IEN VERRIPS omhelst
pom wolff – zeg het maar

zeg het maar
ja daar staan we dan
een leeg staren naar wachten
op wat voorbij komt
het is dat we weten wat het is
ik durf die zin bijna niet af te maken
voor je het weet verliezen we
nu de clichés verworden zijn
en terug gebracht tot
zeg het maar
nee zeg het maar niet
ik was die bloem weet je
en altijd bereid tot bloeien
pw
PETER BERGER – Wat een wolk van een baby! (…) – Kijkend in het niets.

Wat een wolk van een baby! Gelukzalig kirrend in d’r wieg op wieltjes. Stevig ingepakt. Kijkend in het niets. Moeders straalt alleen liefde en vraagt hoe het met me gaat. Wat moet ze anders zeggen? Ze kent mij slechts van een toevallige ontmoeting. En met de prille lach van een pasgeborene is alles al gezegd. En gezegend. Toch?
Het was ergens eind zomer. Dat we samen koffie dronken op het bankje even verderop. Daar zat ik toen wel vaker. Toen ik nog koffie dronk. Daar op dat bankje aan de gevel. In de zomerzon. Ze hebben er prima koffie daar. Ik had haar er wel vaker gezien. En zij mij vast ook, want hoewel ze er plompverloren bij zat, schoof ze schuchter naar links en gebaarde met een broos knikje dat ik gerust aan mocht schuiven.
“Het wordt vast een meisje,” zei ik. Toen. Een onbenullige opmerking, toegegeven, maar je moet toch iets zeggen om het ijs te breken? Haar babybuik mocht dan nog wel klein zijn, maar desondanks zichtbaar. Het werd een tranendal. Een en al ellende. Haar doodzieke moeder. Haar broer die er kapot aan ging. En haar vriend die nochtans niet in staat was om voor zichzelf te zorgen, laat staan binnenkort voor een gezin. De situatie dwong haar tot een onmogelijk staaltje jongleren. Alle ballen in de lucht om iedereen van liefde en zorg te voorzien.
Ik had haar er niet naar moeten vragen. Toen. Naar wie er straks voor haar zorgen zou. Straks als de baby. Tranen. En nog meer tranen. “Kweenie.” Stotterde ze onverstaanbaar snotterend. Zoiets zei ze. En ik zei haar dat het vast wel goed zou komen. Dat alles altijd goed komt. Zoiets heb ik toen gezegd. Nauwelijks gerustgesteld droop ze even later bedroefd af. Het hart zakte me in de schoenen.
En kijk haar nu! “Hoe het mij gaat? Onkruid vergaat niet,” flap ik eruit, “en jij bent een hele mooie moeder hoor!” Ze neemt vrolijk lachend mijn felicitaties in ontvangst. “Ik ben gelukkiger dan ooit,” zegt ze. “Enne, mijn liefdesbaby heet trouwens Eva.” Dat kan natuurlijk geen toeval zijn.
PETER BERGER
René Brandhoff wint de enige echte virtuele zo ben je aan de wandel zo lig je op zorgvlied – trofee op pomgedichten punt nl
wedstrijd gesloten – commentaar onder de gedichten – René Brandhoff wint de enige echte virtuele zo ben je aan de wandel zo lig je op zorgvlied – trofee op pomgedichten punt nl – Luk Paard zilver – en de dames Labrie, Verrips en Groet brons. mijn felicitaties.
allereerst en voorop mijn woord van dank aan de dichters die instuurden en lieve woorden mij deden toekomen – invoelend en op bijzondere poëtische wijze vorm gegeven. en wat maken ze mij het moeilijk om de eremetalen neer te leggen bij drie gedichten ja welke drie – ok het is als sterren op het doek – er moet gekozen. zo is in het leven ook. je kiest er 5. van harte!

