Leiden in Last – over ziekenhuispoëzie op een video: de eerste dichter is meteen de ergste. zo weinig geïnspireerd zo onderuit gezakt…

verrek het is die martin aart (inmiddels de oude) die in een stoel hangt – alsof de laatste chemo zojuist aan hem is toegediend. je wordt er echt niet mooier van – nee inderdaad

het is ongetwijfeld goed bedoeld. gedichtendag videootje voor de mensen. ongevraagd dat dan weer wel. we zien natuurimpressies door oude dichteressen, we zien van alles en nog wat, soms aardige poëzie, onder anderen poëzie van de onkreukbare – maar heel vaak onverstaanbare woorden. laten we zeggen veel te veel en nogal wisselend van aard/aart.  in een zee van ongeregelde golven vind je die paar pareltjes die er ook tussen zitten nauwelijks terug. de eerste dichter is meteen de ergste. zo weinig geïnspireerd zo onderuit gezakt. we horen:

‘je wordt er echt niet mooier op

waarom moeten we dit nog krijgen…’

het videootje leiden in last begint meteen  al lekker – een dichter met zelfkritiek? we zien een uitgebluste dichter hangend in een stoel wat voor zich uit brabbelen – we horen tussen het gemompel door flarden tekst: ‘je wordt er echt niet mooier op…waarom moeten we dit nog krijgen…?’

verrek het is die martin aart (inmiddels de oude) die in een stoel hangt – alsof de laatste chemo zojuist  aan hem is toegediend. je wordt er echt niet mooier van – nee inderdaad  – en waarom moeten we dit nog krijgen? asjeblieft geen vragen stellen in een gedichtje – ik wees er in de afgelopen zondagochtendwedstrijd op pomgedichten punt nl een beginnend dichter nog op – niet doen – nooit vragen stellen – de lezer geeft er vaak en vaak ook  terecht een antwoord op waar de dichter natuurlijk niet op zit te wachten. zo ook in dit geval. waarom moeten we dit nog krijgen? ik weet het ook niet  martin – waarom dit nog zo nodig moet. waarom deze ziekenhuispoëzie?

Share This:

Suzanne Krijger brengt een ode aan de onbekende: ‘Je bent een ontmoeting die als thuiskomen voelt,…’

Ode aan een onbekende


Je zei al dat de eerste ontmoeting als thuiskomen voelde
Een zachte deken die je opving uit jaren wachten
Je nam mijn hand uit de kast knuffelend als het was zei je “Hallo”
En lachte je wangen tegen je bril glazen
Als de adrenaline die een eerste impuls volgde schreef je voor mij de zinnen uit
Tussen drie lijnen leerde je me dat hoofdletters niet altijd gebruikt worden als je comfort mist
Dan zou het leven namelijk niet compleet zijn soms moet je imperfectie eren, maar
Door wandelend langs rode banken kennis de verre landen uit te tekenen
Gaf je me les alsof 43 interesses niet genoeg zouden zijn, dus 
Bij deze deze ode, is aan jou. De onbekende
Iemand die me onverwachts verwende met levenslessen
Me knuffelde wanneer de regen mijn uiterlijk bestaan afwaste om
Af te tasten
Wie ze was, en met haar enthousiasme als een oma van vijf jaar oud toch de zachte pinguïn knuffel uit de kast haalde
En gewoon durfde te zeggen dat het uitstippelen van een toekomst moeilijk is
Ik kon niet zeggen dat je het mis had, want dat vond ik ook
Terwijl je niet altijd goed kon kiezen maakte je wel het beste van verwachting
Droomde je langs de tekeningen die je verhalend maakte een durfde je recht te zeggen
“Het is lastig, soms”
Daarom deze ode aan jou
Aan een oma van vijf jaar oud die een pinguïn knuffel nooit vergeten zal
Je bent een ontmoeting die als thuiskomen voelt, die durft
Die leerde zichzelf te zijn door in welke hoedanigheid dan ook
Verder te breien


Suzanne Krijger

Share This:

VON SOLO in gesprek met god -‘vlak voor het slapen, biecht ik in stilte aan een onbekende god mijn zondige gedachten van mijn gelijk op. Hij zwijgt.’


Op drie december koopt een jongeman met een petje een tweepersoonsdekbed bij de Action aan de Lombardkade. Hij koopt ook een verpakking van tien reepjes Kinder chocolade en twee Milka repen en betaalt met PIN. Buiten scheurt hij de verpakking van één van de repen open en begint ervan te happen. Als de reep op is gooit hij de verpakking op de grond en begint aan de tweede reep. Op de Goudsesingel neemt bij de tram naar West. Bij stapt uit ter hoogte van Delfshaven. Loopt twee straten en gaat een deur binnen, waar de verf van af gebladderd is. Hij gaat twee trappen op en komt op de overloop van een etage, waar een deur leidt naar de achterkamer en een deur naar de voorkamer. Met zijn sleutel opent bij de deur naar de achterkamer. Vanonder de deur van de voorkamer komt een wietlucht en lage. Langzaam bonzende tonen. Op de vloer van de kamer ligt een vuil matras met daarop een tweepersoonsdekbed. de overtrek is gevlekt. De vloer ligt vol verpakkingen, uiteenlopend van chocoladewikkels en verpakkingen van roze koeken tot lege blikjes energie drink en een verdwaalde papieren McDonalds zak. De jongeman ploft neer op het matras en begint de reepjes Kinder chocolade op te eten. Daarna haalt hij het oude dekbed uit zijn overtrek. Het nieuwe dekbed haalt hij uit de verpakking. Het oude dekbed stopt hij in de verpakking van het nieuwe dekbed. Dan gaat hij liggen en doet zijn ogen dicht. De muziek is nu ook langzaam zijn deur onderdoor gekropen.
 
Op tien december ruilt de man bij de Action op de Kleiweg het dekbed weer in bij de service balie en krijgt het betaalde bedrag contant terug met aftrek van een flesje Hero cassis. Met negentien euro in zijn zak en een nieuw dekbed thuis loopt bij doelloos de Kleiweg af terwijl bij van zijn cassis drinkt. Dan komt hij voorbij het huis van mijn buren. Daar staat de elektrische fiets van mijn buurman niet op slot. Mijn buurman is vijfentachtig en vergeet wel eens wat. De man loopt voorbij mijn raam, terwijl ik hem de bonnetjes van de Action op de grond zie gooien en zich om zie draaien. Ik ben druk in gesprek aan de telefoon en denk op het tweede spoor, dat ik deze man eigenlijk zou moeten aanspreken op zijn gedrag. Als ik weer uit het raam kijk zie ik een de jongeman met het petje voorbijfietsen op de fiets van mijn buurman. Het duurt even voor ik me realiseer dat één plus één twee is. Dan hang ik de telefoon op en pak mijn fiets en stuif naar buiten. Fiets de zijstraat in richting Oude Noorden en vervolg speurend en hard fietsend mijn weg tot aan het Pijnackerplein. Maar de fiets van mijn buurman zie ik niet meer terug. Thuisgekomen zie ik voor mijn gevel een propje liggen, waarvan ik weet dat de dief het heeft neergegooid. Ik pak het op en zie dat het twee bonnetjes van de Action zijn. De buurvrouw komt intussen naar buiten en beklaagd zich dat de fiets van haar man gestolen is. Ik voel me dom, want ik stond er met een voordeur en een muur zowat naast, toen hij gestolen werd. Ik had beter moeten opletten, de signalen moeten zien en moeten weten dat je dat soort Action proleten, zoals ik ze noem, altijd in de gaten moet houden. Maar daar heb je achteraf weinig aan.
 
Op drieëntwintig december om vijf uur sta ik voor de slager op de Bergse Dorpsstraat te wachten in de rij voor mijn luxe vlees, dat ik voor de Kerst besteld heb. Op een gegeven moment ben ik de eerstvolgende die de winkel binnen mag. Aan de andere kant van de lantaarnpaal staat een oude man. Hij staat daar al een hele tijd. Het kan bijna niet, dat hij de rij niet gezien heeft. Ik vraag hem of hij ook voor de slager komt. Hij kijkt me vol minachting aan en prevelt dat dat toch voor de hand ligt. Daarop wijs ik hem erop, dat het begin van de rij zich aan de andere kant bevindt. Hij gunt me verder geen blik waardig. Ik kijk naar de rij en overweeg, als het mijn beurt is, de man voor te laten gaan. Net als ik de rij wil vragen of het goed is als ik de man voorlaat, draait hij zich om en loopt weg. Hij is te verwaand om in de rij te staan ‘tussen het volk’, denk ik op dat moment. Rijke, blanke, oude lul.
 
Ik ken die man niet. De jongeman met de pet ook niet. Ik weet niet wat hen drijft, ken hun verhaal niet en verzin maar wat. Ik heb geen idee of ik iets anders zou doen, als ik in hun schoenen zou staan. Oordelen van wat je niet begrijpt, gaat als altijd enkel op basis van symptomen en patronen die je veronderstelt te herkennen. Niet op basis van onderliggende oorzaken, die je onmogelijk waarneemt. En toch is vergissen niet toegestaan in dit tijdperk van de absolute waarheid. ’s-Avonds laat, ik het donker, vlak voor het slapen, biecht ik in stilte aan een onbekende god mijn zondige gedachten van mijn gelijk op. Hij zwijgt.

Share This:

vandaag op pomgedichten punt nl – deel 1 van de cursus effectief vergaderen met Merik van der Torren


Discussie

Hij ging schever en schever staan, kantelde en
viel kletterend op de straatstenen.
Er lagen wat schrootjes en een plasje smurrie.
 
Een wolk steeg ten hemel,
zijn smoel maakte zich los en zei:
“ Daar zit wat in, Merik.”
 
Ik huiverde en vervolgde mijn weg.


Merik van der Torren

Share This:

Peter Posthumus…’Het is een prachtige dag om te sterven…’

Hoi Pom, het heeft hier gesneeuwd, vandaar de volgende woorden:

Het is een prachtige dag
om te sterven
een dag waarop lichtblauwe schaduw
zacht oplicht in de sneeuw
bomen die als dood hout
fijnvertakt de hemel raken
dichte grijze wolken
die langzaam over zee
het land verlaten

een dag waarop de horizon 
verdwenen is
In het vele verlies 
van een verlaten wereld
doods en stil
sereen en kil
jammer dat ik op zo’n dag
vóór alles leven wil


Peter Posthumus

Share This:

Ien Verrips wordt vandaag wakker in een nieuwe wereld… en dan is er koffie


gekreukeld einde van de nacht
die op is niet meer kan verbergen
de sluiers afgelegd open en bloot
de jonge dag
 
het uitgeruste lichaam opgewekt
beweging ligt in het verschiet
een overgaan van lang en uitgestrekt
naar rechtopstaand
 
de geest onwillig sluimert in onwetendheid
laat zich bekruipen door besef van zijn
van ruimte van de geur van koffie
en van alle dingen
 
mei 2020
Ien Verrips

Share This:

Anne Borsboom: ‘Het oorlogt in mijn land…in dit land dat bekend stond als een goed land, met aandacht voor later…’

Anne Borsboom schreef die prachtige regel op FB – ‘het oorlogt in mijn land’- op mijn verzoek schreef ze het gedicht verder zodat we weten wat we wisten en er betere tijden bij denken al weten we wel beter. dank je wel Anne, verblijvend in frankrijk – vanavond moeder van nederland


Het oorlogt in mijn land
 
ik oorlog zonder dat er een oorlog uitbreekt
schik in de minne, laat mij de ‘minne’
geef de ander het voordeel, bij twijfel stil
 
jij oorlogt om onrecht
 denkt aan anderen
en nog altijd pijn om wat was
 
hij oorlogt om tralies dikker dan de verf
die de nachtwacht deed glanzen
omdat schijnglans dieper de  eeuwen in drong
 
zij oorlogt om een tijdklok
die avonden bepaalt,  hoe dichtbij een sirene
 een bel die minnaars verjaagt naar binnenshuis
waar kinderen, waar moeder de vrouw
 

waar het huis te klein, de lessen te complex
voor vaders en moeders die het al moeilijk redden
in dit land dat bekend stond als een goed land,
met aandacht voor later en het moment
 

wij oorlogen uit wanhopigheid
want wie weet waar goed te doen,
virussen zijn sterker dan toen
wij bang waren voor de Russen

 
jullie oorlogen tot er een bom valt
 op een raam kleurloos
want wat daar achter
bomt jullie niet.
 

 
Anne Borsboom

Share This:

Karin Beumkes: ‘Jij bent au en nacht. Onafwendbaar.’

Jij bent au en nacht.
Onafwendbaar.

Hai Pom
Mijn maandaggedichie, ik heb er heel lang over na zitten denken. Uiteindelijk kom ik toch weer bij dit gedicht. Het is een kortje dit keer en het gaat over het allerergste van het ergste.
Als altijd mijn liefs
Karin


Liefdesverdriet

Lichaam van mij
herstel de zoute wond
want jouw liefde is een virus.

Prik.

In mijn zijde.
Jij bent au en nacht.
Onafwendbaar.

Koel.


Muziek: Charles Aznavour – She https://youtu.be/nK9H2owUQQ8
https://youtu.be/nK9H2owUQQ8

Share This:

Anke Labrie en Antony Oomen winnen de enige echte virtuele -“Ga nu maar liggen liefste in de tuin…” maar niet na negenen!!! – trofee op pomgedichten punt nl – Ien Verrips brons


uw webmaster kon het deze week niet laten om deze zogenaamde noodmaatregel ‘avondklok’ af te keuren. er ligt geen wetenschappelijk bewijs onder de maatregel. de maatregel is naar ik vermoed ingezet – niet om de corona te bestrijden – maar om een ander doel te dienen – lees het gebrek aan handhaving te verdoezelen – nee deze maatregel kan absoluut niet door de (juridische) beugel. je loopt nu eenmaal om 5 over 9 geen Corona op buiten als je die om 5 voor 9 daar ook niet oploopt.

Het verbod op détournement de pouvoir, gedeeltelijk Frans voor ‘machtsverdraaiing’ of (meer gebruikelijk in Vlaanderen) ‘afwending van bevoegdheid’ of ‘machtsafwending’,  is een verbod voor bestuursorganen om bestuursbevoegdheden te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor ze gegeven zijn. In Nederland is dit verbod ontstaan uit jurisprudentie van de Hoge Raad der Nederlanden en is nadien gecodificeerd in art. 3:3 Awb

het besluit is onzorgvuldig tot stand gekomen, de werking is buiten proportioneel en juridisch gezien een draak. en laat u niets wijsmaken BOA’s mogen vooralsnog  niemand qua corona bekeuren.
hoe dan ook we hebben altijd nog de poëzie. ik was erg gecharmeerd door de bijdrage van Antony Oomen – de eerste uit zijn serie  Avondklok  en door de bijdrage van Anke Labrie – zij relativeert wat ons wordt aangedaan op een wijze wijze. ik zeg tweemaal goud. en voor de vlinder die nog moet uitvliegen van Ien Verrips brons. van harte!

‘avondklok’
 
vanmorgen op mijn oefenrondje
moeizaam lopend met mijn stok
langs de struikelstenen
bij het Merwedeplein
zie ik haar beeldje staan
beschenen door de zon
 
in gesprekken onderweg
en op de bankjes om haar heen
waar ik even op adem kom
vang ik op dat het wel oorlog lijkt
 
maar elke vergelijking gaat hier mank
 
juist nu besef ik des te meer 
hoe vrij ik nog altijd
langs deze struikelstenen lopen kan
  
anke labrie


–>
Anke keert de dingen om, de normen en waarden ook. en struikelt niet over de tekenen des tijds. de herinneringen aan vroeger die in geen verhouding staan tot wat ons in dit land bij deze regering tot lotgenoten maakt. dat als je lekker in je bed ligt te chillen dat je dan de straat niet op mag en als je weer wakker bent frisse lucht in vrijheid kan ademen. niet iedereen zal het met anke eens zijn. die genoemde zaken (de struikelstenen als teken van herinnering en de huidige avondklok) staan wat mij betreft ook in geen enkele verhouding tot elkaar. ik zelf kan het alleen niet hebben dat zo een blaaskaak als een grapperhaus die elk gezag verloren heeft – die zich zelf nergens aan stoort of houdt mij een beetje gaat vertellen waar ik wel of niet mag staan en wanneer in de buitenlucht. het gedicht geeft wel stof tot nadenken. dat we niet te snel onvergelijkbare grootheden zullen vergelijken. het zijn de wijze woorden van anke.



Avondklok
 
Zoals het klokje thuis klinkt
Zo klinkt de avondklok
Stilte gevuld met tik tok
 
Verduister uw ramen
Vermom uw korte-golfradio
Als hoedendoos of kloosterbrood
 
Luister en fluister
Radio Oranje op de tast
Buiten huivert het stilzwijgen
 
Wie komt er bij me schuilen
Onderduik op zolder
In mijn boekenkast
 
Alleen de vogels zwijgen niet
De vleermuizen
De sirenes en de dwazen
 
© Antony Oomen
20.I/2021
Amsterdam


–>
Antony stuurde aan pomgedichten punt nl deze week een drieluik in. de eerste ook geplaatst in de wedstrijd – nou ja wedstrijd – eigenlijk buiten mededinging – maar nogmaals geplaatst  vanwege die prachtige laatste strofe. de andere strofen niet minder fraai. een mooi gedicht dat zich ook van onderen naar boven laat lezen. of de strofen kris kras door elkaar. elke strofe sterk als brokjes tijdsbeeld – een goed getroffen tijdsbeeld. met subtiele verwijzing naar verleden tijden.
 
  • Antony Oomen – Alleen de vogels zwijgen niet/ De vleermuizen/ De sirenes en de dwazen
  • Rik Van Boeckel – bomen zien mij niet meer
  • Magda Haan – de laatste minuten in vrijheid
  • Petra Maria – zet de wekker maar op sterven als je oud bent
  • Frans Terken – In het licht van de lantaarns beweegt een vage schaduw
  • Anke Labrie – langs de struikelstenen bij het Merwedeplein
  • Cartouche – buiten de deur, alleen in het donker
  • Ien Verrips – vlinders dromen
  • Elisa Smit – Door het donker dolend
  • Erika De Stercke – om me te verliezen


wie wint de enige echte virtuele -“Ga nu maar liggen liefste in de tuin…” maar niet na negenen!!! – trofee op pomgedichten punt nl?
 
“Ga nu maar liggen liefste in de tuin…” maar niet na negenen!!! ook pomgedichten punt nl kan niet om deze kleine politiestaat heen. een avondklok hoe verzin je het. de avondklok of de zinloosheid der dingen. een verzetje, het verzetten van de klok of wordt het een echt verzet.  dichters aller avondklokken verenigt u.
alsof de tijd heeft stilgestaan. binnen bent u veilig, buiten loert het gevaar, alleen de hond zal u redden. de dichters Oomen en de Haan en van Boeckel stuurden al avondklokken in – ik kies de mooiste voor de ‘wedstrijd’ en voeg deze alvast toe  –  als de avondklok u ook roept stuur rustig in – u kent de regels:
de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.



een juweel
 
weet je in alle dingen
ligt van het weten eigenlijk niets meer
dan we altijd al wisten
 
we nemen ze mee
en denken er zogenaamde betere tijden bij
al weten we wel beter
 
een dichter als babak zou hier in het gedicht
met iets onontkoombaars komen
een kostbaarheid die hij jou zou omdoen
 
jou en  jou alleen
 
pom wolff
Avondklokkenspel

Het Ankerpark is mijn avondanker
de Leidse Haven de eerste etappe
de boten aan de Zijlsingel
begroeten mij met schilderachtige kleur

het avondommetje is ten dode opgeschreven
bomen zien mij niet meer
dragen geen takken virus over
op mijn licht snotterende neusvleugels

het avondklokkenspel zingt
de mutant neemt de macht over
zo verdwijnen de uren
om ‘s avonds rond te gaan.


Rik van Boeckel
20 januari 2020


–>
ook het gedicht van Rik buiten de wedstrijd ingestuurd deze week – Rik bewogen door naderend onheil zijn gedachten poëtisch vorm gegeven na een avondwandeling – toen de avondklok nog niet was ingesteld. ik lees “de mutant neemt de macht over” – de jonge en grapperhaus – willen wel eens even laten zien hoe ferm zij zijn. deze mutanten! van mensen die nog wél redelijk kunnen nadenken. goed dat er dichters zijn.


Avondklok

Het aftellen is begonnen 
de laatste minuten in vrijheid 

sluit de gordijnen
voor glurende buren 
en zwerfhonden 

hier staan de wijzers stil
de klepel is verstomd 

laten we nu  maar proosten 
op autoloze straten 
en stille nachten 

de maan verlicht
dak en goddelozen
de stad is weer van hun


Magda Haan
–>
heel aardig deze aandacht voor daklozen en voor mij als goddeloze. maar magda het zijn niet alleen de zwerfhonden die vrijelijk na negenen hun behoefte op de straten kunnen draperen en door de straten gaan. het zijn ook de vrijgestelden met een touwtje in de hand die de afgelopen week de asiels plunderden en achter hondjes aanlopen twee weken lang na negen uur in de avond. om die beesten in februari weer te dumpen – over  zwerfhonden gesproken.



lang geleden stond ik op een berg
en dacht dat de hele wereld mij zag

nu loop ik in de avond door verlaten straten
geen nood, ik heb een hond
ziet mij alleen de jas van thuisbezorgd

wie controleert de tijd
zet de wekker maar op sterven als je oud bent

lang geleden stond ik op een berg
en dacht dat ik de hele wereld kon zien

Waar is mijn berg?

petra maria


–>
‘geen nood ik heb een hond’ – schrijft ze – en wat voor een hond – met hondje kan petra maria de wereld aan – zoveel is zeker – een wereldverscheurend dier dat de avondklok aan flarden zal rijten/bijten. maar nu nog niet. het gedicht kent één wereldregel: ‘zet de wekker maar op sterven als je oud bent…’ deze regel verdient een beter gedicht om zich heen. je kunt ook zeggen deze regel doet alle andere regels in welk gedicht dan ook wegsmelten.

Schaduwhond

In het licht van de lantaarns
beweegt een vage schaduw

alsof hij speurt naar sporen
van een uitgelaten hond

een die in de kuiten van
avondklokkenluiders wil bijten

die de blaf binnenbeks houdt
om gerucht te voorkomen

de riem om de nek als zit hij vast
geketend aan de grollen van de baas

een gebod als voor ons – ‘af’ en ‘liggen’
dansen naar de pijpen mag nog net


© FT 23.01.2021


–>
de lichte kritiek op de avondklok van Frans deel ik – u las het al hier boven. die avondklok is nergens goed voor. levert alleen onrust op en verzet – bijzonder weinig mensen gaan de straat op in de regen en de kou als alle kroegen gesloten zijn en alle evenementen zijn afgelast. en daar komt bij dat de aerosolen besmetting nog steeds ontkend wordt blijkbaar. ga je naar buiten dan loop je nauwelijks risico op besmetting. waarom jongeren geen pleziertje gunnen in een verlaten park in de regen en de januari-kou? de schaduwhond van Frans gevangen en geketend door duistere regelgeving.
 

Blad

Ga nu maar, liefste
voor de avond valt dacht jij
mij het groene gras te zijn, ik was
niet meer dan die lege plek, die plak
jonge , die krul botergoud om de buik
te vullen toen de honger je overmande
dat vreemde uur tot waanzin dreef
de klok als een gek doortikte
 
maar die stil je niet
buiten de deur, alleen in het donker
van je eigen heim kun je een sprietje vinden
om je aan vast te houden, een sprankje kracht
stroom van een paneel om kleur te brengen
in een stuk verijsde aarde, die lege
plek terug – tot leven, ga nu maar
liggen liefste, schuif een eindje
 
dan kan ik jou naast gelegen
blad zijn , goud beschenen
 
23-01-2021
Cartouche


–>
het is weer een Cartouche in volle glorie- een romantisch gedicht in een adem uit te lezen – de woorden, als sneeuwvlokken als verlangen  neergedaald op de liefste – maar wel in het zonnetje. een adembenemend gedicht waarin de dichter er van alles en nog wat bijhaalt om de liefste te bekoren. van mij mag het. natuurvergelijkingen met koplandwendingen – er vallen blaadjes, er krult botergoud – hoe dan ook de vraag blijft hier of zij wel op hem valt.

deze interval van tijd
tussen toen en dan
eertijds en later
hoe duiden wij dit vacuüm
dit  stilgelegd leven zonder glans
hoe lang zal het nog duren
voor wij weer vlinders dromen
als wij dromen

Ien verrips


–>
deze vlinders bevallen mij wel omdat ze kunnen worden gedroomd als er wordt gedroomd voorlopig zijn ze nog niet aan de orde  – de avondklok als vacuüm beschreven – ook wel mooi – ja Ien weet hoe je vlinders – normaal gesproken ongeveer het ergste –  in poëzie aankondigt.


Hallo,
Ik ben nieuw met de site. Verzeild geraakt via Vera van der Horst. Geen idee hoe dit werkt, of ik gewoon kan insturen.
Ik dacht doe eens een poging voor een inzending rondom het onderwerp Avondklok.

Met vriendelijke groeten,
Elisa Smit (32, Eindhoven)
—————————————

Avondklok

Wist je dat
de bomen praten
als de stilte overneemt
ritselend en krakend
de dag vervreemd
Dat als de lucht
zwart kleurt,
licht valt
op andere zaken
Dat ik dan
luisteren ga
en ook al zijn
plassen aan het plonzen
ik luisteren ga
Door het donker dolend
met mijn trouwe joekel
klamp ik mij nu
aan zijn asbus
als ik luisteren ga
wanneer ik de nacht kus

Elisa Smit

–>
nee kind dat wist ik niet – praten ze dan die bomen? wat een onzin. misschien kunt u even met die afgetreden oranje prinses contact opnemen? zij zal u verder kunnen  helpen. ik wil niet zeuren maar dt ligt hier meer voor de handt bij het woordt ‘vervreemdt’.
en ‘plonzen de plassen’? wat een gedoe he allemaal. kind toch. beste elisa – poëzie is niks voor jou – ga tekenen, schilderen, spreek een prinses aan,  loop door de ‘plonzende plassen’ na negenen – allemaal goed. maar doe niet aan poëzie. daar is al teveel van.  geen idee schrijf je hoe deze site werkt. nou zo dus.

Brief aan Elisa

Beste Elisa, in een mailbericht neemt Vera vd Horst het voor je op. ze schrijft mij: ‘Ze is zo n leuk mens en moet nog zoveel leren.’ ze schreef nog wel meer:
‘Pom, wat ben je keihard tegen elise, ze heeft pas poëzie ontdekt, is het ook veel aan het lezen nu en vreselijk enthousiast.
Ahhh, vind ik echt jammer dit en  heb wel beetje spijt dat ik je site genoemd heb, was misschien nog iets te vroeg. Had op wat opbouwende kritiek gehoopt voor haar, niet dat ze helemaal afgebrand werd, Ze pikt best snel dingen op, dit was ook niet het het beste van haar, Ik voel me nu echt beetje schuldig. Liefs vera


Beste Elisa deze site is niet uitgevonden om op pedagogische wijze liefhebbers aan de poëzie te brengen. maar ja als Vera om opbouwende kritiek vraagt wie ben ik dan om dat te weigeren. regel 1 bij poëzie is – blijf achter je eigen werk staan – wat anderen ook zeggen. stuur je werk pas de wereld in als anderen jou niet meer kunnen beledigen. wat mij opvalt is dat je 3x als ik luisteren ga herhaalt. in een gedicht moet je niet herhalen bij hoge uitzondering als het functioneel is kun je dat een keertje doen. vragen stellen – je begint ermee – vragen om een antwoord – de lezer kan dat antwoord geven – ik gaf je ook meteen antwoord. stel voorlopig geen vragen in je gedichten. dan ben je meteen van de antwoorden af.

plassen plonzen donker dolend – dit soort vormen werken goed in de reclame, ook in een gedicht maar dan moet het subtiel gedaan worden – niet dat de spetters je om de oren vliegen.
je laatste regel ‘wanneer ik de nacht kus’ vind ik een mooie poëtische regel – vertel eens in een gedicht met die regel als eerste regel wat er vervolgens gebeurt, met jou met de nacht, met de dingen , met de wereld met de avondklok, met vera van der horst. en stuur me dan dat gedicht op – dan zal ik jouw gedicht met trots plaatsen. lieve groet, pom


samen

was ik een vlinder, zocht de zoete plekken 
  om me te verliezen in wat duizelen doet 

nam je mee, niet één keer, om te behagen
telkens weer, om te plagen, een leven lang 


Erika De Stercke 


–>
oh no not me!!! een vlinder – nee he ze zal het mij toch niet aan doen? – maar ja hoor – ze doet het gewoon onze Erika – vreselijk al die vlinders die door een gedicht heen vliegen en wat ze allemaal meemaken die vlinders. je wil het niet weten. ik wil het ook niet weten.

Share This:

avondklok in amsterdam 3: Antony Oomen wil er niks van missen



Avondklok – III
 
Ik heb me afgevraagd
Hoe laat begint het
Ik wil er niks van missen
 
Ik kan me natuurlijk vergissen
Maar is dat geen bekend gezicht
Of zie ik van de weeromstuit spoken
 
Het klinkt nu al afgezaagd
Wie doet de deur als laatste dicht
Wie het licht uit
 
Wacht, ik geef de stilte aan de straat
Ik geef de straat aan de nacht
De nacht weer aan de stad
 
 
© Antony Oomen
22.I/2021
Amsterdam
Avondklok – II

Hoe schaars dit ijselijke zwijgen 
Van de nacht in de straten van de stad
Alleen de gure wind, de regens

Luister:
Men heeft de tijd stilgezet
Men heeft de straten geveegd

Het is al laat
Spoed je huiswaarts
Eet wat de pot schaft

Drink het onderste uit de kan
Lees bij kaarslicht de krant
Een boeiend boek

Tel je zegens
Wacht en wacht
Reeds naakt de dageraad 


© Antony Oomen
21.I/2021 
Amsterdam


Avondklok
 
Zoals het klokje thuis klinkt
Zo klinkt de avondklok
Stilte gevuld met tik tok
 
Verduister uw ramen
Vermom uw korte-golfradio
Als hoedendoos of kloosterbrood
 
Luister en fluister
Radio Oranje op de tast
Buiten huivert het stilzwijgen
 
Wie komt er bij me schuilen
Onderduik op zolder
In mijn boekenkast
 
Alleen de vogels zwijgen niet
De vleermuizen
De sirenes en de dwazen
 
© Antony Oomen
20.I/2021
Amsterdam

Share This: