Iedereen zit er mee opgescheept het heerst. Sommige mensen krijgen spontaan glittereczeem en kerststerrode wangen.
Anderen doen papieren manchetten om hun nek kleden zich uit, eet mij, gaan geknield op een ovenschaal liggen. Of vinden zichzelf terug hangend als een poppetje aan de takken van een zacht bepoederde spar.
En gulzig schrokkend verslikt iemand zich in een botje van een nepkalkoen. Een disgenoot ramt gedienstig op zijn rug tot hij het opgeeft, de kerstgedachte.
als we het zo bekijken was haar reis naar Kenia een kleurrijke reis. zelfs met heel veel corona op word je vrolijk van deze kleurenpracht – die we hard nodig hebben na 2023 – wat een jaar – nee weg die oorlogen, weg die corona, niet langer nog de ‘feesten van angst en pijn’ van van ostaijen nee dan maar liever hier de feesten van Verrips – een mooi jaar in nederland IEN!
op het strand waar we elkaar treffen in het zand een lijn getrokken waarachter koopwaar als wapperende vlaggen geboden wordt kokosnoten klapperend kapotgeslagen
wij vanuit onze schaduwrijke plek vanachter onze cocktails mobieltje in de aanslag voor een kiekje van dit kleurrijk tafereel
houden elkaar op de hoogte van de ’best prices’ en delen trucjes hoe af te dingen
Op mijn verzoek – met enige aandrang zeg maar – ze had er geen zin in de BEUM – maar ik wilde een keertje voor ons lezers een hele mooi eerste kerstdag – eenmalig en uniek én PETER BERGER én KARIN BEUMKES – de kersen op de taart van pomgedichten in één item. en ja het is gelukt – hun bijdragen zijn binnen op deze kerstavond – een mooi kado ook voor webmaster die een een-tweezame kerst viert met CORONA. al de etentjes, familie en feestjes naar de … gallemiezen zeg maar. hoe dan ook we hebben:
Peter Berger met een prachtige kerstbeschouwing en zijn lieve oma uit Twente die twee gevilde hazen meenam voor het kerstdiner. Peter die in zijn columns van proza poëzie weet te maken zoals hij zichzelf bij een kerstfeest omschrijft : “Dronken van ganzenwijn. Verdwaald in het patroon van het behang. Verdwenen tussen toverbloemen. Daar waar tijd elastisch is. Alles vergeten.”- genieten we Peter Berger!
Ik begrijp er weinig van. De wereld. Kerst? Feest? Nooit begrepen. Alle tantes kwamen er. Plus aanhang, waaronder een kinderloze oom die het leuk vond om bij binnenkomst heel hard in je hand te knijpen. Hij had iets met het leger. Geloof ik. De nichtjes ook elk jaar van de partij; in keurige jurkjes oud genoeg om niet te spelen. En beide Oma´s natuurlijk. De Opa´s waren dood. Al lang. Oma met het witte haar voerde altijd pepermunt aan het mannetje tussen de oude kranten. Die werden bewaard in een stapel op de plank onder het ovale tafeltje, met daarop het theeservies. Blauw en uit China. Dat servies. Net als de borden, prominent in de hoofdrol schitterend op de zorgvuldig gedekte meterslange tafel, ingeklemd tussen pas gepoetst tafelzilver en servetten van versleten damast. Nou zat er helemaal geen mannetje onder die berg kranten, volgens de tantes althans, maar oma hield voet bij stuk. Gelijk had ze. Haar pepermunt was heerlijk. En voor iedereen!
De andere oma nam wel eens twee gevilde hazen mee. Helemaal uit Twente. Compleet met kop. Dat moest, want anders liep je kans dat het kat was. Geen haas. Schedelvorm. Zoiets. Haar vriend, door iedereen steevast oom genoemd, was er dol op. Op gestoofde haas. Eenmaal aan tafel las moeder uit het evangelie. Over een ezel en er waren ook schapen bij. In die stal. Waarna vader altijd plechtig welkom sprak. Dan werd er gedronken. En met volle mond gesproken over de toestand in de wereld. Ellenlang. Communisten. Gevaar. De maanlanding. En dat alle Duitsers klootzakken waren. Oma sprak alleen in toverspreuken en deelde nog immer pepermuntjes uit. Tot vlak voor het toetje, want dan gingen haar luiken dicht. Vaste prik. De ´vriend van´ zat tegen die tijd meestal half jankend te jammeren over ufo´s en aliens. Wazig en onbegrepen. Het vet nog glanzend rond de lippen. Ondertussen was ik al lang in onschuld vertrokken. Dronken van ganzenwijn. Verdwaald in het patroon van het behang. Verdwenen tussen toverbloemen. Daar waar tijd elastisch is. Alles vergeten. Vandaag fluisteren alleen de muren nog: ¨Vreten op aarde en in de mensen een welbehagen.¨ Ik zeg maar even niets. Vanavond niet.
1e Kerstdag genieten we ook het prachtige eerbetoon van Karin Beumkes aan de overleden singer songwriter SHANE – het gedicht is nog onderweg – ze wil het nog niet kwijt – het moet nog mooier vindt ze zelf en het gaat natuurlijk ook nog mooier – maar we vieren de kerst hier niet zonder KARINS kers! genieten!
Ode aan Shane
Alle eksters dansen straattheater het is feest in de zwoele drukke stad Shane heeft iedere voetstap liefgehad elke voetstap in deze gekke blauwe zomer.
en iedere steen zal ik voor je zegenen al je woorden zullen gezalfd worden de legende die nooit meer wordt vergeten legt de zenuwen van the working class bloot
muziek komt van ergens, verder ergens, uit de ether, aangeschoten maar heel erg dood met de kater in je armen, swingend, zingend verwekt de nieuwe dag het ochtendrood.
Goedenacht Pom, op de valreep van de dag voor Kerst, (het is vijf voor twaalf hoor ik zojuist zeggen). Dichters versagen niet, laat het feest maar doorgaan, met een welgemeende groet! Op naar 2024! Frans
KerstChat
Vraag je ChatGPT een gedicht over Kerstmis te schrijven krijg je een boom met kitschballen dode kaarsen en kunstsneeuw
de kunst om het laten sneeuwen in letter en woord is aan dichters die vandaag dit feest omarmen en mede vrede willen stichten
(daar is een website voor hier te vinden en te lezen op de onvolprezen Pom waar de geest gestalte krijgt)
laat het nog lang en veel gedichten sneeuwen die je meenemen in liefde en schoonheid
het zijn de niet aflatende dichters die wekelijks een boom opzetten ook tegen het leed in de wereld en zo de hoop levend houden
nog op de laatste feestdagen van dit heilloos verlopen jaar
Frans Terken -laat het nog lang en veel gedichten sneeuwen
ook pomgedichten wenst de lezers – en met name de trouwe lezers – de rest ken me wat – fijne dagen – “Vrede op aarde kunnen we vergeten – Is nog nooit gelukt.’ schreven Beto en Cootje mij deze week in een onontkoombaar realisme – Rob Mientjes pakte zijn wens meer poëtisch in! dank daarvoor. Peter Posthumus komt nog even terug op REVE 100 jaar.
heerlijk realisme van Beto en Co: “Vrede op aarde kunnen we vergeten. Is nog nooit gelukt.”
Ha Pom, Geen Reve reactie gehad van mij; eigenlijk meer van Hanny Michaelis gelezen dan van Gerard. Mooi het bericht op internet dat ze altijd bevriend zijn gebleven.
Iedereen een mooie kerst gewenst en voor 2024 een goeie balans zowel in de wereld als privé. Met hartelijke groet, Anke
‘Het kruis, waar is nou weer het kruis? Hoe kan dat nou, hoe is dat zoekgeraakt? Het moet er zijn, ‘t ligt vast ergens in huis, ‘k had nog wel zo’n prachtig kruis gemaakt.’
‘Is er nog hout? Haal dan de zaag maar weer. Nee, niet dat smalle stuk, dan valt ie om. Altijd hetzelfde liedje hier. Dit is de laatste keer. Vasthouden zei ik, doe toch niet zo stom.’
‘Staat ie scheef? Hoe komen jullie daar nou bij, dat lijkt maar zo. Die ene tak is veel te zwaar. Geen goeie boom gekocht? Nou ligt ‘t aan mij. Koop dan zelf een kerstboom volgend jaar.’
‘Eerst de lichtjes. Natuurlijk weer een puinhoop. Jij houdt deze twee omhoog en jij die twee, nou jij ernaast, anders zit weer alles in de knoop. Dan houd je het maar op, nee, nou niet naar de wc.’
‘Even draaien, er zit gewoon een lampje los. nou de piek. Kijk uit! Stap over die dozen heen. Je liet ‘m bijna vallen en dan zijn we echt de klos Want die is nog van opa en we hebben er maar een.’
‘Oh, de slingers nog. Ja, zo, tussen de takken door. Nou nog alleen de ballen en het engelenhaar. Niet zeuren, verder heb ik er geen tijd meer voor. Het is een mooie boom geworden en nou is ie klaar.’
Anke Labrie (kindertijd jaren zestig)
” X-MAS!!!!”
balle hange felgekleurd slingers in goud en zilverwit slingere rond groen terwijl engele zinge van merry x-mas time en de man in’et rode pak de lange witte baard luid van ho ho ho over dake schalt en zo
pakjes ligge onder en naast kind’re glundere grote mense drinke en wense it’s x-mas time
en ied’reen is wel wat vroom gaat op naar verder naar’n nieuwjaar en zo
Vaak geen nieuwjaarswensen of -overzicht. Wel altijd een beschouwing, maar meestal niet gedeeld, alleen met mijn liefste. Dit jaar de tijd echter meer dan roerig. Dus aan de vooravond toch maar een gedicht. Toegewijd. Fijne dagen alvast … en ook die daarvoor!
Groet, Rob Mientjes
Peace will come
Imaginair en echt Zingt engel John Bond zegt James Vliegensvlug volgens Batman
Vrede hangt in de lucht Yoko twijfelt nog Q trekt een wenkbrauw omhoog Robin zwijgt
We krijgen het niet voor niks Eerst moet strijd geleverd Iedereen moet om Figuurlijk dan
Vrede heet opgediend Ligt soms zwaar op de maag Gekneed gekauwd gevreten Zuur, zout, bitter, zoet
Uiteindelijk zal hij smaken Door heel ons lijf heen Van kaak tot tenen Vrede als kers op de taart
Rob Mientjes
Hoi Pom. Ik heb de grote volksschrijver een aantal keren ontmoet en ook zijn vriend bij een broer van een schoolvriendin. Iemand die later door toedoen van Reve de literaire geschiedenis is ingegaan als ‘ kandidaat katholiek A.’
Die eerste ontmoeting staat me nog redelijk helder bij. Hierbij een wat anekdotisch poëtische weergave:
Hoe groot de schrijver was en hoe beroemd het ontging me toen totaal en dat hij, hij en hemzelf nee, niet echt normaal
fulminerend tegen hasj en te lang haar noemde iedereen patient stond af en toe onrustig op scandeerde daar dan bij ‘ dood aan de Vietcong ‘
bekende en passant dat hij jaloers was want dat eindexamen dat ik net gehaald had dat was hem nooit gelukt
wat er ook aan de hand was was hij erbij, het was zijn feest de uitnodigingen, het huis , de tuin Greonterp, ik ben er nooit geweest.
Peter Posthumus
Naar het nieuwe jaar
Zacht de tederheid van het verleden de lonk van de toekomst slaat rustig in de tijd van de waarheid betovert de piek van het stille kerstlicht
de lichte dans van het heden zal het nieuwe jaar benaderen met gelukzalige tenen zachte hielen en een wakker zingend gezicht.
de echte kenners van popmuziek – en zeker die in Brabant – kennen Jacques Mees – singer songwriter – prachtige songs – én ook nog eminent vertolker van Bob Dylan nummers. vaak diepe en romantische – in de ware zin van romantiek – teksten brachten mij in 2011 tot een hommage aan deze grote zanger – vandaag met de felicitaties voor zijn jubileum – 50 jaar kunstenaarschap is 50 jaar Jacques Mees.
liedjes zoals je later meisjes zegt
wat zou er van hem geboren zijn zacht was de campari rauw de stem en elke ochtend miste wel een meisje
er kwamen liedjes van laten we het op liedjes houden liedjes als uitgesproken meisjes
hij schraapt wat weemoed van zijn stem koud is het, de snaren staan op springen
Twee weken geleden stond ik weer te vlammen op een poëzie-evenement in Rotterdam. Het was ouderwets gezellig en de drank vloeide rijkelijk. Een woord een woord, een bier een bier. De eerste kroeg was goed. De tweede was beter. En de derde was het knallen. Ik was een team met de aantrekkelijke Maaike van Steenis, wat goed uitpakte. Het was door de middag heen gebleken dat mijn column over zuipen goed aansloeg. Gezien die nieuw was, had ik die nog niet op papier en moest noodgedwongen van mijn telefoon lezen. In de laatste kroeg gaf ik aan, dat van je telefoon lezen voor homo’s is, maar dat ik het toch zou gaan doen. Hilariteit alom en gaan!!! Poëzie Inside. Von Solo, de Johan Derksen van de poëzie! Geen idee meer hoe de avond is afgelopen. Ik was knetterlam.
Twee dagen later tikte ik de volgende mail aan de mij onbekende ‘Suzette’: ‘Mijn excuses voor betreffende kwetsende opmerking. Het was geen tekst die in het script stond of normaliter op deze manier in mijn teksten gebruikt wordt. Ik kan waarschijnlijk wel verklaren hoe het kwam, maar dat maakt het nog niet goed. Nogmaals, het spijt me en het was niet mijn intentie mensen te kwetsen.’ Even dacht ik aan de tijd dat ik ooit uit het register van ‘Dichter bij de Bar’ in Delft was geschrapt na wat optredens met onder andere Ditmar Bakker. Dat was pas gay.
Twee tellen later viel me in dat ik eigenlijk het verkeerde antwoord gegeven had. Had ik me daar gewoon even laten piepelen door de eerste beste quasi anonieme, digitale deugdame. Iemand die namens anderen een soort verkapt en verkeerd geïnterpreteerd grondrecht opeist. Het doet me denken aan iemand heb ik vroeger ook nog eens gekend. Dat was degene die achter me stond te schelden op de uitsmijter van de discotheek Kiekieris in ’s-Heerenhoek, terwijl ik in de voorste linie mocht staan waar de klappen zouden vallen. Zo iemand die ‘safe spaces’ nodig heeft om zo lekker divers te kunnen zijn.
De wereld is geen ‘safe space’. Dat is wat ons vroeger geleerd werd. Had je een grote mond, dan werd je op je bek geslagen. Liep je ’s nachts als geil wijf over straat, dan werd je verkracht. Als je demonstreerde, kostte je dat je tanden als de politieknuppel neerkwam. Slechte mensen zijn van alle tijden. En die trekken zich niets aan van geschal van de braaftoeters. Als je vroeger de ring in ging bij thaiboksen, had niemand ooit van aansprakelijkheid gehoord. Dekking op, keihard erin of klappen vangen. En eigenlijk is het leven nog steeds zo. Rij de grens maar over en je weet het. Vraag het een willekeurige Oost-Europeaan, Turk, Arabier of Noord-Afrikaan en die weten en handelen ook niet anders. En of dat goed is, weet ik niet. Maar dat duik- en wijsgedrag kan me gestolen worden.
Mijn antwoord had moeten zijn: ‘Beste Suzette, schrijf je in voor een digitale assertiviteitstraining. Maar val mij er niet mee lastig.’ En voordragen van een telefoon hoort niet. Punt uit.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
vorige week de onderhandelingen met groot succes afgesloten bij Mirjam Al. Mirjam heeft mij een 60 tal teksten overhandigd en enige kunstwerken op papier – zij zal om en om met Vera Jongejan de honneurs op de woensdag waarnemen na de dood van Merik – die hier jarenlang de woensdag met teksten mooier maakte dan elders. GENIET!
Bingo! Drie maal is scheepsrecht. Dat blikjespletters en flessenslikkers vaak in onbruik zijn is jammerlijk. Minstens. Waardeloos. Desondanks stap ik goedgemutst de appie binnen. Ergens in De Kooi gelegen. Daar kom ik niet vaak, bij de appie, maar bij twee andere supers kon ik vanmiddag geen statiegeld innen. Storing! Vandaar. Zeulen. Hier werkt het kreng wel. Het vreet voor de verandering zonder mokken alle blikjes in rap tempo zodat binnen no time de bodem van de tas is bereikt. Het bonnetje? Vier euro nog wat: lekker! Onderin blijkt nog een verdwaald bierflesje te plakken. Het wordt niet geslikt. Consequent spuugt het daarvoor bestemde apparaat het bruine kleinood z´n gapende mond weer uit. Na poging tien haal ik mijn schouders op en prop het ding inclusief smoezelig natte plastic tas in de belendende afvalbak. Ik ben het gezeul inmiddels beu. Bah! Overvol, plakkerig en geurend naar overleden fris en dito bier. Die bak.
Een scherpe vinger priemt dwingend onder m´n schouderblad. WTF? Eenmaal omgedraaid staat er een tamelijk gespierd heerschap, met op links naast hem een olijk meiske met zo´n onhandige puberhondenkop; een volle tas lege flessen in elke hand geklemd. Aan de lus. Heineken groen. De flessen. ¨Pap!?¨ maant ze engelachtig haar vader tot kalmte. Het schaamrood op de kaken maar een vrolijke lach op de lippen. Ontwapenend kortom. De man, een lichtgeraakte glazenwasser ofzo, draait echter niet om de brij heen en verheft in onvervalst Leids zijn stem. ¨Meneerr,¨ zegt ´ie op de rommelbak wijzend, ¨dat flessie hoorrt thuis in de glasbak,¨ waarop ik antwoord dat de appie het flesje hoort in te nemen en het apparaat een bonnetje dient uit te spugen. Om hem ter wille te zijn vis ik desondanks het flesje uit de rotzooi en toon hem het statiegeldlabel. Ik vraag hem vervolgens vriendelijk of hij wellicht een glasbak in de buurt weet; maar de man roept met ingehouden woede dat dat niet zijn probleem is. Daar kan ik weinig mee en deponeer het flesje demonstratief terug in de prullenbak. Ik heb weinig op met schreeuwers.
Het meisje gniffelt breeduit en doet nogmaals een poging om de boel te sussen. Pa sneert dat ze haar brutale snoet moet houden en dat hij dit varkentje wel eventjes zal wassen. Inmiddels knalrood uitgeslagen wendt ze bijna proestend haar blik af. Pa, het kookpunt nabij, is blijkbaar geen tegenspraak gewend. In een woeste tirade maakt ´ie het punt dat het hier niet zo´n bende zou zijn als iedereen hetzelfde was. Hoezo? Hetzelfde? ¨U bedoelt denk ik iets anders,¨ antwoord ik, ¨namelijk dat als iedereen zoals u zou zijn, de wereld er een stuk mooier uit zou zien. Maar ik geloof niet dat iedereen zoals u wil zijn. Ik in ieder geval niet. Maar misschien kunt u mij alsnog een glasbak wijzen?¨ Nu loopt ook de man donkerrood aan, zwaait obsessief met de armen, gooit verbaal een paar dodelijke ziektes naar mijn hoofd om schuimbekkend tot het volgende slotakkoord te komen: ¨Agrree to disagrree.¨ Om zijn statement kracht bij te zetten herhaalt hij het enkele malen. Dat klinkt als een klok. Hij grist daarna beide tassen uit dochterliefs handen en propt met volle overtuiging een flesje in de automaat. Een keer. Twee keer. Drie keer. Kansloos. Alles wat fles is komt onherroepelijk terug. Het meiske ziet eruit alsof ze inmiddels in haar glimmende knalpaarse trainingsbroek heeft gepiest en kijkt me aan met een blik die boekdelen spreekt. Ze heeft er duidelijk lol in. ¨Veel succes, ik hoop dat u niet zoals ik ben,¨ werp ik de man toe. Het meisje giechelt; de man staat luidkeels te godveren. Ik weet de drang om nogmaals naar een nabije glasbak te vragen te onderdrukken. Nog net.
De onstuimige glazenwasser hamert ondertussen onbesuisd op de assistentie knop en eist luidkeels dat de manager hem te woord staat. ¨Fijne dag nog,¨ wens ik hem beleefd toe. Eenmaal bij de kassa hoor ik de man achterin tieren dat die apparaten helemaal van god los zijn en de manager zijn hele teringflessenbende mag houden. Hij geeft ook nog aan waar de man het glaswerk eventueel in kan steken. Daar van achteren. Het meisje heeft zich ondertussen bedremmeld achter mij in de kassarij geschaard, met gespreide armen gebarend dat ze er weinig mee van doen heeft. ¨Hij bedoelt het niet zo kwaad,¨ stottert ze beduusd. En omdat ze nog steeds lacht met beide knalblauwe ogen, geloof ik haar op d´r woord. Meteen. Zo vader, zo dochter? Vast wel, maar vandaag dus even niet.
ik aarzelde nog even in de boomerang – jullie stonden op een schap ik liep langs liep terug zag iets van 25 euro ik paste en jullie pasten
een beetje gedragen maar door wie – er is een man geweest die jullie zag staan jullie heeft gepast jullie heeft gekocht jullie enkele keren heeft gedragen
vandaag droeg ík jullie in café eijlders bij een bundelpresentatie van een dichter die mooier kan dichten dan ik maar mooiere schoenen had ie niet aan van poëzie ga je glimmen
en jullie glommen vandaag zoals mensen niet kunnen glimmen om de man te eren die denk ik is dood gegaan ‘ze zijn te mooi om weg te gooien’ zal er wel gezegd zijn ‘we brengen ze naar de kringloop’
ik zal jullie dragen en dat beloof ik voortaan en alleen bij de poëzie dat jullie blijven glimmen als klimop in de regen als liefde op jonge wangen als schoenen van poëzie