PLOOS – denkend aan Jules Schelvis…


Libertas
 
Libertas woonde vroeger op de Aventijn
In Rome
Ze beschermde enkelingen
en zijdelings de staat
Dat was haar stiel
 
Er zijn zo hier en daar
en in het verleden
munten van haar gezicht geslagen
van opzij
een volle maan
 
Zo af en toe
zit ik me af te vragen
hoe het zou zijn
als zij te licht bevonden
tot verval zou komen
en dat arenden ons dwingen
ons weer dwingen
zielen voor dood te laten gaan
 
 
Ploos
09-04-16
Denkend aan Jules Schelvis. God hebbe zijn ziel.

 

Share This:

VON SOLO terug! – in GOES: ‘…oud en stomdronken. Boze ogen staren en kwade ogen staren waterig terug. Iets dat zich niet laat vangen in bewuste herinnering.’



Twee uur ’s nachts in discotheek l’Étoile in Goes. Achttien jaar oud en stomdronken. Boze ogen staren en kwade ogen staren waterig terug. Iets dat zich niet laat vangen in bewuste herinnering. Daarna commotie en stekende pijn en bloed. Druk, veel te druk voor de tijd van de nacht. Op de eerste hulp afdeling van het streekziekenhuis mompelt de ene verpleegster tegen de ander, dat de patiënt waarschijnlijk geen verdoving nodig heeft. Hij lacht hard uit. Dat klopt. Ik voel ook helemaal niets meer. Behalve een stekende pijn op een plek in mijn geest waar ik niet bij kan. Iets dat me wil doen lopen. Dat me wil doen uitwissen, wat ik me niet meer kan herinneren. De nacht en de slaap doen het verdere werk. In de ochtend zijn er enkel nog de vragen van de anderen en het gebrek aan antwoorden. Er ontstaat een verhaal.
 
Het was een ruzie om een meisje van het kamp. Ik had haar in kennelijke staat aangetroffen of een trapje eerder die week en met haar gepraat. Haar vriend pikte dat niet. Hij wachtte tot het wild bestorven was en greep zijn kans. De snee in mijn hand moest het gevolg zijn van een gebroken glas. Een flits daarvan in de knipperende lichten van de discotheek. Het scenario. Al snel was er een naam. En niet lang daarna werd er op de maandagochtend iemand van zijn bed gelicht, die bekend stond bij de lokale politie en dezelfde voornaam had als mijn aanvaller. Niet lang daarna kwam de echte achternaam boven drijven. Mijn vader wist te vertellen, dat de vader van deze jongen nog wel eens iemand zo hard had geschopt met zijn cowboylaarzen, dat op de röntgenfoto’s van de maag van het slachtoffer, de indrukken zichtbaar waren. Het verhaal werd nu geschraagd door een historische sage. De jongen ontkende alles, maar werd een aantal maanden later veroordeeld tot een taakstraf op basis van mijn verklaring. Er was me na elke antwoord door de agent achter de tekstverwerker gevraagd, of ik het zeker wist. Hij had uitgehaald met een gebroken glas. Ja, ik wist het zeker.
 
Onlangs ontdekte ik, dat mijn elfjarige zoontje zijn spaarpot had leeggeroofd. Het werd duidelijk, hoe hij en zijn vriendjes altijd geld hadden voor cola en frikandelbroodjes. We legden hem het vuur aan de schenen en hij ontkende, dat hij het geld weggenomen had. Hij werd boos, dat we hem niet vertrouwden. Hij ging huilen, omdat het niet eerlijk was, dat we zulks slechts van hem dachten. Achteraf denk ik, dat hij zichzelf zelfs geloofde, toen hij die dingen allemaal zei.



VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 
 

Share This:

VON SOLO – boze en vurige tongen tongen én beweren dat VON SOLO op pomgedichten punt nl op de donderdagen weerom keert

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is IMG_0213-768x1024.jpg
ruim 400 bijdragen heeft VON SOLO verzorgd op deze site – heel vaak op donderdag – zo dat donderdag door liefhebbers – donderdag zal voortaan vonderdag heten – genoemd werd. boze en vurige tongen tongen én beweren dat hij op deze site op de donderdagen weeromkeert. we wachten af.

Share This:

Merik van der Torren: Maurice jij zweeft als een lentebries door de buurt

jij
zweeft als een lentebries door de buurt


Hoi Pom,
aan het begin van deze maand overleed de geliefde buurman Maurice. Ik schreef deze tekst voor hem. In de bijlage. Voor pomgedichten, groet, Merik



Voor Maurice

Hoe lang geleden, ooit,
dat je de Stadionweg behoedzaam overstak
en in mediterraan eetcafé Traffic
een capuccino bestelde.
 
Je zei niet veel, een keer
hele verhalen over je dochter,
die ik niet helemaal volgde
na mijn vierde droge witte wijn.
 
Nog voor de crisis sloot Traffic
voorgoed de deur en jij
zweeft als een lentebries door de buurt,
opgeheven van aardse zwaarte,
de bladeren aan de bomen ritselen het,
de vogel zingt het.
 
 
Merik van der Torren, 16 mei 2021

Share This:

Ien Verrips stevig aan het vergeten geslagen



laat me vergeten
dat je bent verdwenen
afgedaald  vergaan
je stem je streling op mijn huid
zelfs je schaduw opgegaan in rook
laat mij je vergeten
schuldeloos vergeten

Ien Verrips

Share This:

eilanddichter Texel Roop- zet webmaster pomgedichten punt nl in het zonnetje – eilanddichter volkomen de weg kwijt

eilanddichter Texel Roop- zet webmaster pomgedichten punt nl in het zonnetje – eilanddichter volkomen de weg kwijt

de eilanddichter Texel die ze daarachter ook wel ROOP willen noemen heeft er zijn best op gedaan. een cursus sociale omgang in 35 wekelijkse te volgen lessen heeft vruchten afgeworpen. les 30: ‘hoe feliciteer je iemand met zijn of haar verjaardag?’ met een voldoende afgesloten. de eilanddichter schrijft: ‘hiep hiep’. nou keurig hoor.

uiteindelijk heeft de cursusorganisatie aan de dichter geen diploma kunnen uitreiken. dichter heeft slechts 1 van de 35 lessen met een voldoende kunnen afsluiten. lezen we in het rapport van de eindexamen commissie – daar komt bij dat dichter niet meer de dingen en de mensen uit elkaar houdt, in een zeer ernstige mate vergeetachtigheid toont, met name in zijn poëtische werken of wat daar voor door moet gaan. dichter begint vaak aan een gedicht maar de eerste regel is nog niet helemaal uitgeschreven of dichter weet al niet meer waar ie mee bezig is. aldus het eerlijke rapport van de commissie eindexamen sociale omgang. ook in een van de hoogtepunten van eilanddichters poëtisch oeuvre – het gedicht ‘hiep hiep’ is de dichters alzheimer direct aanwezig: ‘schat (..) hoe heet ie…’ – ja zo gesteld dan weet schat het natuurlijk ook niet – lezen we in het eindexamenrapport. en was het vandaag of was het nou gisteren vraagt de dichter aan de lezer in de zelfde eerste strofe. dichter is de weg kwijt.


hiep hiep

schat is hoe heet ie
nog jarig vandaag
of was dat gisteren

die zondagochtendmaf
met zijn gedichies
en commentaar verzekerd

die in de vu lag
met terminale guigelton
en met geile woorden
het personeel bepotelde

hij is nu dertig kilo
met pensioen en zijn naam
ben ik kwijt maar als jij hem spreekt
feliciteer hem dan ook van mij

Rp

in amsterdam feliciteren we dichter ROOP met het behalen van de voldoende voor les 30 in de cursus. bij deze felicitatie willen wij wel aantekenen dat het volkomen onbegrijpelijk is waarom de commissie heeft gemeend een voldoende uit te reiken aan de dichter voor les 30:. ‘hoe feliciteer je iemand met zijn of haar verjaardag?’ dichter raakt volkomen verdwaald in zijn eigen eerste strofe – dichter weet niet wie hij dacht te moeten feliciteren en weet ook eigenlijk niet waarom. tijd plaats en persoonsbesef zijn bij dichter volkomen afwezig.

je kunt ook zeggen dichter weet van voren niet dat en hoe hij van achteren leeft. dichter kan beter opgenomen worden en goed verzorgd. een regelmatig dag en nachtritme opgelegd – pilletjes erin tegen alle vermeende angsten in de wereld om de dichter heen. tegen zijn angsten en de wartaal – zo spreekt dichter over ‘terminale guigelton’ – ik heb het even nagetrokken in de medische wereld is de virusvariant guigelton volkomen onbekend en er is ook nog nooit iemand gestorven aan die ziekte.

voorts een slabbetje op dichters schoot tegen het kwijlen bij het voederen.

Share This:

Karin Beumkes: ‘de toerist betaalt en wenst nog meer …’ – augustus op Texel komt er weer aan

Dear Pom


Terwijl op Texel de lamskoteletten op springen staan, moet ik aan een belevenis denken. Mijn eerste huisje keek uit op een schapenwei. De hele lente en vroege zomer hadden de schattige lammetjes de tijd van hun leven, wat er in augustus gebeurde is een ander verhaal. Daarom het volgende dichie en ik hou het graag simpel.



Liefs
Karin


Silence of the lambs


Lammeren bewegen zich als visjes
in een decor van goud en groen
maar in augustus staan de karren klaar
de moeder stoot haar kinderen af

het is een straf om het geluid te horen
het afscheid van een zomer lang
grazen op de Texelse weide
de toerist betaalt en wenst nog meer

ooit liet ik zo een diertje los
het hek was roestig en ik was vrij
om te doen wat een boer nooit zou willen
het hekwerk kraakte – het was volle maan

verzadiging brengt geen goede dingen voort
voor wie het geluid van de lammeren niet wil horen
koop in augustus een oortjestelefoon
of laat je radiootje aan

juist in augustus moet je de lammeren laten gaan
verman jezelf  en maak het houtwerk open.



Muziek: Douze points Portugal https://youtu.be/2hAlp3Khsnk

Share This:

Yvonne Koenderman aan de wandel en zegt dag wind, dag vogeltjes, dag onzekerheid

Vrijdagochtend.
De wind waait tijdens de ochtendwandeling met de hond stoffige nesten uit het labyrint, wat zich momenteel nestelt in het hoofd.
Het lijkt op rondjes lopen zonder bij de kern te komen of traplopen zonder boven te komen, maar halverwege te blijven hangen. Je omhoog wentelen langzaam omhoog en soms iets te hard en snel weer terug.

De vogels zingen  niet vanmorgen, die nestelen zich in die boom die harder buigt dan goed lijkt bij iedere windvlaag, maar iedere keer veerkrachtig terug buigt en het nest flink laat schudden.

De hond interesseert het niets. Snuffelend loopt hij zijn rondje, alle geurtjes binnenhalen als een wilde haarbal die groter lijkt in de wind dan hij is en stilletjes geniet ik van mijn eigen haar(tjes) die de wind trotseren zonder in de war te raken.

De muizenissen in het doolhof van de afgelopen week waaien in delen als stof op de wind. Iedere vlaag geeft meer ruimte die nodig is na onverwachts verlies binnen het hematologische groepje wat onzekerheid gaf.
Het gaat goed, we wentelen ons omhoog, twee omhoog, drie terug, vier omhoog en komen die onzekerheid te boven.


Yvonne Koenderman

Share This:

PLOOS is terug op pomgedichten punt nl – maar who de fuck is PLOOS?






PLOOS is terug op pomgedichten punt nl
weliswaar zo af en toe  – maar toch – PLOOS terug op pomgedichten punt nl – enige verwijdering is ooit ontstaan op de site tussen webmaster en de grande dame  – dat hoeft niet onder stoelen of banken  – maar na een nieuwe ontmoeting mogen en kunnen we haar woorden weer genieten op pomgedichten punt nl. zo ontzettend blij waren we en zijn we met haar bijdragen.
 
who de fuck is PLOOS hoor ik sommige mensen denken. ik geef u hieronder een politieke analyse  van Ploos uit 2013 – de toenmalige nederlandse politiek beschreven – het is of 2013 2021 is – zo scherp het analysemes van PLOOS – dat is PLOOS:

‘In de Nederlandse politiek en andere belangrijke sectoren is er sinds een jaar of wat steevast sprake van Een Pakket. Niet gewoon: alstublieft, dit gaan we doen, briefje, envelopje; lees maar.
Nee, groots aangediend, Een Pakket Van Maatregelen. Een Pakket Aan Maatregelen. Een Breed Zorgpakket. Alles zit tegenwoordig in een omvangrijke, vage doos. En denk maar niet dat er een kijkgaatje is.

Pom, die taal, de metaforen, de termen! Dat eeuwige Huishoudboekje Op Orde, Keihard Aanpakken, Keiharde Onderhandelingen, Snoeiharde Afspraken: de retoriek wordt holler en machtelozer naarmate de visie zich verder aan ieders zicht onttrekt. Die (visie) is er wel, maar die moet het hebben van de langere termijn. En daar zijn we allang niet meer van…’
 
genadelozer kon en kan de huidige politieke armoede niet beschreven.
who de fuck is PLOOS hoor ik sommige mensen denken.
op mijn verzoek plaatste op de site in 2011 het gedicht “Ik weet niet waarom” bij de CANTO OSTINATO – over John – ja dat is PLOOS! ik herhaal:

 
 
 
Gepost door Pom Wolff op 2011/12/26 18:10:00 (1058 keer gelezen)




WP: Simeon ten Holt
Vanaf 1961 raakte Ten Holt onder de invloed van het serialisme. Cyclus aan de waanzin (1961) was daarvan de eerste uiting. Tevens publiceerde hij artikelen in het tijdschrift Raster. In de jaren zeventig zwoer Ten Holt de seriële methode af. Hij werkte vervolgens jarenlang aan Canto Ostinato dat hij voltooide in 1976 en dat veel succes opleverde. Volgens dezelfde op herhaling en tonaliteit gebaseerde gedachte ontstonden in de loop der jaren meer lange pianostukken: Lemniscaat (1983), Horizon (1985), Incantatie IV (1990) en Méandres (1999). Ten Holt noemde de stukken afspiegelingen van zijn eigen innerlijk, in tegenstelling tot de formalistische werken die hij vóór Canto Ostinato schreef.

Uitvoeringen van de werken waren niet zelden totaalevenementen waarbij zowel de pianisten als het publiek elkaar, vanwege de mogelijkheid om een stuk uren te laten duren, aflosten. Een uitvoering van Lemniscaat in Bergen nam bijvoorbeeld bijna een etmaal in beslag. Het stuk werd op diverse ongebruikelijke locaties uitgevoerd — onder meer in de hal van het Rotterdamse Centraal Station. In 2007 verzorgde pianist Jeroen van Veen met zijn ensemble een uitvoering van Canto Ostinato op vijf Fazioli concertvleugels in Station Utrecht Centraal.




Ik weet niet waarom

ik zou niet weten waarom ik schrijven zou
heb ik
John, heb ik niet ooit geschreven, vraag ik hem, ik weet hem soms nog mijn man,
als hij me kan vinden en ik mezelf en mijn bril

mijn hele ik en dan de rest ervan kijkt naar hem op en vraagt even of ik het ware
heb ik echt geschreven lieve John?
ik hoor zijn antwoord zittend in het zand dat alleen mijn hand zich nog herinnert, waarheen hij me meegenomen heeft
maar ik weet niet waarom
het zand was vroeger los en niet zo solide als toen de klok plotseling
wil ik mijn platenboek
dus gaan we nu naar huis John, want de rommel weet ik daar en alles nog
en jij zet thee heet het platenboek?

thuis weet ik niet waarom mijn chaos niet vertrouwd, ineens onvast geworden is en dan vouw ik me
wring me eruit ik ga op zoek naar vroegere oevers zonder netten
zijn ze niet meer van de zee
ik roep de hond: Apollo
Bacchus hier!
kijk, de man heeft me gevonden en zet thee
de graaf! ik weet hem

de hemel, lieve John, ik weet je weer, is een diep kasteel op zand gebouwd
soms weet ik Hartley oude vrouw en de meedogenloosheid van tijden
noch het onvermijdelijke alsmaar weer en overkomelijk verdriet
de wanen die monsters oproepen en andersom
en wat er tussen Socrates en Sartre was
ik kan er niets meer mee

het is negen uur en het ronde hoekt, breng me naar bed John
en blijf bij me of ik ga en als ik ga
zoek me dan maar niet
laat me mijn eervolle aftocht

drapeer de zee, drapeer de zee
die van vanochtend maar om mijn lijf dat pijn doet –ja zo– ik dank je
zeg je beleefd goedenacht
ik ga van Bruno dromen


Ploos



de hele serie:

1 de canto Ostinato van Ploos over john
2 de Canto Ostinato van Pom Wolff over de liefste én een over het antwerpen van herman
3 de Canto Ostinato van Max Lerou over kinderen die buiten Mozart lachen
4 de Canto Ostinato van Josse Kok over voor wie hij zijn knieën aan het marmer
5 de Canto Ostinato van Mohs Volke aan Simon

en ik gaf op deze site woorden aan de prachtbundel DE WAAIERMAP die van haar gedichten gemaakt is – Ja dat is ook PLOOS – you know.

Share This:

Merik van der Torren met het teruggevonden Lied van de oude hoer – voor alle marktvrouwen die corsetten verkopen


Hoi Pom,
 
Dit lied is op basis van een gedicht van mij ergens in 1999 geschreven door Francie Steverink. Onder begeleiding van haar accordeon heb ik het een paar maal gezongen in de Badcuyp indertijd. Een keer buiten op het terras, tot die marktvrouw die corsetten verkocht heftig protesteerde tegen mijn zangkunsten. Ik was de tekst en de opname van het lied kwijt, maar wonder boven wonder vond Andries Minnaard met wie ik het ook wel eens gezongen had, het laatst toch in zijn archief en kon ik de tekst reconstrueren. In de bijlage. Voor pomgedichten, groet, Merik



Het lied van de oude hoer

Al zeer jong, zo pril en onervaren
zag je hem in het horeca-bedrijf.
Het lekker dier, nog in zijn kinderjaren,
vergokte daar zijn stralend jongenslijf,
had geen zorgen in die goede dagen,
dacht niet aan zijn welverdiende straf.
Jongenlief, ik kan het niet verdragen;
wordt de goot je koud en ondiep graf ?
 
Hij vergat zijn studie voor een streling.
Kroeglawaai verstomde zijn muziek.
Met de jaren kwam ook de  verveling;
lach werd grijns, het vlees een dof tuniek.
Nu zit als de dood achter de ramen,
een zwart gat dat zich aan een ander gaf.
Jongenlief, je mag me niet beschamen,
wordt de goot je koud en ondiep graf ?
 
Een leverkwaal; de smaad van lege flessen,
de mond gestift, de nagels rood gelakt,
zijn slappe koopwaar, dure levenslessen,
billen in een gouden vod verpakt,
werd bezit van grofgebekte kerels
aan wie hij zo dikwijls aanstoot gaf.
Jongenlief, ik kan het niet verteren,
wordt de goot, je koud en ondiep graf?
 
In de kille schemerende dagen,
elke donkere, doorwaakte nacht,
hoor je hem dan hartverscheurend klagen,
als hij weer door mannen wordt  verkracht.
Hoe de pijn in het diepste ligt bevroren,
vals venijn voelt aan als rauw geblaf
Jongenlief; ik moet er niet aan denken,
wordt de goot, je koud en ondiep graf ?
 
Zie ik soms een bedelende zwerver.
O, dan krimpt mijn hart van pijn,
vraag me af of dat jouw lot zal worden,
als ik er eenmaal niet meer zal zijn.
Ik dacht aan jou, toen ik zo’n arme stumper
bevend laatst mijn povere aalmoes gaf.
Jongenlief ik zal immer aan je denken,
in de goot, je koud en ondiep graf.
 
 
 
Francie Steverink- van der Hurk, Merik van der Torren,
1999, april 2021

Share This: