als stilte geen
kleine zelfmoord lijkt
Pom Wolff – maar wel zacht

maar wel zacht
we zouden samen M- S- kunnen doen
lachten we op een bankje
jij dacht aan wilde dingen
ik aan de dichteres met die naam
ik weet niet hoe vaak je zei
je moet niet voor mij denken
ik dacht aan mijn hoofd zei ik
en het hoofd het dacht:
we hielden vast aan wat we vonden
lieten los wie we waren
en het dacht ik ga je ontvoeren
ook aan vertrekken om te houden van
pom wolff
VON SOLO weer lekker in de weer: “Ik noem ze voor het gemak veget-Ariërs. Wat zij bedrijven is anti-se-Meat-isme…”

Het moet een winter ergens tegen het einde van de twintigste eeuw zijn geweest. Het was een tijd, dat je nog betaalde in guldens. We stonden op een galerij op de zestiende verdieping van een studentenflat in Utrecht half rauwe kipkluifjes te eten, die opgewarmd werden op een Hibachi barbecue. Om de bacteriën te doden werd er flink vodka gedronken. Uit een ouderwetse gettoblaster schelde reggae muziek. Uitkijkend van zo hoog over de lichtjes van de stad, ontstonden onder invloed van de rook brakende houtkoolhoopjes unieke gedachten over de toekomst. We filosofeerden, dat wat we nu deden niet eeuwig zou duren. Dat er een tijd zou komen, dat barbecueën verboden zou worden. Dat we ooit illegaal zouden moeten gaan grillen en clandestien ons vlees zouden moeten inslaan. Wisten wij toen veel.
Intussen zijn we een aantal maatschappelijke iteratieslagen verder in een ander tijdperk beland. Het stuiptrekkende kapitalisme heeft het in haar nadagen voor elkaar gekregen toch nog een aantal generaties te hersenspoelen en zich in te laten zetten als marionetten van het absurde nieuwe normaal. Via de kleine controlekastjes, die ze voorzien van orders lezen ze de oudere generaties nu de lessen van de toekomst. Je kan geen lunch meer bijwonen, of er worden louter nog vegetarische broodjes geserveerd. Zelfs de Michelin sterren organisatie is gedwongen geweest een veganistisch restaurant een paar sterren te geven, om mensen te laten geloven, dat het normaal is dat je vijftig euro betaalt voor een gefermenteerd worteltje. En je mag er niks van zeggen, want dan ben je tegen.
De voorhoede van de nieuwe golf wordt gevormd, door saaie betweterige jongelui, die vooral heel veel sporten en alleen maar plantjes eten en van mening zijn, dat zij het godsbeeld zijn, waar de mens naar geschapen zou moeten zijn. Vaak drinken ze ook nog eens niet. Ik noem ze voor het gemak veget-Ariërs. Wat zij bedrijven is anti-se-Meat-isme. Ze krijgen op alle kanalen de ruimte hiervoor in het kader van de nieuwe wereldorde. Net als in voormalig Oost-Duitsland is het leger sociale controleurs zo groot geworden, dat het maken van een houtskoolvuur in je tuin al bijna aangegeven wordt bij de milieudienst op straffe van onteigening en gedwongen verkoop van je huis. Terloops begreep ik dat veganisten ook nog eens geen sperma doorslikken. Maar de toekomst houd je niet tegen.
Het enige, dat er voor mij nu op zit, is mijzelf voortaan te profileren als LHBBQ.
VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
Mirjam AL tekst 17: ‘Dit is bevrijding, loslaten, gewichtloos worden, in het universum oplossen..’

pomgedichten feliciteert de jarige levensgenieter RIK VAN BOECKEL: “de melodie van het leven zingt 72 jaar door me heen…”
de melodie van het leven
zingt 72 jaar door me heen

wij van hier feliciteren RIK – wereldreiziger en levensgenieter met zijn 72ste (‘rondje’ zou max lerou schrijven) – deze site is Rik al jaren dankbaar voor zijn ongekende poëzie kracht in zijn eigen ritmische poëzieproza – gaan we zo af en toe met hem de wereld rond. RIK VAN HARTE. hieronder Riks eigen poëzie geschreven op deze blijde dag en daaronder zijn zeer recente portugalpoëzie.
Ode aan het nieuwe levensjaar
Jarig na de Portugal reis
raakt geen jaar van de wijs
van Oeiras en Lissabon aan de zee
naar Leiden aan de Rijn
komt het nieuwe levensjaar er bij
poëzie en muziek houden me jong
op het ritme van de hand en de tong
de melodie van het leven
zingt 72 jaar door me heen
zo blijf ik goed ter been.
Rik van Boeckel

Hier mijn gedicht over fado, nu geschreven in Lissabon. De cassette Ai Mouraria van Amália Rodrigues heb ik in 1980 in Lissabon gekocht. Zo leerde ik fado kennen! Het bijzondere is dat Portugese dichters de teksten voor fado liederen
schrijven en fado zangeressen zingen ook gedichten van de legendarische Portugese dichter Fernando Pessoa.
Ai Alfama Ai Mouraria
Met jou wil ik Ai Alfama zijn
tijdens de wandeltocht
langs de Taag naar Clube de Fado
via Porta de Alfama
en Largo de São Rafael
daar hoor ik de fado wel
in de saudade van herinnering
en langs Palacio São Vicente
leidt de Portugese tijd
naar de fado werkelijkheid
Ai Mouraria zingt Amália vanaf haar foto
aan de muur bij Rua Cavaleiros
Maria Severa de eerste fadista
komt ons bij Fado Vadio
in Mouraria tegemoet
kom er als dichter dichterbij
zo gaat het elk jaar voor mij
geef Pessoa altijd de hand
poëzie is zo in fado beland.
Met dichterlijke groet
Rik van Boeckel
Lissabon
14 augustus 2024

Voorlopig in Portugal
De voorlopig laatste dag in Portugal
de eerste in 1980 rond Ai Mouraria
de dromende dansers van Jamaica
en muziek uit Angola
later naar de Kaapverdische archipel
naar de rotsen en stranden van Cascais
van Lissabon naar Hé hé wat moet dat
aan het strand van Lagos
naar Sunshineland in Santa Cruz
naar Titou Maria Bahia in Monte Gordo
naar Coimbra Porto Parque Geres
Quinta da Cerca Barragem de Santa Clara
naar fado reportage voor Jazzism
met Mariza Mario en Cuca Roseta
in Lisboa en Monsaraz
toen en nu O Sol da Caparica
toen Musicas do Mundo Porto Covo Sines
Alter do Chão São Pedro do Sol
trein en auto naar het heilige Fatima
wereldmuziek in Porto en Lisboa
Figueira da Foz Vitoria de Santarém
Madredeus en nu Iria Braga Baile Brazil
Lusofone inspiratievolle wereld
na de door de Anjerrevolutie verslagen dictatuur de Salazar en Caetano
fadista’s Maria Severa en Amália
leven voort zoals Camoês en Pessoa
dichter bij het parque dos poetas
van Oeiras en Santo Amaro.
2.
De Lusofone saudade
De laatste dag voltooit de reis
met de diverse persoonlijkheid
rondom de dagen voorbij en in Lisboa
van Mouraria naar O Sol Da Caparica
de mooie muziek van Calema
de dansmuziek van Iria Braga
laten ons luisteren naar de wereld
van Lusofone muziek in Portugal
de zee neemt alle geluiden mee
via de wind en de zon op het hemelbalkon
de Portugese saudade zingt liederen
van fado naar oren van de mensheid
alles komt dichterbij de realiteit
van dichters en musici van fadista’s
Pessoa weet er alles van in Brasileira
het universum kijkt weemoedig toe.
Rik van Boeckel
Oeiras
24 augustus 2024
Peter Posthumus: ‘Wie zijn geheugen verliest is nooit meer iets kwijt’
Bettie is terug 2: ‘meneer wollofs had u gisteren niet al een leuk tv-avondje met die groentemanvrouw en met die toneelspeler?’

meneer wollofs meneer wollofs – ja wat is er bettie – ik ben een beetje gehaast – vanavond wordt een leuk avondje en ik moet nog een paar dingetjes doen. had u gisteren niet al een leuk tv-avondje met die groentemanvrouw en met die toneelspeler. de mensen vonden het prachtig staat in de krant. en ik moest ook bijna huilen meneer wollofson. u ook?
wolff is de naam bettie en nee ik moest niet huilen al kon ik wel janken van het goedkope amateurtoneel dat meneer de toneelspeler bijna de hele avond met zijn quasi getormenteerde kop aan het spelen was. ze hadden vreselijke zielenpijn bettie – erg he – de een dik in de 80 en de ander ook voorbij het leven zal ik maar zeggen. en maar huilen bij die dooie Claus die nog had gediend in de Duitse Wehrmacht en lid was geweest van de Hitlerjugend. zo een fijne man – en dan al die depressies – de toneelspeler had ook een depressie gehad zei die – maar het mocht geen naam hebben om er vervolgens een half uur over door te zeiken. vreselijk allemaal en hanneke de groentemanvrouw vond het ook allemaal heel erg.
ja ze kroop wel in zijn reet he meneer wollof. dat vond ik ook. hij kon geen kwaad bij der doen. dat ie het in het leger zo fijn vond hanneke wel een beetje raar. en dat ie allemaal kattenzieke filmpies wilde laten zien vond ze ook een beetje raar. maar dat ie Claus van de hitlerjugend zo een fijne man vond vond ze weer niet raar.
ja bettie niet met MODDER gooien hoor. de oranjes gooien ook niet met modder – krijg je laurentientje nog op je dak hier op 6 hoog in de VU.
PETER BERGER – Biefstuk uit de muur…- van die dingen

Van die dingen. Dat je buik er vol van zit. Na een week ben ik er wel klaar mee. Zeven dagen lam. En dat zonder vodka. Geen gin. Niks drank. Seulement de la viande. Agneau uit la douce France. Stoofpot. Bout. Koteletten. Het lamsvlees komt me inmiddels de strot wel uit. Nooit gedacht, maar ook nooit eerder gedaan. Zeven dagen lam is me gewoon te veel. Zwaar op de maag. Zoveel is duidelijk. Vanavond ga ik dus voor de broodnodige variatie. Alleen zijn alle winkels dicht. Want zondagmiddag. Hier nog heilig.
Gelukkig zit er een nieuwe winkel in het dorp. Het is een winkel waar boeren uit de buurt hun waar aanbieden. Rechtstreeks van boer naar burger. Kwaliteit verzekerd. Die winkel lijkt overigens vaker gesloten dan geopend, maar daar hebben ze iets op gevonden. Die boeren. Modern. Om toch 24/7 hun handel te kunnen verkopen. Aan de zijgevel prijkt een heuse automaat. Met van die luikjes. Zoals bij de Febo in Damsko en bij de snack op Leiden Centraal. Ik trek er wel eens een saté kroket uit de muur. Of goulash. Daar in Leiden. Zoiets maar dan gekoeld is het. Die automaat hier. Gevuld met streekproducten. Yogurt. Kaas. Groenvoer. Enzovoort. Alles vers van de boer.
Het is zo’n entrecôte die het hele huis naar stal doet ruiken zodra ´ie sissend de pan in gegleden is. Immédiatement. Je ruikt het beest. Stier. Kan niet anders. Mals als pas gemaaid lentegras is ´ie. L´entrecôte. Saignant. Met pommes de terre uit de oven. In partjes. En komkommer sla. In staafjes over de lengte. Geen plakjes. Die komkommer. Met verse mayonaise en geitenkaas. Sriracha een beetje. Ik ga dit vaker doen. Op zeker. Biefstuk uit de muur.
PETER BERGER
dichtersvrienden onder elkaar – Jose kok, Peter M van der Linden , Pom Wolff

Pom Wolff:
josse
josse kan alles tegelijk
de liefde bedrijven
zuurkool in de gaten houden
flirten met de buurvrouw door het keukenraampje
stof afnemen, collega’s beffen
al wil het ramenlappen er nog wel eens bij inschieten
én josse is makkelijk in de omgang
wat je ook zegt, het is altijd goed
pw

Peter M. van der Linden:
Er is nog immer de collega dichter die spermavlekken op zijn wiebelend voordraagpapier wegmoffelt met kruidenbotersmoezen. De dichter die de ene na de andere poetry slam wint. Poetry slam betekent een wedstrijdje matige poëzie voordragen voor juryleden die naar biefstuk ruiken.
Pom Wolff:
als je peter m op straat ziet liggen
dan weet je – ik ben weer in dordrecht
wat een bende al die afgeschoten stadsdichters
en ze leggen er meisjes bij tegenwoordig
aangeschoten meisjes – je verzint het niet
waarschijnlijk om de boel op te vrolijken
pw
ALJA SPAAN tegen het vergeten – het gedicht van de week: ‘(…)hier wonen wij. Hier trekken wij sporen die we later terugvinden, (…)
Alja Spaan opent met NIETS – we zien en horen Alja de gedichten ‘ rechtop’ en ‘lege bomen’ voorlezen op Youtube – en deze twee elkaar opvolgende gedichten tegen het vergeten roepen wij hier uit als gedicht van de week!
en zo begint Alja’s verhaal: “Er is dat niets.” begrijpt u wel DAT NIETS. Dat allesomvattende niets, dat overal aanwezige niets, dat niets dat door de hele bundel en door het hele verhaal heen kleur krijgt, geschiedenis kent, warmte geeft – gretig een woord van Alja Spaan – haar tot in alle staten van geluk en genot heeft gebracht – en natuurlijk in wezen niets meer is en niets meer kan zijn – DAT NIETS dat onontkoombare existentiële niets wordt in de gedichtenbundel TEGEN HET VERGETEN EN VOOR DE BEHOEDZAAMHEID behoedzaam aan de lezer meegegeven – uiteindelijk toch ook als een soort troost – dat er toch ook met niets te leven valt. Dat we het nemen zoals het is, het verlaten en het verlaten zijn, maar weten nooit verlaten te zijn – van wat was.
In de woorden van Alja:
dat er niets vergeefs is, dat er altijd gehoord wordt,
dat er opnieuw en steeds weer vergeven wordt, opkomt,
terugkeert, verwacht wordt, toegedekt wordt zodat het
slapen kan.