als men precies begreep hoe liefde werkte van jongst geboren tot het oudst gegaan van elk geslacht en binnen alle sporen van ieder die aan liefde heeft gedaan
dan zijn er kunstenaars die ons vertellen dat liefde is als kunst: niet subjectief maar toch ook niet vrijstaand, niet uit te leggen maar ach, je weet het wel als je het ziet
romantici begrijpen dit: de ware is niet diegene die het meest van jou en zelfs niet die, van wie jij zelf het meeste maar degeen die jij het houden van toestaat
ik ben ik ben wat jij niet bent en ik sta open, voor alles maar dit is hoe ik het zie: als jouw geluk van groots belang is voor het mijne dan houd ik van je, dan en anders niet
Hier mijn gedicht over fado, nu geschreven in Lissabon. De cassette Ai Mouraria van Amália Rodrigues heb ik in 1980 in Lissabon gekocht. Zo leerde ik fado kennen! Het bijzondere is dat Portugese dichters de teksten voor fado liederen schrijven en fado zangeressen zingen ook gedichten van de legendarische Portugese dichter Fernando Pessoa.
Ai Alfama Ai Mouraria
Met jou wil ik Ai Alfama zijn tijdens de wandeltocht langs de Taag naar Clube de Fado via Porta de Alfama en Largo de São Rafael
daar hoor ik de fado wel in de saudade van herinnering en langs Palacio São Vicente leidt de Portugese tijd naar de fado werkelijkheid
Ai Mouraria zingt Amália vanaf haar foto aan de muur bij Rua Cavaleiros Maria Severa de eerste fadista komt ons bij Fado Vadio in Mouraria tegemoet
kom er als dichter dichterbij zo gaat het elk jaar voor mij geef Pessoa altijd de hand poëzie is zo in fado beland.
www.pomgedichten.nl heeft het exclusieve recht gekregen om 65 teksten van Miriam Al tweewekelijks op de woensdag te publiceren – dat gaan we doen! de teksten zijn door haar helaas overleden vriend Merik van der Torren nog net voor zijn dood uitgetypt en van een nummer voorzien én in een blauw mapje gedaan. vandaag tekst nummer 16 – dank je wel Merik – dank je wel Mirjam Al.
Het is pas vrede wanneer er weer te dansen valt op de dauwdruppels die de nacht achterliet wanneer de levenslust op de toekomst is veroverd, de wil op de willekeur en de klank van energie de melodie vormt bij alles wat weer mogelijk is diè euforie van werelden die opengaan diè triomf van poëzie over het prozaische
Peter Posthumus
–> een boodschap naar mijn hart – laat de poëzie maar triomferen. ‘ diè triomf van poëzie over het prozaische’ – de poëzie laten voorgaan boven al die fantasie – liever dichters dan de fantasten van het proza – liever eerst het ene dan pas het vele – liever de binnenkant dan de buitenkant. zo dans ik deze ochtend mee met peter op de dauwdruppels die vannacht geboren werden. dat pril geluk.
Er valt soms niet aan te ontkomen. Fastfood. Honger. Onderweg. Vertraging. Etenstijd. Noodgeval dus. Dan mag alles. Bleke burgers met roots in Illinois? Of crispy chicken? Ik ga voor Kentucky. Gezien het tijdstip is er bar weinig volk. Veroordeeld tot het aanraakscherm kies ik voor de Bucket 5 Pieces Original, een kleine friet en een vanille milkshake. Het tafelnummer wachtte geduldig af totdat een schichtige jongedame me weifelend het dienblad aanreikt. Dat duurde wel even. Hoezo fastfood. ´Alstublieft meneer,´ zegt ze. De tranen nader dan het lachen. ´Sorry hoor, mijn eerste dag hier, ben nog niet goed ingewerkt.´ Ze knikt schokschouderend naar een plompe Indiër die haar met een valse grijns knarsetandend van achter de balie gade slaat. ´En nu al gedonder.´ Ik zeg haar dat dat nu eenmaal zijn werk is, de manager uithangen, en dat hij op zijn beurt ook weer een of andere klojo tevreden moet houden. Ergens hoger in de boom. Targets enzo. Kipkilo´s per uur. Snelheid. Online reviews. Dat soort ellende. Anders krijgt hij het straks zelf voor de kloten. Ze knikt hoopvol, lacht heel even en schuifelt schoorvoetend richting waar ze vandaan kwam. Om vervolgens te worden veroordeeld tot mop en wringer. Zo gaat dat blijkbaar. Likken en trappen.
Kip zeggen ze. In een krokant jasje. Het riekt naar in visolie gedrenkte namaak spons. Die bucket. Het smaakt nergens naar. De kip. Alsof je zompig plastic kauwt. De shake, chemisch zoals het hoort, kwam in een herbruikbare beker die dient te worden ingeleverd bij een zogenaamde slimme prullenbak. De vloer kleeft er morsig. Bij dat apparaat. Code scannen. Luikje open. Beker erin. Bonnetje uitgespuugd. QR code. Tikkie? Voor je statiegeld? WTF!
´Alles digitaal,´ antwoordt Herr Bully hoofdschuddend na mijn verzoek mij het geld contant ter hand te stellen. ´Alles? Aha, dat verklaart het,´ zeg ik. ´Is de kip hier soms ook digitaal?´ De man, duidelijk niet van zins direct mee te werken, haalt de schouders op. Nog zo´n zeikstraal, zie ik hem denken. Ik gooi er dus maar een schepje bovenop. ´Ja u weet wel, 3D printers enzo. Digital food. Niet te vreten.´ De man kijkt me getergd aan. ´En zo te zien is het hier niet zo druk vandaag. Hoe zou dat nou komen?´ Als blikken konden doden. Nadat ik mijn klaptelefoontje uit de broekzak heb geplukt en laat zien dat ik geen Tikkie heb, en ook niet kan of wil hebben, opent het heerschap geërgerd de kassalade om mij met weerzin een 1 euro munt in de hand te duwen. Het stoom inmiddels uit de oren. Het meiske mopt inmiddels vlijtig verder, en werpt me opgelucht een vrolijke lach toe. Wie het laatst lacht. Zo gaat dat met onzalige boontjes. Want klant is nu eenmaal koning.
Cartouche schreef het gedicht van de week – de gevierde dichter van de site pomgedichten.nl die het meeste goud wist binnen te slepen bij de legendarische zondagochtendwedstrijden. hoe de tijd gaten deed slijten in de geliefden van weleer. mijn romantische hart slaat op hol – het is die jeugdliefde – elke jeugdliefde die hier wordt geraakt. in ons allemaal gesleten en dat Cartouche er verlichte woorden van liefde aan weet te geven.
Lucia
Ach ja – weet je nog- toen we botsten om het hardst tegen elkaar op de kermis wij samen de roos probeerden te vangen met een zuurstok en twee suikerspinnen na
je me deed oprichten, de pluim voor je ving hoe onbevangen, hopeloos jong we waren een paar uur, dagen een heel leven scheen en tijd , gaten ging slijten in ons beiden
we uitvlogen en de einder zochten tot de maat der dingen begon te wringen onze voet de Italiaanse laars ontgroeide ging knellen en Mephisto het overnam
het pad van voortgang en aanpassing ik nooit vergeten zal hoe jij, Lucinda me het licht liet zien- je stralende blik in de rups van die pre-coronatijd toen
afstand nog compleet ondenkbaar ik nooit vergeten kan – elk jaar opnieuw hoe de zomer – zij het in semi-lockdown ons om een nieuwe kermis roepen blijft
Cartouche
–> ach ja ik herinner me ook de kleine kermis, de gevangen pluim bij het rondgaan. de kaneelstok en de suikerspinnen. hij kan het wel hoor cartouche. bijna zeg je dat na zo een eerste strofe wel een liedje gezongen kan worden. en c de pirate zingt dan ook dat liedje. hoe hopeloos jong, en hoe de tijd gaten deed slijten in de geliefden van weleer. mijn romantische hart slaat op hol – het is die jeugdliefde – elke jeugdliefde die hier wordt geraakt. in ons allemaal gesleten en dat Cartouche er verlichte woorden van liefde aan geeft. geniet het gedicht van de week op uw pom.