www.pomgedichten.nl heeft het exclusieve recht gekregen om 65 teksten van Miriam Al tweewekelijks op de woensdag te publiceren – dat gaan we doen! de teksten zijn door haar helaas overleden vriend Merik van der Torren nog net voor zijn dood uitgetypt en van een nummer voorzien én in een blauw mapje gedaan. vandaag tekst nummer 19 – dank je wel Merik – dank je wel Mirjam Al.
deze foto is genomen op 18 augustus van dit jaar – Ien vertelde me toen van de terminale boodschap die haar zus van de dokter had gekregen. afgelopen zaterdag is haar zus overleden. wij van hier wensen Ien en de familie veel sterkte. Ien schreef bij haar dinsdaggedicht voor deze site het volgende: ‘Bijgevoegd gedicht schreef ik toen ik hoorde dat mijn zus ziek is. Afgelopen zaterdag is ze overleden. Natuurlijk toch nog onverwacht want zo zitten wij mensen in elkaar. Het tekent deze dagen.’
het is niet dat zo dat ik dit wil zeg je jouw woorden klinken als verraad je moet gaan zeg je het kan niet anders mijn bloed verschaalt mijn hartklop daalt er is geen ontkomen aan dat zeg je ook maar dat je gaat vooral dat dat je gaat
¨Gelooft gij in God of in den duivel?¨ vroeg ze. Completely clueless was ik. Geen idee wat ik met haar woorden moest. Gezongen in perfect Vlaams vroeg ze het. Subiet na de prijsuitreiking. Haar stem ben ik nooit vergeten. De stem van. Ik had de tweede prijs gewonnen. En zij was numero uno. Danswedstrijd. Ergens op de boulevard in Oostende. Het moet begin jaren zeventig geweest zijn. Dat ik daarin verzeild raakte. In die wedstrijd. Ergens op een fokking braderie in België. Een onbezonnen jonge tiener. Warrig verdwaald in het leven.
What a game! Ik verdronk meteen in de eerste tonen. Stierf de marteldood totdat zij mij met haar ogen opving. Ik voelde haar melodie in mijn lijf te keer gaan. Haar ritme schuurde, jankte en jakkerde. Schokkerig als onweer vloog ik over de bühne. Ik stuiterde en beukte als een gekooide tijger. De wereld vergeten. Alleen muziek. En dat meisje. Alles nieuw. Alles top. Zij was top! Als een draak zo sterk, bloedmooi en rond als een meermin. Ik was veertien. Zij zestien? Achttien? Alles nat. Alles plakte. Alles naar de bliksem. Behalve zij en ik. De lach van Uzume danste op haar lippen.
Nadat een krakerige speaker de winnares had gefeliciteerd klonk er voorzichtig gejuich en gejubel. Een of andere bobo hing haar zelfs een plastic prul om de nek. Zo´n onbenullig ding dat kitscherig glimmend verleiding predikt. Ze dropte het kleinood zonder er verder nog woorden aan vuil te maken in de eerste de beste prullenbak. Onderweg naar het strand. Mijn hand zwetend tussen haar vingers. Het zand was er rul en nog warm van zomer. ¨Ik ben trouwens Eva,¨ lachte ze, en vervolgens zong ze het. Die ene zin. In perfect Vlaams. ¨Gelooft gij in God of in den duivel?¨ Nog steeds heb ik geen idee. Betekenis? Niets weet ik. En al helemaal niet als het over liefde gaat.
we zijn hier met iedereen bijeen om van onze vuist een hand en van onze kop een hoofd te maken en wij stellen ons voor als het wondere wezen zoals altijd door ons in onszelf vermoed nemen elkaar bij die onschatbare schouders
slaan onze armen ineen tot een prachtig collectief gebaar en omvatten de warmte in al haar onafwendbare vrede, dit alles doen wij tot aan willekeurig welk einde doen wij tot aan elk willekeurig einde
omdat het allemaal aan tijd te danken was we altijd te weinig te danken hebben gehad en na het overwinnen van de doodsangst en het omhelzen van de dooddrift strelen we elkaars lichaam tot er geen
minder delen zijn en we krimpen uiteen sommigen leggen met het grootste gemak hun hart in elkaars hand, in de volledige overtuiging van wat daarvoor nodig is andere droegen hun hart al van buiten
daar, tussen de flarden van onze tongen zullen we ons het eerste woord herinneren we zullen het als laatste woord beminnen en het geloven als een feit: we weten weer dat we liefde zijn die zichzelf uit ons kleit
Als je twintig jaar geleden naar Frankrijk ging, was het handig in ieder geval een paar woorden Frans te spreken. De Fransen zelf zagen niet zozeer de noodzaak massaal andere talen te leren. Met Engels hoefde je niet aan te komen, want daar hadden ze de schurft aan. Als je dat begon te spreken, kon je het wel vergeten. De Fransen werden er door vele buitenlandse gasten om verfoeid. We moeten dan niet vergeten, dat deze buitenlandse gasten, blijkbaar ook niet de moeite namen zich een klein beetje van de Franse taal (en cultuur) eigen te maken. Mijn ervaring was en is nog steeds, dat als je langzaam spreekt en vraagt om begrip voor je onkunde, dit toch ook echt gewaardeerd wordt. Zo ontwikkelt zich mijn band met de Franse taal en Frankrijk nog steeds.
Gedurende de tweede wereldoorlog waren taalkundigen al bezig om een vereenvoudigde versie van de Engelse taal op te stellen. Het doel hiervan was, om de geallieerde strijdkrachten beter met elkaar te kunnen laten communiceren. Achterliggend doel was ook, om ook na de oorlog een gemeenschappelijke taal te hebben om zo een groet gemene deler te creëren tegen het communisme. Taal leent zich bij uitstek om onder vreemden een gevoel van saamhorigheid te bewerkstelligen. Als je een Italiaan met een Duitser wil laten praten, dan is Engels een uitermate geschikt hulpmiddel. Hiermee ontneem je ze echter ook meteen een deel van hun eigenheid, maar dat neem je op de koop toe. Laat Engels nou ook nog eens de taal van het internationaal kapitalisme zijn. Het lijkt allemaal bijna geen toeval. In Nederland waren we er als satellietstaat van het grootkapitaal uiteraard al vroeg bij. Mijn generatie werd via de televisie overspoeld met Amerikaanse series en leerde onbewust perfect Engels verstaan en spreken. Sluipenderwijs werden woorden verangliseerd. Een steeds grotere influx van buitenlandse studenten zorgde ervoor, dat het onderwijs zich genoodzaakt voelde steeds meer colleges in het Engels te gaan geven. Het kantelpunt is intussen bereikt. Er is maar één niet-Nederlands-sprekende voor nodig om alle deelnemers aan het gesprek over te doen schakelen naar het Engels. Het is niet meer de meerderheid op locatie die bepaalt, maar de uitzondering.
Dit lijkt allemaal niet zo belangrijk. Let wel, je kunt een land veroveren met legers. Maar om mensen te veroveren, moet je ze beroven van hun identiteit en ze een acceptabel alternatief bieden. Als taal geen barrière meer is, kun je maar beter op je woorden gaan passen.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
Rauwe wond met opgezette randen een hart ooit gesneden in een boom en er mee groot gegroeid toonbeeld van verkrachting en verlangen zou de dader nog in leven zijn?
Vandaag stuurde ik de foto teken van aandacht bij verhaal van een nieuw hart
de operatie geslaagd man van een vriendin van een vriendin.
Wat zich vrijelijk en uit zichzelf beweegt dat leeft, kent en weet wordt gegeten en eet gaat zover het kan en doet dat dan zolang het gaat lijkt minder dan het is en is meer dan dat je denkt is voortdurende verandering is wat leeft