Ik vraag me in gemoede af waarom dit niet heeft geleid tot luidruchtige demonstraties, blokkades van de Kalverpassage, aan kunstwerken gevelponeerde actievoerders en een langdurige schorsing van een willekeurig kamerdebat. Ik vraag de lezers hier: wat heeft ú eigenlijk gedaan aan deze misstand?
deed iedereen dat maar
men vraagt mij wat ik heb gedaan
aan de wereld die brandt en ontploft
wat ik deed toen het kind verdween
in bijna iedereen in naam van niets
wat mijn bijdrage was
tegen overschreden grenzen
van vrouwen, landen, zwemmers, kandidaten
tegen de wolf of juist er voor
wat deed ik er allemaal aan
waarom was ik niet op straat
niet vastgeplakt aan een gebouw
hoe kon ik dit laten gebeuren
ik heb er niet aan meegedaan
René Brandhoff
die prachtige laatste regel- die klinkt door de taal heen de huiskamer in – het menselijk onvermogen het menselijk tekort – je kunt er dikke boeken over schrijven – je kunt het ook in één simpele regel neerleggen. (doen) – soms stijgt een gedicht boven alles en iedereen uit. na de geestige inleiding – ja er zijn vele manieren om dood te gaan – maar sterven in het amstelpark overreden door een nissan door een een ambtenaar – dat kan beter haha- dank je wel René. met humor valt het leven toch weer mee. maar met deze poëzie en dan nog met die poëtische slotregel is alles even van goud in 020.
- Anke Labrie – een oma met een mes
- René Brandhoff – men vraagt mij wat ik heb gedaan
- Jorge Bolle – er zouden nu bloemen liggen
- Karlijn Groet -overal vallen mensen niet netjes gerangschikt
- Frans Terken – zwarte inkt lakken over hun woorden
- Luk Paard – ik had je nog zoveel koetjes kalfjes
- Rik van Boeckel – in het licht van het groene park
- Cartouche – blijf dichten dag na dag, carpe diem,
- Ien Verrips – Ik had je nog willen

ik verhaalde van de week van het besef van tijdelijkheid van je leven – zo wandel je in een park zo lig je op zorgvlied – je staat er niet bij stil tot je er bij stil staat. webmeisje Britt kan er over meepraten. gelukkig niet over zorgvlied. dank aan allen die lieve teksten schreven bij mijn amstelparkmededelingen – dichters kunnen zich in zaken van leven en dood uiten in poëzie – de zondagochtend wedstrijd die geen wedstrijd is – staat deze week in het teken van dit type tijdelijkheid. jorge bolle en karlijn groet en René Brandhoff stuurden al in – nu u nog – en ook ik zelf sublimeerde het overweldigend trauma in poëzie – ach jullie kennen de regels – geniet het weekend bij leven en welzijn : gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
voor als ik dood ben
we hadden het er over
weet je nog
wat jij zou schrijven
daar wil ik ook wel over schrijven
zei ik
maar nu ik hier en voor jou
kan ik niks meer
anders dan hopen dat je me
een paar van je woorden
meegeeft
als je dan toch
mijn leven moet schrappen
als in een gedicht
een streep door mijn naam
houd ons wijntje er asjeblieft in
of onze ontmoetingen
het altijd weer nerveuze begin
ik zie nu hoe mooi het woord
ont-moeting is
ik had het je kunnen zeggen
en wat fijn
dat ik het je nu nog kan zeggen
pw

een auto in het stille park
een fietser op de stoep
een acteur ladderzat
een oma met een mes
iemand met een handgranaat
een generaal in oorlogstijd
en het klimaat
maar ook nog tot overmaat
die ene vreemde cel
in je eigen lijf
die gewoon
z’n gang maar gaat
wellicht is het de poëzie
waarin je veilig wonen kunt
anke labrie
14-12-2024
die oma met een mes – die doet ut hem – een mooie opsomming – de auto in het stille park kreeg net nog een plaatsje in deze galerij van vergankelijkheid en verderf – en ja die acteurs zijn ook niet te vertrouwen haha. de persoonlijke touch de cel die de mens zo kwaad weet te doen. in poëzie is het allemaal nog te harden – in de werkelijkheid – de onveilige wereld – vloeit het leven soms weg waar je bij staat. ik zeg brons.

Er zouden
er zouden nu
er zouden nu bloemen
er zouden nu bloemen liggen
daar waar de dichter
net
net niet
net niet werd dood gereden
jorge bolle
ik bedankte Jorge al voor dit “schierbeekje”- in de dichtbundel De Deur van de dichter Schierbeek wordt de door Jorge gehanteerde vorm ook beoefend – een soort stotteren in poëzie bij het toenmalige overlijden van de vrouw van schierbeek. Jorge redt mij – net niet dood – schrijft ie – zo was het en zo is het gelukkig goed – gekomen.

hier ook alles
overal vallen mensen
niet netjes gerangschikt
maar her en der
je hebt je er maar bij neer te leggen
daar wordt bijna
een dichter herdacht
een voortijdige ontstoffelijking
in een park
hier wordt alvast een gedicht bedacht
hoewel er een wachtlijst zijn zal
waar je toch niet op staat
en het eten eigenlijk
altijd tegenvalt
toch zul je om je heen kijken
je afvragen of hij in
of van de aarde werd
of je hem bezoeken
dan wel met elke adem
inhaleren kunt
Karlijn Groet
ja ik kan onmogelijk onpartijdig zijn in deze – karlijn groet de dichter die voorlopig op de vrijdagen de site pomgedichten met een gedicht – ja hoe zeg je dat – op een hoger nivo brengt – het hoge nivo van de site bevestigt – u mag kiezen. een mooie deze. zeker goed voor eremetaal – al is het goud voor rené brandhoff deze week.

En een goed glas erbij, dat toch ook zeker!
Weekendgroet,
Frans
Naar het leven
Dat men dichters zo naar het leven staat
zoals een gast met vroemvroemterreur
of een notoire pfasbeschermer
een boomboorder met glyfosaat
je hebt ze in alle soorten en maten
ware matennaaiers zijn het
die verderf zaaien in stad en land
hoe ze loeren op een levenswerk
dat ze dichters niet naar waarde schatten
waar zij voor staan onder de zoden trappen
zwarte inkt lakken over hun woorden
hun alfabet klieven met botte bijl
tot er slechts klinkers resten
van au en ah en oh een laatste zucht
nog aan de lippen ontsnapt
© FT 13.12.2024
als ik een advocaat nodig heb dan huur ik de woorden en de regels en het gedicht in van frans terken deze week. frans schreef een soort – even tot hier – tekst en dan ook geen millimeter meer verder!!. de gemeende woede spat van de woorden af en dank je wel – zo wil een mens – ook een dichter verdedigd worden – tegen lompheid & onbenul – (in alle soorten en matennaaiers) – precies de woede die ik ook deze week voelde – dank je wel frans.

“ ik tast naar jou “
ik had je nog zoveel
koetjes kalfjes en al
die bloemetjes en bijtjes
(‘n zoete verhaal)
jij zou me hande geve
de vingers verstrengeld
zoas’et in de liefde is
houde van mij aan jou
desnoods zoude we doelloos
met enkel jij en ik ergens
ons aan elkaar gelege
nu zet ik’n mooie vaas
met bloempjes rood en blauw
de kleur van jouw houde
reste mij enkel nog de trane
elke dag na elke nacht en
‘et denke van hoeveel
wat nog allemaal zou
terwijl’k in me lege hande
tast naar jou en al de liefde
© luk paard
“zelf kan’k nie dood (die gedachte houdt me overeind toch)” – dat is de ware spirit haha – geweldig Luk – dichters sterven niet – zo is het en zo is het goed.
een liefdesgedicht mogen we hier over ons uitgestort lezen en genieten – de woorden gaan voorbij de dood van de geliefde – de geliefde blijft. die mooie mooie bloempjes ook – om de kleur van de geliefde te houden – ik ga stuk bij zo een regel – prachtig – zilver!

Hallo Pom
Wat erg dat je bijna aangereden bent in een park. Laat de ambtenaar maar gearresteerd worden. Wandelingen moeten een ieder rust geven.
Met dichterlijke groet
Rik van Boeckel
Wandelen in het leven
Wandelen in het leven
zal jou rust kunnen geven
in het licht van het groene park
zullen geen banden mogen rijden
zelfs dichters kunnen schrijven
over de wandel kracht door de tijd
dat is het lied van de natuurlijke realiteit
gezongen door universele stemmen van dag en nacht
dromen dansen door het leven
geen auto mag er de onverwachte dood aan geven.
Rik van Boeckel
rik verheft het wandelen tot een wandeling door de tijd en door het leven –
als een heerlijk rustgevend medicijn in een universeel universum – zo ongeveer. dank je Rik.

elk moment kun je vallen
uitglijden of aangereden worden
jong of oud en hoe ouder hoe dichter
bij de dood, een flits op straat, in park
of wanneer je voor de spiegel staat
je slaakt een zucht, doet een klacht
tikt een brief, gericht aan weet ik wie
die denkt – wellicht – ojee, de enige
goede dichter is een dode dichter – nee
driewerf nee, dichter zijn is balanceren op
de snede van je handvest waarop te lezen
waar leven is een soortement van dodelijk
bestaan, voortdurend in het teken van
memento mori, hoe afstotelijk zo’n leven
welbeschouwd voor elke man
daar geldt, altijd verder gaan
doe een plas, grijp je pen en blijf
dichten dag na dag, carpe diem, je bent
niet vertrokken, wordt weer verwacht
15-12-2024 / Cartouche
wel heel mooi maar toch net te lang wordt hier in de huiskamer opgemerkt. ik zelf zie het gedicht ook als een toewerken naar die prachtige werkelijk prachtige laatste regel –
‘je bent
niet vertrokken, wordt weer verwacht’
maar er zit wel wat in de kritiek geformuleerd in de huiskamer. je kunt ook zeggen Cartouche helpt met die geweldige gouden laatste regel zijn eigen gedicht om zeep.

Ik had je nog willen wijzen
op die ene roos
die ondanks kou en regen
bloeien bleef
ik had je nog willen vragen
of je misschien dit jaar
met me mee wil gaan
de nachtmis
ik had je nog willen zeggen
van dit en dat en allerlei
gewone dingen die naar
liefde klinken
ik had nog met je willen zwijgen
delen in het gemis
de doden die er niet meer zijn
de stilte
dec. 2024 IEN VERRIPS
ja dit is toch wel een mooie hoor – al is de nachtmis niet echt mijn dingetje – dat bijna melancholieke – ik had je nog … – en toch met vier eenvoudige woordjes wordt een groot gevoel van gemis – eigenlijk het hele leven van wie nooit meer – weer gegeven. dat is het wonder van de poëzie. ik zeg nog een keer brons.
Karlijn groet de vrijdag – we zongen tot het sliep…

rouw
het ligt voor de deur
zodat er geen weg
terug is
we halen het binnen
geven alles
omdat het alles
van ons vraagt
daglicht zodat men
er niet omheen kan
nacht voor
als het stilte wil
we leggen het
in ons eigen bed
stoppen het in
zingen het
in slaap
we liggen zelf
op de bank
en vinden dat prima
we hebben iets
om voor te zorgen
en dat helpt
Karlijn Groet
VON SOLO – Ik ben graag onder de mensen. Ook al zijn het een miljoen mensen, die me niet kennen…

Afgelopen najaar was ik een weekend in Parijs. Dat is een stad, waar ik altijd graag ronddool en mijn gedachten de vrije loop kan laten. De straten zijn eindeloos. Er is altijd genoeg te drinken en de steak frites zijn de beste ter wereld, als je weet waar je moet zijn. Ik had een hotelkamer die op de bovenste verdieping gelegen was van een aangenaam hotel. De kamer had grote ramen en een douche, die met ramen van de slaapkamer was afgeschermd. Daar houd ik van. In Parijs voel ik me als ik alleen ben nooit eenzaam. Toch bekroop me dit jaar een vaag gevoel van ongemak. Aan mijn hotel en de steaks kon het niet liggen.
Na twee nachten Parijs reisde ik door naar Het Zuidwesten van Frankrijk. De treinreis duurde vijfenhalf uur, maar was zeer comfortabel en aangenaam. Het landschap veranderde van vlak land naar heuvels en bergen. De wijn en de broodjes deden me goed. Ter hoogte van Limoges begon het donker te worden. Weer bekroop me een gevoel, dat ik in Parijs ook al gewaar was geworden. Als een schaduw. Op mijn bestemming, station Cahors, werd ik precies op tijd op het perron welkom geheten door mijn oude buurman, die me op kwam halen. We reden al bijpratend over de kronkelende donkere wegen naar hun woning in het achterland. De wegen waren onverlicht en het was veel berg op en af. In een scherpe bocht, dacht ik, dat ik een kruis zag staan, zoals je ook ziet op plaatsen waar mensen verongelukt zijn. Ik probeerde het beeld weg te drukken, maar wist dat dat niet zou lukken.
Die avond dronken mijn oude buurvrouw, buurman en ik en aten veel kaas. Nadat de buurvrouw naar bed gegaan was bestudeerden de mannen op het terras van de gîte nog een tijdje de sterren, tot deze langzaam verdronken. Ik was blij dat de buurman ook in de gîte sliep, maar wist niet exact waarom. De volgende ochtend zag ik in mijn berichtjes, dat het de datum was, dat een goede vriend van me acht jaar eerder overleden was. Ook dit bericht probeerde ik niet te zien. De volgende dagen waren hemels. Alleen de nachten sliep ik liever niet alleen in de gîte. De maan werd steeds voller. In de nacht lachten de vossen. Verder was er geen levende ziel op de heuvel en in de bossen behalve wij drie.
Na vier dagen viel het me zwaar afscheid te nemen van het leven zo ver van alles weg. De bossen, de heuvels, de rivier, mijn favoriete buren, die nog steeds mijn buren waren, de vrijheid, de mooie vrije dagen en de stille nachten. De belofte, dat ik terug zou komen, maakte veel goed. De buurman bracht me in de ochtend weer naar het station in Cahors. Onderweg zag ik dat het kruis, dat ik op de heenweg gezien had een wegwijzer was voor wandelroutes.
Op de terugweg naar Nederland moest ik bij de overstap in Parijs weer denken aan mijn overleden vriend. Het was alweer donker, maar de maan was alweer kleiner. Ik voelde me op mijn gemak, zo onderweg. Ik ben graag onder de mensen. Ook al zijn het een miljoen mensen, die me niet kennen. Het is om die enkele dolende ziel op een dwaalspoor te houden, tussen de ruis van hartslagen en ademhaling. Mezelf onvindbaar te houden.
VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
gemeente Amsterdam rijdt de Amsterdamse dichter pom wolff van zijn sokken in het Amstelpark – Amsterdam biedt de dichter pom wolff excuus aan

