
Langzaam droogt de crisis op. De seizoensgriep is voorbij. Media en bestuur proberen wanhopig de angst nog wat op te kloppen. Men voer er korte tijd wel bij. Het blijkt jammer genoeg een tijd van karig benutte ‘echte’ kansen. Nu moet alles weer terug naar het nieuwe normaal. Een afgeknotte versie van het oude. De wegen staan zoals te verwachten weer vol en slechts een enkeling probeert nog als een ascetisch onheilsprofeet te verkondigen dat ‘het Beest’ terugkomt. Het voelt als die man in het centrum van Eindhoven vroeger. Die ons waarschuwde voor het einde van de wereld, terwijl we naar de kroeg gingen en de rest van de wereld winkelde.
De afgelopen maanden waren een mooie tijd van rust en hoop op verandering. Ik heb ervan genoten. Er gingen niet noemenswaardig meer mensen dood in mijn directe omgeving dan anders. En elke avond was er wel wat te drinken om de zogezegde ellende te vergeten. Mijn geest kromp en mijn wereld ook. Schrijven ging bijna niet meer. Enkel werken. Wonen op je werk. En hardlopen. En fietsen en wandelen. Simpel leven. Geen sociale verplichtingen. Een nieuwe soort creativiteit zorgde wel voor de hazenpaadjes die de kleine eenvoudige pleziertjes in het leven mogelijk maakten.
Nu gaat alles weer in de turbo stand. En ik voel me achterhaald. Alles is veranderd. Ik ben ook veranderd. Zoals gezegd komt er geen fatsoenlijk verhaal meer uit mijn pen. Ik heb er zelfs geen zin meer in. Op kantoor is men ook in een bende debieltjes veranderd. Je moet tegenwoordig je eigen toetsenbord meenemen, als je al toestemming krijgt om te komen.
Het oude normaal was stom, maar ik kan niet in de crisis blijven en het nieuwe normaal bevalt me ook voor geen meter. Als ik collega’s in een Microsoft teams meeting hoor praten over ‘gamification’, voel ik me ineens een totaal fossiel. Niet omdat ik niet weet wat het is, maar omdat ik het zo godverdomd zinloos vind. Alles had heel kort even zin. Nu is dat alles verdampt. Verdammt!
In mij roert zich iets. Eerst fluistert het dat het geen zin meer heeft om nog te schrijven. Dat ik maar moet stoppen. Het zegt zachtjes dat ander werk misschien ook wel een goed idee is. Ten slotte probeert de stem ook nog aan mijn liefdesleven te tornen. Je zou denken dat het een soort post-lockdown-midlife crisis is. Maar dat is het niet. Want ik weet dat als ik een biertje pak, het voor die dag allemaal wel weer goed zal zijn.
Het is niet het afscheid van een mooie tijd, die vrees inboezemt. Het is een sluipende verslaving die bang is terug ontmaskerd en gesmoord te worden.
VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl

















