VON SOLO: over bakfietsen, racefietsen, speed pedelecs, gewone fietsen, auto’s, scooters, wandelaars en zelf een verdwaalde kat…

de donderdag is en blijft de VONderdag op pomgedichten.nl – met excuses aan VON dat de column der columns gisteren al hier het licht zag – het embargo gisteren geschonden werd.

maar ook vanochtend wilde hij weer de trein van half negen pakken op Rotterdam Centraal en was alles zoals het gisteren ook was. en weer was de kat verdwaald!



Vanochtend wilde ik de trein van half negen pakken op Rotterdam Centraal. Om dat te halen reed ik om acht uur van huis weg. Dat geeft me dan perfect de tijd om op het gemak mijn fiets nog fatsoenlijk in de stalling te zetten en een grote kan koffie te halen voor in de trein. Ik was nog geen twee straten verder of ik ergerde me alweer groen en geel. Ik wist weer meteen, waarom ik normaal niet voor negenen het verkeer in ga. Het is ongelofelijk hoeveel verkeer ertussen acht en negen over de wegen raast. Bakfietsen, racefietsen, speed pedelecs, gewone fietsen, auto’s, scooters, wandelaars en zelf een verdwaalde kat. Het wonderlijke is, dat als je om negen uur naar buiten stapt en je met je vingers knipt, er gewoon bijna geen verkeer meer is. Wat brengt de mensen er toch toe elkaar zo in de weg te zitten?

Die vraag beantwoordde ik mezelf, terwijl ik met gevaar voor eigen leven overstak tussendoor de oneindige rij auto’s die de Rozenburg op en af raasden en me in de fietsfile voegde. Natuurlijk heeft het een reden, dat al deze mensen gezamenlijk op één tijdstip de weg op gaan. Ik dacht nog dat je toch ook gewoon een uurtje later kon beginnen en een uur langer doorwerken, zoals ik doe, maar serveerde mijn eigen idee af. Zij zijn het die het geld verdienen in dit land. En dat gebeurt op vaste tijden. Het is deze VOC-mentaliteit die ons land groot heeft gemaakt. Het is overigens ook dezelfde mentaliteit, die mensen er toe brengt om onder een vlag van een land te gaan strijden in oorlogen, die verzonnen worden door op macht beluste zielenpoten. 

En als het dan spannen wordt kan iedereen zich daar toch in vinden. Het verwordt snel tot een geloofwaardig narratief. Dat ook nog eens iets in zich draagt, dat geen tegenspraak duldt. Het is de eendracht die de macht maakt. Het rechtvaardigt eender welk irrationeel gedrag. Hoe stom het ook is, als we het met zijn allen doen, wordt het vanzelf het nieuwe normaal.  Waarom staan er anders zoveel mensen in de file elke ochtend? Waarom zitten mensen met zovelen in betonnen stallen, die kantoren heten op de beste momenten van zonnige dagen? Waarom ze in rijen op luchthavens op weg naar Turkse all-in resorts? Waarom slikt men politieke leugens als zoete koek? Waarom koopt iedereen een elektrische fiets? Geen alcohol onder de achttien? Waarom is The Voice nog steeds op TV? Simpel. Gewone mensen willen graag gewoon doen net als iedereen. Ordnung muss sein!

Ik zie het anders. Het is juist de macht die de eendracht maakt. En niet omgekeerd. Morgen stap ik om negen uur de deur weer uit. En geen minuut eerder. Als daad van verzet.

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl

Share This:

MIRJAM AL 6: “O, God, als ik je maar niet tegenkom…”

www.pomgedichten.nl heeft het exclusieve recht gekregen om 65 teksten van Miriam Al tweewekelijks op de woensdag te publiceren – dat gaan we doen! de teksten zijn door haar helaas overleden vriend Merik van der Torren nog net voor zijn dood uitgetypt en van een nummer voorzien én in een blauw mapje gedaan. vandaag tekst nummer 6 – dank je wel Merik – dank je wel Mirjam Al.

Share This:

Peter Posthumus: ‘zo vergaat het menigeen die blijft haken …’

zo vergaat het menigeen
die blijft haken 


Wat is er erger
dan een kleine muis of mus
die alsmaar blijft bewegen
in steeds de zelfde lus

soms ook vliegen
die kunnen lopen
met hun dunne pootjes
over vloeren, muren, tafels
over het plafond
behalve dan die éne
nee die niet
die met z’n achterpootje
haken bleef achter een punaise
en daar al dagenlang hangt
in dodelijke malaise

zo vergaat het menigeen
die blijft haken 
achter steeds dezelfde steen
die is gedoemd van het pad te raken
om vrijblijvend en in niemandsland
gestagelijk om te komen
in ondragelijk gelanterfant.

Peter Posthumus

Share This:

Peter Berger in Lissabon: ‘Ik hou ook van oeverloos dolen, want zonder doel kan je nooit verdwalen…’


T-shirt. Zonnestralen. Penetrerende warmte. Água com gás. Lekker! Prima toeven is het hier met vijfentwintig celcius! In Lisboa. Een graadje of tien erbij zou van mij best mogen maar het is pas maart. Gewoon genieten dus. De AirBnB ligt vlak bij die antieke tram die zo steil omhoog gaat dat het eigenlijk meer een lift is. To steep for a tram. Too lame for a lift. That road. In Lissabon. Nog een paar straatjes verder omhoog bel ik aan bij een verveloos gebouw aan de rand van de Bairro Alto. In zo’n supernauw steegje. Dat gebouw.

De oude dame van de begane grond gaat over de sleutels. Hoewel de honderd nabij fonkelen haar ogen als van een jonge furie. Ik raak de weg kwijt in de tonen van haar stem want Portugees is zo’n taal waar ik geen enkel gevoel bij heb. Geen kompas.

De eikenhouten trap zigzagt zich kaal en sloom als een gesegmenteerde slang omhoog. Het kromgetrokken vrouwtje waagt zich er niet aan, aan die klim, duwt me een setje sleutels in de hand en gebaart met drie opgestoken vingers waar ik zijn moet. Het ruikt er naar Sopa de Bacalhau. In dat trappenhuis. Een klein bordes met hoge smalle paneeldeurtjes verschaft me toegang tot het appartement. Absurd groot, met veel kamers, maar ik kom er de tijd wel mee door. Met die ruimte. Authentiek ook. Koloniaal bijna. Niet zo’n fantasieloos opgepimpt ding. Enigszins in verval. Het ademt historie. Je moet ervan houden. En dat doe ik.

Ik hou ook van oeverloos dolen, want zonder doel kan je nooit verdwalen. Ik hoef ook niet voortdurend te weten waar ik ben; en in een stad aan zee is het simpel navigeren. Omhoog. Omlaag. Eitje dus. Gaat prima zonder smartphone. Nou is Lissabon gebouwd op meerdere heuvels, wat soms tot verrassende omwegen leidt, maar na een uurtje of vier ben ik gewoon weer waar ik vertrokken ben. Life is simple: Vlakbij dat gele steile trammetje. Een hoop indrukken rijker.

Flarden van een marmeren koopgoot. Een kribbig obermeisje dat een onfortuinlijke vlieg levend van een tafeltje probeert te poetsen. Een grimmige demonstratie die over geld gaat. Polícia nervoso. Een ijzeren toren en imposante hagelwitte gebouwen die getuigen van ongekende weldaad. Vergezichten. En eindeloos veel trappen. Het zijn de met steentjes geplaveide stoepen hier die alles verbinden. Kalksteen. Zwart. Wit. Werkelijk betoverende mozaïeken zijn het. Sterren. Golven. Blokken. Cirkels. Bloemen. Slingerende psychedelische patronen zijn het. In die stoepen verstopt. Geniaal gecomponeerd als ritmische patronen in snerpende techno. Dat kan geen toeval zijn. Straks naar Sónar: festival de música eletrônica.


PETER BERGER

Share This:

reve had gelijk – vandaag gent -wevelgem weer

 

 

gerardr

 

reve had gelijk
 
we lijden mee
we vroegen er niet om
niet om een schimmelvoet
en ook niet om reclame
 
vandaag gent – wevelgem weer
en nooit eens andersom
de kemmelberg op
 
reve had gelijk
het is allemaal genade
 
pw

 

 

 

Share This:

Anke Labrie wint de enige echte virtuele – naar een door de dame  m a ter haar aangedragen thema –  uw geliefde gehate smartphone is wel een dingetje – trofee op pomgedichten punt nl

dank aan alle inzenders voor de gedichten – ik ontdekte dat het thema niet echt mijn thema is – vergeef me de commentaren – ken gebeuren – het ding is geen poëtisch ding – volgende week een echt thema haha – en dat de dichters er toch nog wat van gemaakt hebben. voor Anke het goud – de verantwoording leest u onder de gedichten.

iPhone

als de kogels en het vuur
zal ik dan snel foto’s maken 
of druk ik jouw nummer in 
als ik dat ding vinden kan 
in de warboel in mijn tas

alleen maar een appje  
zal ik dan denk ik sturen
als mijn hand niet te erg trilt
met ik hou van jou 
en misschien nog net een hartje

anke labrie 
24-03-2024

een teken van leven in barre tijden in wezen de essentie van de smartphone – in alle eenvoud de phone, de mens, de liefde hier aangeraakt. ik zeg goud. van harte Anke!
  • Frans Terken – dromen in de cloud
  • Ton Huizer – ze gaan waar ik ga
  • Rob Mientjes – Hij toet en belt
  • Erika de Stercke – de batterij sla ik uit je lijf,
  • Rik van Boeckel – jouw stem tegen mijn oor
  • Anke LAbrie – als ik dat ding vinden kan 
wie wint de enige echte virtuele – naar een door de dame  m a ter haar aangedragen thema –  uw geliefde gehate smartphone is wel een dingetje – trofee op pomgedichten punt nl? kent u de regels – ja u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 8 uur. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

noem het maar geen liefde
 
je kunt ook zeggen
dat ik alle zuurstof uit je had gezogen
en aan frisse lucht toe was

ik weet nog
dat je me een keer een smsje stuurde
tussen het vrijen met een ander door
 
daar drinken we dan maar op
schreef ik terug
en noem het maar geen liefde


pom wolff


Online & verbonden

Je voert een broekzakgesprek
als je smartphone uit zichzelf
contact met me opneemt

veel o’s en a’s en hmhmhm
valt er iets van belang te horen
het fijne ervan gaat even aan mij voorbij

zo zonder jou te spreken 
weten dat jij in mijn nabijheid bent
met een vinger onder handbereik

van vroeg tot laat op het lijf gedragen 
slim met elkaar verbonden tussen
stille modus uit en aan 

tegen de nacht me maar losgemaakt 
je met een half oog weggelegd 
naast het hoofdkussen

nog een zwaai en een handkus 
naar je foto op het scherm
vang ik dromen in de cloud


© FT 22.03.2024

eerlijk gezegd komt het dichie niet helemaal bij mij binnen – op de laatste strofe na – die is duidelijk – dichter lijkt ook toe te werken naar de laatste strofe. de smartphone is zonder meer aanwezig in het gedicht maar dichter dicht het ding eigenschappen toe die voor mij net teveel buiten wat waar kan zijn liggen. de strofen 3 en 6 omarm ik – de andere minder.

Verbinding verbroken

Een zeis op de lijn
maar ik zie ze nog
steeds

op een schermpje
dicht bij mijn huid
ze gaan waar ik ga

ik wis ze niet uit
althans nu nog niet
dat komt later wel

je weet immers nooit
de techniek gaat zo
snel…

Ton Huizer

ik weet niet wat het is – het zal ongetwijfeld aan mij liggen – maar ook dit dichie komt niet helemaal binnen bij mij. nou heb ik toch altijd al moeite met beelden die de dichter zijn werk inschrijft wanneer deze min of meer gezocht zijn. en gebeurt van alles in dit gedicht maar vraag mij niet wat.
Goedeavond Pom,
Vanuit een warme hand rechtstreeks via mijn smartphone per mail doorgezonden. Een gedicht in wording, zonder censor. Moet kunnen. Printen mag, hoeft niet.

Smart op mijn foon
Doe maar Maroc en een beetje Nepal
Op hoek vet om acht
Betaal bro later

Smart op haar foon
Tiktokkie zegt tis uit
Dramaqueen jankt tuiten
Op naar de volgende

Smart op zijn foon
Formules achterop geplakt
Meester ziet alleen scherm
Toch mooi een zesje voor Wis

Het is een ding dat leeft
Mits op tijd gevoed
Via lijflijnkabeltje
Van het juiste merk

Hij toet en belt
Valt soms in de plee
Mijn hebbedingetje
Slaap zacht … op nachtkast

… en tot slot als toegift … een verse foto van mij … van mijn foon … via mijn foon.

Rob Mientjes

ik geloof toch dat het gekozen thema mijn  thema niet is. rob zorgt er in ieder geval voor dat een keur aan gebruikers aan het hebbedingetje gekoppeld worden – gebruikers met eigenaardigheden gebruikers met hun eigen taal.
voornemens 

ik vloek je onder de grond wanneer je 
zich als een ongehoorzaam kind verstopt

een kruisbogen van mijn zenuwen rent 
door de kamers en loert naar alle tafels 

jij, oorzaak van twee gemiste afspraken
leugens voor de reputatie heb ik nodig

moet ik liefhebben terwijl je uren zwijgt 
hersenen spoelen in knopen achteruit  

vroeger wist ik waar je stond met draden 
tot aan de dood in de muur verbonden 

maar nu, snotaap, je verandert constant 
van plaats, in de tas, broekzak, eetkamer 

waar is jouw recht tot bellen, ik met nood 
aan sociale contacten verlies tijd en geld

de batterij sla ik uit je lijf, het scherm kan 
breken, ik verfoei die achterbakse streken 

dat de nummers verdwijnen daar maal ik
niet om, jij leegloper van een oud mobiel

mijn licht gaat nu uit en de voordeur blijft
tot morgenvroeg dicht

Erika De Stercke 

dichter raakt steeds meer geïrriteerd zoveel is zeker hier. de eerste vier strofen herbergen voor mij duistere zaken. ik volg de taal en de woorden en raak geheel in de war.  deze week deze wedstrijd is mijn week niet mijn wedstrijd niet – het lijkt erop dat de dichters hebben afgesproken – we moeten die wolluf met zijn zinloze streven naar helderheid eens een goed lesje leren.


Verbinding van pure waarde

Van blijdschap naar smart
het is gewoon met de phone

ik dans met mijn stem naar jou
dat is de pratende weg waar ik van hou

verbinding is de wereld van nu
verbreken heeft nimmer zin

een gesprek is het liefdevolle begin
tussen hemel en aarde

we spreken elkaar in pure waarde
hou jouw stem tegen mijn oor

mijn trommelvlies breekt nimmer
verbinding draaft door en door.

Rik van Boeckel
23 maart 2024

deze begrijp ik wel – gelukkig begrijp ik toch nog iets. en geheel in riks stijl – een in volle glorie uitgeschreven eerbetoon lezen we aan het ding – dat mooie dingen genereert alsvolgt door de dichter beschreven:

een gesprek is het liefdevolle begin
tussen hemel en aarde

Share This:

m a ter haar en haars smartphone – ‘jij bent mijn reden van bestaan…’

gisteren in ZAAL 100 de hand gedrukt van m a ter haar – een dame, limburgs accent – je bent al vaker in eijlders geweest he vroeg ik – maar vroeger nooit – nee inderdaad ik bleef altijd onder de radar was het antwoord – ik treed nu ongeveer een jaar op en naar buiten. heb je een gedicht voor de pomsite? vroeg ik – kun je die mailen? nee ik kan niet mailen – ik heb geen computer ik ben totaal digibeet. o wat interessant glimlachte ik – mag ik dan een foto maken van een gedicht? dan lijkt me het gedicht smartphone wel gepast antwoordde m a ter haar. en ik heet m a ter haar. dank je wel m a ter haar.

Share This:

VON SOLO: ‘Ineens veranderden de rode lichten in de ogen van het oude vrouwtje en schrok ik wakker. Mevrouw Solo vroeg wat er was…’



We laten vaak de hond uit langs de Rotte. Onder het viaduct naar het Oude Noorden staat dan vaak een vrouw de vogels eten te geven. Dat doet ze al jaren. Het is een wat verwaarloosde oudere vrouw. Ze voert de vogels brood. Vooral de duiven, die nestelen onder het viaduct zijn er gek op. Als we met de hond langslopen, wil deze nog wel eens aanslaan en proberen de vogels weg te jagen. Wij houden hem dan kort. Het vrouwtje kijkt ons dan glazig aan.

Afgelopen zondag lieten we de hond weer uit langs de Rotte. Verderop richting het viaduct was een het onrustig. Het was er drukker dan normaal met mensen. Ze leken ook stil te staan op de plek waar normaal de vrouw vogels voert. Er klonken verontrustende klanken, toen we dichterbij kwamen. Het werd luider, als grienen tot schreeuwen. Ik drong me door de haag van mensen die zich gevormd had en het schouwspel dat ik toen gadesloeg, maakte me angstig.

In het water dreven twee dode zwanen en een paar dode eenden. Op de kant ontwaarde ik ook wat dode meerkoeten. Verder lagen er heel veel dode duiven. Sommige nog in doodsstrijd. Te midden van de zieltogende vogels stond het vrouwtje. Ze had een onheilspellende glinstering in haar ogen en keek me ineens grijnzend aan. Ik wendde snel mijn blik af, want het leek of ze recht mijn ziel in keek en mijn afschuw voelde. Het greep me bij de keel. Ik draaide me om en liep snel weg. De hond liep gedwee mee en gaf geen kik.

Een paar dagen later hoorde ik iemand zeggen, dat het vrouwtje dementerend was en de vogels opzettelijk vergiftigd had met een geurloos en smaakloos gif, waar ze het brood me geïmpregneerd had. De dierenambulance had in totaal vijfenveertig karkassen meegenomen. Zelf was ze naar een instelling gebracht, door de hulpdiensten. Niemand wist waarom ze het gedaan had.

Die avond droomde ik dat ik kon vliegen. Ik vloog over de stad. Ik zag de dagen voorbijvliegen of het seconden waren. De decennia vervliegen in minuten. Alles veranderde, tot de nacht kwam. Toen zag ik oplichtende bakens, als van een vliegveld. Ik vloog erop af en maakte me klaar voor de landing. Ineens veranderden de rode lichten in de ogen van het oude vrouwtje en schrok ik wakker. Mevrouw Solo vroeg wat er was. Ik vertelde dat ik gedroomd had van het vrouwtje, dat alle vogels dood gemaakt had. Mevrouw Solo zei dat ze niet begreep waar ik het over had. Die ochtend kon ik ook op internet niets meer vinden over het incident. Maar het vrouwtje zag ik vanochtend niet bij het water de vogels voeren.


VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl

Share This:

Zaal 100 21 maart – Mascini 15 april


vieze vuile vel wit
 
ik kan hier in mijn eentje
wel grensoverschrijdend zitten te doen
of ik kan mezelf wel over de computer heen trekken
vieze vuile vel wit
 
of je als worddocument vernederen
op je knie-en of … ik sla je niet op
of nog erger ik sla je wél
op je vieze vuile vel wit
 
om je nooit meer te openen
levenslang
op een harde schijf
opgesloten tussen onbenullen en enen
 
of je donderdag 21 maart
in zaal 100 voordragen
voor de shredder
de mensen zullen hoofdschuddend naar mij kijken
 
om al die agressie en milieuonvriendelijkheid
of je voor het laatst opvoeren in mascini
op maandag 15 april
daar kan er vermoed ik nog net een lachje vanaf
 
vieze vuile vel wit!
 
 
pom wolff

Share This:

Vera Jongejan over een vork die op haar tenen staat

 
  Luisteren

1
Ik luister
(stil is het hier binnen)
mijn hele lichaam gekromd
als een kom 
naar iets achter de horizon van horen 
zoals het zingen van de dingen
zachte kreten van ik kom
het sputteren 
of ultrasonisch gillen 
(een vork:
je staat op mijn tenen)

op straat lopen robots 
witte pijpjes in hun oren 
zij maken gebaren , praten in talen
doen alsof ze elkaar verstaan
maar ik hoor ze niet luisteren.


Vera Jongejan

Share This: