Dear Pom Ik dacht deze week dat ik een van mijn alcoholgedichten ging doen. Daadwerkelijk is het een feit dat ik 26 december 8 jaren droog sta en iedereen mag het weten. De groene slang waarover mijn vader vertelde is uiteindelijk aan zijn eigen roes bezweken. Ik ben er geen getuige meer van. Op naar 26 december en proost met een cola en een homp droog brood. Ik wil iedereen hele fijne dagen toewensen. I love you.
Karin
Smirnoff Days
Kassameisje kijk naar mij je hebt misschien teveel gekeken jij hebt je lipstick ik de fles jij verkoopt cola ik verkoop opnieuw mijn ziel dwaas is de nar die mij kent.
Ik ben de dronkaard tien borrels passen precies in een vogelhuisje ik hou van mijn tuin.
Over een kwartier zwerft de laatste fles toch geschonden naar huis en donker wordt de nacht die mij kent.
Op maandag zit ik voor het raam van mijn bibliotheekje in een teams-vergadering. Langs de iPad kijk ik slinks naar buiten. Eén voor één arriveren ze aan de overkant bij het uitzendbureau. Eerst het zelfverzekerde kleine blonde meisje. Ze draagt zoals wel vaker korte laarsjes met blokhakjes. Haar ogen zijn nooit overdreven opgemaakt, maar juist heel subtiel. Au naturelle. Ze heeft haar halflange haar los en heeft verder een strakke spijkerbroek aan en als ze haar jas aan de kapstok heeft gehangen, zie ik dat ze een zwart strak coltruitje aanheeft, dat haar goed geproportioneerde, pronte borsten goed uit doet komen. Ze gaat zitten achter haar scherm en ik zie dat ook Titia aankomt. Zij is de enige die ik bij naam ken. Dat komt omdat haar collega’s A4tjes aan de ruiten hadden gehangen twee weken geleden: ‘Titia 25 jaar, drie keer toeteren’. Ze is rijzig lang, eigenlijk te lang voor mij. Ze draagt een niet al te lange kabeltrui met daaronder een leren broek met wijd uitlopende pijpen. Dat belooft wat. Ze heeft een interessante kont. Ik kan nooit helemaal zeker stellen of die nou lekker is of niet. Haar heupen hebben wel de goede breedte en voor haar lengte heeft ze ook een zeer acceptabele bos hout voor de deur. Vandaag draagt ze haar blonde haar in een staart. Ten slotte komt nummer drie aan. Haar schat ik wat meer ervaren. Begin dertig. Zij is de strenge dame van de drie. Altijd haar stroblonde haar kittig opgestoken. Nooit los. Ze heeft een strakke pantalon aan en een dito truitje met lange mouwen in blokjesmotief. Beiden kunnen niet verbergen dat zij beschikt over een lichaam, dat iets meer naar de standaard neigt, maar het bij de juiste camerahoek niet slecht zou doen in om het eender welke pornofilm. De maandag is weer begonnen en mijn teams vergadering eist mijn verdere aandacht weer op.
Later in de middag ben ik genoopt nog even naar kantoor te gaan. Vanaf de fiets kan ik ze allemaal net wat beter zien. Titia heeft een jeugdige huid met een gouden gloed. Perfect. De kleine blonde heeft een matte maar niet minder perfecte huid. De wat oudere heeft een foundation laagje dat de oneffenheden wat flatteert. Ze zien me niet voorbij fietsen. Of ze doen alsof ze me niet zien. Die oude gluurder. Die stiekem hardop in zichzelf fluistert, dat hij ze allemaal wel zou doen. En terwijl die woorden terug binnen komen in mijn hersenen, wordt me duidelijk wat me te doen staat. Als ik later op de namiddag naar huis fiets is het al donker. Bij het uitzendbureau is het uiteraard nog licht. Ik parkeer mijn fiets om het hoekje, zodat ze van thuis uit niet kunnen zien dat mijn fiets aan de overkant staat. Vervolgens stap ik het uitzendbureau binnen. Het is alsof de woorden vanzelf komen en ik zeg: ‘Ik zou jullie allemaal wel ff doen.’ En de reactie is precies zoals ik verwachtte. De strenge mevrouw komt op me af, loopt me voorbij naar de deur en schuift de grendel erop. ‘Zo, voor vandaag zijn we gesloten. Maar u zocht een baantje meneer?’. Even houd ik mijn woorden in en kijk de drie dames één voor één langzaam aan. Hun ogen verraden allemaal verschillende motieven, maar absoluut dezelfde intentie. Blinde ambitie. Ik verbaas me erover dat dit zo makkelijk gaat. Een kort moment had ik nog gedacht, dat dit een volkomen gestoord plan was, maar het heden bewijst anders.
‘Ja, mijn specialiteit is tantra-loodgieten. Leg mij onder je gootsteen en de buizen zijn zo doorgespoeld en het fonteintje zal spuiten als Fuji Yama in betere tijden. Ik garandeer dat, als ik klaar ben, jullie allemaal stralen als was het hier Fuck-U-shima’. Titia doet de lichten uit en kleine blonde komt op me toe en leidt me naar het souterrain, waar we vanaf de straat niet meer zichtbaar zullen zijn. Ik vind het prachtig, want ik weet wat er komen gaat. Ik zal vooral zuinig op mijn zaad moeten zijn, wil ik het uiterste uit dit onderzoek zien te halen. Daarvoor zouden, op de juiste momenten, gedachten aan mijn schoonmoeder voldoende moeten zijn. Deze drie dames zullen aan elkaar gaan proberen te bewijzen, wie de beste is. Degene bij wie ik klaarkom, is degene die de rangorde daarna zal bepalen, tot de volgende krachtproef. Ik zeg: ‘Let wel op meiden, om zes uur moet ik aan de overkant zijn voor het eten weer, dus laten we dat uurtje goed benutten. En wie zeurt krijgt geen beurt!’ Je kan maar het best meteen aangeven wie het baasje is.
Titia en de kleine knielen en maken mijn broeksriem los en ontfermen zich over mijn slappe lid. De schoonmoedergedachte heeft haar werk gedaan, zodat ik hen de kans geef te bewijzen aan zichzelf, hoe opwindend ze zijn. Beiden wijden ze zich met gusto aan hun taak en binnen een poep en een scheet, die ik beide zelf laat, staat de vlaggenmast fier in top en kietelt Titia’s huig. Dat deep-throaten is toch blijkbaar zo’n ding, waarvan vrouwen denken dat het wat toevoegt en waarmee ze zichzelf aan de top van de fellatio-food-chain positioneren. Intussen wordt door de geplamuurde met het opgestoken haar een naakt dansje gedaan, dat op een lap-dance lijkt. Ze keert haar billen, die er mogen zijn, telkens draaiend in mijn richting, en ik zie wat glinsteren op haar bescheiden labia. Om de competitie wat aan te wakkeren ontworstel ik me uit de zuigende draaikolk en geef de danseres waar ze zo op aast. Met wat welgemikte woorden en handgebaren regisseer ik het plaatje zo, dat de danseres zorgt voor oraal plezier bij de kleine en Titia zichzelf moet voorzien van plezier terwijl ze zich met haar ogen tegoed doet aan de vleestaart voor haar neus. Regie is verder niet meer nodig. Zowel tot mijn verbazing, als mijn afgrijzen, trekt alles aan mij voorbij wat als bon ton wordt beschouwd in moderne porno films. Die meiden weten van wanten. De enige dissonant treedt op als de strenge probeert een vinger in mijn kont te duwen tijdens het pijpen. Dat is me net iets te modernistisch en straf ik af met een speelse tik op haar bollende wangen. De enige constante factor in het hele verhaal is mijn uiterst betrouwbare erectie. Verder volgt het ene vrouwelijke hoogtepunt het andere op. Zo gaat dat nog een kleine drie kwartier door, tot ik op mijn horloge zie, dat ik eigenlijk al aan tafel had moeten zitten aan de overkant.
Abrupt trek ik mij terug uit de golvende kluwen en begin mij aan te kleden. Hijgend en met een kakafonie van verbaasde blikken en kirrende kreetjes liggen de natte, zwetende meiden over elkaar heen mij aan te gapen. Intussen heb ik mijn boek aan en trek een T-shirt over mijn hoofd. Titia staat op en vraagt met niet-gespeelde verbijstering: ‘Maar de cumshot dan? Wil je niet komen in mijn gezicht?’ De strenge roert zich nu ook: ‘Of over mijn kont?’ ‘Of diep in mij?’, voegt de kleine op de valreep nog toe. Weer laat ik mijn beste Barry-Atsma-blik rond gaan. Het is leuk om echte twijfel te zien. Om te zien, dat iets niet begrepen wordt. Ik weet dat dit me als een boemerang in de nek gaat raken nog, maar geniet even van dit moment. Zo zuiver als dit krijg je het niet. Ik weet zeker, dat wanneer ik straks met mevrouw Solo en de kinderen aan de rijst met kip en boontjes zit, de meiden hier nog twee flessen witte wijn nodig hebben om enigszins op orde te komen hiermee. Ze zullen me voor gek uitmaken of voor homo. Ze zullen worstelen met schuldgevoel en van zichzelf niet meer weten wat hun plek in de pikorde is. Maar ze zullen één ding gemeen hebben en dat is dat ze niet in staat zijn geweest mijn zaad te onttrekken en dat maakt ze gelijk. Desondanks toch een goede daad. Met een vette knipoog verlaat ik het uitzendbureau.
Als ik thuis aan de overkant de keuken binnenstap vraagt mevrouw Solo hoe het was op kantoor. Ik antwoord: ‘Voor de meeste collega’s verwarrend, maar voor mij redelijk in lijn met de verwachtingen.’ Ze knikt instemmend. En ik blijk me vergist te hebben. We eten stamppot met rookworst. Met m’n stamp maak ik twee ronde heuveltjes en ik zet de rookworst er verticaal achter. Mijn zoontje en ik liggen dubbel. Mevrouw Solo en mijn dochter gunnen me de blik van: ‘Ach ja…’.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
zwaar beraad over de uitreiking der eremetalen deze week – teveel moois om snel tot een beslissing te kunnen komen. er werd met aftreden gedreigd, sommige leden van het kabinet hadden er zelfs buikpijn van. dank aan Cartouche ook voor de inspiratie – voor de dagen die er niet waren – hoe kan een dichter ze verzinnen – nou ze werden verzonnen en ze werden in zinnen gegoten – prachtig werk van Frans Terken, van Max Lerou, van Ien Verrips. uitgelicht door Martin Sjardijn en van uren voorzien door Anke Labrie. dat zijn deze week de eervolle vermeldingen. gaat het goud naar Max Lerou voor die wonderlijke gelaagdheid – het zilver naar Martin Sjardijn voor een bijzonder uitlichten van wat gedragen wordt, doen we brons voor Anke, Ien en Frans voor de mooie regels in alle eenvoud. Dank aan alle dichters voor het inzenden, de felicitaties aan de eervollen.
uitdaging
een beetje humaan sterven je stelt het uit zet de dag op aan
er moet nog ontwaakt zo mooi slaapt niemand
ml
–> die dagen dus, die iedereen kent, zich wenst, niet kwamen, nooit kwamen – de opdracht deze week – die dagen zijn er toch – de nooit gedachte dag is toch gekomen. zo mooi zo mooi slaapt niemand. dat letterlijk in figuurlijk kan overgaan in weinig woorden. een wonderlijk gelaagde tekst in eenvoudige woorden – ik noem het dichtkunst. en betekenis in een beeld – dichtkunst die de schilderkunst bijna aanraakt.
Frans Terken –om die ene dag te vinden waarop het huis een thuis
Rik van Boeckel – haar kussen op andere lippen
Max Lerou – de dag op aan
Ien Verrips – daag zei ik
Petra Maria – zo een dag zonder
Martin Sjardijn – wat kennisopgedaan
Erika De Stercke – de dagen heb ik als afgoden aanbeden
Anke Labrie – toen de dagen uren kregen
Ditmar Bakker – Hiervoor zwoegde Uw moeder in de kou
die dagen dus, die iedereen kent, zich wenst, niet kwamen, nooit kwamen – waarover toch geschreven kan – Cartouches gedicht uit 2016 als inspiratie – mogelijk ook voor Cartouche zelf – we wachten de gedichten af van de dichters over de dagen die er eigenlijk hadden moeten zijn. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
Dagboek
wat je het meest bijstaat de stille herdersuren de spaarzame momenten uitzinnigheid, nee
het zijn de dagen de dagen die er niet waren die blijven knagen
dag in dag uit
20-08-2016 Cartouche
nu de jaren nog
ik heb mijn pen weggelegd de mooiste regels waren al geschreven ik heb ze nog een keer aangeraakt de dagen die niet over gingen de dagen die een leven werden ik dacht ze zo vaak
pomwolff
Wijzer
Je klampt je vast aan de kalender scheurt de dag af als een wijzer in de tijd vraagt je af wat je daarvan onthoudt
gemiste momenten schoppen het geheugen dingen waar je zo naar uitkeek tot in de langste nacht naar zocht
om die ene dag te vinden waarop het huis een thuis de boom een berg hout
het gezicht in de deuropening de kamer vol in het licht een haard voor het vuur
die dagen dus, die iedereen kent, zich wenst, niet kwamen, nooit kwamen – waarover toch geschreven kan – zo luidde de (schier) onmogelijke opdracht deze week aan de dichters. ‘om die ene dag te vinden..’ het leven een zoektocht, de dubbele betekenis van de titel – steeds dichterbij – de eenvoudige dingen die van enorme waarde zijn – te zien. een mooi gedicht rond het thema geschreven. ‘om die ene dag te vinden..’ een prachtregel!
Pom, hier mijn bijdrage aan de enige virtuele. Fijne kerst. Rik
Verdwenen in herinnering
Elke dag een uur niet geweest een boswandeling buiten de stad zoveel jaren de tijd gelezen in een boek met jeugdige penstreken
ze zijn verdwenen in herinnering zing o zing de dagen zijn er niet haar kussen op andere lippen ze kwam de hoek niet om
die dag verzandt in vergetelheid schuimende zeegolfjes nemen haar mee naar de horizon van oceaandrift achter wat vergeven en vergeten is.
Rik van Boeckel 19 december 2020
–> een gedicht met de nodige – sommigen zullen zeggen onnodige dramatiek – van mij mag ie.
haar kussen op andere lippen ze kwam de hoek niet om
maar de strofen 1 en 3 doen hier het werk niet – stuwen op de een of andere manier deze week niet op – jagen niet aan. zijn net iets te gezocht om van waarde te zijn bij het drama in strofe 2.
ik ga dan maar zei hij en ging nou daag zei ik dag hoor ik had nog veel te leren
Ien Verrips
–> die dagen dus, die iedereen kent, zich wenst, niet kwamen, nooit kwamen – de opdracht – ook hier een schets in een paar woorden – een situatie – Ien weet – vermoed ik – dat ik houd van de eenvoud waar maximaal het leven in wordt uitgedrukt. ze slaagt met deze tekst daar wonderlijk wel in.
de zon schijnt het regent wat waait allemaal over zo een dag zonder
in mijn hoofd schildert jouw portret een begaanbaar pad van nooit verliezen
de maan cirkelt dezelfde lange uren het is geboren wat nog zal zijn
morgen of later en geluk dat is vandaag
petra maria
–> de dagen van weleer van die nog komen en van vandaag dichtbij gehaald lijkt het. een kleine wordingsgeschiedenis van een schilderij ook. wat in het hoofd zit zal op een doek gebracht zoveel is zeker. de aanvankelijke chaos van cre-eren krijgt hier vorm in de taal. in dat opzicht is de tekst te particulier. wachten we even op het schilderij.
Dag Pom, graag doe ik een keer mee met de Pom Gedichten,
KENNIS
wat kennis opgedaan van toenemende onwetendheid
het gelaat, gecamoufleerd met schoonheid,
geeft het geheim niet prijs
nog slechts dichten in staat tot waarheid, zonder bewijs
<–> Martin welkom – wat aardig dat je instuurde. je waagde in die poel des verderfs zoals sommigen pomgedichten punt nl ook weleens willen aanduiden. JIJ bestempelt de poëziekunst tot ‘waarheid’ zonder dat voor deze poëtische waarheid bewijs wordt verlangd – zo lezen dichters het graag. poëziekunst beschreven als gecamoufleerde schoonheid zoals ook haar gelaat is te omschrijven – zoals jij haar weet te schilderen – mooi gedragen woord ‘gelaat’ mooi gedragen als het gedicht deze woorden – een bijzonder moment kunstzinnig uitgelicht.
Dag Pom groeten en aangename feestdagen – hier heel rustig in Gent het aantal besmettingen lopen weer erg op … virologen hier hopen dat in april volgend jaar de toestand onder controle is …. april !! amaai – dus nog lang afwachten groeten Erika
Dagresten
Mijn vele wensen plantte ik in aarden potten, zette ze tegen muren neer om het proces tot ontkiemen te versnellen, de ochtendzon zorgt voor wonderen zeiden zonderlingen uit een ver verleden
de dagen heb ik als afgoden aanbeden, gesmeekt me oplossingen tot verbinding te geven, ze zwegen spierspanningen kropen uit lakens van onrust en verdwenen achter twijfelwolken
ik volgde kalendergegevens, maanstanden gaven een verklaring, mijn verdraaide brein laadde zich op en de schouders vielen verlost neer
iets bleef overeind, de stengel eerder dan de kelk tussen het zachte gekrijs van de wekker graasde ik met de kudde tegen mijn zin mee.
Erika De Stercke
–> Beste Erika ook vanuit het amsterdamse – drie hoog achter in die altijd zo gezellige jordaan – wens ik jouw mooie dagen – gent is rustig lees ik amsterdam is een heksenketel dat kan ik je wel melden. hadden we hier maar dichters zoals jij – die met 14 regels proza iedereen – in ieder geval elke lezer – aan de contemplatie kunnen krijgen. de dichterlijke resten van het jaar bijeengeveegd in een prozaïsch gedicht. .. en hij staat…. zouden ze hier in het sportjournaal krijsen als ie niet weggewerkt was vanwege me-too dingetjes. laat ik voor dat ik niet meer te begrijpen ben in belgië jou nogmaals mooie dagen wensen en de hoop uitspreken op iets minder stevig particulier proza in 2021. mijn nuchtere maag roert er van om.
verdroomde dagen
zonder begin en zonder einde de tijd bestond nog niet elk blad doorschijnend en gras geurde naar geluk
toen de dagen uren kregen werd het blad gewoon een blad en het gras dat rook naar gras
soms raakt de dag opnieuw zijn uren kwijt gunt je een blik dwars door de tijd en voor even ben je weer gelukkig
–> die dagen dus, die iedereen kent, zich wenst, niet kwamen, nooit kwamen – wel kwamen maar ook weer verdwenen – zo interpreteert anke labrie de opdracht deze week – en stuurt een afgerond prachtgedicht in – hoe tijdloze dagen met je meegaan en soms iets van geluk nog kunnen afgeven. dat alles even naar geluk ruikt. het uitreiken van de eremetalen is deze week een bijna onmogelijke taak. na zoveel moois in dit gedicht en in sommige gedichten hierboven.
Hiervoor zwoegde Uw moeder in de kou en bloedde U op het ruwhouten kruis: versiering die per el verkopen zou en kransjes en een extra dagje thuis.
Elk knielt onder een vrolijk klokkenspel, terwijl de man van God met ’n stem als honing, ogen als staal, aan dat stoutmoedig stel de boodschap opdreunt van de Hemelkoning.
Geen mens die luistert. Minder dan de wind hoort men wat U ons opdroeg voor U stierf. Oh, Heer van Vrede, oh, geheiligd Kind! Hoe stil ligt U in ’t graf, die heil verwierf.
’t Is of die rots, door ’n engel ooit beweend, opnieuw uw mond afsluit. Uw Woord versteend.
Ditmar Bakker
Ja inderdaad Ditmar – geen mens die luistert naar de opdrachten die hier wekelijks worden aangereikt – men dicht maar en dicht maar en men laat de heer webmaster mooi in de koude staan met zijn thema’s. een stemmig kerstgedicht dat dan weer wel. welke moeder wil zo een zoon niet?
Degene die me al wat jaartjes volgen kennen mijn spinnenbeest al. De afgelopen jaren heeft hij heel wat gedachtespinsels aan elkaar geregen. Soms lijkt hij ver weg en op andere tijden is hij onzichtbaar aanwezig, observeert vooral en denkt er ongetwijfeld het zijne van. Vandaag hing hij ineens voor me, bungelend aan dat draadje van hem, vol aandacht naar me kijkend over dat halve brilletje van hem. “Hé spin , jou heb ik een lange tijd niet gezien, waar was je?” Hij haalt even zijn wenkbrauwen omhoog, kijkt met een oog schuin over zijn brillenglas heen en zegt;
“Had je me dan nodig meis, het lijkt momenteel alsof je niemand nodig hebt, alsof je alle hulp en aandacht die je kan krijgen van je afstoot, onder het mom van…Zeur niet, ik kan het zelf…ik ben pas ziek als ik niets meer doe en als ik niets meer doe, zet dan die 8 plankjes maar klaar in de kamer.” Er komt een kleine glimlach om mijn mond, ik was bijna vergeten hoe het zat met die spinnen gedachten.
“Ik begrijp wat je bedoel, maar ik wil nodig zijn en niet nodig hebben, terwijl ik toch heel veel nodig heb. Ik geef liever dan dat ik neem en ik weet dat dat niet altijd het juiste is, ik luister ook liever dan dat ik praat, maar kan stilzwijgend veel zeggen in stormachtige stiltes.” Het kleine web van de spin komt even in beweging omdat hij lachend wiebelt aan zijn draad en langzaam laat hij zich nog een stukje zakken om wat dieper in mijn ogen te kijken. “Stilzwijgend veel zeggen in stormachtige stiltes…je maakt er een cryptisch geheel van wat alleen door weinigen begrepen zal worden meis en sommigen zal doen lachen. Blijf vooral stormachtigstil, geniet van die kleine momenten als ze op je pad komen, want dat doe je nog steeds net als van de warmte van het thuis. Ga eens wat doen met die verhalen van achter de voordeur, stuur ze met een maand of twee naar Troost en laat ze lezen, dan kan je nog twee maanden bijschaven mocht je dat willen. Er is zoveel geschreven en nog meer in het hoofd, dus gooi het er eindelijk eens uit en doe er iets mee.” Bedachtzaam kijk ik hem aan, bril scheef op zijn spinnenkop, wiebelend voor mijn neus. “Ik heb je gemist spinnen beest van me.” “Je bedoeld, ik heb mezelf gemist? Ik ben tenslotte niet meer als de spiegel van…” Terwijl hij snel naar boven klimt richting het web fluister ik hem zacht na. “dank je, voor je wijze woorden en blijf vooral in de buurt”
Wat vliegen de dagen, al weer woensdag, tijd voor iets op pomgedichten. Waar moet ik in hemelsnaam iets over schrijven, het komt me niet meer aangewaaid zoals vroeger vaak. Is het de leeftijd, die maakt dat ik me minder druk maak over zaken, of is mijn creativiteit er een tijdje tussenuit – ok, dat jij niet op vakantie kan, jammer dan, maar ik wel, doei, veel plezier in je saaiheid.-
Ik zou een column kunnen schrijven over niks. Politici kunnen ook eindeloos kletsen en hebben uiteindelijk niets gezegd, dat zou mij toch ook moeten lukken? Maar over creativiteit gesproken, zij – want creativiteit is natuurlijk vrouwelijk- is nu toch even weg, dus kunnen we rustig even over haar roddelen, ze is echt niet zo uniek in de zin van: je hebt het of je hebt het niet. Natuurlijk helpt het als er iets van in je genen zit, maar je kan ook leren om creatief te zijn. Dat begrijp ik tenminste als ik het aanbod aan cursussen zie,: leer creatief denken ( creativiteit is al lang niet meer voorbehouden aan kunstenaars, iedereen kan creatief leren denken) of training creatief denken (creatieve oplossingen bedenken voor alledaagse problemen).
Ik zeg: maak het een verplicht vak, in het basisonderwijs tot in het hoger onderwijs en kijk hoe de wereld zal veranderen met al die creatieve geesten. Doe er ook nog een cursus sarcasme bij want het is bewezen dat sarcastische mensen drie keer hoger scoren op creativiteitstestjes. Sarcasme stimuleert creativiteit en sarcastische mensen stimuleren hun omgeving tot betere prestaties.
Het is niet voor niets uitgeroepen tot één van de belangrijkste 21th century skills. ‘Vroeger werd je opgeleid voor één baan voor je hele leven. Dat paste heel goed bij het werk dat jaren geleden nodig was: dat draaide om kennisoverdracht. Tegenwoordig kun je die kennis overal opzoeken. Nu draait het om: wat doe ik met kennis en hoe gebruik ik die kennis om iets nieuws te maken en maatschappelijke problemen op te lossen.’
Ik maak me dus niet al te ongerust, mocht mijn creativiteit besluiten niet meer bij me terug te komen, dan ga ik naar zo’ n cursus en heb ik weer een spiksplinternieuwe creativiteit- steek hierbij mijn tong uit naar mijn ouwe- niets is onvervangbaar. Klinkt hier wat sarcasme, ik ben op de goede weg.
Hoi Pom, een jeugdherinnering deze keer voor pomgedichten, in de bijlage, groet, Merik
Hoe hij vertelde…
“Dat Lelijk Eendje wordt, omdat het op is op het autokerkhof geperst tot een stukje staal, zo groot als een luciferdoosje en lood- en loodzwaar. Je gooit het uit een vliegtuig en het boort zich tientallen meters de aarde in,” vertelde vader bij zijn derde kopstootje.
Ik geloofde het blindelings , vertelde verder aan mijn vrienden dit sprookje van moderne techniek.
Hoe uitzichtloos het was het lot is nog geen noodlot na de sprong over de horizon
ver voorbij de vlucht vooruit begint weer het gewone leven de dagelijkse tred, eenvoudige routines geen opgedrongen beelden geen raderen voor de ogen maar de geur van brood wanneer de oven even open gaat een schone vloer een afwas die gedaan is geen gefaceboek, geen gezever of andere ruis wat extra blokken op het vuur heerlijk, lekker thuis
geboren werd ik voor de top mijn opdracht mijn bestemming schitterend het breekbaar middelpunt hoog reikend in de boom waar ik uitzinnig sta te stralen glanzende reflectie
hoe op de bank de poes net wakker snorrend mijn geflonker vangt de blik fixeert en dan zich klaarmaakt voor de sprong
In december verliest iedereen zijn losse streken zelfs de flodderbontjes…
Aloha dear Pom
Als ik aan december denk, denk ik louter aan geschitter. Misschien raak je van dit gedicht weer een beetje verliefd op de maand die ik hier beschrijf.
Als altijd mijn liefs Karin
December
In december verliest iedereen zijn losse streken zelfs de flodderbontjes zijn van de koude kant en iedere kaars sterft – denk je- het is niet waar – over dertig millimeter per seconde is deze wereld allang onderweg.
De kussen die ik kreeg of gaf, en waar, waarom, vergat ‘k als lichamen waartegen ‘k gevleid lag tot de morgen, maar dees regen vanavond spokend, tikkend, vragend, daar op ’t glas, slechts stil in zuchtend rogatoir teistert mijn hart met stil verdriet, gelegen in hen, vergeten óók, niet meer genegen mijn naam te zuchten, ’s nachts: het canto klaar.
Als ’t wintert staat de boom er eenzaam bij, weet niet welk vogels één voor één verdwenen, weet slechts zijn tressen stiller dan voorheen: mijn liefdes weet ik weg, maar welk; waarhenen? Ik weet alleen dat zomer zong in mij, een korte poos, een zang die ook verdween.
Ditmar Bakker
–> de vrijheid van het zijn hier tot de laatste letter uitgeschreven – culminerend in die ene zo kwetsbare maar o zo mooie regel – ‘Ik weet alleen dat zomer zong in mij,…’ – ja wie zo kan schrijven – zo goddelijk kan schrijven – omarmen we. troosten we. dwars door alle covid heen.
GOUD!
tot zover een persoonlijke impressie van hetgeen hierboven heeft plaatsgevonden. een prachtig gedicht in twee strofen – de tweede strofe van zeldzame kwaliteit. die ik heel hoog rangschik in mijn leeservaring. en die me zonder de eerste nog mooier en liever is.
Rik van Boeckel – rillend gaan we vrijheid tegemoet
Ditmar Bakker – Ik weet alleen dat zomer zong in mij, …
Petra Maria – armen vol jij en ik en madelieven
Vera van der Horst – onbarmhartig zal ik geven
Erika De Stercke – en we bliezen op die nacht de sterren stuk
Cartouche – nu ligt alles bloot en open
wie wint deze week de enige echte virtuele – we benne wat we benne – de vrijheid-van-zijn en van-de-liefde trofee op pomgedichten punt nl? (vrij naar bennes prachtsong Armored Goosebump)
we horen iets van cohen, flarden lou reed, tom waits, nick cave in de verte – maar wat we hier horen is beter nog – we horen de vlaardingse dichter benne van der velde – nu singer songwriter met zijn eigen op zijn eigen poëzie geinspireerde song en ik zeg wereldhit Armored Goosebump – over ‘Dit harnas van kippenvel’ dat maar niet passen wil. dichters aan het werk deze week! in de zondagochtendwedstrijd – wachtwoord VRIJHEID van zijn en van de liefde. mooier kunnen we het deze week niet maken. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
als de golven
er was muziek we moesten zoenen zoenden als de golven
wat was ze blond half blond vissenogen
ze had gekropen zei ze door zwarter bloed door het zwartste bloed
we dronken antwerpen tot aan onze voeten de travestiet zong mooi
pom wolff
Pom, hier mijn bijdrage aan de enige virtuele. Ik hoor in Benne’s prachtsong ook nog Tom Waits. Groeten, Rik
Een schim op pad
De toekomst is een schim een mysterieuze gedaante zij leeft voort in ons nu het verleden overleden is
het mistig kippenvel sluit niks uit in winterland steekt licht het leven aan rillend gaan we vrijheid tegemoet dagdromen van een wereld zo blij
dit harnas laat tranen achter we schudden het langzaam af de gedaante zet passen zo vrij stapt uit het onbegrijpelijk dal
zij leidt ons naar de dag en de nacht zo we rustig het nieuwe omarmen een jaar van bezinning overwinning zonder de lijn uit het oog te verliezen
het harnas dumpend in een sinkhole schudden we de dagen van ons af bleek blinkend in blozende blijdschap een schim achterlatend in stilte.
Rik van Boeckel 12 december 2020
de – we benne wat we benne – regel past rik zeker. in een bijzondere eigenheid biedt hij in bijna elk gedicht -plaats aan heden verleden en toekomst – qua gevraagd thema – het harnas van kippenvel dat maar niet wil passen – de weg naar de vrijheid zoekende – is zijn ‘sinkhole’ hier waarin hij wat dwarszit kan dumpen – zonder meer een vondst van de eerste orde. ‘rillend de vrijheid tegemoet’ – het overwonnen virus van de liefde nog onder de leden in die zin dat de antistoffen zijn aangemaakt. zo schudden we de dagen van ons af – verloren liefdes ook. dat het licht moge worden – de voorzichtige breekbare stappen van rik hier per strofe uitgeschreven. ik houd van zijn kwetsbaarheid. en ik plaats dit gedicht in een zilveren licht
HET LEVEN MAG GRAAG
aan de oever van de lange tochten met verjaarde rivieren
bedachtzaam kabbelend langs de rietkragen van het lege land
kerktorentjes markeren blozend geluk als de blote benen van Brabantse meisjes
het zijn slechts drijvende gedachtes het was zo’n dwaze nacht
zo we vroeger appels plukten armen vol jij en ik en madelieven
zoals het leven jou mag altijd blijven met mij
Petra Maria
–> ja de oevers en de kerktorentjes en de rietkragen zijn mij net te particulier. en al die bijvoeglijke naamwoorden ook. ooit gaf ik dichteres gerdin linthorst stevig op haar kop. weg met die vreselijke bijvoeglijke naamwoorden – ze werken zo gezocht en maken je mooie gedicht kapot. ‘verjaarde rivieren’ – NEEN, ‘blozend geluk’ NEEN, ‘drijvende gedachtes’ NEEN. kijk brabantse meisjes daar heb je wat aan – dat zijn goede bijgevoegde meisjes aan een gedicht en aan die twee mooie laatste strofen daar heb je ook wat aan – toevallig daar zonder een bijvoeglijk naamwoord.
Naar jou
Dat wat je mag en toch niet mag waar de angst wordt opgegraven uit de geborchten van dit kort bestaan de hartstocht wacht op moediger dagen.
Dat wat je voelt niet denken kan zodat je vrij bent van ik vrij ben zonder wegen en woest onbarmhartig zal ik geven eerst dood en dan leven.
Vera van der Horst
–> we lezen een filosofisch traktaat bijna hier – de poëzie geschaard aan filosofische noties. met zware woorden en begrippen als dood en leven als hartstocht en angst. en tussen die geladenheid door poëtische kronkeligheden – de dichter op zoek naar een uitweg wellicht. maar dat mag ik nooit van vera zeggen – want de woorden én het ik personage mag je van haar niet en te nooit gelijk schakelen met de mens, de dichter achter de woorden. ik verschil met vera daarin van mening – niet met de mens zeg ik altijd maar maar wel met de dichter achter de woorden. (dichters zijn tenslotte geen mensen, het zijn beesten!)
onder het hemeldak
heb ik je geproefd wanneer de zon in haar stralen sliep
wij, jong ongeschoeid op boorden van bruggen, onder nissen van geluk
onze lippen met dezelfde stap hoe koud de avond was
de plannen werden stoerder bij aanvang van elke zin
het gefladder van een uil geheel onverwacht
en we bliezen op die nacht de sterren stuk
Erika De Stercke
–> nou ik vind het ‘gefladder van die uil’ ook ‘geheel onverwacht’ het gedicht invliegen maar des te leuker – beetje moeite met de taal heb ik wel in dit gedicht – dat zuidnederlandse – ‘op de nacht’ sterren stuk blazen – ik heb er minder mee – ‘boorden van bruggen’ – het zal aan mij liggen maar ze interesseren mij niet die boorden – en dat de zon in haar stralen slaapt – ik geloof er niets van. ze kan zo mooi schrijven onze erika maar deze week is het allemaal echt te gezocht.
Hautnah*
Ik kan niet zonder harnas van liefde om mij heen, alleen zo voel ik mij onbezwaard en vrij in doen en laten
als een vetleren jas, die je een half leven kunt dragen op de huid, zo zit je, een en al glans , gedragen genegenheid om door een ringetje te halen
tot de boorden begonnen te flodderen, de knopen zich verloren in gaten en ik met jou te voet naar de kringloop moest vol ongemak in het hart
nu ligt alles bloot en open een diepe snee hier, een kras daar hoe stervenskoud voelt het toch aan helemaal zonder jou
mein Schatz* (*dicht op de huid, mijn lief)
12-12-2020 Cartouche
–> ik dacht even dat danny christiaan een tekst had ingestuurd – mijn schatje mijn schatje komm hier – blijkt het cartouche te zijn. verval en ongemak vrij vlotjes – hier en gelukkig in het Nederlands nog net beschreven. deze dichter kan veel beter. ook als ie slecht/prozaïsch schrijft blijft cartouche een dichter – dat dan weer wel! en omdat hij zoveel zo ontzettend veel beter kan zeg ik – huiswerk opnieuw maken – morgen inleveren – anders 10 kantjes straf.