven – ik ben een uur gaan zitten met een boekje in mijn hand, een pen om je te schrijven, het was een zinloos uur. …..

er zijn nog steeds zinnen genoeg – blijkbaar is merik nog niet dood in mij. hij wandelt nog steeds rond hier in 020. in mij.

pw 11-12-25

Share This:

VON SOLO over onderweg naar de liefde



Met de afstandsbediening in mijn hand schakel ik in. Op het scherm wordt ingecheckt. Met elkaar. Er wordt verkend. Er wordt onderzocht. Er is thee, yoga en er zijn net niet genoeg golven om fantastisch te surfen. Er zijn gluten-, lactose- en zonneallergieën. Er zijn dingen die stuk gaan of niet werken. Net zoals tussen de mensen, die ik op mijn scherm zie. Soms zijn het er twee. Ze raken elkaar niet genoeg aan. Of net iets te gretig. Ze vallen niet op uiterlijk, maar lopen er wel geil op.  Soms zijn het er drie, of zelfs vier. In één kampeerwagen. Wel of niet in de tent slapen, wel of niet in de master bedkajuit van de camper. Zo tantra. Soms huilen als je iemand weggestuurd hebt. Alles voor de liefde. Nou ja, liefde. Laat de kansberekening er maar niet op los.

Maar ik wil dat niet. Daar ben ik voor behandeld. Ik wil een aftands wit viezemannen-busje. En dat er dan een lekker blond wijf aankomt, met grote tieten en opgespoten lippen. En nog één, met een grote kont. En dat ik dan een koud sixpack uit de ijsbox haal en de halve liters rond deel. We doen shotjes. Worden allemaal handtastelijk. Want we zijn lazarus aan het worden. We eten half rauwe kipkluifjes van een lauwe barbecue. We doen met z’n drieen een kussengevecht achterin de camper. Grote kont knalt met d’r kop tegen de pantry en ligt bewusteloos in de bestuurderstoel. Grote tieten kotst het chemisch toilet vol. De volgende ochtend loop ik bloot en dronken door mijn camper. Ik heb mijn keuze gemaakt. Ze blijven allebei en die derde, die komt mag ook blijven als ze lekker is. Alleen dan.

Alleen dan wordt ik wakker. Ik ben ik slaap gevallen bij al dat halfzachte ‘vanlife-dating’. Mevrouw Solo ligt ook te snurken op de bank. We werken niet offline en offgrid. We doen niet aan tantraseks en inchecken. En zijn moe aan het einde van de dag. We hebben elkaar wel leren kennen op een camping. Dat dan weer wel.
  
VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

pom wolff – nog steeds


nog steeds

ik heet welkom
hoe heet jij
de rotondes beu

laten we liften naar de zon
smelt de zon
dan smelt de tijd

waar ben je gebleven
al die tijd
ik heb zolang op je gewacht

jij was het die ooit zei
dit is niet het juiste moment
niet de juiste plaats

de enige
die dat ooit zei
was jij


pom wolff
 

Share This:

Mirjam AL – Grote Moeder – Diep in de winter van haar leven..

pomgedichten.nl heeft het exclusieve recht gekregen om 65 teksten van Miriam Al tweewekelijks op de woensdag te publiceren – dat gaan we doen! de teksten zijn door haar helaas overleden vriend Merik van der Torren nog net voor zijn dood uitgetypt en van een nummer voorzien én in een blauw mapje gedaan. vandaag tekst nummer 51 – dank je wel Merik – dank je wel Mirjam Al.

Share This:

pom wolff in samenwerking met bjorn van rozen – toen al

Share This:

Peter Posthumus in euforie


Dit is winter, dat wordt weer wachten.
de tuin is omgespit en
ligt erbij in koude grauwe kluiten
alles wacht verlangend op het voorjaar
en de zomer die zeker komen zal
dan veert wat leven kan
weer uit de kluiten op
dan schreeuwt het om schep en schoffel
om zaden en om pootgoed


daar komt geen supermarkt
geen fabriek meer aan te pas
niets groeit hier nog op commerciële gronden
maar steevast op
uit zui’ vre aarde
uit de geest onder het maaiveld
en hoog daarboven uit
de appels en de peren
dwars door de open keukendeur naar binnen
de groentes uit de tuin tot op de tafel


dan druipt het van de vitamines
de mineralen en de energie
dat is leven, dat is euforie. 


Peter Posthumus

Share This:

Rob Mientjes – waar blijft de tijd


Schuld zonder boete

Blik op oneindig
puinhoop in woestijn
zee niet langer gewaarworden
waar blijft de tijd


opa bij de kachel
oma in de keuken
zorgeloos voldaan
van noeste arbeid


rijkdom gebouwd op slavernij
voedt boze gedachten
geworteld in armoede
zet dor land in brand


schaamte schommelt
en kijkt weg
keert rug toe aan slachtoffers
met stille overpeinzing


schuld zonder boete
is wat resteert
in diep, diep
delftsblauw


Rob Mientjes

Share This:

Max lerou wint de enig echte virtuele – vrij naar MartinB – willen we niet allemaal weten met wie en/of waar het leven het waard is om te leven  –  de ultieme plek om te leven- trofee op pomgedichten.nl – Jorge Bolle zilver, Elbert Gonggrijp brons

onder het gedicht van Max Lerou leest u waarom het goud deze week toekomt aan de grootmeester uit Den Haag. van Harte. hebben we nog de beschikking over twee eremetalen. dank allereerst aan alle inzenders. wereldreiziger Bolle schuiven wij het zilver toe – voor het subtiele gedicht waarin hij pijn en geluk naast elkaar laat bestaan. voor de overwegingen bij de liefde het brons voor Elbert Gonggrijp.

ragnarok

ben ik stoer genoeg nu het bloed mijn ogen zonder
mededogen breekt of moet ik wachten tot de kolere
zijn vlag plant op mijn kookpunt voordat ik u vertel
zeg ik hier dan eerst maar tot de heren
dat de gel in jullie haar mij niet bevalt

of dat het stijfsel in die net te strak
gestreken smoelen en het gesteven hemd
zo quasi losjes niets om het lijf
mij spontaan doen overlopen van respect
voor zuur verdiende centiemen

en u lieve dames – door jullie kerels ook wel
wijven genoemd –  vergeet de lomschoolvermomming
u die zich zo gaarne laat beroeren door de wimpers
van het geitenoog en exquis talent met afgekloven woorden
lucht te binden aan lucht

-en het was nog wel zulk zacht weer- snottert u
en voelt zich geringeloord in valkuil muil
waar kniezelstenen tederheid vergruizen
ja mijn verfpoppetjes de avonden razen voort
seconden glijden mee de maan die de tijd duwt om
dan geruisloos te vertrekken als water in zand

bevallen deze woorden beter of hoort u toch liever
van het bloed dat stolt waar het niet kan gaan

tot u allen zeg ik nu dit leven is geen leven
uw vlees geen mensenvlees en toch
u maakt een leven als mens van vlees en bloed
in dit schaduwrijk waar u zich een twijg weet
met hooguit een vermoeden van de boom waaruit u spruit

en de wereld
de wereld ziet het voetstuk stuk gaan onder uw voeten
teenrot en schimmel woekeren het blok aan uw been
waarheen, waarheen

ml

de ‘verfpoppetjes’ met een lichte glimlach in de nacht weer welkom geheten – het ultiem ‘dit leven is geen leven’ gedicht van de grootheid uit den Haag – de dichter max lerou die hier even het zo troostrijke ‘waarheen waarheen’ gedicht voor ons heeft uitgelegd en voorgelegd – dat we het zullen weten dat zekerheden in het leven nooit hebben bestaan en ook niet zullen bestaan – hoeveel verf of stijfsel ook! de eerlijkheid gebiedt! vandaag kan er alleen gestreden worden hier op de pom om zilver en brons. Max van harte. (we gaan op weg – ik denk dat MartinB van dit gedicht wel opkikkert.)
Reiziger

Nu ik van twee walletjes eet,
draag ik huizen op mijn rug

als ik vlieg in niemandsland
ben ik ergens nergens en gelukkig
met jou
zonder jou
met jullie
zonder jullie

onderweg naar onderweg
down under
met een hoofd
dat geboren aan zee
meeuwen en kangoeroes mee neemt
naar een nieuwe plaats

Jorge Bolle

ja een heel subtiel bekentenisgedicht – minder dramatisch het geheel verwoord dan het inspiratiegedicht van B – maar toch –

ergens nergens en gelukkig
met jou
zonder jou
met jullie
zonder jullie

klinkt dramatisch genoeg om de pijn door het geluk heen te voelen. als Jorge schrijft zit ik altijd rechtop – hij komt binnen. en is welkom.


De dag waarop de maan begint te verdwijnen, de
bomen enkel kruinen in de lucht – vind ik mijzelf
terug, hoef ik mij niet uit te proberen, kleurt de
campanula weer in een laatste hemelsblauw.
Had ik jou even zeldzaam gezien,

Ben jij desondanks de sleutel tot de liefde of heb
ik je eertijds te laten varen – nu je nog slaapt, de
morgen weer eens een grijze morgen – het
moment is waarop ook ik jou bemin.

Dat wat er uiteindelijk is, dat je weet wat het is
geweest – hier was het, heb ik gezien hoe het
zich afspeelde, hoe die bomen en die morgen,
even langzaam en besluiteloos als altijd – 

Elbert Gonggrijp,
Egmond aan den Hoef,
zaterdag 6 december 2025

mooie overwegingen bij de liefde en het leven van Elbert. het zijn van die gedichten die je wil declameren met een geliefde liggend in je armen – dat je de woorden zachtjes voorleest – en dat twee mensen bij elkaar en in elkaar wegdromen in de taal der liefde.



  • Max Lerou – tot u allen zeg ik nu dit leven is geen leven
  • Jorge Bolle – onderweg naar onderweg
  • Cartouche – een dodelijk gegeven
  • Vera van der Horst – of je eigen hart nog durft
  • Ingrid E. Noppen – Leven voor jou
  • Ien Verrips – laten we toch proberen
  • Rik van Boeckel – beleeft het rijke poëzie festival Bassamat
  • Luk Paard – zodat’k voel hoe groot
  • Elbert Gonggrijp – de campanula weer in een laatste hemelsblauw
  • Rob Mientjes – Me, myself and I
  • Ditmar Bakker – de wijzen moeten leven als vroeger dwazen
wie wint de enig echte virtuele – vrij naar MartinB – willen we niet allemaal weten met wie en/of waar het leven het waard is om te leven  –  de ultieme plek om te leven- trofee op pomgedichten.nl?


MartinB eindigde deze week zijn zo spraakmakende column met de woorden – zijn  woorden onze inspiratie deze week: ‘En als ik ooit weer wakker word in een cel, of in een berm, of in de ogen van iemand die me liefheeft, dan wil ik dat het iemand is die eindelijk trots kan zijn. Want dit is mijn bodem. Alles daaronder is geen plek om te leven.’


leven
 
laten we het
nog één keer uitpakken
en bewonderen
 
waar we zo goed in waren
een leven over deden
het verbergen
 
achter onze veilige schaduw
de held uit hangen
wat zo makkelijk is
 
dat je eraan voorbij gaat
het jachten en jagen
het hollen en vliegen
 
in hoeveel gedichten
stond het niet beschreven
in hoeveel ongelezen gedichten wél
 
dat je eerst bijna sterven moet
om het lief te zien
om het ademloos lief te hebben
 
 
pom wolff
Leven

leven is een gegeven
‘das gewisse etwas’ waar
niet om gevraagd of verzocht
het overkomt je gewoon in een
golf van verbijstering – te zijn

op een plek, een stip
op een blinde landkaart waar je
op goed geluk je weg dient te vinden
naar wat in zichzelf van waarde is

uit eigen schaduw te treden
en het ware licht te zien van wat
liefde, zo mateloos bezongen
en overdreven neergepend
in werkelijkheid vermag

meer zijn
dan een dodelijk gegeven
waar leven voor gehouden wordt
een lange les, een reis zonder einde

zo lees ik in jouw ogen

06-12-2025 / Cartouche

in de laatste twee strofen lezen we de onverwoestbare cartouche – de onverwoestbare romanticus. de beschrijvingen uit de eerste strofen geloof ik wel – of eigenlijk niet – de dichter moet liever niet benoemen – beleven moet ie. en dat doet ie in de laatste 5 regels.
Waar het leven wachten wil

Soms is leven niets meer
dan een kamer
waar het licht aarzelend binnenvalt,
alsof het eerst wil weten
of het het welkom is.

En soms, op een onverwachte middag,
ligt het leven in een gebroken straathoek
te glinsteren alsof iets dat gevallen is
niet altijd verloren hoeft te zijn.

Wie naast je staat,
is minder bepalend dan
of je eigen hart nog durft
te antwoorden wanneer het vraagt
waar het wil blijven.

Vera van der Horst

ja ze kan niet elke week winnen hoor – de strofen twee en drie zijn gouden strofen. om jaloers op te worden – of B aan deze woorden iets heeft? ik vermoed van niet – zijn hart zal sneller kloppen gaan maar een hartaanval ligt tegelijkertijd op de loer – onregelmatige hart-slag-ritme zal de cardioloog vaststellen. of liegen – het zijn dichters mijnheer – bij die gasten weet je het nooit zeker of het nog wel klopt. het hart.



LEVEN VOOR JOU

Jouw adem zijn
mij vlijen in jouw dromen
horen met jouw oren
en met jouw ogen zien

de dagen niet meer tellen
maar in de rijpheid van de uren
beseffen dat ik leef voor jou

waar jij de eindstreep niet mocht halen
plaats ik mij straks voor de finale
jouw warme hartklop in mijn lijf

ik loop die marathon voor jou


Ingrid E. Noppen 

ja wel mooi maar ik heb toch wat te morren hoor – ik vind de overgang van regel 1 naar regel 2 een beetje stroef gaan – en ik houd niet van sommige woorden – rijpheid en hartklop bijvoorbeeld – maar los daarvan geeft het gedicht wat de titel van het gedicht belooft. heten we Ingrid welkom – ook al staat ze natuurlijk op haar achterste benen – ze heeft er twee – bij dit commentaar, zo goed ken ik haar wel – het gedichtje komt binnen – laat ik zo eindigen – misschien kan ik de mattenklopper nog net ontlopen dan.


laten we toch

laten we toch proberen
de zin te zien
het zijn
te weten 
wat te delen
al wordt het weer geen witte kerst
’t geloof verloren
met jou wil ik het wel proberen

IEN VERRIPS – dec 2025

geen witte kerst – mooi gevonden keerpunt in een gedicht dat anders  te zwaar geworden zou zijn – van het zijn het leven en het wezen – lekker kort gehouden – we kunnen Ien binnenkort genieten –  tijdens een optreden in de groote weiver – vijdagavond – een plaats waaraan de dichters van pomgedichten warme herinneringen hebben – alwaar een peter nobel als juryvoorzitter de pomgedichtentrofee in duizend stukken liet spatten om alle dichters een scherf te gunnen – een virtuele scherf vandaag voor Ien- mooi dingetje. en nee een witte onschuldige kerst zal het nooit meer worden.

Leven thuis en elders

Leven in poëzie en muziek
is vaak thuis met beelden van elders
zoals Senegal, Portugal, Cuba en Casablanca 
landen en steden met herinneringen 


thuis is leven een mentale gebeurtenis 
met liefde voor steden en bossen
reizen verspreidt de comfort zone
over een wereld van gevoelens 


beweeg nu als een strateeg 
naar Tanger de Noord Afrikaanse stad
met het poëzie festival Bassamat
om een rijke geschiedenis te beleven. 


Rik van Boeckel 
5 december 2025
Schiphol 

fijn gedicht van Rik die momenteel in het land van zyech zijn poëzie en zijn ritmes ten gehore brengt – een samenvatting van zijn belevenissen zullen we zeker te lezen krijgen – in een euforisch ritmisch geheel samengevat.
(de rockdichter): zo zondag ter pom en dus de wedstrijd die geen….u kent’et al lang….ik doe en schrijf van hoe

“ met jou’et draaie “


hoeveel hande had ik
met alle vingers elke keer
om af te likke


dat ‘k je lief en zo
en jij door alle drome
dans na dans in me wereld


ontwaak dan toch
dans en proef aan
alles wat ik rake’ kan


zodat’k voel hoe groot
met jou’et draaie
lang


tot’n dag nie meer van tel
en’r alleen nog aan jij en mij
gevlijd zo lief


© luk paard

Luk heeft de zware operatie overleefd en het hart heeft alles doorstaan – wat zeg ik en wat mogen wij lezen – het hart kent meer zuurstof dan ooit eerder – het is één hart – slag en ritme dat dit hart de taal in pompt. op de pom op een vroege zondagochtend zijn we blij met zijn woorden.
Me, myself and I