nou ik was bijna dood gisteren. met een rotvaart in zijn onhoorbare elektrieke auto – met een meneer erin – ambtenaar jeroen van V. – deze jeroen reed gisteren met een rotvaart mij bijna omver in het amstelpark om half 10 in de ochtend waar ik elke dag mn wandelingetje maak en waar ik een paar jaar geleden met bjorn van rozen optrad – precies op die plek in het wandelgebied van het park – meneer van V. houdt wellicht niet van poëzie – nee meneer had haast – moest blijkbaar naar een vergadering en precies waar je wandelaars niet kunt inhalen ragde meneer met zijn nissan leaf langs mij – had ik één teen naar rechts gedaan ik had vandaag met een verbrijzeld been in het onze lieve vrouwengasthuis gelegen. meneer vond het allemaal maar gewoon – je rijdt een park in met duizelingwekkende vaart over een wandelboulevard waar je – als je al een vergunning hebt 5 km per uur mag rijden – je rijdt een dichter omver – je komt toch nog te laat op je vergadering en vervolgens vind je alles maar gewoon.
zijn teamchef en de politie en IK denken daar net even anders over. getuige de excuusbrief vanuit de gemeente Amsterdam:

Beste meneer Wolff,
Wij hebben net telefonisch contact gehad over uw klacht waarin u aangaf dat een medewerker van de gemeente Amsterdam in een dienstauto te hard en te dicht langs u is gereden in het Amstelpark. Ik vind het ontzettend vervelend om te horen, en ik heb u verteld dat ik de betreffende medewerker gelijk heb aangesproken op zijn (rij)gedrag.
De medewerker geeft aan spijt te hebben, en was zich niet bewust van het te hard rijden. Ik heb hem een waarschuwing gegeven en zal deze week nogmaals het gehele team wijzen op de regels wat betreft rijden in het park. Het is namelijk absoluut niet toegestaan om harder dan 5 km/h te rijden.
Nogmaals, ik vind het heel vervelend dat u zo bent geschrokken en dat er daarna niet juist is gehandeld door de medewerker. Weet dat ik hier actie op heb genomen.
Namens de medewerker zijn welgemeende excuses,
Met vriendelijke groet,
Noor Olland
Teammanager Groen, Flora en Fauna
Gebied: Zuid
Gemeente Amsterdam

John Epke
da’s zwaar naatje, Pom, blij dat je ongedeerd bent
- Beantwoorden
John Epke
dank je john voor het medeleven – ik zit nog te shaken – geboren in 020 en dan word je door je eigen gemeente bijna naar zorgvlied geholpen.
Frans Bakker
Gelukkig ben je nog onder de levenden Pom!
- Beantwoorden
Pom Wolff
dank je Frans – ik ben er nog niet klaar mee. een beetje door een looppark raggen omdat je naar een vergadering moet en te laat bent – en dan nietsvermoedende wandelaars van achteren aanrijden – nee daar klopt iets niet bij de de afdeling groen van de gemeente Amsterdam
Catharina Mastenbroek
Potverdorie. Was je er bijna geweest, Pom. En wat hebben we aan zo’n brief? Een dichter (bijna) aanrijden? Hoe haal je het in je ambtelijke hoofd. Was het nou nog een accountant of een makelaar geweest, …..
Ik ben geschokt en kan mij jouw verbijstering voorstellen. Een vergoeding voor immateriële schade lijkt me hier op zijn plaats.
Een wandeling door het Amstelpark zal hierna immers nooit meer hetzelfde zijn. Ook voor mij niet.
Houd je haaks en ik wens je veel sterkte voor de komende tijd.
Dank je Catharina – ik wil gewoon niet op mn 70ste naar god geholpen worden of naar de onze lieve vrouwen van dat gasthuis in oost – en dan ook nog door mn eigen gemeente – en door zo een lomp figuur die denkt dat ie met duizelingwekkende vaart in zijn gemeente auto door een wandelpark mag raggen.
Max Lerou
Ik zou Buffalo Bill inschakelen
- dank je Max voor het medeleven
Jorge Bolle
Er zouden
er zouden nu
er zouden nu bloemen
er zouden nu bloemen liggen
daar waar de dichter
net
net niet
net niet werd dood gereden
dank je Jorge voor dit ‘schierbeekje’-
Gerdi Wind
O schrik! Durf ik straks nog wel met mijn hondje in haar rode jasje door het park te lopen? Straks worden er filet americain
Blij dat je het overleefd hebt, Pom!
Goed van je protestactie! Dat zal ‘em eens leren!
Pom Wolff
dank je Gerdi voor het medeleven. ja jij bent ook direct betrokkene als dagelijks gebruiker van het park met je lieve hondje. ik heb zojuist een filmpje geplaatst van de plaats van het gebeuren. als gemeenteafdelinggroenambtenaar met zijn au…
Meer weergeven
Mandy M. Eggerding
Oh wat ellendig Pom! Ik heb dit ook ooit meegemaakt, fietsend met mijn zoon van toen 5 voorop op het zadeltje op de stang. Politie in een burger auto met kennelijk haast. Hij raakte mijn voorwiel en we gingen finaal onderuit in de vroege ochtend. 10 cm verder en mijn zoon was dood geweest, of allebei.
Ik was jong en heb er vervolgens niet genoeg achteraan gezeten. Ze hebben wel gebeld met excuses maar achteraf had ik een nieuwe fiets moeten eisen, die was namelijk aan diggelen.
Ik had nog dagen de schrik in mijn lijf. En eigenlijk nu nog als ik er aan denk.
Dus ik begrijp je.
Kus
Pom Wolff
dank je Mandy voor je woorden. ‘we leven nog’ zong Ramses – helaas hij niet meer – en ja je spreekt over ‘kennelijke haast’ – nou deze figuur van de afdeling Groen van de Gemeente Amsterdam trof ik onderuitgezakt aan in een vergadering met ongeveer 6 mensen – te beroerd om op te staan – eerst half ontkennen – vervolgens ‘ach ik mag daar toch rijden’ met een gezicht van – morgen rijd ik nog harder – zijn teamchef noemde dat meneer iets had ingezien en later schreef ze mij dat meneer een waarschuwing heeft gekregen. ik zei haar dat meneer op geen enkel moment blijk gaf van enig inzicht. en dat ze waarschijnlijk ook nog door haar werknemer is voorgelogen – deze figuur ziet helemaal niets in – anders zou ie zich wel bij mij melden met een oprecht excuus.
VERA JONGEJAN – Daar dus had hij een engel zien zweven…

Daar dus
Daar dus schoot hij de bal
in een rechte lijn hoog in de hoek
er werd gejuicht en de film
tig keer herhaald.
Daar dus was het gebeurd
achter het riet
eenden vlogen over en snaterden
tijdens het hoogtepunt.
Daar dus was het gouden tientje
in de richel verdwenen
zij had uren gepeuterd
tevergeefs.
Daar dus had hij een engel zien zweven
maar het was niet te bewijzen
het verschijnsel had zich
niet herhaald.
Bovenop een lantaarn zat een kraai
die alles wist, daar dus
hij kraste luid
ik zag hoe pluizig zijn nekveren omhoog
werden bewogen door de wind
en hoe kwetsbaar.
VERA JONGEJAN
PETER POSTHUMUS – over de intriges, de complotten catastrofes, oorlog, angsten, ondergang…
de intriges, de complotten
catastrofes, oorlog, angsten, ondergang

Hij sliep meer
dan dattie wakker was
liet wattie laten kon
en kwam z’n stoel niet uit
die paar uur op een dag
dattie tevoorschijn kwam
kropen de kronkels
door de krochten van z’n brein
de intriges, de complotten
catastrofes, oorlog, angsten, ondergang
ongein en ellende
asjeblieft, ó jee en voor hoelang
de meest sombere gedachten en wattie
dan dus deed was
doorgaan, volhouden
en afwachten
PETER POSTHUMUS