Jacob de Bruin wint de enige echte virtuele – het gedicht dat je altijd al had willen schrijven – trofee op pomgedichten. Ton Huizer zilver en Cartouche brons


->
dank aan alle dichters die hun werken instuurden. waardevolle werken en er waren werken bij die niet eerder geschreven werden of konden worden geschreven. dank dank  dank. bij mij kwamen een paar dichters direct en genadeloos binnen – Jacob de Bruin, Ton Huizer, Petra Maria van den E en Cartouche. Deze week verdienen de dichters die uiterst maar dan ook uiterst subtiel het evenwicht wisten te bewaren op een uiterst dun poëtisch koord het ere metaal – een koord dat gespannen werd tussen de geliefde en de ik persoon  door jacob de bruin of in een breder kader – het koord dat gespannen werd tussen atman en brahman door Ton Huizer.  goud voor Jacob de Bruin, van harte gefeliciteerd – wat een pracht! en zilver voor Ton Huizer, bijna dezelfde pracht met dezelfde subtiele keuze van de woorden zijn gedicht. brons voor de rederijker Cartouche met zijn in liefde bloeyende geliefde in zijn liefdesgedicht. Van harte dichters.
Hallo Pom,
wat ik graag had geschreven is de tekst van
‘Alifib’ (Robert Wyatt), maar dat kan ik niet en gelukkig hoeft dat niet, want die schreef iemand anders al in de vorige eeuw.
Hierbij toch een klein beetje tekst.



[ backspace ]

liefst schreef ik jou
niet mezelf

zwarte hond niet
kop laag nee
niks bloedogen
gele tanden

liever schreef ik jou
waar ik mezelf schrijf

dan schreef ik ‘liefste’
wiste ik dat weer
en zelfs dat
zelfs dat


Groet, Jacob.
–>
over de blauwdruk van dichter jacob de bruin las u al onder het gedicht van magda de haan. nou ja daar leest u van mijn vermoeden. de door jacob gepresenteerde robert wyatt was mij onbekend. de naar ik aanneem door jacob gecomponeerde tekst – is zonder meer prachtig. en dat komt door dat ene woord, door de plaats in de tekst van dat ene woord, door het aanraken van dat woord en het uitgummen van dat woord weer – dat het hoe intiem ook gebruikt wordt hier door jacob – toch van ons allemaal is – ‘liefste’ krijgt de plaats die het verdient – dat je het aan kunt raken om het te laten verdwijnen. om het woord mee te kunnen nemen. levenslang.
 
  • Magda Haan – speurend naar iets van jou in mij
  • Rik van Boeckel – met wat altijd geschreven wil worden
  • Frans Terken – klaar voor het ongewisse
  • Petra Maria – het was zo indringend
  • Jacob de Bruin – en zelfs dat
  • Elbert Gonggrijp – de zee zilverwit in het glinsteren
  • Erika De Stercke – nu onze handen elkaar vinden
  • Ton Huizer – is er alleen maar licht dacht ik
  • Vera van der Horst – ik geef toch om je
  • Cartouche – ja jij, jij alleen
  • Anke Labrie – het doet er niet meer toe
  • Ien Verrips – een donker bijten op de tijd
  • Jako fennek – tot lang na ons verdriet
  • Conny Lahnstein – en jou mijn lief blijf ik nabij


Wie wint de enige echte virtuele – het gedicht dat je altijd al had willen schrijven – trofee op pomgedichten? een vrijer thema is niet denkbaar. maar het moet er toch wel een keer van komen, lieve dichters. die onontkoombaarheid kan niet langer geparkeerd. moedig voorwaarts zegt de grote schrijver maar niet eerder voordat we het gedicht dat U altijd al – nou ja als elke week gaan we genieten hier. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.


het gedicht
dat ik altijd al had willen schrijven
de ontmoeting
die wellicht jaren eerder al had gemoeten
 
dat er gezongen werd
zoals ik had willen zingen
 
nu ik kijken kan zoals niet eerder
en van de eenvoud adem
vol van liefde
dat vanzelfsprekende geluk


pom wolff
Dag Pom
Niets is belangrijker dan je blauwdruk. Hier gaat dit gedicht over -Fijn weekend! :



Blauwdruk

Met liters slootwater
zoek ik door jouw verleden
speurend naar iets
van jou in mij

de tijd van
voor de oorlog
en schuivende ringen
de blauwdruk
van een gewild plan

leven in witte lijnen
een zegen geven
aan antwoorden
aan dromen
aan het wispelturige gras
en bewegen als een bloem.

Magda Haan

–>
toch nog even opgezocht – het zo nadrukkelijk gepresenteerde woord blauwdruk. geldt het iedereen, geldt het magda, mij ook wellicht. ik zelf neig toch meer om mijzelf net iets belangrijker te vinden dan mijn tot heden nog niet gevonden blauwdruk. ik heb in de boekenkast gekeken nergens een blauwdruk te vinden van pommetje. of misschien toch deze aanwijzing:
 
wildernis

waar gehakt wordt
blijft slechts spaanhout staan
daar gelden oerwoudwetten wildernis
en klaagt men stenen uit de grond

hier bouwen we een nieuwe stad van krijt
voor verjaagden uit de wanhoop
op de resten bouwen we
blauwe bomen en ook witte

als volledigheid al iets is
is volledigheid misschien het bier
dat we samen dronken
onder deze blauwe boom

waar ik de lijnen zag
waarbinnen ik je dacht te weten
wonderkind steeds witter
er hoeven geen mensen bij

uit: pom wolff, je bent erg mens
uitgeverij holland, haarlem 2005

 
 
magda kent haar bloedeigen blauwdruk in poëzie – laten we haar het voordeel van de twijfel gunnen. het is tenslotte hier de wereld van de poëzie. bijna weet ik zeker dat de dichter jacob de bruin – ook wel jacob blauwdruk – op het puntje van zijn stoel zit. als er iemand van blauwdrukken houdt dan is het die de bruin wel. er hoeven tenslotte geen mensen bij.


Magda is zoekende en aan de drank: slootwater. grapje – ik begrijp het slootwater in de eerste regel niet. maar dat ligt aan mij. ze zoekt en vindt zoveel is zeker – ik vermoed dat een dna drager wordt onderzocht. ligt er een ontwerp van de magda zoals wij deze vandaag kennen? dat is de vraag. dromen, wispelturig gras en een bloem de antwoorden. zo bezien een relativerende en in wezen ook grappige beschrijving van de dichteres. beter gezegd haar gevonden blauwdruk.




Goedemorgen Pom, hier mijn bijdrage aan de enige virtuele.
Groeten,
Rik 


Reflectie in poëzie

De wereld in de tegenaanval
verliest het van de poëzie
dat geen virus is maar een vaccin
van woorden met betekenis geïnjecteerd reflecterend op de geschiedenis
niemand wil die zo schrijven

in de krochten van alleenstilte
wordt een gedicht uit aderen
van eenzaamheid verbonden
met wat altijd geschreven wil worden
met voorschriften van een universum
dat taal als de natuur van de mens ziet

via hart en gedachte reist het gedicht
naar het wit gekleed omhulsel
van schrift en geleerdheid
het grootoog neemt het aan
voorziet de gedachte van zin
de stilte van gevoel en betekenis.


Rik van Boeckel
24 april 2020

–>
hmm rik van boeckel weet in elk gedicht wel iets kosmisch van boeckels te construeren. poëzie als vaccin lezen we nog in de eerste strofen met beide voeten op de harde en meedogenloze grond. of daar doet de tijd in de vorm van de geschiedenis al haar intrede, zijn al snel de voorschriften uit het universum van toepassing verklaard. tussen alle grootheden heen weet grootoog gedichtstilte – geboren uit de oerknal die stille eenzaamheid heet – van gevoel en betekenis te voorzien. rik neemt ons altijd mee van klein naar onmetelijk groot en brengt ons altijd  verrijkt weer terug tot de zin van ons bestaan. wonderlijk eigenlijk.
 
Dichter bij een onderdak

Iemand deelt links en rechts klappen uit
roept kappen nou met dit dorre leven
ik verzamel het hout dat omvalt
laat het dubbellaags grijs kwasten

door een behulpzame buurvrouw
die me met haar ogen bij de les houdt
zegt ze dat het stevig en meer dan
genoeg is voor een schuilplaats

ze schildert een raam een deur om
toevlucht achter te vinden en maakt
een knus huisje met ruimte op de muren
voor wat ik dag en nacht wil schrijven

ik steek een vlag op het dak en
binnen breken we stil het hoofd over
hoeveel adem nog en wanneer klaar
voor het ongewisse dat ons wacht

© FT 24.04.2020

–>
frans terken richt alvast een poëtische schuilplaats in tegen de gewetenlozen die mensen slechts in termen van dor hout of in termen van een economische eenheid beschrijven. maar moet je ze zien kronkelen als ze zelf een beademing met een buisje in hun aangetaste kelen zouden behoeven. de grootspraak van de gewetenlozen berust op angst, egocentrisme totdat de buisjes hun eigen keeltjes in mogen. dan is de grootspraak voorbij in de keldertjes van de zwagermannetjes. voor alles  bang geweest  schreef een naamgenoot. frans terken schuilt  ‘Voor gepatenteerde gekken’ zoals in het gedicht beschreven en  door wende bezongen. de buurvrouw – de kunsten – zij bieden vooralsnog  uitkomst en geborgenheid.
 
Wat ik altijd al had….wil… schrijven.
Songteksten die mij beïnvloed hebben als dichter.
Meteen de nummer 1: The Sound of Silence, Simon and Garfunkel
https://youtu.be/NAEppFUWLfc
THE SOUND OF SILENCE


zet alles maar stil
doof de lichten

in het bleke maanlicht
wil ik je zien

wees maar stil
het was zo indringend
vol

morgen
als de ochtend
met adem op de ruit

teken ik je
een hart
uit mijn ziel

petra maria

–>
Petra roep het heiligste van het heiligste aan – de stilte – paul simon (die andere deed alleen maar een tweede stemmetje):
 
‘And in the naked light I saw
Ten thousand people, maybe more
People talking without speaking
People hearing without listening’

 
 
of ze gehoord en gezien wordt blijft wel de vraag. het gedicht dat je altijd had willen schrijven is nu geschreven – maar was het gedicht wel geschreven als ze eerder al  gehoord of gezien was. ooit was ze er zo enorm vol van dat de situatie slechts in termen van stilte kan worden beschreven. morgen blaast ze hem uit met hartjes. het gedicht is heel klein en teder gehouden – naar mijn hart! – moet ik zeggen – en ik zou willen dat iemand mij een gedicht zo op deze verstilde wijze zou toeblazen – maar helaas – ik ben slechts de lezer van een gedicht dat op tenen is geschreven en op tenen in mijn kamertje hier in buitenveldert binnen is getreden. uit respect loop ik vanochtend ook op kousenvoeten.
Tsja, Pom, het blijft een uitproberen om tot het juiste gedicht te komen. Laat ik er dan maar aan wensen te raken….
Hartelijke groeten,
Elbert



Ars Poetica
 
Dichten is het herhaaldelijk uitproberen
van nieuwe zinnen. Een nest te bouwen,
het schikken van onze veren.

Omdat het niet anders kan, omdat het
steeds moet. Dichten lijkt op ademen,
het tot stand brengen van ideeën.

Onlangs heeft het landschap zich weer
aan onze ogen toevertrouwd, wil de zee
zilverwit in het glinsteren.

Hoe zeg je dit, mijn liefste: hoezeer ik
je ook aanvoel het went nooit, het aarzelt
je, wil je alle seizoenen lang.

Die ene zwaluw, maar zo voorbij
nog voor ik hem kon benaderen –
 
Elbert Gonggrijp,
Egmond aan den Hoef,
zaterdag 25 april 2020

–>
ja dat de zee zilverwit zal glinsteren – mooi beeld –  alsof de zee knispert in de handen van de dichter gonggrijp – in wezen komt elbert op dezelfde waarheid uit als die hierboven door jacob ook gegeven is – dat de liefste smelt als sneeuw voor de zon maar dan in alle jaargetijden en dat dat ook zo moet omdat het een fenomeen is voor een dichter te groot om zomaar mee nemen. dat dichten ademen is om de liefste te bereiken – zie hier dan toch de waarheid zoals deze nog nooit door de dichter in deze directheid werd beschreven. en de zee zal zilverwit glinsteren –  elke ademhaling brengt de dichter dichterbij zijn/haar liefste.

Schaduw

Laten we klinken 
op het gekwaak 
aan de vijver 
in deze heldere nacht
nu onze handen 
elkaar vinden.

Een reiger 
gluurt groen. 
Onze lippen dagen hem 
uit tot ver voorbij de kruin 
van paraplubomen.

Wij, sterren 
zonder afstand 
gloeien 
aan de rand 
van het water. 

Erika De Stercke 

een heldere nacht, een reiger, lippen en de geliefden zij gloeien als de sterren aan de hemel. een hemels script voor een film. mooie beelden. maar de film moet nog beginnen zeg maar. de karakters uitgewerkt. schreeuwde ik hierboven er hoeven geen mensen bij. dit gedicht roept om mensen en om wie wat en waarom. zij gloeien als kooltjes in een nog aan te steken open haardnacht.

Licht

Misschien
is er alleen maar licht
dacht ik

en las het voorjaar in
de bomen
alleen maar licht

niet te vangen in het
denken
of zoiets banaals

als een gedicht

Ton Huizer

ton huizer altijd uitkijken. het goud ligt op de loer. voor je het weet sleept ie het goud voor ieders neus weg richting 010. en ja hoor – niet dat het goud nu al vergeven is – maar zo subtiel als deze dichter de dingen kan belichten is van grote klasse. het gedicht krijgt de plaats die het uiteindelijk toekomt in het AL. poëzie als atman getekend tegenover én in een allesomvattend oplichtend brahman gevoel.
Bekentenis

Het lukt me niet, het eerlijk zijn
als je vraagt: vind je het mooi
met die koenekinderogen
ook al ben je honderd jaar

Als ik nee zeg, voel je je bedrogen
want ik geef toch om je, waarom
doe ik je dan pijn. Je mijdt me
voortaan, bent niet meer open
en ik ben een chagerijn.

Dus liefste, wie je dan ook bent,
omdat je blijkbaar jezelf nog niet kent,
bespaar ik een hoop gedoe voor mij en jou, 

lieg ik, wel met neergeslagen ogen,
maar toch recht in je gezicht
al schrijf je het allerslechtste gedicht,

behalve als ik echt van je hou

Vera van der Horst

–>
eindelijk de bekentenis waarop we jaren hebben gewacht. een veelbelovende titel- eindhoven boven zeg ik – maar ik moet het gedicht nog lezen. ojee de eerlijkheid meteen al in de eerste strofe om zeep geholpen. en ja ze moet wel liegen van zichzelf lezen we  – met neergeslagen ogen – (kan ze toch niet – kijkt u maar eens goed  naar de foto – dat ze dan die ogen neerslaat – nee vera is vera en ze is een belangrijk dichter en een gouden mens maar een actrice is zij niet – een vrouw met neergeslagen ogen neerzetten –  zonder in een onbedaarlijk lachen uit te barsten is haar nog nooit gelukt. ik moet het precies zeggen: een vrouw met neergeslagen ogen neerzetten zonder meteen met pretoogjes op te kijken is haar nog nooit gelukt. het gedicht vraagt u mij? die betoverende en allesomvattende en intrigerende laatste regel verdient beter. ze houdt dus niet van hem. dat weten we nu.
 

Wonderlijk-
 
Wat ik altijd al gewild had
op mijn rug languit in het gras
wolken wegkijken achter de zon
het blauw van boven naar beneden
halen, laten stralen over blote huid
ogen laten dwalen naar een navel
als middelpunt van het universum
 
aan het touwtje trekken
overeind komen, me vastklampen
en klimmen, opstijgen naar de einder
om als post-it ready made eigenhandig
aan een ballon rond te dwarrelen en dat
– met de wind als postiljon – jij mij opvangt
me bij de hand neemt en openvouwt als
 
een windroos waarop je varen kunt
ja jij, jij alleen – ik draag je als een
steek in mijn zijde, een wonde
die open bloeien blijft
 
zo zou ik voor altijd

onder handen zijn
 
25-04-2020
Cartouche

–>
nou hij ‘heb’ zijn best gedaan. onze cartouche! een liefdesgedicht. aanvankelijk licht als een ballonnetje van toon hermans. poëtisch als de dichters in de windroos serie van henk van zuiden. bijna een koplandopening van een gedicht. die plek in het gras waarvan hij had gewild dat hij het was – de open plek in het gras en dan zwaarder – die open plek als een open wond in zijn zijde – cartouche de jezus christus aan het kruis maar zelfs daar zal zij in hem bloeien. in zijn open wond die dan nu is beschreven zoals de poëzie en het thema vandaag dit aan de dichter vragen. zoals de geliefde is getekend in 4 woorden: ‘ja jij, jij alleen’- en met deze 4 woorden maakt de dichter Cartouche de geliefde de geliefde van alle lezers. wonderlijk toch hoe meer particulier hoe meer van ons allemaal.
 

Ha Pom,
Hopelijk alles goed.
Ik kan momenteel geloof ik niets opbeurends bijdragen.
Het zij zo. Mocht het te somber worden: gewoon niet plaatsen.
Mooi weekend verder,
 Hrtgr. Anke



de minnaar
 
 meteen al een lafhartig spel
te snel de regels losgelaten
waartussen zij te spelen dachten
 
wie er begonnen is
wie er gewonnen heeft
het doet er niet meer toe
 
het spel was al verloren bij de start
 
armzalig dwarrelen woorden neer
geen plaats voor poëzie
een rouwbetuiging voor zijn vrouw
nog altijd haar vriendin
 

anke labrie
(25-04-2020)

toestanden mogen we opmerken. tussen al het lief het leed hier gedeeld door Anke van een relatie die vanaf de eerste minuut al niet onder een gelukkig gesternte plaats mocht vinden. geen plaats voor poëzie merkt dichteres terecht op – maar in een gedicht krijgt die opmerking wel iets poëtisch – hahaha – zo werkt de poëzie nu eenmaal alle onrecht de deur uit totdat er een gedicht van overblijft. een gedicht als een rouwkaart voor een verloren gegane liefde – maar bij dit soort liefde hoeft niet gerouwd – is het eerder de opluchting van voorbij die de dag weer kleur en licht kan geven.
Daar dan!
Deze pomqueeste  doet me denken aan wat Paul Simon zei in een interview, dat hij wenste dat hij Stille Nacht had geschreven.
groeten Ien



wachtend in de schaduw
een donker bijten op de tijd
ontdaan van hunkering
is wachten niets dan
blijvend zielloos zijn
totdat de keten breekt
de eerste woorden los
een regel nog één
een gedicht


Ien Verrips

–>
we dalen een beetje af in de krochten van de poëzie heb ik het idee hier. Ien. niet alleen van de poëzie maar ook van het mensdom en de donkere aarde om de mensheid heen. mooie regel – dat bijten op de tijd. om je mond bij af te likken – je tanden op stuk te bijten. de boodschap lezen we is dat een leven zonder hunkering in ieder geval een zielloos zijn inhoudt. resteren uiteindelijk de woorden, de regels, het gedicht. Ien weet altijd heel veel geschreven te krijgen in weinig woorden. merkwaardigerwijs houdt ze daarbij de aandacht van de lezer vast. zoals het een goed dichter betaamt.
Hoi Pom,
ben blij weer mee te kunnen doen vanuit dit alpenland. Heb een fijn weekend. Groet van Jako.


achteraf
 
de troost die ik niet gaf
een liefde, gestrand, ontzield
mijn onvermogen haar te koesteren
en steeds geen troost
die tot lang na ons verdriet
in de kiem gesmoord bleef
 
vergeef me mijn onhandig liefhebben
mijn struikelen en moeizaam opstaan
en laat me je bekennen
dat voor het sneuvelen van deze liefde
jou geen blaam treft
dat je  een mooi en edel mens bent
 
jako fennek

ook een bekentenis lijkt me – Jako – het gevaar dreigt op te gaan in het sentiment van het moment van schrijven. en dat gebeurt hier – ten koste van de poëzie – natuurlijk is het een mooi en edel mens als een edelweissbloemetje jako. maar dat begrepen we al. en ze zal het je wel of niet vergeven. maar daar draait het nu net om in de poëzie. vergeeft ze het jou nou wel of niet en waarom. dat willen we in wilde en genadeloze strepen op het doek zien gezet – in alle mogelijke liefde haat of verdoemenis streken. een dichter kent geen onvermogen of het is het onvermogen dat met alle kracht die de taal in zich heeft onontkoombaar is gekenschetst. en die kracht ontbreekt in dit gedicht.
 

Als ik later dood ben, en mag kiezen, 
dan het liefst die grote witte vleugels, 

waarmee ik – zoals in mijn dromen – kan
vliegen in onzichtbare luchtledigheid, 

verstrooi ik elke nacht schitterende 
sterren en jou mijn lief blijf ik nabij,

geniet ik van niets moeten, zal ik spinnen 
als ik slaap, liet ik alles op zijn beloop,

dan alleen dat hemd wat ik verruil voor 
een huispak en dan alles, vooral jou 

zal missen

god nondeju


Conny Lahnstein


bij leven en welzijn gelukkig geschreven, conny. de liefde reikt ver – de liefde overwint alles. conny getuigt van haar liefde tot dat tot dat – ja zelfs tot in de dood zelf zal ze de geliefde missen – een onmetelijke menselijke behoefte de dood in geschreven, aan de dood meegegeven – de levende weet dat die behoefte er niet meer zal kunnen zijn – de vloek op het leven blijft de dood. de poëzie hier het gedicht van Conny als medicijn tegen de dood.

Share This:

VON SOLO met een cryptische boodschap


Het is geen column te noemen
Hoogstens een cryptische boodschap
Maar meer kan ik u niet geven
Mijn geest is moe en in ben bezorgd
Het zal allemaal wel meevallen zeggen ze
Maar waarom dan die vermoeidheid

We kunnen nu alleen nergens meer heen
xV


Deel 377. Nieuw normaal
 
We dachten dat het wel mee zou vallen
 
1933
Dachten ze ook dat het wel mee zou vallen
 
T4
Konden we onze ogen sluiten
 
1984
Zo ver zou het toch nooit komen
 
Vrije markt
Zou alles oplossen
 
Nieuw normaal
Anderhalve zool
 
We dachten dat het wel mee zou vallen
 



VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

Merik van der Torren: ‘Simon says: Verdomde oorlog, bezielde vrede!’


Simon says

Badend in het zweet ontwaakte ik.
Mijn natte shirt trok ik uit en droogde me,
trok dat schone witte shirt aan met de opdruk:
 
Simon says: Verdomde oorlog, bezielde vrede  !
 
De boodschap van Vinkenoog op mijn borst
draag ik, als de lente komt, de pleinen over,
groet de meester, ergens in de hemel.
 
 
Merik van der Torren

 

Share This:

Peter Posthumus: ’toen de wereld groot het leven onbestemd en de leegte ongekend totaal was …’ – toch nog even extra aandacht voor dit pareltje

Hoi Pom, Even iets heel anders dan corona, corona.
Ik bedoel dit gedicht kan ook zonder mondkapje worden gelezen. Vooral als je dit gedicht hardop leest is dat handig:



òf dat we jongens waren
in de verloren ruimte
op onbewoonde plekken
de weilanden, het hertebosje
wadend door het riet
zonovergoten zwemmen
tussen de lelies
in het heldere water
van de rivier


hoe vrij dat voelde
dat avontuur te velde
de toekomst ver vooruit
toen na de oorlog alles
onvoorstelbaar braak lag


toen de wereld groot
het leven onbestemd
en de leegte ongekend
totaal was


Peter Posthumus

Share This:

anne van walraven met een gedichtje voor de dromers en de late beslissers

Een klein gedichtje voor de dromers en de late beslissers.
ik was al klaar met dromen voordat jij je ogen sloot

Anne van Walraven
Instagram: @annexwalraven

Een brief aan jou is een ode aan de liefde. Sterker nog, een ode aan liefdesverdriet. Iedereen kent het wel. Je bent verliefd. Je bent gekozen en dat voel je in elk deeltje van je lichaam. Maar wat nou als de liefde steeds een beetje uit je vingers lijkt te ontsnappen? Anne van Walraven probeert in woorden te grijpen hoe het voelt als de liefde en de lust plaatsmaken voor onzekerheid, verwarring en angst. In openhartige brieven schrijft zij over haar gedachtes en gevoelens die voor iedereen herkenbaar zullen zijn. In de romantische en melancholische gedichten zal je even kunnen verdwalen. Tastend in het donker, maar niet alleen, nooit alleen.

Genre: Gedichten
Omvang: A5
ISBN: 978-94-640-3033-4
Aantal pagina’s: 112
Prijs: € 17,99
incl. verwerk- en verzendkosten naar Nederland en België
https://www.boekscout.nl/shop2/boek.php?bid=10344&utm_source=Promotiemailing&utm_medium=email&utm_campaign=10344&utm_content=Bestelknop

Share This:

Karin Beumkes op de maandag met een dromerige terugblik: “ik trok je naar ons paradijs (…) geduldig leerde ik je baden”

Hoi Pom
Hier dan mijn maandag gedichtje.



Speelgoedpaardje

Sprookjesdier
speelgoedpaardje slaapt op rommelzolder
velletje oud
oogjes zo wijs
van vroeger ben je
weet je nog..
ik trok je aan je ivoorgekleurde oortje
ik trok je naar ons paradijs
dan zwierf ik met je langs de zee
geduldig leerde ik je baden
totdat je wit en schoon en nobel was
de koningin te rijk kamde ik je manen
en zon toverde bezieling in je oog van glas
je bent veranderd in een zebra
wat heeft de tijd met ons gedaan
die rusteloze wezel
haat kinderlijk duimendraaien aan het raam
het dromerig gekwezel
en ik heb ook niet goed op je gepast
laat me het stof afnemen van mijn dom verzuim
je krijgt je paardenkracht terug
in elke vezel
ik streel je levend
tot op het allerlaatste puntje van je kruin.


Muziek: Simon and Garfunkel – Bright eyes https://youtu.be/cGyQmH9NZcw



Als altijd mijn liefs
Karin

https://youtu.be/cGyQmH9NZcw

Share This:

DITMAR BAKKER brengt een ode aan de tiet: ‘Een ode (eind’lijk!) aan de Tiet, die meestal rozenroze ziet,…’





Een ode (eind’lijk!) aan de Tiet,
die meestal rozenroze ziet,
en pasgeboor’nen voedsel biedt
(al doet een mannentiet dit niet).
 
Zo’n Tiet verdient de hoogste lof,
daar God Zichzelve overtrof
van melkgang tot aan tepelhof
oh, vrouwen, vrouwen, wat een bof
 
dat u ermee gezegend bent;
wie noodt karakter of talent
met Tieten—vraag dat elke vent!
Oh, bij de Schepping zo verwend
 
eertijds Man om een gade riep
en Gode Groot (toen Adam sliep)
slechts uit een rib vlug het princiep
van kussentjes met Tieten schiep!
 
Dient Man te zwemmen, Tiet, Zij drijft,
Zij zwijgt als Haar bezitster kijft,
niet meer dan vet, zacht ingelijfd
dat dansen boven ’t wasbord blijft;
 
schreeuwt ’s maandags dan een vrouwenstem
maestoso Tietenrequiem,
zit zo’n majestueuze Mem
waarschijnlijk in de mangel klem.

Ditmar Bakker

Share This:

IEN VERRIPS wint de enige echte virtuele – we vallen allemaal wel een keer in katzwijm – trofee op pomgedichten – Jako Fennek zilver en Frans Terken brons

Ja ik denk het vandaag wel te weten. de bijzondere en zo subtiel gebrachte eenvoud van Ien Verrips stijgt deze week boven alles en iedereen uit. van harte gefeliciteerd met het gewonnen gouden gedicht. de aangepaste versie van jako fenneks gedicht – het prachtige verhaal van opkomst en ondergang van de grote overweldigende liefde – levert hem zilver op passend bij de grijze haren die hij dagelijks zo prachtig weet en door de decennia heen wist te cultiveren. frans terken brons met de aanklacht tegen de domheid van dat mens van zwagerman. ik dank alle dichters voor de inzendingen – een heerlijk begin weer van de week.

we hadden van alles wat en mooi dat het was meneer wolluf roept bettie hier op 8 hoog in de VU opgetogen. en dat dat mens van zwagerman de corona ken krijgen! zo is het bettie zei ik tegen bettie. jij hebt altijd gelijk. maar gelukkig hebben we IEN VERRIPS nog en haar gouden gedicht – krijg ik ook zo een IEN VERRIPS zoen van jou bettie?


toen we elkaar voor de 3e of misschien
de 4e keer ontmoetten -ik weet het echt niet meer-
was het logisch in de zin van
dat het niet gek was of
eigenlijk heel gewoon en
lag het in de lijn der verwachtingen want
zo doen we dat nu eenmaal en
al helemaal in onze scene dus
dat we elkaar zouden begroeten met een kus nou
dat heb ik geweten

Ien Verrips

–>
ja het is toch de eenvoud die hier raakt en binnenkomt. het is ook geraffineerd. het woordgebruik, de spanning die de lezer naar die laatste regel leidt, naar die eenvoudige constatering die een leven lang mee gaat. een leven lang neergelegd in die ene kus.
 
  • Elbert Gonggrijp – Dat jij nooit meer over zou gaan
  • Frans Terken – over ‘het blond gansje zwagerman dat je vol op de mond spuugt…’
  • Petra Maria – wat verlangen was is nu ochtendlicht
  • Erika De Stercke – zijn vintage vaas op het bijzettafeltje
  • Cartouche – Nooit was ik zo smoor als toen in Smeerenburg
  • Rik van Boeckel – Catharina o bailerina met jouw Deense huid
  • Ien Verrips -toen we elkaar voor de 3e of misschien de 4e keer
  • Anke Labrie – soms vallen ze te hard die jongens
  • Magda Haan – de wereld lag open
  • Jako Fennek – de vrouw die je zal gijzelen tot het einde van je dagen
  • wedstrijd gesloten


wie wint de enige echte virtuele – we vallen allemaal wel een keer in katzwijm – trofee op pomgedichten?
 
een eerbetoon – een liefdesverklaring aan een onbereikbare liefde – voor wie of wat valt de dichter in katzwijm – valt de dichter  bijna om – een soort van liefde – een soort van liefde op het eerste gezicht – zo over de top dat de dichter ervan wel schrijven moet – o wat lezen we U graag deze week. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
 

 
ghislaine o ghislaine
 
o ghislaine plak
ik ben geen gek
geen boer of maniak
geen etterbak

ik zoek geen vrouw
maar hoor ik jou
jouw stem die naam
ghislaine plak
dan springen hier spontaan
de rozenknoppen open

you know die ronde
wat best heel raar is
omdat er nooit rozen
in mijn kamer staan
noch in mijn kamer stonden
 
pom wolff

NEIGING
 

Zo middenin mijn zin begon ik jou vol lof voordat ik je
daadwerkelijk kende. Je was zo iedereen. Eerder had ik je
niet in de gaten dat jij mogelijk in al mijn straten had
gelopen –  nog onbewust en onbevangen.

Ik huilde mij dikwijls in slaap bij liefdesliedjes en had
jou vreselijk te ontberen. Je ontbrak mij, jij was een groot
crescendo van het dagelijks jou te moeten missen.
Totdat ik je zeker wist, van jou bestaan.

Dat jij nooit meer over zou gaan – lief en leed in
een nieuwe gedaante. Jij zou zo vanzelfsprekend
zijn dat ik er bijkans van zwijmelde – een heel
leven lang met ons beiden –
 
Elbert Gonggrijp,
Egmond aan den Hoef,
vrijdag 17 april 2020

–>
hier lezen we wat het jongetje elbert allemaal bij elkaar dacht in zijn bedje net voor het slapen gaan. nooit meer zou ze over gaan. én wat hij aan liefdesliedjes bij elkaar zong – dat ze maar in zijn leven zou verschijnen. zo lees ik het gedicht – mogelijk is een andere lezing mogelijk. op de een of andere manier is in dit gedicht de woordkeus niet de mijne: ‘bijkans’, ‘ontberen’ gevolgd door ontbreken, ‘onbevangen’. het is net niet helemaal over de top – en toch over de top maar dan van wolligheid en onnodige herhaling – het gedicht kan zeker zonder. het gedicht wil zichzelf zijn maar verdrinkt in de eigen woorden. zo kan het ook:
 
 
Dat jij nooit meer over zou gaan –
 
Zo middenin mijn zin begon ik jou vol lof
voordat ik je daadwerkelijk kende.
Eerder had ik je niet in de gaten
dat jij mogelijk in al mijn straten had gelopen – 
 
Een groot crescendo
van het dagelijks jou te moeten missen.
Dat was jij.

Ha Pom,
Dat ik soms in katzwijm val, maar dan toch anders dan je denkt, had ik gisteren en vandaag. Het verklaart ook (de titel van) mijn bijdrage.
Kon ik even niet omheen 😊
Levendige groet, mooi weekend toch!
Frans



Dichter bij het hout

Dat onverwacht de waakvlam
oplaait en groter nee hoger groeit
niet eerder zo hevig het vuur gezien

op geijkte afstand gloeit en krult het
als grijpt het je bij kuiten en polsen
het likt je warm aan de borst

dat je dan voor dor hout gehouden
goed genoeg voor de kap of
erger zelfs vuur in een korf

blijkt het blond gansje zwagerman
dat je vol op de mond spuugt
ze tracht je te verleiden met valse tong

jij nog bereid haar gore bloed te drinken
wordt gered door een dreun van de gong

© FT 17.10.2020

–>
haha een jolies heijtje roepen ze hier in de redactiekamer. het is ikke ikke ikke en de rest ken stikke. en ikke heet hier marianne zwagerman. bijna te veel eer voor zoveel domheid. ‘dor hout’ ze heb het over der eigen moeder krijst bettie hier op 8 hoog in de VU. en ze lijkt zo op der moeder meneer wolluf voegt bettie aan haar woorden toe. maar nou moet ik weer naar de IC meneer wolluf. daar krijgen ze geen adem meer maar als ze het halen dan zullen ze die zwagerman niet vergeten. meneer terken heeft mooi geschreven hoor, hij is terecht  boos geworden en meneer terken wordt echt niet vaak en zeker niet zomaar boos. als meneer terreken vanavond de open haard aansteekt meneer wolluf dan weten we wie wordt opgestookt.
MET JOU

het leven is niet
bang meer
de adem wasemt
geruststelling

alle poriën
van ons
omringend groen
druppelen jouw licht

wat verlangen was
is nu ochtendlicht
dat zich verbaast
in tere schoonheid

waar jij stilstaat
wonen vlinders
buigt het sterke riet
spiegelend in regendrup

wat belofte was
is nu ontwaken
met jou
heb ik alleen vandaag

Petra Maria

–>
ik heb het gedicht liever kleiner en zonder uitleg – de twee vaststellingen in de strofen 3 en 5 zijn sterk genoeg om de gedachten kracht bij te zetten. lees hier de geladen inhoud zonder meer – zonder vlinders of regendruppen ze hoeven echt niet:
 
wat verlangen was
is nu ochtendlicht
dat zich verbaast
in tere schoonheid

wat belofte was
is nu ontwaken
met jou
heb ik alleen vandaag






Vleugels

Nu de avond mijn ogen sluit
lig ik wakker. 

Hoe schouders zich aan jaren 
van stilstand vasthaakten. 

Ik knutsel de dagen aan elkaar
veeg het speelse naar binnen

in dit huis waar zijn vintage vaas
op het bijzettafeltje staat. 

Als begin van een vrolijkheid 
na de eerste afspraak. 


Erika De Stercke  

->
tsja het is weer anders dan anders in huize De Stercke, waar ze vorige week het goud wist binnen te slepen, strompelen de woorden nu bijna het huis uit. er is iets speels, zo speels dat dichteres de boel nog net naar binnen veegt. ze knutselt wat, ze ligt wakker, ze sluit haar ogen. er is geen touw aan vast te knopen. ‘vleugels’ luidt de titel en inderdaad de woorden vliegen alle kanten uit.
 

Sneeuwvrouw
 
Nooit was ik zo smoor
als toen in Smeerenburg die winterdag
zo stervenskoud dat ik bijkans omkwam van
huidhonger jou zag staan in je blanke pels
jagersjas en rendierlaarzen daar aan de wal
 
jij voorstelde op walvisjacht te gaan
hoe we ons samen op weg begaven en ik
met traanogen jou de harpoen ter hand zag
nemen, een slinger geven en in weke delen
drijven midden in een hart van vlees
 
terwijl ik zoekend was naar dat ene
 
woord voor sneeuw dat elke eskimoman
altijd paraat heeft als hij zijn iglo verlaat
naar wat hem voeden, hem warmen kan
om bij thuiskomst zijn neus te wrijven
aan de zijde van die van zijn metgezel
 
als ritueel en teken
van liefde – hoe ik slechts stamelen kon
me een rilling beving die me nooit verliet
 
18-04-2020
Cartouche

–>
ook hier net als bij elbert gonggrijp dat oerlelijke  woord “bijkans” van stal gehaald. BAH. en ik wilde eigenlijk openen met de juichende woorden – we hebben de oude en vertrouwde Cartouche weer in ons midden. godzijdank dichter heeft er een paar weken over gedaan om terug te komen op zijn oude nivo – en zie hier we kunnen genieten…geniet van die meer dan briljante opening van zijn gedicht:
 
Nooit was ik zo smoor
als toen in Smeerenburg die winterdag
zo stervenskoud….

 
om dan bij  die drie regels te komen die het hele gedicht – en ook het eremetaal – naar de filistijnen helpen:
 
ik bijkans omkwam van
huidhonger jou zag staan in je blanke pels
jagersjas en rendierlaarzen daar aan de wal…

 
wat een lelijkheid – hoe krijgt ie het zijn pen uitdat vieze woord ‘huidhonger’ ook – zo een driesrioolvinkwoord, zo een wim daniëlsdansje, bah bah en nog eens bah. en wat jammer toch bij die prachtige slotregels hieronder die zonder meer goud hadden opgeleverd:
 
terwijl ik zoekend was naar dat ene
 
woord voor sneeuw dat elke eskimoman
altijd paraat heeft als hij zijn iglo verlaat
naar wat hem voeden, hem warmen kan
om bij thuiskomst zijn neus te wrijven
aan de zijde van die van zijn metgezel
 
als ritueel en teken
van liefde – hoe ik slechts stamelen kon
me een rilling beving die me nooit verliet
 

Catharina bailerina

Zuinig schuimt de zee
zo dans jij er uit
Catharina o bailerina
met jouw Deense huid

zo valt op het strand
het land van Sjaelland
ver van de rozenknop
in wateren van liefde

geborgen in het kleed
dat katzwijm heet
dansen onze tenen
langs het brandingzand

in Christiania wordt het feest
vanuit de Egeïsche tempel
op de drempel bekroond
met liefdesliplezende kusjes.

Rik van Boeckel
18 april 2020

–>
de deense vrijstaat christiana bezongen in alle toonhoogten het is rik van boeckel wel toevertrouwd. hij zal er ooit vertoefd hebben lees ik zomaar in dit gedicht dat in euforische en woeste herinneringen nog steeds de zee – hier een woordenzee – doet schuimen en laat opspatten.
 

Ha Pom,
Van het woord ‘katzwijm‘ uitgegaan, niet zulke romantische associaties, wel een mooi woord.



jongens
 
zij vallen in het water
of van hun skateboard
of hun mountainbike
 
‘in katzwijm vallen’
nooit van gehoord meneer
we googelen het wel even
o iets voor meiden
 
soms vallen ze te hard
die jongens
in het snelle mes
van een andere jongen
 
geen klopjes op de wang
geen glaasje water meer
alleen een simpel woord
googelen is niet nodig


anke labrie

–>
anke wil wat zeggen maar wat precies is me niet helemaal duidelijk. ze laat het themawoord ‘katzwijm’ associatief  los tussen jongens en de meisjes. google weet raad. de jongens vallen hard terwijl de meisjes willen zwijmelen. waar wil de dichter de lezer brengen? naar hoe het was, naar hoe het is. ik weet het niet. en waar blijft de transgender in dit verhaal meneer sonnenberg?
droog water

beestachtig
gespeeld met vonken
en laaiend vuur

de wereld lag open
in bossen gewandeld
vol sprokkelhout

driemaal bijna verdronken
door droog water

vermalen, gekauwd
maar het knispert nog


©Magda Haan


wel vier keer gelezen magda maar ik kom er niet uit. ik kan me heel weinig bij droog water voorstellen. de wereld lag ooit voor het kind open – er was vuur en er waren vonken, een zee aan vonken – sprokkelhout. er wordt bijna verdronken en er wordt gekauwd. ik moet op dit gedicht ook nog tijdje kauwen. met excuus magda.

Hallo Pom,
het vechten met mijn lijf geeft me geen mogelijkheid trouw mee te doen, maar
vandaag liep het mee. Hekkensluiter natuurlijk.
Fijne dag en groet, Jako

 

trilling

 
als je oversteekt steekt ook zij over
je voelt op afstand dat ze de vrouw is
die je zal gijzelen tot het einde van je dagen
 
je grijpt de reling van de brug
je zweet en trilt, je klemt je vast
je wil haar blikken wijken, je staart
de boten op de amstel na
 
haar loop klinkt als een dreunen in je hoofd
je ruikt haar geur, gelooft
beroering van haar arm te voelen
 
als dan haar stappen sterven
keer je uit je trillen terug, kijkt op en ziet
hoe aan het einde van de brug
haar rug steeds vager wordt
 
jako fennek

–>
ha fijn jako weer eens onder de dichters met een compleet verhaal – en een mooi verhaal. het hakmes zou er her en der doorheen kunnen maar dan hebben we ook wat – heerlijk en zoals het is – hopen we jako weer vaker hier te verwelkomen – de versie met het kapmes:
 
als je oversteekt steekt ook zij over
je voelt op afstand dat ze de vrouw is
die je zal gijzelen tot het einde van je dagen
 
je grijpt de reling van de brug
je zweet en trilt, je staart
de boten op de amstel na
 
haar loop dreunt in je hoofd
je ruikt haar geur, gelooft
haar arm te voelen

als dan haar stappen sterven
zie je hoe aan het einde van de brug
haar rug steeds vager wordt

Share This:

VON SOLO over de ideale staat van productieve rust – zonder cohorten bootcampende yogafreaks met hun perverse geldingsdrang en schoonheidsidealen.



Deel 376. Welkom in Utopia
 
Het is elke dag weer heerlijk om de gordijnen open te doen in de ochtend. Het gekwinkeleer van vogeltjes, de blauwe lucht. Het is rustig in de straten. Mensen passeren elkaar op gepaste afstand. Weinig verkeer en het lijkt zelfs wel of de lucht lichter ademt. Nieuws is er nauwelijks meer. Het dagelijkse thema is zo uitgemolken, dat er enkel nog behoefte bestaat aan licht vermaak. De wereld staat heel even stil en het lijkt erop dat we een ideale staat van productieve rust hebben bereikt. Iedereen waardeert de medewerkers in de zorg. Ook het nut en de noodzaak van onderwijzend personeel wordt ineens weer onderkend. Enkel maar spullen kopen, lijkt ineens een ondergeschikt belang uit een ver vervlogen tijd. Geen stikstofcrisis meer, geen woningnood. We hebben een stap richting de ideale toekomst gemaakt.
 
Je kunt je niet voorstellen dat straks elke dag de snelwegen en straten weer vol staan met dampende auto’s. Strepen die de blauwe lucht verdelen een deken van smog over de stad. Krioelende massa’s die zich door winkelstraten slepen. Alle kantoren weer gevuld zijn met personeel, dat door middel van zinloos werk hersen euthanasie placht te plegen. De grote god niet meer het leven zelf is, maar gewoon weer de euro’s rendement op de investeringen van het grootkapitaal. Al die kloteverhalen en Insta foto’s van die wintersportvakanties en backpackreizen ook, op die sociaal verplichte samenkomstmomenten en sociale media. Groepsdruk, cohorten bootcampende yogafreaks die de rustige parken weer terug opeisen voor hun perverse geldingsdrang en schoonheidsidealen. De politiek zal de zorg en het onderwijs gauw weer vergeten zijn ten bate van zogenaamd economisch herstel. En dat zal dan vooral herstel zijn voor de grote jongens met de onbegrijpelijke boekhoudingen, die geen cent aan het oplossen van ‘de crisis’ betaald hebben. De schoorstenen zullen roken, als nooit tevoren. Business as usual.
 
Ik mis de corona-tijd nu al. Ook al is het nog niet voorbij. Maar sprookjes blijven nu eenmaal niet duren. Als je goed kijkt kun je de barsten al weer zien. Op een bepaald moment is het verhaaltje gewoon weer uit. Koester het, zolang het duurt. We hebben een inkijkje gekregen in hoe het ook kan. Maar ja, ooit moeten we terug naar normaal…
Of heb ik gewoon last van een Stockholm-syndroom?


VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

Merik van der Torren maakt een praatje: ‘ik zei van alles…’


Hoi Pom,
 Hierbij mijn bijdrage voor woensdag, een tekstje uit het leven van vandaag gegrepen, groet, Merik


Praatje

We raakten aan de praat,
de buurman en ik.
Over lekkende dakgoten;
dat de kroegen niet open zijn;
dat je niemand mag bezoeken;
geen concert te horen is;
over Betty, mijn hondje,
dat ik haar warme lijfje
soms tegen me aandruk.
De buurman zei van alles
ik zei van alles.
Hij was verliefd op de nicht
van zij van drie hoog achter.
“Zal ik nog boodschappen voor u doen ?” vroeg ik,
“hoeft niet,” zei buurman, “ik heb alles in huis.”
 
De zon straalde,
de merel zong zijn lied.

Merik van der Torren

Share This: