Festina lente. Haast u langzaam. Maar dat geldt niet voor deze kippen. Zij zijn in hoog beraad, want de lente is in het land. En dat betekent opletten geblazen. Voor je het weet beland je als kip op de BBQ. En geloof me, ze staan te popelen. Nee, niet de kippen, maar de BBQ-mannetjes, een enkele vrouw daar gelaten. ‘Chicken tonight’ is hun grote vrees, om kippenvel van te krijgen. Zo kleurrijk deze kippen zijn … en verlicht … gaan we ze dit jaar niet meer meemaken. Bruine kip saté zal het eerder worden. Niet langer op stok, maar een stok dwars door kleine stukjes van de billen. Een gevleugeld spreekwoord zou ik nu te berde kunnen brengen. Maar niet vooraleer ik een anekdote vertel in oorlogstaal. Neem WOII en neem een piloot van de Royal Air Force. Stort neer in een weiland ergens in Twente. Ja, het bestaat en waar gebeurd, midden op een kippenfarm. De kippenboer komt woest naar buiten gerend, vloekend, tierend, met een hooivork. Waarom een hooivork? Geen idee. Ik vind het wel leuk, heb ik er gewoon bij verzonnen. De piloot schijt zeven kleuren stront en roept angstig met zijn armen hoog geheven: “Keep quiet … keep quiet!!” De boer … nog giftiger: “Kiep kwait, kiep kwait ??? … Ik ben sodeju al mien kiepe kwait!!!” Het einde laat zich raden. De boer, ten einde raad, ten einde raad. Over de brug met Erasmus dan maar. ‘Het ei moet niet wijzer willen zijn dan de kip’. Niet dan? Of toch liever Lincoln, om actueel te eindigen. ‘Men krijgt eerder een kip door het ei uit te broeden dan door het kapot te slaan!’ Chicken tonight!
wij van de pom condoleren de familie van Pandorra. ik zelf trad heel wat jaartjes geleden (ergens rond 2008) met haar op als duo “PURE DOPE” – we deden nederland, we deden belgie – het was een mooie intensieve tijd met haar. poëzie en improvisatie – pomprovisatie zou ze zeggen. slaap zacht lieve pandorra.
desert rose
mag ik huilen wanneer een woestijnroos haar traan heeft laten vallen
mag ik voor haar knielen wanneer zij een blad verliest
mag ik voor haar bidden wanneer zij de koude van de nacht moet overleven
en mag ik voor haar sterven wanneer de zon haar traan ontneemt
pandorra, 24 maart 2004
Catelijne schreef in 2017:
we bladerden gisteren weer eens door het boek van ’30 jaar einde van de wereld’ (2014) en daar zag ik ook een heuse foto van de heer wolluf op het dichters podium (2008) van pandorra Mary Kuijer staan. ja meneer wolluf was er al vroeg bij op onze dichterspodia. u kunt het zelf waarnemen als u het boeiende boek met geschiedenis tekst en vele foto’s in kleur voor een schijntje aanschaft
Luk Paard: ‘et is me echt’n schok…veel te snel veel te vroeg altijd pijn en’n soort verlore…’et verlies…ik ontmoette haar enkele keertje…zag ze in de linge zwemme te leerdam…zag haar zus en zo en genoot…zij schreef zij trad op zij zwom…nu is zij weg…voorgoed…de dood greep…ik schrijf wat voor haar nog omdat ik denk aan wat…’et is fantasie…maar de dood is goddeverdekkeme echt…RIP pandorra….mary!!!! en ik voel de pijn…maar schrijf toch van’et vuur en de vlam van de doos…
de doos van pandorra
as’k schrijf pandorra dan denk’k doos en met’n glimmertje dààr
waar’n tong kan draaie tot in vuur en vlam en de krater kolkt tot alles stuwt en schokt en trilt en lava stroomt
jij en ik
doordronge verzwolge tot we stome en zo van de aarde knalle
zoals liefde is schijnt zij in alle hemelen te zijn is geen vraag voor altijd een teken
Catelijne Beijst – Via pandorra ben ik begonnen met poetry musica. Zij was ook een brandende kok bij de boot en organiseerde aldaar dichters avonden. Toen zij jarig was vroeg zij of ik het een keer wilde presenteren, misschien was jij er toen bij en zo is het gekomen
Acg Vianen
Het jij zit in mee met het mij los van ons nu in het al om jij, pan de zon is uit het zen tot wat kon ben je om het aan hou dat vol in het jij nu al dit was is.
We weten allemaal allang dat liefde niet gevonden kan waar ze niet werkelijk bestaat,
zo ook dat wèrkelijk houden van zich niet verbergen laat. Het is daarom dat ik dit schrijf.
Ik delf me hier mijn eigen graf, precies zo breed en juist zo lang en met dezelfde ronde vormen.
Dit op maat gemaakte gat, dat me als koude huid omsluit, is waar ik alles achter laat.
Òf waar ik in de aarde vind waar ik hartstochtelijk naar zoek- een liefdevol begin, diep onderin
Karlijn Groet
passie het toverwoord deze week in de zondagochtendwedstrijd – de regels aan alle kanten overschreden – ditmar stuurde twee gedichten, max lerou met excuses meer dan 20 regels – kan mij niet schelen zegt mn kleinzoon hier op mijn schoot – kan mij ook niks schelen zeg ik hem. dank aan alle dichters die inzonden – zo hebben we de zondag weer mooi. bjorn van rozen en ik zullen onze passie vanmiddag uitvoeren bij café l’affiche 020 – de jaarlijkse manifestatie van poëzie en andere mooie dingen – ooit gepresenteerd door Lisan Lauvenberg – nu dacht ik door Seraphina Hassels – bjorn en ik zullen drie liedjes doen uit ons programma ‘dichter bij de bron’ – heel veel dichters zullen de revue passeren vanaf 1600 uur daar – wij na 1700 uur.
hoe dan ook een prachtig begin van de wedstrijd met het gedicht van Karlijn – op zoek naar de liefde mogen we begrijpen – wellicht te vinden in de koude grond ooit – of liever anders mogen we de ik – persoon toewensen. een rond en af gedicht. eigenlijk is dit een gedicht zoals neeltje maria min er ooit één schreef – karlijn groet schrijft er gewoon elke week een. vorige week goud hier – eens kijken wie haar van het goud deze week afhoudt.
het antwoord luidt: DITMAR BAKKER en MARTIN B 2X GOUD! van harte heren – ZILVER voor Karlijn Groet
dag hockymeisje
heeft je vader een BMW of een Mercedes
geeft je moeder thuis de bloemen water drinkt ze wijn in
de avond waarom sta je nu hier zijn je vrienden op TikTok allemaal voor Trump
het kan mij weinig schelen
de nasa heeft high definition foto’s gemaakt van de maan
en de klokken op het perron zijn overal nog steeds hetzelfde
kom vooral goed aan
Martin B
ha fijn weer een b te mogen ontvangen – dat lieflijke toontje op de rand van de afgrond van het leven of het meisjes zijn of jongetjes of anders. het maakt b niet uit – hij voert ze op, hij stelt een vraagje en voorziet de lezer van een wereldbeeld. zo moet dat in de poëzie.
Ha Pom, omdat ik niet kiezen kan, stuur ik je er twee waaruit jij kiezen kunt. De eerste schreef ik wat jaren terug en lijkt toepasselijk; het tweede schreef ik vorig weekend als mijn vijfjaarlijkse zelfportret:
HET OPGEBEURDE DRAMA Vergetelheid—zal alles niet verglijden? Neen, heren, wees indachtig toch het nu! Wat staat er immers weer op het menu? Denk Martin Bril, denk rokjes! Dolle meiden
die bronstig van door duinen heen paardrijden en moe van dat gespannen-zwart tenue het manvolk vinden. Men hoort ingénues in bosjes openvouwen, dan zich spreiden
om lid & hockeystick binnen te leiden: gepiep om God daarvan het revenu maar zacht, gevoeglijk-preuts om gene zijde,
zoals dees dichter roept om vroeger tijden, in hemels waanzin die een continu orgasme van geen hellevaart weet scheiden.
ik denk toch dat ik voor deze passie hierboven ga. de hockeystick wordt liefde vol omarmd door het meisje. een beetje god erbij nooit weg voor de jus – een dichter die ‘om vroeger tijden’ roept – prachtig – en een ‘continu orgasme’ – tsja wat willen we op deze door ditmar ingewijde zondag nog meer?
DE ARTIEST Twaalf jaren, met de Hel nu. Goed dan: tien, daarmee raakt zo’n sonnetje sneller vol terwijl zijn onderwerp (op alcohol) iets van de horror afdoet—en misschien
had ook je tripsitter geen Hel voorzien: een schok—je schrok—en golven cortisol (dat stresshormoon) maakten je horendol tot aan vandaag, al ben je jaren clean.
Je zou hem invalide schoppen, toch, zo iemand, kwam je ‘m tegen, zo op straat— maar hij ging dood. Een tikje beter nog.
De Hel, die je alleen en levend laat zelfs in de dood, tot kiemcel en tot zog vergetelheid—en God weet wat er praat. ***[D.B.]
Martin B – dag hockymeisje
Frans Terken over het paardenmeisje
Cartouche – als ze me missen ben ik aan het vissen
Karlijn Groet – gitaarmeisje – Waar ik naar zoek
Max lerou – en het nina hagen meisje
Ditmar Bakker – Dolle meiden en andere Hel
Luk Paard – as’et maar uit de buik komt
Rob Mientjes – jaagt en duwt
Rik van Boeckel – woorden vol passie bijeengebracht in liederen
Anke Labrie – I.M. Derrel
wie wint de enige echte – het virtuele hockeymeisje – trofee op pomgedichten? laten we zeggen dat we ideze week in de zondagochtendwedstrijd de passie voor wat den ook centraal stellen. uw passie – zal het hockey zijn, zal het lowlands zijn, zal het de liefde zijn, zal het de trein zijn – wat maakt het ook allemaal uit. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
het hockeymeisje
hoe ik in het meisje bij de trein mezelf weer herkende lowlands vrij lowlands high
en hoe het was toen in die trein alle liefde van de wereld in mijn vezels
en dat ik later tegen mijn moeder zei ik ben veilig en verrot weer thuis
pw
Eilander
in ziltzoet water leven als een vlielander visserman die in stille avonduren zijn netten boet om bij donker uit te varen ver van de wal in zee waar gedroomde buit binnen bereik van karig licht
onder de oppervlakte wacht, in stilte verzonken woorden die inhalig naar boven willen in bloed ontstold toevloeien naar vingers van een rechter – hand om bij opkomend tij uitzinnig uit te halen en jij, kapitein/havenmeester, regelt de roergang van je boot alleen valt te leven, vanuit een ei– land genesteld in water en vol in de wind
raak je dichter alsmaar dichter bij je prooi met de blik van een vogel – het dwingend oog van jouw schoot, spelen op leven en dood
24-03-2025 / Cartouche
als bijsluiter gaf Cartouche/ Gérard Vromen de tekst ‘als ze me missen ben ik aan het vissen’ – we lezen van de visser en zijn rechterhand en van vissers passie vol in de wind. johan derksen of wilfred genee of die ordinaire vanderGijp zouden er wel raad mee weten – wij houden het beschaafd hier. de bedoeling van deze dichter kennen we niet – achter het visserslatijn open baren zich in zijn woorden – ‘in stilte verzonken woorden die inhalig naar boven willen…’ voor ieder wat wils ook voor de dichter en voor de roerganger natuurlijk ook.
Goedemorgen Pom, Het hockeymeisje bracht mij een ander meisje, kleindochter die haar eigen passie kent; voor haar deze bijdrage. Vanmiddag nog kijken naar een andere passie, het ‘ijzeren ros’ Weekendgroet, Frans
Paardenmeisje
Zij zwaait onder de cap haar haar in een staart heen en weer zoals haar lievelingspaard
borstelen en glad kammen alles uit de kast halen om het dier op gemak te stellen en mij te laten zien hoe het moet
zacht het hoofdstel omdoen zadelen en opstijgen dan fier een klopje op de hals en met een lach de bak inrijden
in galop naar het veld de zon stralend op haar gezicht ogen glanzend als de paardenhuid
thuis trappelt al de kudde van Schleich haar liefde in speels formaat
de liefde volle woorden van een opa voor zijn kleindochter. later zal ze deze echt lezen en koesteren. hij zag mij rijden – hij was er bij – hij was zo trots op mij dat ie er mooi van schreef. mijn opa mij.
ha Pom…vandaag moest ik bij het woord ‘passie’ zomaar denken aan luk paard, passiedichter pur sang. alweer lang geleden schreef ik voor hem bijgaande regels. ik weet het zijn er meer dan 20 maar hé hier is sprake van noodzaak. en kort zijn ze bovendien.
luk paard terug uit elvenwoud – een regendans
luk mijn vriend wat ben ik blij dat ge weerom gekome zijt en dat ge verdomd vaak gekome bent dat help ik je hope want als er één is die dat verdient dan zijt gij da wel gij die altijd zoveel vitaminekes in onze glaasjes doet glaasjes die wij drinke gulzig zonder dorst vriend ik ben oprecht blij da ge goed terug zoals die andere kanjer je weet wel die met die grote ronde oge die kijke met lichtjes als uv en wij brande en brande goddomme als ik haar in mijn hande krijg… maar da’s voor de drome die wij kenne als geen ander welaan maatje trek die veer nu maar uit uw kont en schrijf tot het ochtendglore laat de engelkes pisse op uwen welgebekte tong en als ge daarvan uitgeblust mocht rake dat ze dan zachtjes aaie gaan en blaze en dat hun adem zal zijn als viagra…ik zeg als viagra verdomme luk wij belove ons wij gaan door tot de laatste snik en als die dan eindelijk… dat ze dan veel herman spele en dat nina over ons graf zal wene en wij verdwijne in natuurtrane
ml
mooi slot – verdwijnen in de natuurtranen van hagen – en ja max heeft gelijk – niets aan toe te voegen – de teksten van LUK PAARD zijn als ‘gij die altijd zoveel vitaminekes in onze glaasjes doet…” de zondagochtendvitaminen van Luk Paard ook vandaag weer hier op de pom in te nemen. en uw dag zal bruisen tot u er bij neer valt – haha leuk gedaan Max dit eerbetoon.
aaaah moeilijk toch…of net heel gemakkelijk…hoe schrijf’k over passie…die van mij…as’k zelf passie ben….(geintje hoor) maar dat’k me adem schrijf…passioneel…passie toch…kortom hier komt ie: “ schrijf adem “ luk paard
de god zijn of de duivel meester zijn over je geest
souldeep gaan tot je bodem raakt en alles aroma pijnlijk mooi
as’et maar uit de buik komt uit’et hart uit de ziel
hou je oge ope en je neus kijk loer gluur en snuif’et leve tot je op je bene trilt tot tilt tot wrak
max lerou schreef hierboven al over de vitaminen die LUK PAARD aan de poëzie, de lezers hier en aan de mensheid in het algemeen gesproken toedient met teksten als deze:
kijk loer gluur en snuif’et leve tot je op je bene trilt
neem een dichie van Luk Paard in de vroege ochtend en u kunt uw pillendoos wegdoen.
Ha Pom, Gecondoleerd allereerst met alweer iemand die je waarschijnlijk goed hebt gekend. Ik was even nog te druk met zijdelingse bemoeienis met het eind maart weekend en met Vertaalwedstrijd op fb. Dus geen tijd en energie meer voor een nieuw gedichtje. Maar ik moest bij passie ineens aan Derrel denken en schreef dit gedichtje bij zijn overlijden. Mooi weekend verder,
Hartelijke groet, Anke
i.m. Derrel
poëziebus 2015
volop zomer in het Vondelpark loom liggend op het gras likkend aan een ijsje
hij niet
ging voor de poëzie onstuimig
cirkelde in zijn blote bast rond ieder podium
van zin naar zin
een dwarrelend blad lang voordat de herfst aanbrak
anke labrie
dank je anke – ach ja het berichtje over Pandora – hoe de dood plots je huiskamertje inwandelt – en eerder al toesloeg bij de onbedaarlijke derrel – die overal aanwezig was – als een luk paard de tweede ronddichtte dat het lust gaf. met lichaam en tekst en inderdaad tot de dood inviel. geleefd had ie- dat nam ie mee.
Dag Pom, Passie voor een goddelijk lijf. Meer moet dat niet zijn … in een jaargetij dat op barsten staat. Viva primavera. Groetjes, Rob Mientjes
Kroost tot aan de dood
Ik snuif je Ik ruik je Ik proef je
Jij en ik Het moet Het vermag
Voortbestaan Uit kluiten wassen Daden slachten
Van achter Van voren Ik neem je overal
Ik jaag Ik prooi je Ik duw je onder
Jij vlucht Alle kanten op Met je goddelijk lijf
Verdrink in mijn passie Voor kroost tot aan de dood
Rob Mientjes
ik zeg ala een cartouche. dichter mengt de lente en het vrouwenlichaam in een gedicht en het resultaat is een jong en fris en sprankelend geheel. een nieuwe lente – een nieuw lijf zou de dichter gorter nu opmerken. wellicht ook: een nieuwe lente – een nieuw wijf. leer mij gorter kennen.
Hallo Pom In dit gedicht verwoord ik mijn passie voor de combinatie van poëzie met muziek. Hockey meisjes heb ik gekend omdat ik als jongere ook gehockeyd heb maar zonder talent. Dus hier mijn bijdrage:
Tijd om muzikaal te zijn
Soms heb je tijd nodig om daar te zijn zoals een wereld vol muziek belooft in een geheimzinnige passage langs woorden vol passie bijeengebracht in liederen met een poëtische klank
het is tijd om te wezen tijd om te zijn in liefde, in vrede en soms voor de gein zo klinken zinnen op reggae latin en rock verbinden poëzie met muzikale akkoorden en door het hoofd spokende woorden.
Rik van Boeckel 22 maart 2025
de passie van Rik van Boeckel is wel algemeen bekend – zijn liefde voor het ritme van de taal omgezet in welluidende klanken op diverse instrumenten vormgegeven door Rik. en dat alles om zo de vrede en de verbinding tussen vredelievende mensen te bewerkstelligen. rik is daar onvermoeibaar mooi in.
“Het wordt tijd om naar een onderduikadres om te zien.
Gerdin in januari 2016 – en nog steeds actueel. ons onlangs overleden wonderkind – onze top columniste – op de vrijdag brengen we haar nog steeds hier op de site een eerbetoon met het herhalen van een aantal columns.
.
Goedendag poëten en anderen,
Het zijn interessante tijden. Met ijzeren consequentie worden her en der lieden met verderfelijke opvattingen tot het hoogste ambt verkozen. Zoals dat in benarde periodes al eeuwenlang gebeurt. Geen idee waar dit catastrofale instinct vandaan komt. Of het moet een zeer cynische grap zijn van een schepper met gedragsproblemen.
Op dit moment regeert in Hongarije een man die zijn land heeft opgeborgen achter solide hekken, in Rusland en in Polen iemand die de vrije pers het zwijgen oplegt, overigens met instemming van de bevolking. In Frankrijk is dochter Le Pen volledig salonfähig geworden, in Nederland stoomt Wilders op 41 zetels af en in Amerika, dat alles in het groot doet, zo ook zijn stommiteiten, wordt een krankzinnige genaamd Trump door velen serieus genomen. En inmiddels lachen alle voornoemden in hun vuistje na de aangiften van zo’n vijfhonderd vrouwen tegen aanrandende vluchtelingen.
Het wordt tijd om naar een onderduikadres om te zien.
En toch is er niets nieuws onder de zon. De huidige bootvluchtelingen werden vooraf gegaan door de Vietnamezen en eerder door miljoenen hongerige Duitsers en Ieren. Wat nu de Middellandse zee is, een graf voor velen, was eind negentiende eeuw de Ierse zee, waarover men richting Liverpool zwalkte.
Met een beetje goed wil kan men zelfs de Noormannen onder de bootvluchtelingen rekenen. Alleen waren zij zo verstandig om hun tijd niet te verdoen met asielprocedures maar onmiddellijk tot de aanval over te gaan.
Veel is veranderd, nog meer hetzelfde gebleven. Neem de kloof tussen arm en rijk. En in reactie daarop de trotse burchten die ooit in Europa ‘arbeidersparijen’ werden genoemd. Elk zichzelf respecterend land had er een. Behalve Amerika, maar dat land heeft zichzelf altijd om geheel andere, vrij onbegrijpelijke redenen gerespecteerd. De ‘arbeiderspartij’ is verworden tot een ‘linkse’ partij. Op zich niet geheel onbegrijpelijk want de arbeider is ook niet meer wat ie was. Maar inmiddels is dat begrip ‘links’ volledig uitgehold en van geen betekenis meer.
Wie het aloude arbeidersideaal nog steeds stillekens koestert en geroerd de VARA-serie De Strijd heeft bekeken, die weent met stokoude tranen. Maar het is allemaal eerder gebeurd en met een beetje actieve hersencellen kan men voorspellen hoe het verder gaat.
In ieder geval schrijver Alfred Döblin (Berlin Alexanderplatz) kon dat. In 1934 al, twee jaar voordat koningin Juliana de opening van de Olympische Winterspelen bijwoonde in gezelschap van de heer Hitler.
In 1934 schreef banneling Alfred Döblin in zijn roman Pardon wird nicht gegeben:
‘De arbeiderspartij bestond al lang maar ze was door de industriële groei en de aanhoudende vrede op een punt gekomen dat ze steeds meer met de overige groepen van de bevolking, tegen wie ze oppositie behoorde te voeren, vergroeid raakte. Er was beslist niemand die het waagde haar mooie vlammende, hartverheffende ideaal opzij te zetten, maar men bracht het met een zekere bedaardheid naar buiten, met het oog op het zonder twijfel eveneens niet te versmaden hartverheffende ideaal van een koninklijke, zegevierende staat, waarin iedereen gedijde en men zelf dapper mee wilde gedijen.’
Als we de wereld niet meer begrijpen, hoeven we alleen maar af en toe een boek te pakken.
‘Every artist is a cannibal. Every poet is a thief’
Soms gebeurt het, dat je aangesproken wordt op wat je geschreven hebt. Ik bedoel dan niet de duimpjes omhoog, de vleiende commentaren of het gevoel van medeleven. Ik doel op het rauwe gevoel, dat iemand met je deelt, die zich op zijn ziel getrapt voelt. Niet digitaal, maar gewoon in je gezicht. Boosheid. Dat zijn de momenten, dat je ineens met je geest vanachter je denkbeeldige schrijftafel wordt gerukt. Je wordt even terug op je plek gezet. Je wordt je ervan gewaar, dat je in een echte wereld leeft, met echte mensen met echte gevoelens. Niet één of andere optische illusie of virtuele realiteit, waar alles maar moet kunnen. Dat overkwam me afgelopen weekend.
Als ik schrijf, probeer ik dat altijd zo zorgvuldig en waarachtig te doen. Dat is een stukje beroepseer, dat je opbouwt als je al meer dan tien jaar elke week een verhaaltje produceert. Liefde voor het ambacht. En toch zijn er periodes, dat het niet zo lekker gaat. Je zoekt dan naarstig naar inspiratie en grijpt elke strohalm aan om nog een goed verhaal over te schrijven. En in dat wanhopige proces kun je soms vergeten, dat er regels zijn, die je jezelf hebt opgelegd, waar je je aan moet houden, wil je het goed doen.
Naar mijn mening, mag iedereen denken wat hij of zij wil. Verder mag iedereen schrijven of uiten wat hij of zij wil, maar moet dan wel bereid zijn de causale gevolgen van dat schrijven of delen te dragen. Je kan mensen niet per definitie ongestraft beledigen of kwetsen en dan denken, dat er geen reactie komt. Dat is de andere kant van de medaille van vrije meningsuiting. Over de rug van anderen tot meerdere eer en glorie van jezelf iets schrijven, kan wel, maar wees dan wel zo sportief geen ‘echte mensen’ te slachtofferen hiervoor.
Onlangs maakte ik deze fout wel. Hier ben ik netjes en stevig verbaal voor op mijn plek gezet en heb mijn gemeende excuses gemaakt. Het betreffende verhaal heb ik meteen daarna verwijderd. Niet dat het als verhaal slecht was, maar wel omdat ik er iemand persoonlijk mee geraakt had en zonder ruggenspraak veronderstellingen over deze persoon had gepubliceerd, die waarschijnlijk niet eens niet kloppen. Het leert je weer hoe klein je eigenlijk bent en hoe echt het leven is ten opzichte van wat je schrijft. Schrijven zegt altijd het meest over jezelf.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
Vera Jongejan op haar manier aan een nieuwe lente toe, een nieuw begin – ik zeg nog even wachten lieve Vera – dat kan altijd nog – eerst maar eens schitteren op het OBA podium van Lucienne Köhler aan het einde van de maand – zie poster hieronder. de foto hierboven is van André Homan – dank je wel – optreden van Vera afgelopen week op de boot van Catelijne aan het einde van de wereld.
Wie is er bang voor groen?
1 het wacht op je als je bent uitgespeeld een immens veld van troost daar lig je dan alle insecten op ooghoogte knagend kriebelend zoemend en jij met je kwetsbare velletje zo angstig eetbaar
2 Het begon met een handje vol letters ik strooide ze uit op papier zag met verbazing de puntjes komen dat ze groeiden tot zinnen
ze klommen omhoog langs mijn benen zo kan ik niet lopen riep ik nog voordat ik werd overgenomen maar toen het groene sap heilzaam ging stromen schreef ik gewiegd door de wind dansend de vingers
Op zoek naar zingeving, God…of Godot doseerde ik een greintje (in mijn thee) van ’t valse stiefzusje van LSD: Chinese waar, van ’t internet, en zo ervoer ik gefracteerd een avondshow waarin fantasmagorische Idee van Plato bij herhaling óp kwam–nee, dóórbrak, als een fractal. Nee, legio.
Een Hel: die kwam, en ik zou die bewonen. Eén zekerheid, daarmee: ik ben alleen, en ook het universum, dat eonen beslaat, ben ik, en ik kan nergens heen. Dit, wijl de nacht, gemaakt voor ieder dromen, als alles wat ontastbaar was, verdween.
Peter Posthumus drinkt zich goede moed in bij een concert van pom wolff en bjorn van rozen in De ROODE REMISE de afgelopen week – zijn poëtische bijdrage aan pomgedichten.nl kent zijn immer aanwezige waarnemingsvermogen en analytische instelling. verheugd waren bjorn en ik met de aanwezigheid van hoog – zeg maar Catelijne tafeltje/Ruigoord bezoek van Peter, en de rendieren maddy rentenaar en reinder van der woude – in de pauze gaf reinder ons goede raad – ‘het mag wel wat pittiger’ haha – het programma dichter bij de bron van bjorn en mij is nu eenmaal een licht poëtisch programma met lichte romantische songs over leven, liefde, verlangen en de teloorgang van dat alles. laten we het zo zeggen – in het peroxideproletendom – hebben we even geen zin. en we hebben altijd nog Peter Posthumus op de site voor de genadeloosheid:
Geen geld meer in de buidel geen voorraad of munitie meer voor handen dood zijn de soldaten weg het wankelend regiem de schepen zijn vertrokken ver voorbij de horizon
geen ontsnapping mogelijk, geen uitweg en wat dan ook, het is te laat in de uitdijende krochten van het voorgekookt verraad.
bij de dood van Rob de Nijs – zag hem als kind in heerlen in een circus optreden met johnnie lion, zal ongeveer een halve eeuw geleden zijn, iets langer – ok daarna vond ik zijn liedjes rommel – tot dit lied een paar jaar geleden. brengt zo een lied je terug bij de poëzie – oa het grijze konijntje van Der Mouw – bijvoorbeeld – of bij de mooie woorden van Lisan voor Menno – dood dood allemaal dood. geef me gisteren voor vandaag. tsja.
Pakjesavond Dan denk ik aan ’t konijntje, dat ik zag Als kind vóór Sint Niklaas achter het glas Van dure speelgoedwinkel. O! dat was Zo’n prachtig beestje, grijs en wit; het lag
Gezellig in zijn mandje in mooi-groen gras; En als ‘k van school kwam, bleef ik iedre dag Staan kijken, bang, dat ’t weg zou zijn. En, ach! Eens was het weg: en toen begreep ik pas,
Dat ik toch heimlijk steeds was blijven hopen, dat ik ’t zou krijgen. Thuis heb ‘k niet gepraat Over ’t konijntje, maar ‘k wou niet meer hopen,
Omdat ‘k dan huilde, aan die kant van de straat. Nu zou ‘k me zo’n konijntje kunnen kopen, Maar ik word zelf al grijs. Want alles komt te laat.
J.A. Dèr Mouw
Na de begrafenis.
En na de begrafenis ga je eten kopen bij de Lidl, omdat een mens nou eenmaal moet eten om te kunnen leven. En leven wil ik. Als ik aan leven denk, nadat we jou zo dood en zo alleen achtergelaten hebben op dat grote kerkhof,dan komen de tranen weer. Maar de Lidl is vreemd, anders, huiveringwekkend koud en als ik al die spullen zie, wil ik in de vrieskist bij de spruitjes liggen en even alleen maar heel erg stil zijn.
Raadselachtig wat je met al dat eten moet, de blikken in gelid uitgestald, de groentes kleurrijk vragend om mee te mogen in je mandje om er iets lekkers van te maken. Maar ik wil niks lekkers vandaag. Ik wil de droefheid vergeten, weg eten, tot het kale bot te voorschijn komt, van een groot gemis. De wijn begrijp ik vandaag nog wel en een borrelnootje misschien. Een mens moet vieren dat ie leeft en waarom doet iedereen dat toch zo graag met borrelnootjes, stukjes kaas en wijn?
De laatste keer dat ik je sprak, waren we op zoek naar de wijn en een hapje voor erbij, de verzameling dichters en anderen hadden de schalen al leeggevreten, er waren nog wat borrelnootjes. Die slecht voor jouw hart en slecht voor mij, maar toch, bij het droeve klinken van onze glazen, kraakten de nootjes tussen onze tanden. Droef om wat we achterlieten, van onszelf in ziekenhuizen. Droef omdat onze ooit jeugdige Stürm und Drang om de poëzie te leven niet meer mogelijk was.
Jij hebt een talent voor leven, zei je. Ik niet, ik kan het niet en ik weet dat ik het ook niet meer kan leren. Ik probeerde je nog te vertellen hoe groot je talent voor schrijven en ontroeren is, maar ook daar was je somber over, je zag noch het nut, noch de schoonheid van je eigen werk. Een hopeloosheid die niet meer te verhelpen bleek en een aanval deed op je lijf.
Ik zag en hoorde gisteren hoeveel er van je gehouden wordt, om wat je als mens was en omdat je vanuit wie je was, die prachtige precieze verzen schreef, die je letter voor letter uit je vingers wrong, nacht na nacht.
Het verheugen op een weerzien is nu voorgoed voorbij. De wereld is kleiner, nu jij kleine integere, liefdevolle en geweldige dichter er niet meer bent.
Je hart, je hart, je hart. Zwart.
Lisan Lauvenberg
9 februari 2018
Omdat je er zo om moest lachen, en je een aantal dichters herkende dit gedicht.