Het leven is verrukkelijk
met alles erop en eraan
een fris geschoren koppie
gaan met de banaan


rijkdom in mijn armen
goud in beide benen
mirakels in het hoofd
een hart vol bonken


fijn om bij mezelf te zijn
overal en elders
genieten van het huis
jarenlang gebouwd


voelt als een warme jas
de kachel brandt als nooit te voren
nestel mezelf in een warme trui
en zomers draag ik Adam zijn kostuum


verrukkelijk mijn leven
wie wil er nou niet bij mij zijn
bevrijd van weeklaag en gezeur
altijd open deur

 Rob Mientjes

gedurfd om het thema aan te vliegen met het ultieme geloof in jezelf. leuk gevonden – en inderdaad het is ‘gaan met die banaan’ – het gedicht leest als een trein door een bananenplantage.

VEREENIGDE STATEN


Te lande zagen interpreten ’t baken
traag constelleren in de paarse lucht.
Ze zijn het onheilsteken snel ontvlucht;
wie gek werd, zou men later beter maken…


…en later kwam: in fraaie woorden spraken
zij van hoe ’t vroeger beter was, dat tucht
kledij noch voeding gaf… En niet beducht
op zottenklap, die hen direct zou raken.


Voortaan zouden de wijzen moeten leven
als vroeger dwazen—duikend voor de dood:
de grootste gek kon iedereen doen sneven.


’t Verstand bleef binnenskamers enkel groot,
want en public werd naam en daad bedreven
van één of and’re zot, of die zeloot.

***[T.C., vert. D.B.]

een buitenbeentje dit gedicht. de liefhebber zal bij de woorden en de vertaalwoordvondsten genieten. het is mij een beetje te vroeg allemaal op de maag. ik ga voor de derde strofe. het buitenbeentje van Ditmar is altijd ook hier en nu weer van een aangename bijzonderheid.

Share This:

INA BOT – vleugels zullen uit de hemel dalen – witter dan licht..

pomgedichten eert de komende vrijdagen INA BOT – we laten haar ‘godvergeten talent’ nog even spreken – wij willen haar ‘godvergeten talent’ niet vergeten.

lies sprak nog een keer over INA BOT. aan het tafeltje viel het stil – het schreeuwen voorbij:

Ina heette ze.
Ina Bot.
We speelden samen poezieliedjes, met Lisan erbij gingen we alle poeziepodia af, op zoek naar nieuwe dichters, we maakten teksten door haar godvergeten talent. We lachten, huilden, een requim, nu

Toen ze dood was, na drie pogingen:
aspirines met chocoladepudding, uitgekotst in de vroege ochtend,
met vuilniszakken de oven het gas naar haar toe laten stromen, gefabriceerde luchtslang met afplaktape, net op tijd gevonden,
en toen, de in Frankrijk gewonnen pil die godzijdank het einde voor haar in zicht bracht

Ze kon niet meer

Ik zie nog de blik in haar ogen toen ze, na de eerste poging, wakker werd en lag in een steriel ziekenhuisbed, zo ontzettend gelaten…
Toen ze weg was en verdwenen kwam er een vlinder in mijn huis. Ze dwarrelde om me heen en als ik huilde kwam ze naast me op de muur rustig zitten. Drie dagen lang bleef ze. Toen heb ik haar naar buiten gebracht.


Het gesloten huis
 

Je staat voor het huis
het huis zoals beschreven in de handleiding
je belt aan
je belt nog een keer aan
misschien is de bel stuk
je loopt om het huis
in de ramen zie je slechts jezelf
je klopt aan
je bonkt tot je knokkels bloeden

je zet het op een schreeuwen
is daar iemand, zeg lets…

je schrikt van je eigen stem
je hart blaast zich op
een rode plastic zak
waarvan de houdbaarheidsdatum
allang verlopen is

je weet dit duurt niet lang
je herinnert je

de dood aan het hart
is een prachtdood
vleugels zullen uit de hemel dalen
witter dan licht
zachter dan zwanendons

maar wat te doen
voor de vleugels landen

INA BOT 
Dit gedicht is geïnspireerd op het gedicht Vänern van Ad Poppelaars

Share This: