Dear Pom, Deze maand heb ik lang nagedacht wat ik in zou sturen, uiteindelijk koos ik voor dit gedicht.Er zit een zweem van twijfel in omdat het een nieuw gedicht is en ik ben er nog niet zo aan verknocht.Ik werk door, dan ontstaat er vanzelf iets.En als ik daarvoor met de billen bloot moet, let it be. Liefs,Karin –
hoi kaar tsja het is wel even wennen hoor zo een sapje op je nuchtere maag van de maandag. maar dat god de schuld aan alles is maakt veel goed. want dat is ook zo. god en in een breder verband godsdiensten zijn nu eenmaal schuld aan alles. en de klm en poetin natuurlijk. die maken de wereld en pappa ook niet rijker. ‘De dood was eroverheen gegaan,…’ is een prachtzin. xpom
Mijn pappa had geen geld, dat was alles. De meeste konijnen die we aten waren eerst voor vogels. De dood was eroverheen gegaan, ze stonken volop met stijve staarten. Het vel dat uit hun lompen hing had dezelfde kleur als walgsap.
Ik prakte ze dapper met spinazie maakte een piramide van aardappels begroef de jus met hiëroglyfen. Ik zag Ra zweven op het klassieke omabord. We aten met smaak misvormde ogen. en na het eten bedankten wij de God die alles had misdaan.
heel vaak komt het niet voor dat we twee weken achter elkaar dezelfde winnaar kennen in de zondagochtendwedstrijd op pomgedichten punt nl – 2 en een half gedichten springen er deze week echt uit – en uit die twee en een half: één. het gedicht van IEN VERRIPS bekronen we met goud. op de voet gevolgd door het prachtige gedicht van Etwin Grootscholten zilver maar met een gouden randje. zo moet dat in de poëzie met de leegte. gunnen we Cartouche het brons – die gedroomde tweede strofe leidt een heerlijk lome zondag in vol van poëzie vandaag. dichters bedankt voor het insturen en zoveel moois. de uitslag ietsje eerder dan gemeld. we moeten naar die film – naar downtown abbey. die heerlijke verleden valsheid in een mooi jasje gegoten. winnaars van harte!
het is de leegte die mij wenkt verleidt omarmen wil kom tot mij lokt zij dit is de plek voor jou hier wil je zijn hier weegt geen woord betekenis verlost van betekenis bevrijd van zin en wicht
verlangen aangeraakt o lieve leegte ik zou wel willen dat ik wil maar durf niet ben te bezig nog en bang voor zoveel wat niet is
april 2022 Ien Verrips
‘ik zou wel willen dat ik wil’ verzucht de dichter mooi in de laatste sterkste strofe van het gedicht. hoe zeg je het – het menselijk tekort, het dichterlijk tekort neergelegd in een wereldregel. en daarachter aan nog twee wereldregels:
ik zou wel willen dat ik wil maar durf niet ben te bezig nog en bang voor zoveel wat niet is had vasalis deze regels geschreven en waren ze nu herontdekt literair Nederland zou te klein zijn. deze drie regels kan ik wel blijven lezen. ze maken heel veel regels overbodig – ook die andere regels in het gedicht van Ien. – nou ja in mijn enthousiasme doe ik toch een aantal regels in de eerste strofe onrecht aan bij nadere lezing. dan selecteer deze regels voor een verder volmaakt gedicht:
het is de leegte die mij wenkt verleidt omarmen wil kom tot mij lokt zij dit is de plek voor jou hier wil je zijn
ik zou wel willen dat ik wil maar durf niet ben te bezig nog en bang voor zoveel wat niet is
Ien Verrips
Beste Pom, Hier mijn bijdrage voor zondag.
RETOURADRES
hee huis. hallo. ik hou niet van je. sorry. je idealen kleven aan me.
je trap;
je bad-, je kinder-
en de straat waar je staat vervaagt, de
herinnering waarin ik leef.
je tuin woekert. ik en je muren bladderen.
dingen laten los.
Hartelijke groet, Etwin Grootscholten.
een zeer aansprekend gedicht. als je liefhebbers zou willen leren hoe dat moet met poëzie neem dit gedicht en zeg ze – kijk poëzie dat doe je zo. je wil iets over de leegte schrijven maar dan gebruik je dat woord niet. dan benader je het thema met eigen dingen – een huis waarin je hebt gewoond en de herinnering aan dingen en mensen in dat huis. welk huis het is of was dat komen we niet te weten – de dichter weet het ook bijna niet meer. dat komt omdat de dichter af- ‘bladdert’ – op een leeftijd is waarbij afbladderen niet is uitgesloten. net zoals de muren van dat huis – dat huis dat de dichter niet meer – bijna niet meer kan herinneren. dat huis is bijna weg, de dichter is ook bijna weg, zijn herinnering ook bijna weg en desondanks lezen we over allemaal dingen in dat huis dat we als lezer nooit zullen kunnen betreden – een nauwelijks nog bestaand huis dat alleen in het gedicht van deze dichter te betreden is middels zijn afgebladderde herinnering aan dat huis dat ooit zoveel heeft betekend. en met en in dit gedicht eeuwigheidswaarde heeft meegekregen. de tijd laat je nooit los. de dingen niet. het huis niet. de dichter niet.
dat in volheid niet te leven valt een rekening zonder einde een vrouw met dito benen en mos dat altijd vochtig is veen dat niet stopt met trillen lucht die alsmaar blauw en alle dagen zomer
ja – dan liever iets waarin je tot jezelf kunt komen – wat dat ook betekenen moge – in op kunt gaan een plek een woord als diepte vlakte veendam een leegte een lange liefst tot ook die dat weer is verdwenen
30-04-2022 / Cartouche
het is bijna een droom die tweede strofe – een dromerige toestand waarin de dichter bijna swingend, de woorden in een kadans van leegte brengt – om bij weg te dromen. ik weet niet hoe ik anders dit dichterschap van Cartouche kan duiden. het is wel hogeschool poëzie die we mogen lezen in die tweede strofe – ook nog onderbouwd met enige feitelijkheden@. op de eerste inleidende? strofe zitten we eigenlijk niet te wachten. oja maak van de laatste regel: dan weer is verdwenen
@: “Het sportpark De Langeleegte is een sportcomplex in Veendam waarvan het gelijknamige stadion het bekendst is. Het ligt aan de gelijknamige straat De Langeleegte. De Langeleegte is een Groningse naam. Veel mensen associëren het met leegte; in het Gronings is leeg echter de benaming voor ‘laag’.”
Etwin Grootscholten: ‘dingen laten los.’ …
Frans Terken: ‘dat het niet van de grond kwam…’
Anna Eikelboom Post: ‘hoor de bal zingend zweven …’
Cartouche: ‘een leegte een lange liefst tot ook die…’
Ien Verrips: ‘o lieve leegte ik zou wel willen dat ik wil…’
Anke Labrie: ‘nu staan ze daar …’
Jako Fennek: ‘als ogen zonder leden…’
foto: Ben Kleyn
“Mooie beschrijving van leegte, Pom.” de waardering van de dichter Etwin Grootscholten voor mijn gedicht hieronder – meteen maar het thema ‘de leegte’ als inspiratiebron genomen voor onze zondagochtend’wedstrijd’. heeft u ook iets met de leegte? of hoe de leegte om ons heen te vullen? – dat is een levensvraag die we dichters kunnen voorleggen. leggen we het u voor! u kent de regels:gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
kijk het was iets met een feest in de stad of was het twee hoog in een kraakpand
mogelijk in de van hogendorpstraat ik weet nog steeds niet wie van hogendorp was of welke
jij had bijzondere ogen aan iets met een kleurtje de grachten waren bevroren vanaf het spui gleden we van gracht naar gracht
richting de van hogendorp of we de van hogendorp hebben gehaald weet ik niet meer noch de kleur van die ogen noch je naam
pom wolff
Met een lampje gezocht
Daar waar leegte woont weet ik de bodem van een fles soms zelfs een hele glasbak
dat ik drink om te vergeten niet dat ik je na al die jaren kwijt ben maar dat het niet van de grond kwam
steken bleef in goede bedoelingen die niet het licht brachten waar ik op wachtte
geen antwoord kwam er op mijn vragen nog geen woord dat er toe deed het klonk hol als je ogen
en mijn batterij finaal leeg getrokken ik onderaan de trap in de kelder bij een laatste teug wijn
in wezen maakt frans een verhaal van het thema. legt het thema op een verhaal uit dichters verleden of uit zijn fantasie. er moet wel drank bij om deze leegte te overleven, te ontvluchten, om niet in deze onaangename leegte op te gaan. en dat ligt allemaal aan de toegesproken persoon – die mogelijk niet weet wat zij – naar ik vermoed – een dichter heeft aangedaan. de leegte is gebleven – volgegoten met drank – en later met woorden gevuld in dit gedicht.
Op het plaatsje
hoor een bal op het plaatsje na elke stuiter trilt hij na een basketbal denk ik (een voetbal stoft meer) (en dan zijn er ook meer voeten)
hoor de stevige tegels hoor de bal zingend zweven de echo in de toekijkende gevels ‘t is die nieuwe jongen zeker (iedereen hier speelt voetbal)
Hartelijke groet, Anna Eikelboom Post
Anna beschrijft een plaatsje dat we niet zien – dat dichter ook niet kan zien of slechts gedeeltelijk- we lezen mee met het vermoeden van de dichter – met haar vermoedens – wat geluiden – een paar voeten – een nieuwe jongen – de oude jongens en meisjes maken andere geluiden – de regel: ‘hoor de stevige tegels’ hoeft voor mij niet – is niet echt mooi en voegt niets toe – dat lege plaatsje daar gaat het om – met die mogelijk nieuwe jongen – die daar in iets van verlatenheid met een bal in de weer is. die we niet zien, niet kunnen zien, die wel nieuwsgierig maakt. een nieuwe jongen op een voor hem nieuw verder leeg pleintje, een leven nog voor de boeg voor deze jongen – maar nu al in een gedicht. als het stuiteren ophoudt, houdt de jongen op, is het plaatsje verlaten van mensen – is het gedicht voorbij is hij de grote onbekende gedicht voorbij.
alleen maar zon en zee en wind de horizon een eindeloze witregel geschikt voor al mijn dromen
nu staan ze daar geankerd in de zee aangejaagd door de wind beschenen door de zon zwaaien ze met stramme armen
een mislukte poging om mijn kilte te verdrijven
anke labrie (30-04-2022)
deze overdenking eindigt in een mislukking, lezen we – rest de kilte. in zekere zin – met hoe weinig regels ook – kent het gedicht teveel inhoud. het is meer een optelsom die daarna wordt afgepeld tot de benoemde kilte. er blijft niets te raden over voor de lezer. en daarmee is/wordt de inhoud van het gedicht te particulier.
hoi pom, toch even meedoen voor ik weg ben. fijne dag morgen. greetz van jako
vergeefs
de handen liggen in haar schoot als vissen dood op de vloedlijn van een zee de nagels als ogen zonder leden
als hij vergeefs zoekt naar gebaren van haar wezen ontmoet hij slechts de leemten in de kringloop van het leven
jako fennek
het gedicht heeft net teveel grote woorden (schoot/vloedlijn/wezen/leemten)- te deftige woorden ook. en dat zorgt ervoor dat je denkt – hee hier is een dichter bezig geweest. en dat moet niet. de vergelijkingen wel bijzonder maar ook bijzonder gezocht. nou ja die indruk maken ze op mij. en ik vind ‘de kringloop van het leven’ gewoon niet echt poëtisch klinken. ik kan ook gewoon dat overdreven woordje gewoon weglaten. ik vind ‘de kringloop van het leven’ niet echt poëtisch klinken.
Yvonne Koenderman schreef mij – draag mijn vrijdag op de pom maar op aan de deze week overleden dichter Ton Houtman – maak er maar een eerbetoon van – de sociaal bewogen dichter van het leven en van de liefde deze vrijdag centraal op pomgedichten punt nl – de reacties op internet waren talrijk – zijn leven en zijn dichterschap hebben veel luisteraars en lezers geraakt en geïnspireerd – blijkt ook uit de woorden van VON SOLO hieronder op youtube in de Rotterdamse Poetsclub in Tinekes café de Schouw – Witte de Withstraat 80 – waar al jaren maandelijks in ieder geval – ruim aandacht wordt besteed aan poëzie – ruim aandacht wordt gegeven aan dichters – goed toeven daar! vanaf nu zonder een oprecht bewogen dichter.
van het leven
Wissen
Scroll de namen langs zie je nummer staan minifoto en je achternaam Tik op het telefoonschermpje hoor de kiestoon tergend langzaam overgaan Je stem zegt ik ben er niet laat uw naam of boodschap achter Ik roep “ik mis je” mis je al maanden weet ook dat je me niet meer terug gaat bellen nooit, nooit meer Ga je nummer niet wissen je antwoordapparaat je overleden stem kan ik voorlopig nog niet missen
Wie deelt hier nou de douceurtjes uit, het volk of de Oranjefranje? Een stad vol rotzooi op kleedjes en die oranje tompouces zijn ook al niet te nassen.
Beste Pom Als ik het woord lintjesregen hoor grijp ik onmiddellijk naar mijn schaar (vrij naar Hermann Göring)
Wie deelt hier nou de douceurtjes uit, het volk of de Oranjefranje?
Een stad vol rotzooi op kleedjes en die oranje tompouces zijn ook al niet te nassen.
Vrijdenkersgroet Ton Huizer
Lintjesregen
Ik kroon een verre dwaze moeder ik kroon de jaren van mijn jeugd
ik kroon vergeten idealen ik kroon de weemoed en de deugd
ik vier de handen in het hospice ik vier het redden van een kind
ik vier het vorstelijk besef dat ik de schaar ben niet het lint
Vandaag kreeg ik van zijn vrouw en kleinzoon bericht dat dichter Ton Houtman is overleden. Ton had al eerder een herseninfarct gehad en kreeg vannacht de tweede, die hij niet heeft overleefd. Hij zou afgelopen zondag optreden op het Shaffy Poëzie Podium, maar liet verstek gaan. Hij appte me dat hij graag een volgend keer wilde komen. Dat zal helaas niet meer gebeuren. Ton was een bevlogen man die grote maatschappelijk thema’s niet schuwde. Regelmatig schreef hij over vrijheid, ongelijkheid, racisme, identiteit en klimaat. Hij ging voor de goede zaak, maar liet zijn hart ook liefdevol en troostrijk spreken. Laten we aan hem met warmte blijven denken. In zijn eigen poëtische woorden.
Vrijheid.
Vloeien tranen en bloed uit mijn ogen kan zeggen schrijven lezen wat ik wil zijn wie ik ben Vrijheid, ik hou van je zal me inzetten, opletten dat eenieder groot en klein met welke geaardheid of kleur geboren zichzelf kan zijn Vrijheid, ik hou van je Zal alert zijn op geweld, uitbuiting honger, onrechtvaardigheid grote woorden, maar ga het proberen Vrijheid, ik houd van jou Dit alles omdat ik door vrijheid hier in het openbaar hier in Gouda kan dichten en zeggen Vrijheid, vrijheid, ik hou van je.
Ik denk aan die ochtend bijna een halve eeuw geleden,
dat ik ontwaakte op zolder bij Bas,
buiten de stoffige ramen de bouwvallige negentiende-eeuwse huizen van de Oosterparkbuurt.
Op tafel lag een opengeslagen dagboek met ontboezemingen, verdriet van Bas.
Ik vertelde hem dat ik zijn regels had gelezen, ze goede literatuur vond en zelf ook schreef.
Het was de laatste keer dat ik Bas sprak.
Merik van der Torren
en alvast voor in de agenda – Wegens enthousiasme van alle kanten “Poëzie en muziek aan tafel” in de herhaling – BAR BAUT op maandagmiddag 27 juni tussen 15.00 uur en 17.00 uur
Begrijp dan toch het valt niet uit te leggen geluid verplaatst zich met de snelheid van het licht vlees kan groeien als een plant wat leeft valt in elkaar te knutselen grenzen vervagen, het vloeit, het rolt, het houdt niet op begrippen zakken door hun definities of buitelen er over heen
wat overblijft zijn algoritmes die liegen niet die zijn nog te vertrouwen die maken van de toekomst een lonend, lichtend voorbeeld van het verleden een onbeduidend ongemak net zoals een koe verandert in gehakt
Goedemorgen Pom Hartelijke groeten uit Perpignan. Na Dijon verder naar het zuiden en nu vandaag de Spaanse grens over. Het groengele bruine aardse verhaal had niet iets met de mosterd van Dijon te maken maar rijdend door la Douce France geven de landschappen die inspiratie. Wordt vervolgd!
La nuit de Perpignan De nacht van Perpignan
droomt de Franse reistijd voorbij de autoroute du soleil zingt de zon toe langs Aires du Provence tot Campanile
Thaise kippetjes smaken bon appetit la Mediterranee begroet mij met zee zicht en blauw deinend licht van onder en boven waar stralen druppels verdrijven
la nuit de Perpignan wacht op el dia de Gerona Barcelona y Denia olé si dit is de toekomst van de dagen zoals ze in hersenen verborgen lagen.
Diep. Dieper. Diepst. Volgens de website een kleinschalige jungle adventure lodge ergens ver weg verscholen in het regenwoud. Maar Indiana Jones, zoals de folder had beloofd, is bij aankomst nergens te bekennen. Het hele gebeuren is al geruime tijd over het hoogtepunt heen. Zo te zien. Then Covid killed it. Rammelende dakplaten. Loszittende traptreden. Achterstallig onderhoud. Oppassen geblazen. Maar wat een plek! Een groener dan groene vallei ingesloten tussen twee steile bergwanden begroeid met statige tropische bomen. Huge ones. Hardhout. De nacht donkerder dan zwart. All alone in een eenvoudige boshut. Apen op het dak. Animal sounds. How to get there? Een weg kan je het eigenlijk niet noemen. Steiler dan steil. Hobbeliger dan hobbelig. Met twee snelstromende riviertjes als kers op de taart. Want het regent pijpestelen. Pickup absolute noodzaak. En dan eigenlijk nog steeds best spannend. Kolkend water tot aan de dorpels. Het terrein? Zesduizend hectare! Met daarop een heuse killer cave nota bene! Offerplaats. Op nog geen honderd passen van de lodge. En dan de verhalen van de eigenaar die binnen afzienbare tijd op z´n brommer aan kwam zwieren. Voor een meer dan warm welkom. Niet veel later zitten we aan het bier en brandt hij los. Crazy. Geloof me. Onwaarschijnlijk fantastische verhalen zijn het. Aldous Huxley had een punt: Reality never makes sense. Only fiction does!
Hoe dan ook. Ik heb voldoende ammunitie voor tien jaar aan de borreltafel. Tipje van de sluier? Een airstrip, voor van die kleine vliegtuigjes, bovenop de bergkam naast een voormalig bordeel. Dertig jaar geleden. Filmsterren. CIA. Dit is Midden Amerika. Dit is de jungle. Daar gelden andere wetten. Bedenk het zelf maar. Fantaseer erop los. Wetteloosheid voor wie durft. Gekker kan niet.
Morgen de pickup inleveren in Belize City en aansluitend met de bus naar Corozal. On my way back home. Maar eerst die verdomde grot in, house of gods: met een kleine kano nog wel. Dat. Ben er nog steeds sprakeloos van. Na een dikke kilometer kan je zelfs plat op de buik niet verder. Akelig nauw is de poort naar Xibalba. Mayan hell. Maar louter schoonheid onderweg! Hooggewelfde pracht in een aaneenschakeling van natuurlijk gevormde druipsteen kathedralen. Galmend hoog en grillig als de druipzandkastelen die ik als kind opwierp op het Noordwijkse strand. Glimmend als glazuur. Goddelijk zo mooi. Stalactieten? Dat zijn wortels van de heilige katoenboom waarlangs goddelijk hemelwater naar beneden sijpelt en zo drie werelden verbindt. Hemel. Aarde. Hel. Ieder opgedeeld in meerdere lagen. Er liggen verkalkte botten en schedels. En esa cueva. Overblijfselen van slavenoffers om de goden gunstig te doen stemmen. Als het even tegenzat werd zwaarder geschut ingezet. Mislukte oogst? De plaatselijke Maya king diende dan een eigen kind te slachten. Offervlees. Een dochter liefst: z´n allerliefste. Stervelingen zijn gedoemd om na de dood ongeschonden alle lagen van de onderwereld door te worstelen om uiteindelijk de eindbaas te verslaan. De heren van Xibalba zijn niet mis. Ga er maar aanstaan. Bottenbreker. Zevendood. Schedelverbrijzelaar. Bloedklauw. Om er maar een paar te noemen.
Prettige reis. Je mag niet zomaar de bovenwereld weer in. Any shortcuts? Wie offervlees was mag meteen door. Vrijkaartje. Zelfmoordenaars ook. En de Royals? Die krijgen per direct een plaatsje aan tafel bij de goden. Lucky bastards.
Belize City is zo´n oord waar je nog niet dood gevonden wil worden. En daarop schijnt een gerede kans te zijn als je je in een foute buurt begeeft. Volgens Google. En het reisadvies. Belangrijker nog: gehoord van locals. Een gewaarschuwd mens telt voor twee. Snel naar het busstation. Kaartje kopen? Verkeerde rij. Drukte. Weggebonjourd. De bus naar Corozal gaat ergens daar murmelt de kaartjesverkoper met een vaag handgebaar. Maar daar is geen loket. Een tiental rokende stinkbussen staan opgesteld achter een versleten hekwerk. Heras style, dertig jaar oud: gatenkaas. Bij iedere bus staat een druktemaker te bazelen met een tongval die niet te volgen valt. Chaos alom.
Dan klinkt er iets als Corza. Coroza! Corozal? Je wordt meteen door zo´n drukdoener een bus in gefrommeld. Het ding zit bomvol. Vijftig plekken beschikbaar en zodra die allemaal bezet zijn gaat het gas erop. Even verderop bij de super wordt nog kortstondig gestopt om bier te kopen voor onderweg. Door een paar opgeschoten jochies. Kaartjes zijn er nog steeds niet verkocht. Je moet er maar het beste van hopen. Het ding rijdt bizar hard. Waar in de bewoonde wereld personenauto´s gewoonlijk bussen inhalen is het hier andersom. Vol gas raast de bus overal in sneltreinvaart langs. Binnen giert en brult het want alle klapraampjes staan open. Tegenliggers kunnen, in het pikkedonker soms half in de berm belandend, het snelheidsmonster meestal maar ternauwernood ontwijken. Openbaar vervoer? Het werkt hier allemaal een beetje anders.
Helemaal anders. In Belize vertrouwt men op van die afgedankte Amerikaanse schoolbussen, meestal van Blue Bird makelij. Een jaartje of dertig geleden afgeschreven al. Vervuilende ouwe troep volgens westerse begrippen. Onverslijtbaar vindt men hier. Haltes? Ja en nee. Gewoon langs de weg je hand opsteken werkt ook; of zodra je eruit wil even de chauffeur raadplegen. Verkeersdrempels zijn er plenty. Prima stopplek. Moet toch al flink afremmen. Elke bus heeft naast de chauffeur ook een conducteur die onderweg alle passagiers langsgaat om het voor de rit verschuldigde bedrag te innen. Tickets? Vergeet het maar. Kwestie van een goed getraind geheugen want overal stappen mensen in en uit. Na een uurtje of twee en tientallen stops later geeft de conducteur een seintje dat er voor Corozal overgestapt dient te worden. Okee? Hij wijst op een bus die vijftig meter verderop staat te ronken.
Hup de benenwagen in en flinke vaart maken want het ding staat op het punt van vertrek. Aldaar enigszins buiten adem aangekomen blijkt dat een conducteur niet alleen over een goed geheugen dient te beschikken. Getrainde spierballen zijn ook een must. Er staat een rommelige rij van een man of dertig achter een niet geheel sobere reiziger die een flinke rel schopt omdat de conducteur hem de toegang weigert. Een opstootje is in de maak. De man probeert zich, luid moord en brand schreeuwend, toch naar binnen te wurmen en haalt plots vol uit. Pats! Uit het niets. Vol op de bakkes. De meer dan gespierde money collector pikt het niet en mept de kerel met een paar stevige body punches naar de grond. Een paar omstanders springen er meteen bovenop, maar houden de vechtjas niet in bedwang. Vier man! Opnieuw gaat de agressieveling na een paar rake tikken over en weer tegen de grond. En nog een derde keer. Dan druipt ´ie als een geslagen hond af. Staart tussen de benen. Het instappen kan eindelijk beginnen en dat blijkt een tijdrovende klus want er is veel meer bagage dan de bagagerekken toelaten. Het gangpad is bezaaid met obstakels. Nog een man of tien voor me komt de dronkaard, or whatever substance is running through his veins, briesend als een dolle stier vanachter de bus aanstuiven. ¨I´ll kill you asshole,¨ krijsend.
Enough is enough vindt de chauffeur en reikt de conducteur een korte stalen pijp aan om de man alsnog te bewegen zijn pogingen te staken. Niks ervan. De vechtersbaas gaat er wederom vol in. Beng! Het geduld is op. Genoeg vertraging. Nog een mep. En nog een in de nek. Dronkeman down. Bewusteloos. Hoog tijd om te gaan. De bus zit even later vol. ¨Call the police and tell them I knocked him down,¨ zegt de bouncer tegen een paar verbouwereerde achterblijvers. Vol is vol. Enough is enough. Morgen weer een dag.
Ervaring baart kunst. Border tourism. Dankzij een special license mag de shuttle wel de grens over. Bye bye Belize. Formulieren. Welcome to Mexico. Even later weer een bus in. Straks flaneren op Fifth Avenue, Playa Del Carmen, hedendaagse hellepoort. Er loopt van alles. Tattooed girls in tiny summer dresses. Desperate housewives. Dikbillen. Haakneuzen. Vetzakken. Sneue machos. All looking for love. Het is er, op straat, een kakofonie van snoeiharde dansmuziek dat uit bars en clubs van alle kanten komt. Leidens ontzet is er niks bij. Of de Tilburgse kermis. Proppers. Duwers. Trekkers. Want het moet vol. Voller. Volst. Satan shines. Sex sells. Offervlees. Schaars geklede danseresjes op de bar. Slaves to the rhythm. Gratenbakken. Bodybuilders. Voor ieder wat wils. Need some pills? No problemo. Er zit een pharmacy op iedere straathoek. Demerol? Tremerol? Flexeril? Whatever you need my friend. Anabole. Viagra. Prozac. Anything goes. En als je iets anders zoekt duik je gewoon het eerste beste steegje in. Het compleet geschifte straatbeeld wordt mede bepaald door het ruimschoots aanwezige gezag. To control the masses. Op motorbikes. Police quads. Gepantserde pickups. Jeeps vol zwaar gewapende gemaskerde militairen. Looking like alien monsters crawling from their hellholes. Knuppels. Mitrailleurs. Stenguns. Zwaailichten. Welkom op The Strip. Ik koop er een dromenvanger. To save my soul. Morgen het vliegtuig in.