Hier zit je met je dove hoofd de stilte in te grijnzen, je kocht een keer een blonde gekke pop die ik kon laten plassen in een luier en die ging huilen met mijn teddybeer.
Ik heb van alles geprobeerd om zacht en kalm tegen je te worden maar soms doen rozen zoveel pijn hun geur vervliegt armoedig in een beker waarin fruitvliegjes verdwalen in het dode sop.
Maar jij bent een verwende plant die niets begrijpt van teder ademhalen de eksters balen van je verkregen zilver en je opgespaarde krop.
Ik haat je omdat je zo ellendig leeft; tegen zoveel drakenzuur kan ik niet op.
de dames petra maria, jolies en anke beschrijven het grote ‘weerom’
zonder maneschijn en rozengeur. de mannen milder. ik kies voor de mannen deze
week. met veel plezier de werken van frans terken en jako fennek gelezen. zij
rapporteren over het leven in poëzie. en elke dag is er wel iets van poëzie te
melden. dichters doen nu eenmaal niet anders. dichters willen ook wel eens op
gewoon maar dat lukt de gewone dichter niet. vrouwen verdwalen – amanda strydom zong er al over
– de mannen gaan – zoeken – en vinden.
ik doe goud en zilver – dank aan rik van boeckel voor de themabijdrage – dank
aan de vrouwen voor de zo diep doorleefde beschreven en doorgegeven ellende, angstdromen en ander onheil in poëzie
gespeld. goud voor jako en zilver voor frans – van harte!
Hoi Pom, even vlug, moet al weg zijn. Fijne dag en groet, Jako
terug
tegen bermtourisme, overvolle stranden en dreigende verstikking word je migrant ruilt polders tegen alpen
op een dag wil je naar huis, genoeg van de bergen niets houdt je tegen – twaalf uur later drink je koffie op het spui
je gaat nog even bij athenaeum kijken met gedichten van wigman onder je arm loop je hoppe binnen waar je twee dames het leven uitlegt
tegen de avond duwt een barklant je de tram in – op een tafeltje bij hoppe blijft menno wigman achter
jako fennek
–> jako legt twee dames bij hoppe het leven uit. hahaha. ja hier hebben we een echte jako fennek bijdehand. de tijd verstrijkt, de glazen gevuld en uiteindelijk wordt menno wigman vergeten. uit zwitserland komen, richting spui richting hoppe, verzameld werk van wigman kopen en dan de tram in zonder wigman richting alpen. heerlijk. twee dames het leven uitgelegd en passant. ach laten we menno citeren uit zijn gedicht “Tot de Sirenen”, de laatste drie regels van de eerste strofe: Er was – niks was – er was een bar, daar dronk je uit een jukebox van zes meisjesogen liedjes van niks, dat liefde straalt – en stinkt.
Rik van Boeckel – wordt comfort weer de troon (buiten medediging)
Petra Maria – daar tellen zandkorrels
Frans Terken – dronken van vroeger
Jolies Heij – vlieg over de aarde tot die rond is
Jako Fennek – op een tafeltje bij hoppe blijft menno wigman achter
Anke Labrie – in de oude kinderkamer
wedstrijd gesloten
thuiskomen
hoe ver we ook waren we komen weer terug op onze schreden
soms noemen ze het herinnering soms een verlangen naar vervlogen dagen
soms is het gewoon thuiskomen erwtensoep, witte lof en antraciet (of eierkolen)
vader, moeder, een zoon met een brandweerauto voor de brandhaard
pw
wie wint de enige echte virtuele – hoe ver we ook waren we komen weer terug (in het bed zoals het was) trofee op pomgedichten? het gevoel van thuiskomen vrij naar rik van boeckel.
Rik schreef van de week – ‘Ik ben weer terug uit het noorden. Groeten, Rik’ – een mooi thema voor de zondag rik schreef ik terug. thuiskomen is voor iedereen een belangrijk thema. terug in de comfortzone hoe mooi de verre vreemde kamers ook waren. van de dichters lezen we graag over het gevoel van thuiskomen. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
De dagen na de reis
Er zijn van die dagen dat het leven een andere aanvang kent waaraan je van nature bent gewend
reizen is de zone verlaten maar comfort houdt je in de gaten jezelf neem je telkens mee
je zeult met de zware koffer naar vliegtuig trein en boot indrukken bepalen het gegeven
opstaan in vreemde kamers met dromende bedden op schone soepele kussens
nu komen de uren de zone binnen wordt comfort weer de troon het bed zoals het was en is gewoon.
Rik van Boeckel Na St.Petersburg Helsinki en Tampere 30 oktober 2019
–> tot de meest reislustige dichter van het noordelijk halfrond mag rik van boeckel zeker gerekend. hij lijkt overal zijn thuis te vinden in de percussie van de muziek – het ritme vertegenwoordigt een internationale taal van de liefde waarin mensen zich verstaan. lijkt de dichter in hem uit te dragen. opmerkelijk riks gedicht over thuiskomen, terug in de comfortzone van welke ik dacht dat hij die overal ter wereld kende. rik blijkt soms toch een gewoon mens. oost west thuis best.
thuis
er was geen thuis er is geen thuis nooit zal het dat zijn want daar tellen zandkorrels de schoonheid korrel voor korrel tot modder waar jouw laarzen drogen alsof het nooit anders is geweest en niet genoeg want stilstand is leegstand en wat over is thuis hier bij mij
en mijn thuis is stuk
petra maria
–> zelden las ik meer duidelijkheid. thuis wat thuis? er is geen thuis voor mij – schrijft petra maria. duidelijker kan niet. vervolgens treedt de onduidelijkheid de kamer binnen van de lezer. nog iets met zand en zandkorrels – iets met kindjes – we vermoeden erge onuitgesproken en nog te verwerken particuliere dingen. totdat de duidelijkheid weer haar hoofd om de hoek laat zien in de laatste strofe: mijn thuis is stuk – ik vermoed is stuk gemaakt. nee – particuliere gedichten zijn er niet voor de lezer – hoewel vandaag het thema uitnodigt tot particuliere notities waarin het verleden verwerkt. zo werpt uw webmaster antraciet en eierkolen in de open haard – en corrigeert dichter brandhoff hem – kolen svp de kolenkachel in! – de werkelijkheid van dichter wolff is hem net te rekkelijk.
Goedemorgen Pom, vanuit de trein naar het zuiden de bijdrage, een impressie van dit weekend, groet en fijn weekend ook! Frans
Van donker naar licht
In het donker de reis begonnen een trein haalt me koud binnen er wacht een warm weerzien met oude klasgenoten
samen het maankwartier beklimmen nieuwbouw als torenhoge schuld aan de stad van eerste voetstappen waar het stof zwarte sporen droeg
naar een avond van verbroedering aan tafel met zus neef en nicht de glazen vol van verhalen wij dronken van vroeger
nuchtere ochtend voor terugtocht met zondagzon boven de Gouden Bal om er tafels en stoelen met mijn woorden te verzengen
en door naar huis waar mijn lief en ik de stomende hitte delen
FT 02.11.2019
–> frans beschrijft het weekend dat hij poëtisch beleeft – leven geeft aan limburg – het land ook van mijn oma – heerlen, schaesberg, nieuwenhagen (heide) onderaan in de voert waar nu kapitale villa’s prijken. het limburg van de mijnen – de zwarte stoflongen, frans ontmoet familie en vrienden in de nieuwe tijd – zo zijn ‘wij dronken van vroeger’. mooi! door naar eindhoven vandaag begrijp ik poëzie in de gouden bal en dan weer door naar huis. poëzie is mooi maar comfort en ware liefde het mooist. zo lees ik dit gedicht.
de kunst van het thuiskomen
drijf de vlinders naar de buik kijk hoe ze hulpeloos fladderen voed je met de honing van het land
kijk zuurstokroze, aai hoefijzers sterf aan ongekende verten streel hooguit met de vingertoppen
laat je tranen oogstrelend zijn je woorden zinneprikkelend je gedachten wervelend
vlieg over de aarde tot die rond is tot je begint te geloven dat de zwaartekracht is opgeheven
geen wereld zo weids of je komt elkaar tegen in de spiegeling van een ruit in een scherf in de regen
weet dan, hoe koud en onbemand het huis maar in de nissen valt te leven het voelt als onthand maar toch thuis
Jolies Heij
–> een hele trip met die heij. waar vliegt ze ook elke week weer heen. om je ergens thuis te kunnen voelen. in de poëzie. kind neem je rust, laat je niet opjagen door de poëzie voor het leven, de poëzie is geen maatje –
ik wel.
kom bij mij. kom rustig liggen op mijn sofa. laat ik je vertroetelen. ik zal koffie voor je zetten met een speculaasje. ik zal eten voor je maken – ijs met sahne jou serveren. ik zal zeeuws leren, duits, servisch kroatisch balkans weet ik veel – ik zal alles voor je doen, in alle talen jou de liefde verklaren – jij die week in week uit in al je omzwervingen ook de pom nog elke week wist aan te doen. kind kind kind kom toch tot rust. en kijk nou weer wat je allemaal geschreven hebt, waarheen één gedicht jou al weet te brengen – je vliegt de aarde rond, je heft de zwaartekracht op om mij tegen te komen in de regen. onthand ontheemd ja veilig is de poëzie echt niet – jouw thuis.
leeghalen ouderlijk huis
de wenteltrap naar het verleden daalt hij voorzichtig af de treden uitgesleten door de jaren kraken angstaanjagend
in kasten in de oude kinderkamer liggen de leugens opgetast verpakt in zoete kleuren
het kleine ledikant staat er nog steeds doorgebogen onder de geheimen
hij kent nog steeds de weg niet in dit huis
anke labrie
–> geen pretje lezen we – de gang in het oude huis, de anstaanjagende geluiden, leugens en ander onheilspellends. zo kom je tegen wat al afgelegd, verworpen en vergeten was. een aparte inkleuring van het thema. thuiskomen is voor de een de kolenkachel voor de ander de brandhaard die maar niet wil uitdoven. de dames petra maria, jolies en anke beschrijven het weerom zonder maneschijn en rozengeur. de mannen milder.
Een trage dikzak midden op de stoep. Een leeg pak melk terug gekoeld gezet. Een handvol zout geworpen in je soep. Een kier al kruiend in het sleets parket.
Een dichtgegroeide kleutermond vol snoep. Een blaar door happen naar een kaaskroket. Een kind, blij mieren schroeiend met een loep. Een zengen van de olie, opgespet.
Een valse alt in het Bloemenduet. Een éénling detonerend in de groep.
Een lelijk eendje in een dansballet. Een hol dat heus gespoeld was vol met poep.
Een blindelings met haat gevuld sonnet. Een dichter willen zijn voor je beroep.
op de foto zien we de amsterdamse dichter Merik van der Torren. met een snoeischaar in beide handen. voor het hondje van de dichter resteert een wijsvinger van de linkerhand. 9 vingers snoeischaar, 1 vinger hondje. ik heb te doen met het hondje. hondje wil aandacht maar krijgt geen aandacht – nauwkeuriger gezegd – de struik en de snaar nemen samen 9 delen aandacht van de tien, hondje slechts 1 deel aandacht. maar 1 deel aandacht is geen aandacht zien we hondje denken op de foto. hondje wil niets maar dan ook niets te maken hebben met de sloopwerkzaamheden van merik. en merik? merik lijkt in toenemende mate vrolijkheid uit te stralen. weer een tak en weer een bes. de zilveren trap richting 1 hoog belooft een enorme snoeipartij te gaan worden met als beloning naar wij hier vermoeden een kopje koffie met een glas grandmarnier aangereikt door de buurvrouw van merik door het open raam wanneer het kozijn is bevrijd van al die wrede en opdringerige takken, bossen, bessen en ander groen goed, die buurvrouw het zicht op de werkelijkheid ontnamen. en het hondje? het hondje kan geen trappen lopen. zal steeds maar weer nieuwe bessen, bladeren, takken en ander snoeigoed als neerslag moeten ontwijken onderaan de trap als de dichter in de weer is richting buurvrouw, koffie en grandmarnier. conclusie moet haast wel luiden – dichters hebben het goed, hondjes minder.
Opmerkingen
Casper: Technisch gezien staat hij ook aan de verkeerde kant van de trap.
pom: maar zo een struik snoei je toch niet – die prachtige rode besjes doen het in de herfst en de winter prachtig. dat is nog eens wat anders dan kaal. je ziet echt dat hondje het helemaal niet eens is met al dat gesnoei. de liters grandmarnier en dichters die aan de verkeerde kant van de trap staan. die intens droeve blik in hondjes ogen spreken boekdelen vol gedichten.
pom: ik kan me zo kwaad maken op mensen die de wensen van hondjes achteloos negeren en zich storten op eigen bezigheden. daar heb je de snoeischaar en hondje is helemaal vergeten. hondje bestaat gewoon niet meer. hondje houd je staartje naar beneden! want voor je het weet is je staart gesnoeid en weg. heb je dat ook nog voor je goede gedrag. die dingen beginnen altijd met een takje, met een besje maar eindigen veelal in een bloedbad.
pom: het werk schiet niet erg op dat mag ook nog worden opgemerkt. ik plaatste de foto tien uur geleden. en nog steeds staat de dichter merik van der torren triomfantelijk met de snoeischaar omhoog. er zit weinig schot in de snoeiwerkzaamheden. vannacht zal het te koud zijn om te snoeien. en hondje maar wachten. lief hondje!
Het is de eerste koude dag van het jaar. Handschoentjes aan op de fiets, extra boterhammetje mee. Aangekomen op kantoor is het gelukkig behaaglijk warm. We hebben het niet slecht.
Als je lichaamstemperatuur onder de drieëndertig graden komt, begin je te rillen. Dat doet het lichaam om via spierbewegingen warmte te genereren. De energie die dit kost, put je al gauw uit. De volgende stap is dat de bloedvaten aan de oppervlakte door de vermoeidheid van het lichaam vernauwen, waardoor de warmte in de kern van het lichaam behouden blijft, opdat de vitale organen hun werk kunnen blijven doen. Zonder een arm of een been red je het nog wel. Zonder een hart of lever niet. Je hebt het gevoel weer warm te worden vanbinnen. Als echter de kou verder doordringt, word je bevangen door een gevoel van onverschilligheid, grenzend aan slaperige dronkenschap. Je verliest het bewustzijn en één voor één vallen je organen uit tot ook het hart en de ademhaling stopt. Je sterft een zachte dood.
Op zich klinkt dit allemaal redelijk idyllisch. Doodvriezen hoeft dus niet per sé heel erg te zijn. Eerder aangenaam. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat we een kreeft liever in het vriesvak ‘euthanaseren’, dan in alle wreedheid direct toe te vertrouwen aan het kokende water. Ze schijnen het in sommige landen met honden en katten uit het asiel ook zo aan te pakken. Een humane manier om ervan af te komen. En om de zoveel tijd vindt men op een verlaten parkeerplaats, of in een uithoek van een containerterminal ook weer een veertigtal mensen die zo een zachte dood gestorven zijn.
Je moet je voorstellen ergens weg te willen, waar je medemens je het leven onmogelijk maakt. Of je bent gewoon op zoek naar een leven dat meer perspectief biedt dan geen. En je betaalt daar al je gespaarde geld voor aan iemand, waarvan je denkt dat die de uitkomst kan bieden. De laatste etappe van je reis word je gedwongen in te stappen in een donkere trailer. Op dat moment, dat de grendel op de deur gaat weet je eigenlijk al dat het voorbij is. Als de onverschilligheid door de onderkoeling intreedt, denk je daar nog heel even een moment aan terug. Maar onverschillige mensen vragen zich verder niets meer af.
Het is fascinerend hoe het idee kan ontstaan te ontsnappen aan door mensen veroorzaakte ellende, door daar mensen voor te betalen, die gedijen op ellende. Het is onvoorstelbaar te denken dat in het beloofde land, het volk altruïstisch zal zijn, terwijl de verpleegkundigen, boeren, bouwvakkers en onderwijzend personeel ten protest trekt, omdat ze financieel geknepen worden, omdat ze eigenlijk te duur zijn, voor het geldende verdienmodel.
Onder de streep geldt, dat alle mensen die niet gratis zijn, te duur zijn. En soms blijft er dan geen betere ‘business case’ meer over dan je er op een humane manier vanaf te maken. Hier is dat een uitkering, misschien binnenkort een basisinkomen. Voorlopig nog wel. Zolang de kachel brandt, zitten we er warm bij, doet de televisie het nog en schakelen we over of swipen weg. Het is een illusie te geloven dat het soort mensen, die medemensen als een productiemiddel beschouwt om geldelijke winst mee te maken, het goed met je voor heeft. Deze mensen zijn in de kern ijskoud.
In de avond kom ik thuis van kantoor, plof op de bank en sluit aan bij de kinderen die voor de honderdste keer ‘Frozen’ zitten te kijken. Er trekt een rilling over mijn rug. Mijn kinderen nestelen zich warm tegen me aan. Medemenselijkheid is niet in geld uit te drukken. Het is ook niet te koop.
op de
foto zien we de amsterdamse dichter merik van der torren. met een snoeischaar
in beide handen. voor het hondje van de dichter resteert een wijsvinger van de
linkerhand. 9 vingers snoeischaar, 1 vinger hondje. ik heb te doen met het
hondje. hondje wil aandacht maar krijgt geen aandacht – nauwkeuriger gezegd –
de struik en de snaar nemen samen 9 delen aandacht van de tien, hondje slechts 1
deel aandacht. maar 1 deel aandacht is geen aandacht zien we hondje denken op
de foto. hondje wil niets maar dan ook niets te maken hebben met de
sloopwerkzaamheden van merik.
en
merik? merik lijkt in toenemende mate vrolijkheid uit te stralen. weer een tak
en weer een bes. de zilveren trap richting 1 hoog belooft een enorme
snoeipartij te gaan worden met als
beloning naar wij hier vermoeden een kopje koffie met een glas grandmarnier
aangereikt door de buurvrouw van merik door het open raam wanneer het kozijn is
bevrijd van al die wrede en opdringerige takken, bossen, bessen en ander groen
goed, die buurvrouw het zicht op de werkelijkheid ontnamen.
en
het hondje? het hondje kan geen trappen lopen. zal steeds maar weer nieuwe
bessen, bladeren, takken en ander snoeigoed als neerslag moeten ontwijken
onderaan de trap als de dichter in de weer is richting buurvrouw, koffie en
grandmarnier. conclusie moet haast wel luiden – dichters hebben het goed,
hondjes minder.
Hoi Pom,
Mijn duindoorn voor mijn raam en dat van de bovenbuurvrouw moest gesnoeid. Eigenlijk deed Donna het werk van “Groen-Zuid” of zo, groet, Merik
Hoi Pom,
Mijn huishoudelijke hulp Nesrin die al meer dan twintig jaar voor me werkt, inspireerde me tot dit tekstje, voor pomgedichten, groet, Merik
Voor Nesrin
Uit mediterraan gebied gevlogen, uit witte huizen en blauwe zee, waar vijgen in de zomerzon rijpen en jij de tango danste op voeten van vele ritmen,
naai jij het knoopje op mijn vest zuigt het stof uit de naden van het oude huis
ik moet je helaas de column voor deze week schuldig blijven. Jan Bulsink en ik hadden vanavond een zeer geslaagde eerste editie van ons podium Amerswoord en daarna ben ik met Peter Posthumus aan de rol gegaan. Het verslag van onze perikelen tref je aan in het volgende gedicht.
manieren van afscheid, middelen van vertrek
we liepen in de groeven van de stad, ramen van lucht sloegen ons gade, de pont lag vast aan de overkant
en onze voeten waren niet van water, we hunkerden naar vaste grond, je zei, het wordt al later
nog even en wij zijn vergeten in het schuim, de vaart der dingen, maar ik was altijd gesteld op het duister
van november, de rivier met dakpanzilver geplaveid we bestelden liefde maar kregen geen gehoor
de pont kwam alsnog om de knarsende stilte te verbreken doorkliefde je spiegeling in het water, de herinnering
werd ondergedompeld in stationsgeluiden, hier staat het afscheid recht overeind en vertrek is in
de treurnis van neonbuizen, altijd moet er iets in beweging worden gezet, want stilstand is brak water
en gaan een rivier, je duwde je fiets voort, het stuur stak in mijn rug en ik vreesde je nooit terug te zien
maar jij komt met het seizoen, als de regen het geweten sust het hart doet smelten en ik tegen je praat
als een oude bekende, als de boom die uit zijn wortels groeide maar toen ik wegkeek was je fiets verdwenen
Hier mijn poëtische samenvatting van de Womex, de wereldmuziekbeurs in Tampere die ik als muziekjournalist heb bezocht voor MixedWorldMusic. Ik stuur je nog een foto van het meer bij Pispala en op Facebook kun je ook het nodige vinden.
Groeten,
Rik De tijd in Tampere
De reis langs muzikale landschappen van Letse vrouwenzang naar Georgische snaren van Kaapverdisch heupwiegen naar Estonische bosvrouw zoveel dat het in oren ogen hart en hersenen duizelt
de tijd in Tampere vliegt als een snarenwonder voorbij tot de kamantcheh maestro uit Teheran zijn wereld bestrijkt ingetogen en expressief de wonderen bespeelt muzikale vertellingen en dansende Colombianen begroet
zo verhaalt de Finse violiste van haar fietstocht door ‘t merenland speelt de nickelharpa met ‘t hart bezingen Gnawa vrouwen de heiligen van de woestijn haalt de Cubaanse nimf de Yoruba goden aan
neem ik deze veeltalige muzikale verhalen mee naar het meer van Pispala dwars door de sneeuw heen ze tillen het avondduister van de trein naar Tikkurila op tot aan de Rautatieasema van Helsingfors.
Steden worden gebundeld door feromonen steden braden in de bedrading van een zon steden betoveren zichzelve steden waaronder mijn oude nachtmot Rotterdam slaap de slaap der wijze slapen slaap de onrust uit de onbekende dag slaap voor wat je niet wenste te horen slaap de oren uit je kussenrug sloop dat tragisch hopeloze loop morgen naar vandaag loop en laat alle antwoorden vraag goede mensen alles vraag kwade mensen alleen het allermooiste.
Probeer. Meer heeft zichzelf niet nodig geef een goed oog door voorzie het breder nog met blij.
–> ik las het gedicht van Babak Amiri en vind het prachtig. Het ziet er naar uit dat, sommige dichters in elk geval, zich er door hebben laten inspireren. De edelmetalen hoeven niet moeilijk te zijn denk ik want er steken drie dichters boven de rest uit en dat zijn Marten, Petra en Frans. Petra verdient zilver, Frans goud en Marten brons.
wie wint de enige echte virtuele alles verscheurende vierkante-centimeter-pijn trofee op pomgedichten? het thema zal niet verbazen – een en ander naar aanleiding van de prachtige reactie van de dichter babak op het gedicht van webmaster – aan de orde is de pijntrofee – die pijn van nu en nooit meer. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regel s is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
niet meer
het is niet meer het alles verscheurende dat je onlangs nog bij de dichter babak lezen kon die-vierkante-centimeter-pijn die niet op te lossen valt in taal
het is meer het ontwaren van een gestalte de hoop op een ontmoeting – niet eens een ontmoeting de hoop op een voorbijgaan aan wie zo onzichtbaar is geworden
pom wolff
Babak Amiri:
die-vierkante-centimeter- (alles verscheurende)pijn, pom waarvan jij elke millimeter blijkbaar begrijpt heb ik in taal verzacht
in een verhaal over een meisje dat de essentie van het leven begreep
in een verhaal over de scheve gebouwen van mijn geliefde stad in de regen
in alle nuances van de magische woorden: liefde en vriendschap
in een liedje gebaseerd op een gedicht van een vrouw die dood ging voordat ik haar lief kon hebben
in een stellig statement over de stupiditeit van de stellige statements
in de onwerkelijke oneerlijkheid van een onoprechte linzensoep
in heimwee naar de bergen die je pijn uitfaden
in de wijsheid van dronken onzekere nachten vol verwijt, heen en weer
in bewuste keuze voor de mooie woorden wat het ook mag betekenen en nog meer….
want: het op te lossen is een onmogelijke opgave natuurlijk
Babak
Een vlucht vooruit
Niet meer de stem van een vermiste dochter die in een koelwagen haar adem en haar hartslag verliest
dat nooit meer horen je hoofd met boze angsten volstopt tegen je oren de bonkende vuisten het bedrog van in valse handen vallen
hoe het een tragische reis is van weeën bij een barende moeder tot de gapende wond van levenloos verkrampt een laatste schreeuw
het wegsterven van geroep van slaan tegen een ijzige dubbelwand volgestroomd met doodse stilte die deze pijn tot zwijgen brengt
een vlucht vooruit die een hellevaart is waar je nooit geborgen
FT 26.10.2019
–> met het thema is de pijn gegeven – deze week moeten de woorden pijn doen. de pijn van nooit meer! de actualiteit van de 39 doden pijnlijk door de dichter in beeld gebracht. doet denken aan een mobiele gaskamer.
jeanine: –> FT 26.10.2019
Dit is pijn. Ik lees hier een gedicht dat meteen binnenkomt. Enkel de laatste twee regels komen bij mij niet helemaal aan, ook al kan ik heel goed beredeneren waarom ze er staan. Ik ervaar je gedicht als een ijzingwekkende pracht. Dankjewel Frans.
Gouden vingers
Water is later meer dan toen je nog geen dorst had naar het goud van Midas
Het stralen van zon zonder schaduw tilt aarde naar voetzolen op
Ik heb gebeden om een korrel zand die met de nagels
uitgegraven niet meer smaakte naar een korrel zand
Marten Janse –> met het thema is de pijn gegeven – deze week moeten de woorden pijn doen. de pijn van nooit meer! marten plaatst het thema in een beperkt aantal woorden die verwijzen naar de verhalen van weleer. op de woorden heeft de dichter een licht filosofische coating aan gebracht. was het jan arends niet die ons leerde dat er geen mens is geweest die ooit een korrel zand heeft bezeten – uiteindelijk. in goud kunnen we niet leven hoe verguld we het leven ook aanhangen. de filosofische glans bevalt me goed, de woorden echter hadden gelet op het thema iets meer snijdend gemogen.
jeanine: –> Marten Janse
Die laatste twee strofes grijpen me een beetje bij de keel. Vooral bij eerste lezing. Ik weet dat je een gedicht niet moet proberen te begrijpen, ik betrap mezelf erop dat ik altijd aan het uitpluizen sla. Vandaag ga ik dat niet doen, Ik bied de woorden een weg naar waar het uitpluizen geen functie meer heeft, omdat ze doel bereikten. Ook die tweede strofe is niet mis. Dankjewel Marten.
alles is groter
als een vlakte leg je jezelf neer in mijn leven
de wind ruist door het waterriet en mijn ogen vallen in je lach
is dat wat we zijn lopen we pas voor pas door de laatste momenten
weet je dan niet dat alles raakt de wolken het blauw het donkere licht
alles is groter met jou ook pijn
petra maria
–> met het thema is de pijn gegeven – deze week moeten de woorden pijn doen. de pijn van nooit meer! petra brengt het thema toch net teveel zoals het een goed schilder betaamt kleurrijk in beeld. maar het beeld moet op zwart bij dit thema.
jeanine: –> petra maria
Gisterenavond al las ik dit gedicht en ik was verrukt over je schitterende vondst van de ogen die in zijn lach vallen. Goh, dacht ik, wat lees ik dit graag. Inspiratie lees ik hier. Die laatste twee regels zou ik schrappen. Ze voegen niets toe, integendeel. Pijn is iets wat je voelt, niet wat je op een schoteltje krijgt aangeboden. Dankjewel Petra,
Langzaam langs meren
Je zegt dat reizen deugdzaam is langzaam naar het einde van de wereld naar een pijn van rusteloos loslaten
de stad verzacht bij aankomst het park met de vijver verstilt in groene algen van voorbije smart
het hart klopt in het land de hand grijpt jou beet tot de pijn eruit geknepen is
zo reizen we door een landschap langs meren waarin tranen verdrinken langs dunne bomen verzonken in tijd.
Rik van Boeckel Tampere. Finland 26 oktober 2019
–> met het thema is de pijn gegeven – deze week moeten de woorden pijn doen. de pijn van nooit meer! we vinden nog veel te veel troostrijks in de woorden van rik – het moet snijden zijn en afgesneden zijn . vasalis zoeken we.
jeanine: –> Rik van Boeckel Tampere. Finland 26 oktober 2019
Mooi, een ander woord vind ik niet voor je gedicht. Dat reizen deugd doet neem ik graag aan en je laatste regel voert me even naar Jan Arends. Zo reis ik een beetje door je woorden. Dankjewel Rik
Ha Pom, Pittig thema (zo vatte ik het tenminste op), wel mooi. Hierbij mijn bijdrage. Fijn weekend verder, Hartelijke groet,
voorbijgaand beeld
handen om leven te omvatten versteend tot kleine piramiden als zij haar dode kinderen streelt
luid schreeuwende mannen hebben ze weggedragen naar het leger fotografen
haar afscheidsblik vanuit een kloof dan nog wat laatste kreten in de zwarte stof gesmoord
–> met het thema is de pijn gegeven – deze week moeten de woorden pijn doen. de pijn van nooit meer! we lezen drie strofen pijn. het thema is gehaald. pijn geschreven vermoedelijk bij een nieuwsfoto. een geschreven beeld bij de krantenfoto’s van alledag. bij het zo nadrukkelijk gegeven zo realistisch verwoorde thema pijn past een iets minder realistisch poëtisch verwoord beeld. nou ja dat is de particuliere mening van uw door hoest gekwelde webmaster- die vandaag noodgedwongen kortaf moet zijn. gelukkig hebben we jeanine nog.
jeanine; –>
anke labrie Een schreeuwend gedicht lees ik hier. Let wel, het is zondagochtend, dadelijk zijn mijn beoordelingen alweer op de pom geplaatst en morgen denk ik misschien, wat schreef je daar nou toch. Ik krijg een beeld bij je gedicht dat ik niet graag zie. Dat kun je best pijn doen noemen. Dankjewel Anke.
Perspectief
Dat ene wat je me schreef op zijn Frans, arrogant die kattebel per expresse kleiner dan een zegel
Fini
en niet het snijden een tongriem breed blijft zo schrijnen maar het mijden van wat had kunnen zijn
dat deed je tenslotte de das om
261019 Cartouche –> met het thema is de pijn gegeven – deze week moeten de woorden pijn doen. de pijn van nooit meer! uw webmaster gekweld door hoestbuien – cartouche zal wel weer opmerken – die hoest is in zijn juryhoofd geslagen – cartouche legt een vasalis variant op tafel. ‘En niet het snijden doet zo’n pijn, maar het afgesneden zijn..’ ja die pijn bedoelen we precies hier. de tekst van vasalis maakt die van cartouche tot een slap aftreksel. kunnen we de jury wel weer gaan aanvallen maar de dichter mag zelf ook wel de handen uit de mouwen steken.
jeanine: –> 261019 Cartouche
Weer een gedicht dat ik uit zou willen pluizen om het op de goede manier te begrijpen maar dat doe ik dus vandaag niet. Ik laat de woorden op me af stormen en als ze niet op de juiste plek arriveren dan geef ik het gedicht de schuld. Je schreef een schuldig gedicht, terwijl het er juist zo klip en klaar lijkt te staan. Dankjewel Cartouche.
herfstig verjaren
het is de tijd van de grote feesten van het kleine uur, het lillendgistende vruchtvlees de dagen zijn mooi geweest
maar de nachten duren lang als het leven er tikken goddank geen klokken meer je put wijsheid uit getallen
de bezorgde ouders van weleer – die rollebollend in de bolderkar vergaten dat kinderen ook kunnen bloeden –
eten taart en drinken spuitwater wie verdeelt de aangekoekte erfenis wie metselt voetafdrukken in gips
wie verzorgt de jankende kater? de regen zingt vreugdeloos zij leve hoog de liebfraumilch staat aan je lippen
in de tuin barsten klokhuizen uit de schil eikels tikken hartverscheurend tegen de ramen en wie heeft toch de slingers opgehangen?
Jolies Heij
–> met het thema is de pijn gegeven – deze week moeten de woorden pijn doen. de pijn van nooit meer! lezen we van die pijn bij Jolies? ik dacht het niet. jolies legt het thema te weken in een badje met vragen (en antwoorden ho maar!)- én geeft haar tekst bovendien de lelijkste titel van de eeuw mee. hoe verzin je zoveel lelijkheid?
jeanine: –>
Jolies Heij
een echte Jolies zou ik willen schrijven maar dat vind ik wel heel erg gemakkelijk, want wat is dat dan? Ik voel me nogal heen en weer geschud. Dat ik geen robot ben wist ik al heel lang maar nu weet ik het zekerder dan ooit. Nachten die lang duren als het leven, het klinkt poëtisch maar ik krab hier mezelf achter de oren en dat krabben doe ik vaker. Bij dat lillendgistende bijv. Mocht je me niet volgen kunnen in mijn commentaar dan mag je me via een pb bestoken met vragen. Nog liever via de mail aangezien ik op mijn telefoon geen berichten kan openen. Dankjewel Jolies