Karin Beumkes: God in de Hemel laat ons slapen….

Twee tandenborstels, één
tweehonderd excuses door een telefoon
God in de Hemel
laat ons slapen.

Dear Pom


Er valt veel te zeggen over dit gedicht. De een zegt dat het een oud gedicht is. De ander zegt dat ik het al twintig keer heb ingestuurd. Beide beweringen zijn waar, maar ik bied het je toch nog een keer aan. Gewoon om iedereen te treiteren, ik voel me vandaag vijandig.



Liefs

Karin



Afscheidsritueel


Twee tandenborstels één
twee messen, ook voor twee
twee abrikozen, drie
twee kussen, nu zo koud.

Drie geheimen, vier
vier boeken, vijf gedeeld
vijftien tranen, honderd gedachten.

Negen bijbels, tien kaarsen
twintig lessen, dertig gebaren
wij hebben tweeduizend jaar geleefd.

Twee tandenborstels, één
tweehonderd excuses door een telefoon
God in de Hemel
laat ons slapen.

Ontwaken.
Twee tandenborstels.
Eén.


Karin Beumkes
Muziek: Frida Boccara – Cent mille chansons https://youtu.be/BYRVl13GPD4


Share This:

PETER BERGER op de zondagmiddag: ‘Ze is een beestachtig liefdeswezen dat is geschapen om te stralen als de zon. Om mij met haar liefde bij te lichten zodat ik haar contouren voor altijd kan ontwaren in de diepste krochten van oneindige duisternis.’



Ik mis haar. Haar geur. De bitterzoete smaak toen ik haar onverhoeds in d’r oksel likte en de ontwapenende lach die daarop volgde. “Niet doen,” giechelde ze. Maar ze meende er geen kloot van. Ik wist het zeker.

Eva is het soort vrouw dat overal gelikt wil worden. Als een wolvin bewoog ze. Soms bijna grommend en schijnbaar hoekig. Soms behoedzaam. Uitdagend bijna. Grimmig misschien zelfs af en toe. Maar steeds rond als de schoonheid zelve. En zo oneindig lief. Verlangen is een vreemd beest. “Sorry,” stamelde ik onbeholpen. Beneveld door haar godinnengeur wist ik niets anders dan zoiets triviaals uit te brengen. Sorry. Wat een druiloor. Cupido. Stupido. Zo onzinnig. Ik moet huilen.

Iets wat zo echt voelt kan haast niet onwaar zijn. Het mag niet. De kleuren zijn nieuw. Alles is nieuw. Alles ist wieder offen. Ze is een beestachtig liefdeswezen dat is geschapen om te stralen als de zon. Om mij met haar liefde bij te lichten zodat ik haar contouren voor altijd kan ontwaren in de diepste krochten van oneindige duisternis. Ik zie haar. Opnieuw. En opnieuw. Steeds opnieuw zie ik haar. In alle bochten en kronkels in mijn hoofd duikt ze op.

Ik wil vluchten in de donkerste spelonk van mijn bestaan. Maar ook daar schijnt de zon. Ik ben ontheemd. Hoe moet je zoiets zeggen in het Frans? Je suis désolé?

Peter Berger


Share This:

IEN VERRIPS schrijft deze week het gedicht van de week op pomgedichten punt nl – en u wordt bijgezet – in de eregalerij van gedichten van de week van pomgedichten punt nl – poëzie bij een prachtwerk van catharina mastenbroek

Dag Pom,
Ik kies voor Ien Verrips. Mooi gedicht dat dicht bij het schilderproces komt, de Japanse prent noemt, een van mijn favoriete kunst uitingen, en het gearriveerd zijn, waarnaar ik nog op zoek ben.

Graag haar toestemming. Voor publicatie op mijn website http://www.cathelier.com/Nieuws.html
Groeten,
Catrien



Hoi Pom,

pffff, net op tijd. Het is soms moeilijk een moment te vinden en de juiste ‘mood’ maar het is deze keer eindelijk weer gelukt Binnen de tijd.
Zie uit naar de anderen en wens je alvast veel gezelligheid in de komende tijd.


< –>
in dit bijeen gespatte land waar met kronkelige streek
de gestreepte takken van een stam voorzien
ik kijk neer op een vallei met in de verte lijnen
van heuvels die zich zachtjes tonen
ik droom mij in een japanse prent
vlekken vegen de lucht
blauw knalt mij tegemoet met klanken
en ik weet ik ben gearriveerd
 
 
IV dec 21

Ien Verrips


–>
Ien en de japanse prent waarbij ze zich blijkbaar thuis voelt. met vegen en strepen – stars and stripes. hoe dan ook – soms zijn er regels zo mooi dat ze adembenemend werken – en dat is hier bij Ien het geval – die laatste regel van het gedicht – die van een zeldzame schoonheid is: “en ik weet ik ben gearriveerd” – prachtig.  die prachtig beschreven state of mind, dat prachtig weten – alsof er iets van overgave is.
 
Gemengde techniek, aquarel, inkt, pastelkrijt – Catharina Mastenbroek

tsja ga er maar aanstaan – webmaster dacht met het uitroepen van het gedicht van de week – voor een makkelijke opgave te staan. maar zo is het niet. het ene gedicht mooier, indringender, meeslepender dan het andere. de lofuitingen zijn onder de gedichten geschreven. moet je dan nog daarbovenuit een extra lofuiting uitbrengen. dat is de vraag. ik doe het deze week eenmalig niet. ik vraag de kunstenaar catharina mastenbroek welk gedicht haar voorkeur heeft. – nog even wachten dus voor de uitslag. dat is dan wel het voordeel van het gedicht van de week – we hebben nog een week de tijd – uiterlijk natuurlijk.

  • RIK VAN BOECKEL: stille schildering van universele dagen
  • ANDREA VAN HERK: een poging verder te leven te midden van alles en niets
  • ANKE LABRIE: de lucht is gemaakt om erin te verdwalen
  • FRANS TERKEN: je zoekt een bos vol lijfsbehoud
  • IEN VERRIPS: en ik weet ik ben gearriveerd

wie schrijft deze week het gedicht van de week op pomgedichten punt nl – en u wordt bijgezet – in de eregalerij van gedichten van de week van pomgedichten punt nl – zie rechtsboven op de pagina!!! – een eer voor het leven.

het thema – de aanwijzing luidt: schrijf een meeslepend gedicht bij het hierboven afgedrukte prachtwerk (gemengde techniek) van Catharina Mastenbroek. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen – voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.


op jezelf
 
alsof we samen even schuilden
op een plaats waar niemand komt
waar niemand meer een naam heeft
 
waar alles stil ligt, alles lege tuin is
met lege bomen, met lege bladeren
lege bloemen
 
en dan is er het loskomen van de grond
alleen is de weg zo lang die je van binnen uit holt
 
pom wolff
Pom, hier mijn poëzie bij het schilderij van Catharina Mastenbroek. Groeten, Rik 


Stille schildering


Het licht tussen de takken
zoekt de schaduw van het bos
schuift op naar ‘t schimmenrijk
witte schemering deint naar de horizon


bladeren wachten op een nieuwe lente
achter elke einder heerst de toekomst
wolken herbergen blauwe lucht
in stille schildering van universele dagen.


Rik van Boeckel
18 december 2021


<–>
ha heerlijke poëzie in donkere dagen. Rik weet de dagen van licht lucht tijd en reden te voorzien – dat we weten waarom we leven. en waarheen! de stille schildering universeel met iets van een nieuwe lente ingekleurd – een hoopvol verwachtingsvol gedicht. prachtig – heerlijk.

ZO’N DAG


Bomen verleggen vogels en grenzen aan de wei
we staan, kijken, een poging verder te leven
te midden van alles en niets
hier, daar, steeds een stukje dichterbij


In de verte klinkt de sneeuw op de daken 
moeder aarde 
we kijken elkaar aan 
laten het praten


Jij bent ik en ik ben jij


Andrea van Herk


< –>
wat fijn dat Andrea de weg naar ‘de pom’ weet te vinden – de titel helemaal in stijl  – de zondag gestyled en tot een bijzondere dag gemaakt. u weet wel zo een dag die we allemaal wel een keer of als we geluk hebben heel vaak meemaken – wellicht mogen meemaken – de relatie in de week gelegd! en hoe. plaats, afstand, van heel veel tot heel weinig vorm gegeven – is het alles is het niets – en dan is er ‘het praten laten’ – en dan is er die complete stilte – in stilte uiteindelijk is er toch nog  het opgaan in elkaar. tot het op is.


het is er te donker
beneden
daar waar je verdwaalt
 
maar tussen de takken  
daarboven
komt er altijd wat blauw
 
zolang je maar wacht
totdat de wind
ze zachtjes beweegt
 
de lucht is gemaakt
om erin te verdwalen
zij brengt je wel thuis
 
anke labrie
(19-12-2021)



< –>
prachtige regel:  ‘de lucht is gemaakt om er in te verdwalen…’ – ook Anke schrijft hoopvolle woorden voor donkere dagen, voor een donkere zondag, voor donkere luchten, wellicht TE donkere –  hoe de grond soms als een donkere afgrond bestaat voor wie zich van plaats naar plaats begeeft.  verdwaalt. en zie daar het hoopvolle blauw – om thuis te komen – om te dromen – het sombere aardse verdwalen met hemels blauw voorzien. een schilderij in woorden legt Anke naast het getoonde beeld.
Goedemorgen Pom,

nog een bijdrage voor het gedicht van de week, bij het werk van Catharina Mastenbroek.
Warme groet,
Frans


Stiltegebied 3

Hoe ver het ook lopen is
je klimt hoopvol uit het dal
gaat in dit afgelegen gebied
naar waar het groeien heerst

ook op deze beschutte plek
waart luidruchtig de stilte
een klinkende noot tussen bomen
die zo onbeweeglijk lijken

ze kraken brutaal hun takken
ruisen tot in het laatste blad
trakteren je op de zang van vogels
die zich voor je ogen verstoppen

je zoekt een bos vol lijfsbehoud
de rust van een niemandsland
voor het oorverdovende in je hoofd
komt er bedrogen uit

© FT 19.12.2021


–>
prachtige regels – de zoektocht naar ‘een bos vol lijfsbehoud’ of die over  ‘de beschutte plek waar de stilte luidruchtig rondwaart’. de woorden van het gedicht zijn als het ware aan de kapstok van de twee gememoreerde prachtregels opgehangen. uitgebalanceerd en evenwichtig – het gedicht buigt nergens door. mysterieuze afloop in de laatste strofe beschreven. de mens kan vinden wat ie wil maar of ie het ooit vinden zal – daar plaatst de dichter vraagtekens bij.

Share This:

Yvonne Koenderman: X – “Er is geen juiste tijd om iedereen die van je houdt te verlaten. je wil dit niet met kerst of op oudejaarsavond. Godverdomme ik ga je missen…’

De harde eenvoud van een X.
Deze week schreef ik je mijn afscheidsbrief. “Verdomme!” schreef ik “Hoe durf je ons kankerclubje te verlaten, nu zit ik dadelijk alleen met die “puddinglul” zoals jij hem al van kinds af aan noemt opgescheept en…hij met mij, misschien nog wel erger.” ik schreef meer, bedankte je voor je vriendschap van al 50 jaar en steun de laatste tijd en dat je niet van me af zult zijn en ook niet van die “puddinglul”, want je zit in ons hart en mocht je gaan overwint onze vriendschap de dood. Eigenlijk hadden we tussen kerst en oud en nieuw ons jaarlijkse rondje Schiedam gaan doen, wandelen door de buurt. Vlaardingerdijk, Aleidastraat, de oude Roomskatholieke begraafplaats waar we vroeger door het hek klommen om beukenootjes te rapen om dan uiteindelijk te eindigen bij het jenevermuseum voor een drankje/borrel om ongetwijfeld de herinnering aan de ratten voor de film Nosferatu naar boven te halen die in de lange haven rondliepen en waar we op afstand naar keken als kleine kinderen. Vorig jaar gingen we niet vanwege mijn kuren  en dit jaar komt jouw op handen zijnde afscheid  ineens hard om de hoek kijken. Je hebt de brief gelezen, ik stuurde hem ook digitaal voor als de tijd te snel zou gaan en je antwoorde met een X. Jouw kennende verwachten we dat je  dit overwogen doet. Er is geen juiste tijd om iedereen die van je houdt te verlaten. je wil dit niet met kerst of op oudejaarsavond. Godverdomme ik ga je missen. Nooit kwam een simpele enkele X zo hard binnen.

Yvonne Koenderman

Share This:

welkom in de wereld van VON SOLO, nooit meer die…”Die zich dag in dag uit in hun auto’s naar kantoren, bouwplaatsen of fabrieken rijden. Als vals gemotiveerde of afgedraaide werkmieren hun rol als radertje in een ziek systeem vervullen, dat onder de streep enkel gericht is op lineaire ‘economische groei’. …’





‘Hoe borgen we de kennis als ‘die ene medewerker, die alles weet onder de tram loopt’? Wat een vraag! Niet wéér met één of ander flutsysteempje, mag ik hopen?! Wat wel de oplossing is, zijn androïden. Dat zijn robots die menselijke trekken vertonen. Als je iets wil weten, dan werkt het net als bij Siri. Je stelt gewoon de vraag en krijgt in menselijke maat uitleg over wat je wil weten. En ze herinneren zich alles. Door kunstmatige intelligentie, kunnen ze al deze kennis ook in context plaatsen. En het grote voordeel is, dat ze na een jaar niet gaan jobhoppen en hun op dat moment nog beperkte kennis meenemen en een leegte achterlaten die weer door de volgende passant wordt ingenomen. Een androïde kan makkelijk vijftig jaar in functie blijven. En het mooie is, dat ze in principe voor een jaarsalaris van een schaaltje dertien al te koop zijn. Dat bespaart aardig op personeelskosten. En ik hoor sommigen nu lachen, maar dit meen ik! Jullie vragen een oplossing. Dit is de oplossing. Je kunt er voor kiezen te blijven hangen in je op Lotus 123 gebaseerde, statische database systemen met alle kwetsbare koppelingen en blijven zwammen en dromen over ‘Big Data’, ‘blockchain’ en ‘Internet of Things’. Maar dat is achterhaald. Stop er mee en maak nu de stap naar de toekomst. Als je dit tenminste echt wil.’

Daarmee eindigde ik mijn korte interventie. Er viel een stilte in de vergadering. Hakkelend werd nog geprobeerd om toch nog even te praten over een systeem om kennis in vast te leggen. Ik hield mijn mond maar. Voor mezelf was het al lang zonneklaar. Van de twintig deelnemers aan deze teams vergadering was zeker tachtig procent rijp voor de zachte droomwereld. Alles mooier en beter en vooral leuker. En niet te ontwrichtend. Sentimenteel hopend op een soort menselijke wereld waar wel alles goed gaat. Achterhaald gewauwel. Later die avond herhaalde ik mijn betoog tegen een wetenschapper en gaf aan, dat ik mijn huidige werkzaamheden op niet al te lange termijn zou willen laten doen door een mailbot, een chatbot en een androïde. Dat zou moeten kunnen. Wat voor mij dan over zou schieten, zou het bewaken van de morele en ethische principes van mijn digitale onderdanen. De ethicus is de manager van de toekomst. Dat klonk al te hoopvol.

Vanochtend onder de douche dacht ik er aan, hoe ik al die (onbekende) mensen om me heen niet uit kan staan. Al die neo-utopische peuterbreinen, die zich de toekomst wel zullen laten overkomen. Die zich dag in dag uit in hun auto’s naar kantoren, bouwplaatsen of fabrieken rijden. Als vals gemotiveerde of afgedraaide werkmieren hun rol als radertje in een ziek systeem vervullen, dat onder de streep enkel gericht is op lineaire ‘economische groei’.
 
Afgelopen weekend keek ik met mijn zoontje van twaalf ‘The Matrix’ weer eens. Hij snapte er niets van. Wat mij vooral bijbleef, was de opmerking van Agent Smith, dat de mens het best vergelijkbaar is met een virus, een woeker. Die opgebruikt, vermenigvuldigt en koloniseert, zonder enig ander doel dan het stillen van een hersenloze vraatzucht. Er is geen enkel bewijs hiertegen aan te voeren, tenzij (valse) intentie tegenwoordig ook geldt als rechtvaardiging. Ik denk werkelijk, dat we een groot deel van de mensen, die nu ‘werken’ beter zouden kunnen vervangen door androïden. Ik denk ook, dat veel van deze mensen zich veel beter zouden thuis voelen in een virtuele wereld, waar ze het aan niets ontbreekt. Ik denk zelfs, dat er nu al velen zouden zijn, die er voor zouden kiezen, als ze nu vandaag de keuze zouden krijgen. Kijk zelf maar op uw telefoon. Oh wacht, dat doet u al.
 
Het viel me in, dat niet God, maar de Duivel de mens naar zijn evenbeeld geschapen moet hebben. En dan te denken, dat we dachten, dat zijn slimste truc was, de mens te doen geloven dat hij niet bestond. En daar bungel ik dan. Ergens aan een verkoolde wortel onderin de hel van mijn geest.  Ik zal niet rusten tot ik de androïden binnengeloodst heb. Als mijn  zendingswerk gedaan is loop ik de zee in en kijk niet meer om.
 
Of luister nog eens:
https://youtu.be/fHiGbolFFGw

Von Solo
www.vonsolo.nl

 

Share This:

Merik van der Torren neemt het er maar weer eens van – héél december één vakantie



Buitenzorg, dagboekaantekening

Het licht is hier anders.
 
Het lost de zwaarte op.
 
Problemen verdampen in dit licht
en je ruikt zelfs niets.
 
Alleen de zon die de Oost-Indische kers beschijnt,
een late roos.
 
En dan Betty kwispelend over de laan
die mijn hand likt
voor het zout en de warmte,
 
dat is het op dit heerlijke dagje
in december.

Merik van der Torren

Share This:

pom wolff: ‘ik kwam heel dicht bij jou – bij iemand die een moeder mist en nu dus alles mist…’



ik las een paar mooie gedichten
van je hand – een over je moeder
niks bijzonders natuurlijk
ieder mens heeft een moeder
iedere dichter wel twee
een echte en een voor wie geschreven is
 
maar toch
door het geschrevene heen
voelde ik iets wezenlijks
niet dat ik dichter bij je moeder kwam
bij hoe ze was
belangeloos gul en mild
 
zoals moeders zijn
ik kwam heel dicht bij jou
bij iemand die een moeder mist
en nu dus alles mist
van de vrouw die van het leven wist
en nooit over haar moeder sprak
 
 
pom wolff
 

Share This:

IEN VERRIPS vandaag met én in een hartverwarmende december hartstocht: ‘ik vatte vlam toen ik je zag – zo mooi was je…’



ik vatte vlam
toen ik je zag
zo mooi was je
 
ik wist niet wat ik zag (zo mooi)
maar zeker dat ik
daar wil zijn dichtbij
bij jou wil zijn
 
en dat terwijl
die anderen
deden alsof ze niet zagen
hoe mooi je was
jou doodgewoon
tegemoet traden
als één van ons
en jij deed mee
 
pas later hoorde ik
jouw antecedent van
verschroeide aarde
 
maar toen daar zag ik jou
nakende schoonheid
ontbrandende hartstocht
verzengend vuur
wij
 
dec. 2021

IEN VERRIPS

Share This:

Vrouwen voor vrede – én voorop Karin Beumkes: ‘je verloor je kind – je verloor je been – maar je ziel ging niet kapot, die droomde over wilde bloemen…’

Dear Pom


Nergens is er zo veel vrede als in dit huis. De poes ligt bijna in de centrale verwarming, twee saucijzenbroodjes liggen warm te worden in de oven. Nergens is er zo veel vrede als in dit huis. Laten we de vrede koesteren in dit gedicht.



Liefs

Karin



Oorlogsslachtoffer


Weer schrijf ik over je gebarsten buik
en de baby die niet werd geboren
je kwam in vuurzeeën terecht, je huis
brandde tot op de laatste sponning af.

Had je maar geluisterd naar dwingende gedachten
die nacht luisterde je naar niets
God kon niet op je wachten
en veranderde je lot.

Je lag daar bleek, er kwam
een stok tussen je tanden
je been werd afgezet,

Je wilt er niet meer over spreken
oorlogsbeelden – je verloor je kind
je verloor je been, maar je ziel
ging niet kapot, die droomde over
wilde bloemen en hoe het vrede wordt.

Karin Beumkes



Muziek: Melanie Safka – Peace will come https://youtu.be/0b9W_z7Rm9E

Share This:

PETER BERGER voor even terug in KATWIJK (kattuk): “Daar aan de voet van de duinen bij het prikkeldraad ga ik straks even liggen. Op m´n rug. Want ik wil de wolken in het blauw voorbij zien waaien totdat m´n oogleden zwaar worden…”


Ik hou van Katwijk. Niet omdat Katwijk eigenlijk Kattuk heet maar omdat het pal aan de kust ligt: Kattuk Aan Zee. Strand. Zand. Zee. Soms zeehonden zelfs. Maar die zie je er eigenlijk maar zelden en dus ook vanochtend vroeg valt er op dat vlak weinig leven te bespeuren. Een spoor van door paardenhoeven omgeploegd zand verraadt echter wel die eenzame ruiter die hier bij eb in alle stilte voorbij is komen razen. Niemand heeft hem gehoord of gezien en het wassende water zal het bewijs van zijn wilde ochtendrit weldra volledig wissen. Zodat vandaag gewoon vandaag zal zijn. ´s Zomers, met beide poten stevig in het warme rulle zand, voel ik hier de aarde altijd zachtjes trillen wanneer Poseidon ergens ver weg aan de Bretonse kust z´n drietand tegen de rotsen rost. Kedang! Zelfs hier in Kattuk kun je dat dan voelen.

Maar daar is het nu te fris voor. Voor blote voeten. M´n schoenen zijn doorweekt en m´n enkels koud en stijf als hagel ijs. Toch ga ik het doen. Daar aan de voet van de duinen bij het prikkeldraad ga ik straks even liggen. Op m´n rug. Want ik wil de wolken in het blauw voorbij zien waaien totdat m´n oogleden zwaar worden. Blootsvoets ook, want ik moet het zand tussen de tenen kunnen voelen. Zodra alles overal danst en draait dartelt Pegasus, hoog in de lucht, woest briesend aan de wereld voorbij. Maar of ´ie ook echt boos is of gewoon verdrietig, dat wolkenbeest daarboven, dat weet niemand. Als ik die wolk zou zijn zou ik het wel weten en de verleiding niet kunnen weerstaan. Zwanger van verdriet zou ik die treurnis daar beneden van top tot teen onderzeiken. Het hele sneue zooitje. Met de ogen toe hoor ik Poseidon ondertussen luidruchtig rondbanjeren in de bruisende branding. Gierend van plezier port hij her en der z´n drietand in het drijfnatte zand. De vloedlijn klotst en schuurt terwijl de aarde onder mij hartstochtelijk begint te schuddebuiken. Het kietelt! En miezeren doet het inmiddels ook. Kortom, hoog tijd voor een vers gebakken visje. Ook al is het daar nog veel te vroeg voor.


Peter Berger

Share This: