Karin Beumkes’ Mens&Melodie op de maandag: ‘ik ben beslist geen open oase vader dat weet je zelf ook…’

ik ben beslist geen open oase vader
dat weet je zelf ook.

Ha die Pom
Wederom weer een gedicht voor de maandag. Geniet.
Liefs
Karin



Oase


Stofplaats op schaapscheerdersgrond
waar een keutel makkelijk maansteen wordt
ik ons voor de grap uit de linkerdroomduim zuig
lam ben van klappen in mijn handen nu
de kudde stuift een losse steen
doet taal verzinnen.

Ik kan je wegkrabben uit alfabedden
hier ook blijven tot wind is aangewakkerd
iets van a naar b verzetten en als ik regen vang
een waterplaats openen.

Vergelijk me daar hoe de dijk mij
nietiger en kleiner maakt
het maakt in leegte niet langer uit
ik ben beslist geen open oase vader
dat weet je zelf ook.

Karin Beumkes

Muziek: Frankie Laine – Rawhide https://youtu.be/O8axrNsJ-9g

Share This:

Cartouche wint de enige echte virtuele – in jouw warmte wil ik heel graag wonen – trofee op pomgedichten!

ik kan vandaag niet om onze CARTOUCHE heen – de titel al zo ontstellend over de top en dan dat einde van het gedicht  ook nog eens daar helemaal overheen

om zo voor altijd een – onderkomen
grootser dan de kathedraal van Palma
hoogstaander en – zomerser dan
een Spaanse zon, een Mallorcaanse
 
aan jou alleen,cariño, mi amor
 

ja dat moet dan wel een lieverd zijn geweest – ze zijn nogal hoog die kathedralen – als ze niet affikken en zonniger dan de spaanse zon lijkt me zeker ook behoorlijk zonnig -deze overdrijving heeft natuurlijk niets met de gevraagde eenvoud te maken maar Cartouche weet als geen andere dichter  waaraan gestorven kan worden – en dan wordt er ook gestorven!

‘Nu weet ik waaraan te sterven’ de titel en op de een of andere manier neem ik Cartouche vandaag niet kwalijk wat ik andere dichters wel kwalijk nam. een titel of een beginstrofe die alles al weggeeft én regels die ver buiten de eenvoud reiken. de poes van Roop geeft een instemmend likje. dan zal de inconsequentie mij wel worden vergeven. Cartouche van harte – dank aan alle dichters voor het insturen – voor jullie mooie liefdes op een zondagochtend in oktober.


 
Terug van een verbazend verblijf in mallorcaanse zon wil ik me nu uit een ‘zeer aangeraden’ quarantaine bevrijden door middel van dit samen schrijven
 
u weer onder ogen te komen
en op te gaan in onze dromen
 
Cartouche



Nu weet ik waaraan te sterven
 
Elkaar
blijvend in de ogen kijken- één hand
op je slaap, een vinger op je lippen
de andere op je heup, een schap
hoe tastbaar warm een land
zonder vulkaan erbij kan liggen, hoe
hemelblauw een laken iemand plooien kan
een zee woordenloos zacht en kalm
als middelland houvast te geven weet
 
aan een tweetal
dat elkaar alleen beweegt als een
kader door stil te blijven, verluchtigd
liggen zonder preroga- of preservatief
gewoon neoklassiek – conservatief
om zo voor altijd een – onderkomen
grootser dan de kathedraal van Palma
hoogstaander en – zomerser dan
een Spaanse zon, een Mallorcaanse
 
aan jou alleen, cariño, mi amor
 
10-10-2020
Cartouche


–>
ja deze droom is ook onze droom – de titel meteen al heerlijk over de top – lees ik nou schap of lees ik nou schaap in de derde regel – hoe dan ook – Cartouche weer terug op het oude honk. en we zullen het weten ook. meneer de dichter is er even tussenuit geweest – corona en soa proof zijn dromen – als ik al die wilde toestanden hier in zijn gedicht goed heb begrepen. laat ik zeggen voor die titel alleen al val ik als een blok.
  • Anne Borsboom in het huis waar ze graag is
  • Rik van Boeckel langs een golvend zingende gracht
  • Petra Maria over wat liefde is
  • Babak Er zijn mensen die de liefde begrijpen.
  • Jacob de Bruin – zeg maar niets droom of vergeet
  • Vera van der Horst – hier zijn we als de aarde wegdraait van de zon
  • Frans Terken tegen het ongewisse van de nacht
  • Ien Verrips knipoogt naar haar poes
  • Jako Fennek aan de gloed van haar wezen
  • Cartouche grootser dan de kathedraal van Palma … mi amor
  • Anke Labrie – hij brengt haar aan zijn arm weer terug

wie wint de enige echte virtuele – in jouw warmte wil ik heel graag wonen –  trofee op pomgedichten?
de weekendwedstrijd op de pom houden we van de eenvoudige eenvoud. gewoon iets moois tussen twee mensen. en van dat mooie willen we heel graag weten en lezen in deze barre tijden. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
 


wat is het toch dat deze stem
ongeacht welk woord van elk woord
weer warmte maakt

echt mooi
hoeft niet beschreven
is in zich mooi geweten en gekend

pom wolff

het huis waar ik graag ben
het huis waar beesten het hek horen
want dacht u
dat ik een andere kant kies
als ik bij mijn beesten wil zijn?

Anne Borsboom
–>
het huis waar ze graag woont waar ze zo graag verblijft. die mooie tweede regel. daar dus. een bijzondere benadering van het thema – bij de beesten – een mooie opening van de weekendwedstrijd op pomgedichten – deze week met een keur aan gedichten – we willen van  de warmte lezen, we willen van de eenvoud lezen en we willen van het mooie heel veel deze week.
Goedemorgen Pom, vanuit mijn huis aan de Oude Rijn in Leiden mijn bijdrage. Groeten Rik


Het huis van ritmes 

Warm tussen de snaren
mooi boven de vellen
dromend onder melodieën

in het huis van ritmes
wandel jij door de kamer
zo jij mijn hart behaagt

de dag begint met de wind
langs ramen van zoete gedachten
langs een golvend zingende gracht.


Rik van Boeckel
10 oktober 2029

–>
een mooie beschrijving een mooie gracht en zoals de tweede persoon hier door de kamer wandelt zo wandelen er weinig – ik vind die derde strofe ver boven de andere uitgaan – die golvend zingende gracht verovert mijn hart – drie heerlijke regels in die laatste strofe – de eerste twee strofen halen dat beeldende nivo niet.

er blijft nog wat
tussen ons
onbesproken

net als ik besef
wat jouw ogen
ooit beloofden

misschien
als we hier blijven
geen eiland is
immers ver genoeg
geen herfstdag stiller

misschien dan
weet je pas
weet ik nog
wat liefde is

petra maria

–>
ja de parlandostijl bevalt mij zeker wel maar ook hier – net als bij rik – is de kracht van de ene strofe veel krachtiger dan de andere. de voorlaatste met die herfstdag met dat eiland – die strofe mag blijven. de andere vallen dan toch een beetje weg. (in het niet) – met name de eerste twee.

Er zijn mensen die de bossen begrijpen. Ik heb er achttien jaar over een tuintje gedaan. Ik kwam niet verder dan de jasmijnen. Zelfs de olijvenboom leek een bijzaak.


Er zijn mensen die de bergen begrijpen. Ik was acht jaar lang met één en dezelfde berg bezig. Elke dag ontdekte ik iets nieuws: een onverwacht paadje.


Er zijn mensen die de zeeën begrijpen. Ik voel enkel angst bij het zand dat een voorbode is van een waanzinnige, onvoorspelbare, bewegende grootheid.


Er zijn mensen die de steden begrijpen. Ik ben, drieëndertig jaar, blijven hangen in een bevrijdend zomerbriesje op een pleintje in een buitenwijk van een stad die niet meer bestaat.

Er zijn mensen die de rivieren begrijpen. Ik ben niet verder gekomen dan een plasje
smeltwater in het noorden van een stad, in het zuiden van een berg, twee uur rijden van een tuintje, honderden kilometers verwijderd van welke zee dan ook.


Er zijn mensen die de liefde begrijpen. Ik ben niet verder gekomen dan hoe je naar me keek.
Hoe ik jou in mijn ogen ving.

Babak


–>
een heel verhaal – de verkleinwoorden storen mij – ‘paadje, briesje – plasje’ – die hoeven niet. wat mij betreft  – maar de prachtige opbouw in dit proza gedicht  is van grote klasse om die laatste regel van de ultieme eenvoud glans te geven: ‘Er zijn mensen die de liefde begrijpen. Ik ben niet verder gekomen dan hoe je naar me keek.’ ja dat is prachtig, prachtige eenvoud krachtiger dan alle bijeen geschreven bossen en bergen, rivieren en zeeën bij elkaar. ik heb het natuurlijk hier wel over een geschreven versie van het gedicht – ik kan me voorstellen dat in een mondelinge performance de herhalingen met – er zijn…- een prima uitwerking op een luisterend publiek hebben/ kennen. en zeer krachtig overkomen. dit als toevoeging.

doe maar niet
zeg het niet
of je het weet
weet ik niet
je weet het niet hè

zeven letters lang
weet je
tussen spaties
weet je niks
dat wist je toch

doe het niet
zeg maar niets
droom of vergeet
simpelweg weet
heel even zeven letters die


jacob de bruin, 2020/10/10



–>
het lijkt me toch een particulier gesprek waar wij op de vroege zondagochtend in verzeild zijn geraakt. ik moet aan Roop denken die hier op de pom ook wel recensies schreef bij de ingezonden werken. soms liet ie zijn kat op draven en dan liet ie vervolgens die kat een paar regels miauwen. dit is een gedicht voor die poes. voor die texelse poes.

Vanzelfsprekend

Er was in mij een plaats
het denken voorbij
nog voor het voelen
door niemand ooit ontdekt
en ineens liep jij daar rond

Dit is onze ziel, bezwoer je me
hier zijn we als de aarde 
wegdraait van de zon
daar maken we van
woestijnzand water

Vera van der Horst


–>
heel mooi heel gevoelig ook – maar van de eenvoud is hij niet met zijn bezweringen – hij lijkt me wél liefdevol. hij kan ook mooi spreken door de hand van dichteres die hem wellicht mooier van taal laat zijn dan ie in werkelijkheid is en/of later bleek. maar dat hij daar heeft rondgelopen in alle warmte van vera’s beminnelijkheid zoveel is wel zeker – weten we als lezers nu.
Dichter bij de nacht

Als ik op weg naar slaap
afgemat wegzak
dicht jij het zwarte gat

twee warme handen achter me
die me stilzwijgend vasthouden
een stevige steun in de rug

om tegenaan te leunen
een blok tegen het donker

tegen bodemloos vallen
het ongewisse van de nacht


© FT 10.10.2020

–>
met frans in een kort gedicht de nacht in. het mooie ongewisse van de nacht verdient eigenlijk nog een paar mooie regels extra om bij weg te dromen – wat mij betreft mag het gedicht beginnen bij de laatste strofe.
 
tegen bodemloos vallen
het ongewisse van de nacht
twee warme handen achter me
die me stilzwijgend vasthouden


en dan door – dat we het nog niet weten – dat die handen ons ook aanraken als lezer –
in het gedicht is de oplossing te snel – meteen al – door de dichter gegeven.
 

als Penelope
omringd door hunkering
aanbidders, minnaars, vrijers druipen af
alsof ze wacht
 
als Maria
liefdevol haar man en kinderen
gevoed en grootgebracht
dan is het op
 
als Eva
in het paradijs
een tuin van  list en lust
ze knipoogt naar haar poes
 
als Zij
hem  binnenlaat
denkt ze te weten wat ze doet
ze lacht

Ien Verrips


–>
wat is dat toch vandaag dat ik liever alleen de laatste strofen lees in de toegezonden dichtwerken. geldt ook voor Ien. als – als-  als – het is TE gezocht allemaal (én te voorspelbaar) – en natuurlijk dichteres weet het gezochte best te vinden. maar we willen als lezer verrast worden:
 
als Zij
hem  binnenlaat
denkt ze te weten wat ze doet
ze lacht


dit is een heerlijk mysterieus begin van een gedicht. ik heb het natuurlijk hier wel over een geschreven versie van het gedicht – ik kan me voorstellen dat in een mondelinge performance de herhalingen met als-als-als een prima uitwerking op een luisterend publiek hebben/ kennen. dit als toevoeging.
 
 
Dag Pom,
Vandaag op tijd en niet de laatste. Miracle! Warmte, mooi thema in een tijd dat het menselijke egoïsme grenzeloze proporties aanneemt.
Heb het goed en een fijn weekend nog.
Groet van Jako

 
 
 
gloed
 
je keerde terug in tijden
van lange nachten en korte dagen
legde de weg af
langs kim en heuvelrug
we draaiden om je heen
als een verlegen kind
om moeders rokken
 
als de bolster om een vrucht
sloeg je in de zoelte van de zomer
je armen om mijn lijf
liet me verkwikken
aan de gloed van je wezen
 
jako fennek
–>
zo dat is me wat. het woord zoelte opgezocht .. en…. het …. bestaat! (vrij naar – en hij staat!) – heel leuk gedicht  – maar mij net te hoogdravend om mij helemaal te veroveren (‘kim en heuvelrug/ gloed van je wezen/ bolster vrucht’) – de eenvoud verlangt ietsje minder jako – maar jou gun ik wel de gloed van haar hele wezen hoor- doe ik haar haar hele hebben en houden er nog bij. heb een fijne zondag!
 


waarom zo weinig opgeslagen
geen zonnestraal of stukje blauw
alleen maar mist en schemering

ze schuilen samen voor een regenbui
hij wrijft haar warm wanneer ze huivert
en brengt haar aan zijn arm weer terug

ze lust wel thee met melk en suiker
de thermostaat zet hij wat hoger
voordat hij haar voor gaat lezen

na het eten wil ze graag meteen naar bed
hij stopt haar in en blijft totdat ze slaapt
en bij zijn vertrek laat hij alle lichten aan

anke labrie


–>
ja van de eenvoud is het gedicht wel maar je moet wel voor deze eenvoud in de stemming zijn – en ik ben het vannacht niet. er gebeurt hier niets. als de corona nog tien jaar huishoudt dan geldt dit gedicht ons allemaal.
 
het regent, we drinken thee, we eten wat, zij gaat naar bed en hij de regen weer in.
dat is het wel zo’n beetje.’ ik zie de poes van Roop instemmend knikken. het gedicht kent een hoog herman finkers gehalte hoor ik haar miauwen: „Een stoplicht springt op rood, een ander weer op groen. In Almelo is altijd wat te doen.”

Share This:

Yvonne Koenderman op de vrijdag én de gehaakte muts, voor een dochter die nog nooit iets op haar hoofd gezet heeft…


Een eindje meelopen van Ivan Wolfers was een verplicht boek op mijn boekenlijst toen ik de verpleging in ging. Ik hoorde bij een van de laatste lichtingen die niet naar de hoge school gingen, maar gewoon een aantal weken theorie les kregen in het zusterhuis in Schiedam, wat zich tussen het Gemeente en Nolet ziekenhuis bevond om daarna de praktijk in gegooid te worden en daarnaast te leren. Naast theorie ook de hilariteit van verband en draaitechnieken en de laatste dagen ook nog even afleggen, want ook al was de kans klein dat je daar direct tijdens je eerste weken mee geconfronteerd zou worden, je moest het toch weten.

Natuurlijk was ik in mijn eerste week de klos en bezweek op een druk moment de meneer uit kamer 215 waar iedereen me al voor gewaarschuwd had. “als hij je vraagt of je de suiker op wil ruimen die hij gemorst heeft roep dan Eric maar, dan gaat die wel bij hem kijken, want meneer heeft zich dan weer af liggen trekken” Misschien was het hem allemaal teveel geworden al die zusters om hem heen, maar na die avond werd er geen suiker meer gemorst en door de hectiek stond ik daar dus grotendeels alleen iets te doen wat volgens zeggen nog lang niet zou gebeuren. Vooral de eenzame tocht met meneer op bed naar het Mortuarium staat in mijn geheugen gegrift, dat laatste geluid van ontsnappende lucht en die arm die opzij viel  in een enigszins donkere gang met knipperend TL licht. Dichter bij de dood kon niet op 18 jarige leeftijd.
Hoe kom ik hier nu weer op?

Oh ja Ivan Wolfers zijn Eindje meelopen, een mooi klein boekje over stervensbegeleiding.
Ik moest er van de week aan denken toen ik zag dat mijn dochter bezig was om iets tastbaars te krijgen. Het drong langzaam tot me door terwijl ze vroeg;
”Mam jij kan toch haken?”
enigszins verbaasd reageer ik dat ik dat kan, maar dat het eeuwen geleden is.
“zou jij voor mij een muts kunnen haken, of een knuffel mag ook…kijk maar, als je wol nodig hebt dan hoor ik het wel”.
Een gehaakte muts, voor een dochter die nog nooit iets op haar hoofd gezet heeft onder het mom
“Ja, doei mam ik ga niet voor gek lopen” of een knuffel voor een meid van bijna 24?
Gek toch dat niemand in dit huis vraagt; “wanneer bundel je nou eens je gedichten, al is het maar voor ons?”, maar dat is een ander verhaal.

Het was duidelijk, mijn dochter zoekt iets voor wanneer ik er niet meer ben, en ik ben toch van plan om nog een heel eindje mee te lopen, zonder dat ze nu al mee hoeven te lopen naar mijn eind.
Ik ga dus maar wol kopen van de week om een verschrikkelijke schorpioen tussen een paar cactussen te haken. Prikkelbaar en sterk net zoals mijn schorpioentje. Misschien willen de anderen ook wel iets tastbaars. Een haakwerkje om de chemo te doden is zo gek nog niet.
Geen poëtische afsluiting dezer week, de chemo eist toch een beetje zijn tol en ook al kennen weinigen hier iets van me, de volgende keer wil ik graag iets nieuws te lezen geven.
Fijn weekend!

Yvonne Koenderman

Share This:

En…? hoe gaat het met U vandaag mevrouw van der Horst? deel 3 – ‘ik heb me nog niet voldoende in mijzelf verdiept.’

Vorige week schreef ik: ik ben erg blij dat dichter Vera van der Horst de donderdag als hoofdpersoon voor haar rekening wil nemen op pomgedichten punt nl.  – ‘VON SOLO laat een grote schoen na om te vullen’ – sprak ze onzeker. die heerlijke onzekerheid van Vera gaan we/mogen we de komende donderdagen genieten.dat alles in de 14 delige serie: En…? hoe gaat het met U vandaag mevrouw van der Horst?

Geen mening

Het valt me op dat ik de laatste jaren steeds minder de neiging heb mijn mening te ventileren. Als mensen mijn mening vragen over iets waarvan ik weet dat hun mening daarover al zo vast staat als zeker is dat zij ooit sterven, heb ik passende antwoorden als: “daar heb ik nog niet echt over nagedacht” of :”ik heb me er nog niet voldoende in verdiept.” Het aantrekkelijke van zo’n antwoord is dat je niet in discussie hoeft te gaan.
Bovendien hoop ik de personen er indirect en subtiel op te attenderen zich ook wat meer in het onderwerp van hun mening te verdiepen. Met dit laatste scoor ik weinig succes, want als men zich er al in verdiept dan haalt men de info uit de bubble waarin men zit.

Het lijkt wel of het hebben van een mening noodzakelijk is, om jezelf te profileren, om er bij te horen – bij de voor of de tegenpartij – of om de ander de gelegenheid te geven zijn mening te spuien. Ik heb vooral op social media niet de indruk dat, als men daar een mening dropt, het de bedoeling is om een genuanceerde discussie te beginnen. Het is meer: zo zit het en niet anders. Mocht je er toch anders over denken dan ben je of erg dom of zelfs de vijand. Ik heb zussen elkaar zien blokken omdat ze van mening verschilden over de corona crisis en het beleid. Blokken ze elkaar ook als ze op een andere politieke partij stemmen, of de één van huisdieren houdt en de ander niet.
Het fijne van het leven in een democratisch land is dat iedereen een eigen mening hardop mag uiten, zonder afgeknald te worden. Ben je van mening dat iedereen hetzelfde moet denken, dan zoek een totalitaire staat die bij je past – ja overdrijven is ook een vak.

(Sijpelt hier nu toch iets van een mening in door?)

Vera van der Horst

Share This:

Merik van der Torren – ‘Hij hangt zo’n beetje in de lucht, boven de regen en het duister, die mooie zomermiddag…

Hij hangt zo’n beetje in de lucht,
boven de regen en het duister,
die mooie zomermiddag

de amsterdamse dichter Merik van der Torren is in tijden van Corona te vinden in de tuinen. weer of geen weer – waar de poëzie heerst heerst de covid niet. nou ja alleen in de poëzie dan als de dichter dat voorschrijft.

Hoi Pom,
 In deze tijd lijkt bijvoorbeeld een tuinfeest iets uit een ver verleden. Daarover gaat deze bijdrage voor pomgedichten, groet, Merik

 

Tuinfeest

Hij hangt zo’n beetje in de lucht,
boven de regen en het duister,
die mooie zomermiddag
bij het 100-jarig -Tuinpark Buitenzorgfeest.
 
Het was een mooie zomermiddag.
Frans trok gewoon zijn hemd uit,
speelde gitaar en zong zijn lied.
Mirjam en ik deden onze poëzie en
ook Boris, de zoon van Frans.
 
De tuin was vol luisteraars,
wel dertig tuinders en vrienden.
Er was wijn genoeg voor iedereen.
Ook de vogels in de bomen hadden plezier en
vlinders dansten in je zwarte haar.
Het was een hele mooie zomermiddag.
 
 
Juli 2017 – oktober 2020
Merik van der Torren

Share This:

Peter Posthumus: ‘ alles verwatert met de tijd…’

De zon, de zee, de wind en het ijs dat
met de kou komt
weer wegsmelt
in het voorjaar

alles verwatert met de tijd
verdwijnt in zon en wind
zoals het vocht
dat wegdampt uit
wat zo vruchtbaar was
uit de spleten
in de uitgedroogde klei

bevroren illusies smelten
vloeien weg over de brokken
verdwijnen in het puin
in wat er over is
van al het leven
in de leegte die
de toekomst achterlaat

Peter Posthumus

Share This:

Anne van Walraven over leven

Dat maakt het leven zelf wel uit

Anne van Walraven

@annevanwalraven

Share This:

Karin Beumkes op de maandag over MOEDERTJE: ‘ik zag haar bidden voor de maan maar zij is onbesuisd en eenzaam dronken.’

ik zag haar bidden voor de maan maar
zij is onbesuisd en eenzaam dronken.

als onze beum de familie en in het bijzonder moeders de poëzie in trekt dan wordt het genieten. dat weten we. niemand in Nederland noch in de lage landen noch op de boven alles uitstekende eilanden weet te schrijven met de puurheid en de genadeloze existentiële intenties als Karin Beumkes. kijk je hebt vele poëziesites in dit kikkerland maar pomgedichten punt nl heeft Karin Beumkes op de maandag. op de foto rechts:

Joe Pom
Veel plezier met het maandag gedichtje. Je weet, het leveren van goede gedichten is een empathisch vak. Dromen moeten gevoed worden, het proces is altijd in beweging.
Als altijd mijn liefs.
Karin


Moedertje

Een plastic plant verdient een dorre kus.
Een laatbloeier vreest voor haar dromen.
Een houten nachtboom is een onderkomen
voor vogels, onzichtbaar geworden door de mist.

Moedertje zet vast haar haar drankje klaar
ik zag haar bidden voor de maan maar
zij is onbesuisd en eenzaam dronken.

Maar haar berispen kan nu dodelijk zijn,
begrijp en behoed haar voor gevaar.
Ze zal niet spoken in je huis
en poezenkinderen worden oud bij haar.

Karin Beumkes

Muziek: The rolling stones – She’s a rainbow https://youtu.be/6c1BThu95d8

Share This:

JAKO FENNEK – of het huis van deeg of kalksteen is de geest heeft er de ruimte, verstopt zich….

Hoi Pom,
Misschien te laat, maar wie weet?
Groet van Jako


blij met een bijdrage uit het zwitserse van JAKO. JAKO is nooit te laat – vandaag de site hier verrijkt met een gedicht en een tekening van zijn hand
 

uilen
 
of het huis van deeg of kalksteen is
de geest heeft er de ruimte, verstopt zich
in de dikte van de muren, schuilt
als de zon schijnt, huivert in de herfst
kruipt ‘s winters met de kat onder dekens
 
men hoort zijn huilen, zijn luidkeels gapen
dan trekken buren luiken dicht
wordt maanlicht achter wolken zichtbaar
 
hij slaat dan vensters en deuren open
gaat zitten in de tuin, een zweep in handen
waarmee hij uilen de vleugels wiekt
muizen om te grillen jaagt
 
bij tijd en wijlen blaast de wind hem weer
naar duistere plekken terug, vooral wanneer
hij aan muren en raamkozijnen knaagt
 
jako fennek

Share This:

dit weekend uw meest realistische – zeg maar rustig uw meest vreemde – gedicht in het zonlicht van deze site – (geen wedstrijd)

  • Rik van Boeckel met de realiteit in Leiden
  • Frans Terken met de realiteit van een wereldkampioene
  • Petra Maria met de realiteit van loslaten, zichtbaar loslaten
  • Anke Labrie bij de realiteit van een leven 1963-2017
  • Vera van der Horst met de realiteit van een minnaar




deze week geen zondagochtend wedstrijd op de pom. WEL de mogelijkheid om in dit weekend uw meest realistische – zeg maar rustig uw meest vreemde –  gedicht in het zonlicht van deze site te plaatsen. gisteren in het stedelijk museum van Schiedam een aantal met name jonge nederlandse realisten bewonderd – tot of tot en met  morgen daar nog te zien daarna sluiten ze het museum. in het realisme is in zekere zin altijd wel iets vreemds aan de hand. de gestolde verbeelding van een werkelijkheid die losgezongen lijkt uit de werkelijkheid. we lezen U zo graag –  een losgezongen werkelijk heden.

stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst.

de ideale man

is een man die kopjes geeft
bij wie je weg kunt dromen
alles kunt vergeten
die energie geeft
alleen al door er te zijn
aandachtig is
die zomaar ik houd van jou
in je oor fluistert

de ideale man is een man die
nadat hij lief heeft gehad
nog even tegen je aan schurkt
jou het eerste slokje water geeft
je vastbindt
met een genadeloze blik
zegt dat je kansloos bent
nou ja als je er van houdt natuurlijk

die bij zouteloze films
naast je blijft zitten
die precies op het juiste moment ja zegt
of nee
die een arm om je heen legt
bij wie je helemaal jezelf kunt zijn
die met passie zijn dingen doet

én je miele repareert
waar je stil van kunt genieten
bij wie je je veilig voelt
die pas als je slaapt
je kamer vol kotst

pomwolff

de ideale vrouw

legt ’s avonds al je kleren klaar
waarin je overdag kan pronken met
je goede smaak, gooit je zweetsokken met liefde in de wasmand, kookt je lievelingsmaal en als je thuiskomt ligt natuurlijk de afstandbediening voor je klaar.

Ze zit geduldig naast je op de bank en
bewondert je deskundig commentaar,
of luistert heel emphatisch naar wat je baas je nu weer heeft aangedaan.
In het weekend klapt ze enthousiast in haar  handen als je de miele hebt gemaakt.

Ze wrijft op alle plekken die je fijn vindt
en zegt: ik zet je bad vast aan en als je er uitstapt ligt zij in een pikanterietje voor je klaar. Je bent zo lekker zegt ze en schreeuwt van genot de hele buurt bij elkaar, 
pas als je slaapt, 
belt ze tot de ochtend beneden
met haar minnaar.

Vera van der Horst –

Vera schreef een reactie op “de ideale man” hierboven. een ideaal huwelijk lijkt me dit ideale echtpaar. hij ‘kotsend’ over de zojuist geboende vloeren, zij in erotische gesprekken gewikkeld met een ideale minnaar. hoe dan ook de firma MIELE wordt er beter van. Vera introduceert en passant nog een nieuw merk rietjes waarmee het goed zuigen lijkt.

Pom, dit is de Leidse realiteit vandaag. Geen drie oktoberfeesten.
Groeten,
Rik


Drie oktober impasse

Er gaat geen optocht door de straat
het schilderij is stil vandaag
een mini-taptoe streelt de tijd
alles is anders zo af en toe

de realiteit hardnekkig coronaproof
hutspot geschilderd op ‘t donkere doek
herinnert Leidenaren aan vorige jaren
de kermis realistisch uitgesteld.

Rik van Boeckel 
3 oktober 2020

mooi gezegd Rik – het schilderij is stil vandaag – Leiden kent de stilte niet op de dagen die er in Leiden toe doen. vervreemdende stilte die zelfs de anders hemel en aarde bewegende pen van dichter van Boeckel tot stilstand weet te brengen.
Pom,
3 okt. in vertrouwde handen van Rik,
voor deze realiteit kort terug in de tijd.

Dichter bij de regenboog
(voor Anna vdB)

Zien we op rotsvaste afstand
cipressen geworteld op een heuvelrug
met op de voorgrond ontembaar
de laagvliegende fietster

zij in één beeld in haar eentje gegrepen
geen schim nadert in de achtergrond
nog is de regenboog niet bereikt
die haar wacht aan de streep

waar zij de armen in de hoogte
de adem die even gestokt
in de omhelzing van de verzorger
vallen tranen op fiets en asfalt

maar geen meute om haar toe te juichen
trots het goud om haar nek

© FT 03.10.2020 –

de eenzame fietser alleen op weg naar de uitgeklede meet – vreemde televisie beelden bij een anders zo uitbundig gevierd WK. ‘alleen is de weg zo lang die je binnen uit holt’ schreef ik ooit. frans laat deze regel ook van toepassing zijn op het stille WK damesrennen.

“Pom, er is inderdaad iets vreemds aan de hand, onwerkelijk vreemd, maar we verbinden ons toch wel”

het is weer zo’n dag

niets is rond
alles prikkelt
het omgeven zijn

auto’s razen
rond de zebra’s
de grond trilt bewust
op het plein

waar straks de
lelijke huizen zijn
was het dan maar
weer beton

eens kijken of je wel
je pijlen loopt
een winkelmandje
mevrouw ik wil u vragen

toen zag ik jou
je wist je zichtbaar los te
laten
in mijn ogenblik

wat verkopen ze eigenlijk
onzichtbare angst
met bonuskaart

je stopt jezelf steeds weer
de hand die reikt, geeft

en de helling wordt vlakker
als het lopen verzacht

er is geen weg meer terug
in ons nieuwe normaal

geen lege bladzijde
in dit verhaal

volg de pijlen maar
want het is weer zo’n dag

petra maria

je loopt je pijlen – dat is coronataal! goed getroffen. wie had een half jaar geleden kunnen vermoeden dat je je pijlen moest lopen in een supermarkt – dag na dag – met een met angst gevuld winkelwagentje langs de rekken.
Dit gedichtje schreef ik enige tijd na het plotselinge overlijden van Antoinette Sisto.
Weliswaar surrealistisch, maar misschien past het wel bij het thema. Zie maar.
Een mooi weekend verder en nog wat zon gewenst.


Hartelijke groet,
Anke



poging tot portret
 
het aftasten
monumentaal en tegelijkertijd verfijnd
een aarzelende opzet
 
de eerste ijle streken
weer weggeveegd
opnieuw
weer weggeveegd
 
ze doen het beeld geen recht
 
nu krachtig opgezet
niet langer zachte kleuren
 
de ogen
het gaat om de ogen
jouw ogen
die keken en zagen
 
ik schilder het licht weer terug
dacht ik in mijn overmoed
het doek werd doorzichtig
 
ik zag je
 
jij wist al lang van het licht
kende zelfs de woorden
 
 
Anke Labrie
(voor Antoinette Sisto, 1963-2017)

   in herinnering de dichter
in 2017 overleden, plotseling weggerukt uit een poëtisch landschap. hoe het licht terug nog een keer terug in haar ogen? – hoe het verlaten landschap vorm te geven? – de opdrachten aan de schilder.

Share This: