Etwin Grootscholten wint de enige echte virtuele – vertel maar – van de stille avonden – die schreeuwend stille – trofee op pomgedichten punt nl

de commentaren stonden toch een beetje in het teken van het algemeen zo vaak geldende in de poëzie: met minder meer. maar dan moet dat mindere ook wel de kracht hebben van heel veel meer. de 11 woorden van dichter grootscholten dreunen na. dreunen door. het zijn stuk voor stuk mokerslagen passend bij het genadeloze thema van vandaag.

hier lezen we arends, schierbeek en grootscholten in één adem – ademloos. goud. ademloos goud voor Etwin.

een punt

op een gegeven moment
moet ergens gewoon

op een moment 
ergens


          Etwin Grootscholten

waar een klein land groot in kan zijn: dichters die hele grote dingen klein kunnen houden. het is bij deze grootscholten ook een beetje of we jan arends lezen – jan arends in een sausje van schierbeek – het ‘herhalingsgestotter’* van schierbeek in zijn bundel ‘de deur’ geschreven na het dodelijk verkeersongeluk van zijn vrouw. het gedicht als een kale dunne boom. hoe kan een mens – een grootscholten – zoveel herhaling in zo weinig woorden krijgen?
op een gegeven moment lees je het. ergens. hier.


*
ik
ik zal
ik zal je
ik zal je nooit
ik zal je nooit vergeten
ik zal je nooit meer
ik zal je nooit
ik zal je
ik zal nooit
zal ik je
meer


Bert schierbeek
  • Etwin Grootscholten: moet
  • Frans terken: er hangt slechts wit in de lucht
  • Rik van Boeckel: seizoenen van stilte
  • Cartouche: dat ogenblik dat ik mysterie zag
  • Geraldine Bank: Ik zocht je in de zomer 
  • Anke Labrie: Zorgvlied heeft geen straatnaambordjes
  • Erika de Stercke: een stipje aan de hemel
  • Ien Verrips: jouw naam wordt niet vergeten
  • Ton Huizer: naast zoveel overmacht
het verlies van wie of wat je lief was gaat als een vorm van verdriet onder je huid zitten – we kennen het gevoel van machteloosheid allemaal wel. een huisdier, een geliefde, een familielid, een kind, een samenzijn. ik lees op dit moment ‘Want de avond’ van Anna Enquist over de verschillen in  de verwerking van ellende door de hoofdpersonen in haar roman.
het thema van deze week is verwerking: wie wint de enige echte virtuele – vertel vertel maar – van de stille avonden die schreeuwend stille – trofee op pomgedichten punt nl? u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
 

liefste
 
laten we terug gaan naar
waar alles alles was
zacht en voeten
waar alles rook
naar wat er was
 
en wij niet wisten
waarom
niets meer wisten
het was zo een avond
zo een avond was het
 
we waren nergens
we hielden op
het was een bos
het was geen bos
het was van ons
 
pw


 
‘We zeggen dat missen mag’

Hoe ‘je mist meer dan je meemaakt’
van een onweerlegbare waarheid is
ik mis meer het meemaken met jou

alsof er op het podium een lege stoel
de knop van de microfoon uitgezet
er rest slechts ruis uit de boxen

of dat mijn inbox tevergeefs wacht
geen bericht dat het scherm vult
er hangt slechts wit in de lucht

zoals het wit dat tussen de regels rust
dat ik daar even inhoud en stilsta
bij wat er niet meer komt

waar ik eerder naar uitkeek
hoe het dan toch het laatste gedicht
waarin je schreef voor een pasgeborene

iemand die nog beginnen moet
leven vanaf de eerste dag
leren wat missen is

© FT 30.12.2018
‘We zeggen dat missen mag’: Katelijne Brouwer,
(‘Uit de tijd’, in: De maagden moeten bloeden, uitg. De Harmonie)
‘je mist meer dan je meemaakt’: Martin Bril


prachtige titel het citaat van Katelijne Brouwer – frans schreef als begeleidende tekst: ‘gedicht, (…) dat ik eind 2018 schreef, kort nadat Joop Scholten overleden was. Of het helemaal past in het thema? Anders maar buiten mededinging (..) “-

Joop Scholten de duo-dichter en vriend van Frans Terken over wie Frans aankomende donderdag of een donderdag later op pomgedichten punt nl  een column zal schrijven.  het gedicht past natuurlijk in het thema. de woorden hier gaan inderdaad onder je huid zitten. de herinnering aan een bijzondere man als joop scholten en de pijn van het verlies en dan die bittere laatste algemeen geldende strofe – we plaatsen het gedicht uit respect voor Frans en Joop  buiten de wedstrijd. ook al omdat ik niet onbevangen kan oordelen in dit geval.
Het afscheidsseizoen

Missen in de seizoenen van stilte
het gehechte samenzijn en praten

jouw stem in mij roept herinnering op
het afscheidsseizoen ligt achter ons

het verdrijft de tijd met zwijgen
lijden laat overlijden niet los

jij kijkt mij aan zonder gebaar
zegt: doe wat je zelf wilt

blijf dichter bij jou als symbool
voor de jaren van saamhorigheid.


Rik van Boeckel
19 augustus 2022

mooi hoe degene die achterbleef toegesproken wordt door de degene die verloren ging. mooi ook hoe rik van boeckel de dood transformeert tot een seizoen van stilte, tot tijd zonder gebaar. deze ronduit dichterlijke en troostrijke constateringen maken de woorden die ik minder poëtisch vind als ‘samenzijn, symbool en saamhorigheid’ acceptabel. die woorden zijn mij te veel uit de wereld van het proza gelicht.
 
Huidig

licht ontstoken
rood als een spaanse peper
gloei je als toen dat ogenblik dat ik
mysterie zag, het oog dat mij als hand
te doorboren wist, de vonk die aan
ritme van het hart dimensie gaf

elke keer ik je nu herlees
vleugelwoorden op vloeipapier –
schreeuwt het stilte om me heen
een gezicht, onbezonken blik hoe jij
de wereld – een slinger gaf waar geen
Foucault zelfs toe bij machte was

glijdt een vinger huiver over mijn huid
voel ik mijn liefste – zoete pijn van al
verterend samenzijn hoe jij als een
gezwollen ader op mijn netvlies
en aan mijn lippen ligt – de graal
mijn huidige staat van zijn

Cartouche / 20-08-22

eerlijk gezegd vind ik het gedicht – hoe zeer de woorden ook gekozen en ook  hoe zeer de lezer het beschreven leed kan navoelen – dat wekken de woorden wel op in me – over de top.

bij de eerste strofe haak ik al af. teveel teveel en nog eens teveel vergelijking voor zoveel pijn – het teveel schuift de pijn achter het dichterschap en maakt het beschrevene in zekere zin niet geloofwaardig. hij is met dichten bezig denk je en niet met verdriet. het had ook over een broodje gehakt kunnen gaan. o nee in gehakt stop je geen spaanse peper.

Ik zocht je in de zomer 
Achter oude struiken
Smeekte ik je stem

Zomertafel met lege glazen.

In de winter keek ik naar buiten
Dat je ineens voor het raam stond
Sneeuwvlokken op je wimpers.

Nu heb ik een wereld ontdekt
Waar buiten de tijd wordt geleefd
Het vage verdriet blijft bij me

Het vage verdriet
Dat om de blueszanger hangt.


Geraldine Bank

de woorden geven me het gevoel bijna een gedicht te zijn. de aantekeningen moeten net nog tot een geheel gevormd. er zitten mooie beelden in – die blueszanger prachtig. het is wat hooghartig om het te doen maar ik wil met iets minder meer hier – ik doe het toch:
 
Ik zocht je
Achter oude struiken
Zomertafel met lege glazen.

In de winter keek ik naar buiten
Dat je ineens voor het raam stond
Sneeuwvlokken op je wimpers.

Het vage verdriet blijft bij me
Het vage verdriet
Dat om een blueszanger hangt.



geboortedag van een vriendin   
met drie witte rozen richting Zorgvlied


je zit  nu tegenover me 
‘even een lunchje doen’
bij ons vaste restaurant
waar de Amstel nog steeds stroomt 
steeds maar weer voorbij blijft stromen
ook deze drie jaren 

je moet lachen als ik zeg
Zorgvlied heeft geen straatnaambordjes
en dan ik en plattegronden…

doodmoe van het dwalen 
heeft die lieve jongen
die bij zijn vader op bezoek ging 
ze hopelijk bij je graf gelegd

ons lunchje wordt een lunch 
we lachen om het leven 
proosten als vanouds
dwars door het missen heen 

anke labrie (21-08-2022)

misschien is die lieve jongen er toch teveel aan. ik houd van eenheid van tijd en plaats en personen in een gedicht. in de werkelijkheid natuurlijk niet maar het gedicht wél – kan zonder die zoon. twee vriendinnen die in staccato taal met elkaar praten is genoeg voor het drama. voor het overwonnen drama. voor het verwerkte drama. voor het te verwerken drama. mooi tafereel aan de amstel.
 
overtocht

hoe kan ik jou vergeten 
zelfs al is het snikheet
een stipje aan de hemel 
zegt zoveel

we reisden naar steden 
legden contacten, namen 
vriendschappen mee 
beloofden terug te keren

onze drang naar verder 
droogde langzaam op 
en herinneringen vulden 
het bed met zottigheden 

hoe mooi een leven kan 
zijn in de geur van liefde 
het strelen van de tijd 
was je maar gebleven

Erika De Stercke 


Erika heeft ‘de Cartouche in haar’ gelukkig even weggelegd. de woorden ontsporen en ontploffen nog weleens in haar poëzie waar je bij staat – maar hier niet! en daarom pleit ik ervoor om de eerste en de laatste regel te schrappen – het zijn gevoelsregels die wat mij betreft niet hoeven – cartouchiaans teveel zijn. als we het gedicht zonder die twee regels lezen hebben we de inhoud van die twee regels al helemaal tot ons genomen. dat ze niet geschreven hoeven. ook hier is minder meer:
 

zelfs al is het snikheet
een stipje aan de hemel 
zegt zoveel

we reisden naar steden 
legden contacten, namen 
vriendschappen mee 


beloofden terug te keren
onze drang naar verder 
droogde langzaam op 

hoe mooi een leven kan 
zijn in de geur van liefde 
het strelen van de tijd 


we drinken op jou
delen onze herinneringen
jouw naam wordt niet vergeten
we noemen je bij wat we doen
alsof je er nog was
bij ons
en als het monster grauwt en klauwt
het gemis ondraaglijk wordt
dan zal ik huilen
zachtjes in mijn eentje

aug. 2022
Ien Verrips

huilen we mee hoor Ien – en we drinken mee dat ook hoor – doe maar twee witte wijn. erg goed medicijn tegen grauwe monsters – haha mooi beeld – zo kunnen ze zijn inderdaad zo monsterlijk die monsters – de pijn en de gedachten aan wat of wie ooit – ik zou de tweede regel hier schrappen – die is wel duidelijk genoeg in het gedicht verwerkt. en hoeft niet gezegd of eigenlijk voor de herhaling heeft plaatsgevonden herhaald.
Naast het bed

Vele malen afscheid genomen
in de pauzes van je diepe dromen
gebogen

als het rietje in het lege glas
verkreukeld
als de zakdoek in je hand van was
beneveld

na een zoveelste doorwaakte nacht
klein
naast zoveel overmacht

Ton Huizer 

het lijkt op waken en op  het wachten tot de dood zal intreden – die moeilijke momenten – in ieder geval hier moeilijke momenten gevangen in hele kleine aanduidingen – een rietje, een leeg glas. en samengevat in het grootste woord dat te vinden is: de overmacht.

Share This:

Seraphina Hassels leest “De Stad” van Lisan Lauvenberg

Lisan in de maand van haar sterven nog even in ons midden – gisteren besteedde Frans Terken aandacht aan haar poëzie – vandaag hier Seraphina.

Share This:

FRANS TERKEN over DUO DICHTERS III – dit keer over het Limburg met Lisan Lauvenberg

Duo-dichters III

Met Joop Scholten schreef ik van 2008 tot 2018 een dichtwisseling (zoals eerder gezegd kom ik daar nog op terug). Bron van deze dichtwisseling was de verwantschap die ik voelde met Joop, bij onze ontmoeting t.g.v. de Haarlemse Dichtlijn in 2008.

Niet dat deze reeks een soort Dode Dichters Almanak wordt, echter in het kader van Duo Dichters wil ik een zekere verwantschap met Lisan Lauvenberg niet ongenoemd laten. Lisan ontmoette ik voor het eerst bij de Poëzieslag in Festina Lente, een Limburgs meisje in Amsterdam, zoals ze zichzelf aan mij voorstelde. 

Ze nodigde me uit bij Helmers, waar zij een podium organiseerde, Lisan was ‘de Koningin van Helmers’. 

Er ontstond een dichterlijke vriendschap, onze gezamenlijke Limburgse achtergrond, de heuvels, de mijnstreek, carnaval, onderwerpen die ons stof tot spreken gaven als ook inspiratie. 

Zo spraken we over haar gedicht ‘Vader’, haar vader begraven op het kerkhof in Simpelveld; het gedicht is opgenomen in haar bundel Gezellig mens & woeste dijen’, verschenen in de reeks Dichter bij Eijlders, in 2002; ook later droeg zij in Eijlders af en toe hieruit voor; nog in januari 2019 las Lisan in Eijlders haar gedicht ‘Het koor van de Mijnwerkers vaders’, ik las enkele ‘Mijn’gedichten; we spraken ook toen over onderstaand gedicht en het gedicht dat ik kort na onze kennismaking voor haar schreef, ‘Retour Simpelveld’.

Vader 

Ik mag hier zitten

in je oude stoel

bij het raam.

Je laatste fles leegdrinken

en verzinken in een vroeger

toen je er nog was

om samen met mij 

het glas te legen.

Als de fles leeg is 

ben ik het ook 

weet niet meer waarom 

ik nu huil.

De drank komt niet 

meer terug.

Neemt als dank 

al het goede en slechte mee 

je allerliefste knuffels 

je hardste klappen 

en het meisje dat ik ooit was.

Jouw steen op het kerkhof 

vertelt geen verhaal.

Meestal verzwijg ik je ook, 

maar met je laatste jenever

herleef je voor even

in mijn taal.

Lisan Lauvenberg

Retour  Simpelveld

    (voor Lisan L.)

We werden teruggeroepen.

Vanaf de toren klonk een naam

de aarde ging 

in al zijn eenvoud open

men hield een eredienst

een waardig woord van de pastoor

het koor zong het zuiverste Latijn

niet iets om verdriet bij te krijgen

(dat is meer voor naderhand, voor thuis

als je in de oude stoel zit,

je leunt tegen zijn geur en

leegt met zijn laatste glas de fles)

men ging ons voor naar het veld

met alle graven

we legden hem in meervoud neer

lieten hem daar achter

bang van de koude grond

nu, eenmaal binnen, schuift 

het levende deel aan 

aan de koffietafel

voor het terugkerend weerzien 

van wie er nog over blijft

we praten de doden weg

bij belegde broodjes en vlaaien

er roest alweer gelach

bij een paar glazen bier

de naaste familie gaat nog

mee naar het sterfhuis

daar komen de flessen 

uit de kast

en drink je steeds weer

op waar je vandaan komt

dat draag je mee 

als een oude jas

© FT 2001

Er zou genoeg werk zijn om ook met Lisan een kleine Duo-dichters bundel te vullen, dat is er helaas niet van gekomen. Wel houden we (de herinnering aan) Lisan levend, ook met poëzie, zeker ook haar poëzie.

Frans vult op spectaculaire wijze deze maand het vakantiegat dat VON SOLO op pomgedichten punt nl laat vallen.

Share This:

Merik van der Torren op de Albert Cuypmarkt en bijna de pijp uit in de Govert Flinckstraat



Vrouwen


Na het aflopen van de Albert Cuypmarkt
scheurde die kerel op zijn steekkarretje
door de nauwe Govert Flinckstraat,

“ Ik zeg: vrouwen aan het stuur,
bloed tegen de muur !!”, schreeuwend.

Ik sprong opzij. 


Merik van der Torren

Share This:

IEN VERRIPS – en de boeren!


wat te denken van de boeren
die hun vee verzorgen
het land bewerken
eet smakelijk (en goedkoop)

wat te denken van de banken
die binnen de gestelde lijnen
blijven lenen aan de boeren
geen moreel kompas

en wat denk je van bestuurders
die tegen beter weten in
zelf buiten schot wegkijken
boeren in de kou

maar wat vind je dan van boeren
die hun vee uitmelken
het land uitputten
asbest als protest

aug 2022
IEN VERRIPS

Share This:

PETER BERGER: ‘Modder en teenslippers zijn geen beste vrienden. Voetzool. Glibberboel. Baggerzooi. Woekerbende. Takkentroep. Bramen helpen ook niet want korte broek. Enkels. Bloedstrepen. Dat soort dingen…’

Kilometers. Loop ik al. Alleen aan de verkeerde kant van het water. Het pad is aan de overkant. Hier aan de lage zijde is het woest en drassig. Snel gaat het niet. Modder en teenslippers zijn geen beste vrienden. Voetzool. Glibberboel. Baggerzooi. Woekerbende. Takkentroep. Bramen helpen ook niet want korte broek. Enkels. Bloedstrepen. Dat soort dingen.

Maar goed, ik weet dat er ergens verderop een brug is. Naast een oude boerderij. Ik hoor de honden al aanslaan. Even later is er de brug. Weet ik. Even nog. Shit. Ik moet eerst het erf over en dat is geen goed idee. Franse honden zijn waaks. Braaf maar waaks. Wee, o wee, wie het erf betreedt. Valsaards zitten er ook tussen soms, bij die honden hier, maar die liggen meestal aan de ketting. Mais pas toujours. Tja. Teruggaan is geen optie.

Het erf op dus, via het soppende weiland aan de achterzijde. Prikkeldraad. Drassig. Enkeldiep hier en daar. Slippers in de hand. Stront aan de knikker. Het blaffen zwelt aan. Een hond of vier vijf schat ik. Schelle keffertjes. Maar ook minstens twee met zo´n lage woest grommende bark. Those are the ones. Herders. Bouviers. Rottweilers. Regelrechte bastards! Die wil je als indringer echt niet tegenkomen. Sluipen dan maar. Niet dat het helpt, dat sluipen, want achter de schuur met golfplaten dak is het een herrie van jewelste. Ze hebben me allang in de smiezen. Merde! Ik schuifel langs de uit grofhouten planken opgetrokken muur in de hoop straks met een snelle blik om de hoek mijn kansen in te kunnen schatten.

Rennen? Pfff. Een. Twee. Drie. Daar gaat ´ie. Lachen geblazen. Ze zijn opgehokt! Grommen maar jongens. Blaffen. Keffen. Spring maar tegen de tralies. Zelfs die kleine keffertjes zien eruit alsof de valsheid hen in de genen gebakken zit. De ogen woest en bloeddoorlopen. Opgefokt. Het slijm druipt de groten uit de bek. Ik maak een klein dansje. Soepeltjes. From out of the hips. Op z´n Mexicaans. Victoire. Nanaanah. Duh. De propriétaire is afwezig. Er staat geen auto. Vooruit met de geit. Op naar de brug. En dan een kilometer of vijf terug. Over het pad. En dan rechts, ergens links, twee keer rechts. Dan rechtdoor bij de kromme eik. Zoiets. Ongeveer. Moet lukken.

Tegen de tijd dat ik terug ben is het tijd voor een goed glas wijn. Lekker in de avondzon. De bloedmaan wacht. Tijd bestaat niet. Woekerplanten wel. Morgen is het klimopaftrekdag. De muur langs het wegje is al flink onderweg. Donkergroen ondergesneeuwd. En een paar bomen verderop wordt er eentje langzaamaan gewurgd door een paar polsdikke uitlopers die al bijna tot aan de hemel reiken. Killer klimop? Weg ermee. En daarna is het gras weer toe aan een kortwiekbeurt. Kortom. Ik kom de rest van de week wel door. Laat die hittegolf maar komen.

Peter Berger

Share This:

GERALDINE BANK wint de enige echte virtuele – en wat had u nog willen zeggen – trofee op pomgedichten punt nl – René Brandhoff zilver

wat een rijkdom toch weer vandaag zondag op de site aan prachtgedichten – navolgbare en onnavolgbare – van marten janse tot en met geraldine bank en alle andere dichters dankjewel voor insturen – dat we mochten genieten – we genoten. het virtuele goud en zilver moet nog uitgereikt – een werkelijk wonderschoon gedicht mochten we ontvangen van GERALDINE BANK – de waardering is onder het gedicht uitgesproken. zo een gedicht schrijf je maar een keer in je leven: GOUD.

nu Ton huizer een keer niet de leukste van de site wilde zijn met een serieus en op een door hem gewaardeerd filosoof  geïnspireerd gedicht – moet het zilver voor de broodnodige lach toch echt naar de – hopen wij ook – bijna van de teringcorona herstelde dichter rené brandhoff – goud en zilver hieronder te genieten van harte voor de winnaars dank aan alle dichters. lees hieronder de poëzie als verkoelend sproeiwater over ons heen gesprenkeld in de oplichtende gouden  en zilveren glans van rené en geraldine:

Van alles wat ik die avond zag
bewaar ik de entree van de vrouw
met het gezicht uit een oude film
in haar Japanse jas
geliefden om haar heen
drie rijen voor mij in het midden


Toen ze gingen zitten
legde iemand aan haar
linkerzijde zijn hoofd
op haar schouder


Als ze zich losmaakte
en rechtstaand een foto maakte
werd er gewacht om dan weer
zijn hoofd bij haar neer te leggen


De muziek wiegde
en twee jonge kinderen
kwamen, aan haar rechterzijde
legden ze hun hoofd bij haar neer


Ik was toeschouwer en toen
de voorstelling eindigde
was ik verward en bedroefd
onwetend over de tragiek
of het geluk dat ze bij zich droegen


En altijd denk ik bij dit gedicht
was ik maar meegegaan


Geraldine


ik moet zeggen een bijzonder gedicht – voor zover je hoofden kunt neerleggen – er worden heel veel hoofden in dit gedicht neergelegd. maar dat kan dit gedicht merkwaardigerwijs wel hebben. het gedicht draagt iets van melancholie in zich in zachte meeslepende woorden. en die laatste strofe is werkelijk briljant. als dichter dit gedicht / haar eigen gedicht leest – herleest –  dan denkt ze wat ze daar zelf geschreven heeft – ‘was ik maar meegegaan’ –  een mooie en waardige slotregel van een bijzonder gedicht. het is ook alsof dichter afstand neemt in die laatste twee regels van het gedicht maar wel IN het gedicht. dichters worden vaak vereenzelvigd met één gedicht uit hun oeuvre. ik heb de vaste overtuiging dat dit gedicht door geraldine niet meer door haar te overtreffen is. dit is HAAR gedicht.
en altijd denk ik bij een min of meer ondoorgrondelijke slotregel – had ik deze maar geschreven.
Vraagje aan Boven

Nee, niet waarom de bergen zo hoog zijn
Of de zeeën zo diep
Omdat uw boekje voorbij gaat 
Aan de zegeningen van plaattektoniek
Neem ik aan dat hier uw expertise niet ligt


Maar


Stel dat uw concept van eeuwig leven bestaat
Kom ik dan na de passage ook weer al die mafkezen tegen
Van wie ik blij was dat ze eindelijk dood waren
Dan hoef ik namelijk niet zo nodig


René Brandhoff
Met een knikje naar J. De Corte, artiest.

arme al tijden geleden overleden blinde Jules de Corte uit de mottenballen gevist door de dichter Brandhoff die getroffen door Corona er toch al weer aardig bovenop lijkt te komen. toch stelt de dichter nog maar een vraagje daar boven op. op dit soort vragen antwoordt god niet – zoveel is zeker. René neemt dan ook maar voor de zekerheid het zekere voor het onzekere en antwoordt zelf. ja als dat genoemde concept bestaat dan kom je ze inderdaad allemaal weer tegen haha. en dan krijg je ook nog die god erbij die het nu verdomt om een antwoord te geven. god is ook geen dichter zoveel is in ieder geval zeker. nooit een gedicht ingestuurd. bovendien ik zou zijn conceptuele kunstjes ook niet vertrouwen.  geestig gedicht.
 
  • MARTEN JANSE: zegt dankjewel
  • FRANS TERKEN – de boer met zijn trekker hij maakt het hoe langer hoe gekker
  • CARTOUCHE weet niet hoe
  • RIK VAN BOECKEL – geland
  • RENÉ BRANDHOFF – over al die mafkezen
  • TON HUIZER – we kwamen samen bij de namen
  • VERA VAN DER HORST – Ik weet niets meer te zeggen
  • GERALDINE BANK -En altijd denk ik bij dit gedicht was ik maar meegegaan
  • JAKO FENNEK – het is een jongen
  • ANKE LABRIE – over een prachtig berglandschap met een diepblauw meer ervoor –
  • WEDSTRIJD GESLOTEN
wie wint de enige echte virtuele – en wat had u nog willen zeggen – trofee op pomgedichten punt nl?
 
een lekker vrij thema deze week in de hitte van de week, van de dag, van de zondag ook – het zou toch jammer zijn als we niet kunnen lezen hier op de site – wat u eigenlijk wel had willen zeggen of schrijven. geen grenzen deze week – alles mag – de absolute vrijheid aan de dichters!
oja u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
 




er gaan mensen dood
gewone mensen
en mensen met gedichten
in overlijdensadvertenties
 
heel soms
hebben ze die gedichten zelf geschreven
dan lees je
wat ze hadden willen zeggen
 
of je leest
ik had je nog zoveel willen zeggen
en dan denk ik altijd
aan jou
 
 
pom wolff

Marten Janse


Dank!
 
Ik mocht je tot leven wekken
de wereld insturen en loslaten
bewonderen om wie je bent
 
Jou achteloos moeder maken
nadat ik de bandjes had afgepeld
je huid gestreeld, je mond geproefd
 
Ik keek je in de ogen toen ik dronk
en jij mij wiegde. Jouw mening
heeft mij eeuwig lang beroerd


Marten Janse

wat gebeurt er in de eerste strofe – dat is voor mij toch ook na herlezen de vraag. wat gebeurt er in de tweede strofe – bandjes afpellen – moeder maken – de onduidelijkheden geplaatst in het licht van de derde strofe die wat mij betreft wel duidelijk is – een kind wordt gewiegd en ligt aan moeders borst – dank je wel moeder zegt de dichter. naar ik vermoed dus. blijf ik toch met de raadselachtige tweede en eerste strofe zitten. misschien zit ik er naast.
Frans Terken (rechts op de foto)


Zie de boer met zijn trekker
hij maakt het hoe langer hoe gekker
dumpt zijn afval met asbest gevuld
bij nacht en ontij in nevelen gehuld
vervuilt hij snelweg en berm
ja dat doet hij onvermoeid ferm
gooit nog de brand in een baal hooi
hij houdt maar niet op met dat geklooi
voelt zich boven de wet verheven
door Hermandad immers niet verdreven

en maar klagen over hoge heren
dat ze meer van hem kunnen leren
ja zo doe je dat met fors intimideren
met trekkers en hooivorken als geweren
naar politici en andersdenkenden sneren
wie gaat dit tij deze terreur nog keren?


Frans Terken

Frans Terken lekker aan het rijmen geslagen – een boerenrijm haha – zo lezen we frans niet vaak. het dichtwerk werd door Frans op FB geplaatst onder een item van mijn hand – inhoudelijk helemaal eens met Frans en hij met mij. wat moeten we met die gasten. ‘eigen land eerst’ donder op met jullie asbest en andere rotzooi. frans daalt in dit gedicht af op boerennivo. dat ze het kunnen lezen met hun boerenverstand. nederland staat helemaal niet achter boeren stank en boeren mest – en de meeste dichters nog minder.
 
Cartouche links op de foto

Hoe

verongelijkt leven lijken kan
ook lijdzaamheid
geen heil vermag
het jij en ik
niet buiten onszelf treedt

met geen mogelijkheid
het een en ander
de een met de ander
versmelten zal

het halsstarrig pogen
het goddelijke toch
te ontmoeten, verzoenen
in één woord

de weerloosheid
van wat van waarde
zon en maan, kim en horizon
dat is alles wat ik wilde
zeggen maar ik weet niet hoe

Cartouche /13-08-2022

eens kijken wat Cartouche ons toch nog even wil zeggen. wat flarden lucebert komen we tegen. iets goddelijks ook nog – wat archaïsche woorden ook – ‘heil/vermag’ welja de poëziekastdeur wordt door Cartouche geopend. net wil ik roepen houd die deur maar dicht en doe een beetje gewoon – of de dichter doet uit zich zelf gewoon en gewoon mooi in de laatste twee regels – en heel in de verte klinkt ook nog de stem van benny neyman – die wist ook niet hoe.
Hallo Pom
Dit heb ik te zeggen. Ik had een vreemde terugreis van Stockholm naar Schiphol. We vlogen op tijd weg, ik maakte foto’s vanuit het raam tot omgeroepen werd dat we teruggingen naar Stockholm wegens technische problemen. Niet gevaarlijk zei de stewardess maar toch. Daarna anderhalf uur wachten op Arlanda AirPort en met een ander vliegtuig veilig landen op Schiphol maar wel drie uur later. Mijn ruimbagage kwam gelukkig goed aan maar de puinhoop aan opgestapelde koffers bij de bagageband was goed zichtbaar.
Dit is een poëtisch overzicht van mijn vooral Finse reis die ik al begon te schrijven toen de geplande vlucht naar Amsterdam begon en ik ging ermee verder toen we weer in Stockholm geland waren enzovoorts! Ik ben in ieder geval weer veilig thuis gekomen!



Het vliegend geheugen geland

Het vliegend geheugen neemt
de tijd voor lieve waarheid
langlopend van Helsinki naar Stockholm
via de Kokkola trein langs groen uitzicht

de delegaties van Kaustinen bevolken
de Finse folk en wereldfolkmuziek
van Mari Boine tot Värttinä
Loimolan Voima Orevesi All Stars

de Halsua sjamaan keert naar binnen
bij ons en draait het runtele wiel rond
tot de archipel van zee jazz eilanden
de oren met melodische passie omhelzen

de dagen van Rovaniemi en Ivalo
in herinneringslagen gedragen
door rendieren husky’s en Santa Claus
met zijn waardige geaarde kerstbaard

geheugen wandelt langs de rivieren
zingt vier de rendieren van Ivalo
op het ritme van het groene licht
de melodie van de joik van Lapland

het landend geheugen vertraagt de tijd
Stockholm wordt weer werkelijkheid
het stilstaand geheugen wacht op vertrek
laat de tijd toch sneller en dapper vliegen

over de zee van het Noordoosten
voorbij de varende Botnische Golven
spoedt herinnering zich de lucht in
is klaar voor het herrijzend thuisland.

Rik van Boeckel
Retourvlucht Stockholm en dan naar Amsterdam
12 augustus 2022

gelukkig is rik veilig thuis na wat omzwervingen op vliegvelden. mogen we lezen.  we mochten een van  zijn reisverhalen in poëzie al eerder plaatsen en lezen op pomgedichten punt nl. wie op reis gaat richting het noorden zal zeker Riks woorden tot zich nemen. en verwonderd zijn wellicht. of nieuwsgierig. in het kader van de zondagochtendwedstrijd moet ik streng zijn 28 regels zijn geen 20 regels – het gedicht valt dus buiten de wedstrijd.
Geweld in de wereld beste Pom. Er komt maar geen eind aan. Ik moest vanmorgen nog even denken aan de woorden van een van mijn oude leermeesters.
It’s no measure of health to be well adjusted to a profoundly sick society –
Prettig weekend


Herdenking

Het was weer nooit meer oorlog
we kwamen samen bij de namen

mijn burgervader was aanwezig
en een roedel geüniformeerden
vol edelmetaal

‘vrede is nooit vanzelfsprekend’
was de boodschap
‘waarom eigenlijk niet’ dacht ik
hardop

de oortjes keken om
harde handen bewogen over
zorgvuldig verborgen

het was een mooie dag
het geschut bleef in de schuur

Ton Huizer

een serieuze dichter Huizer lezen we niet zo heel vaak. mooie regel in dit gedicht is opeens een hele gewone mededeling – die uit alle gewoonheid de poëzie in getild wordt: ‘het was een mooie dag’ – een mooi gedicht ook. om bij stil te staan.




A posteriori

Ik weet niets meer te zeggen
dan dat al ooit gezegd is
ergens door iemand
sla er alle boeken
maar op na
ik kan wat woorden plukken
uit mijn brein en hier willekeurig
aaneenrijgen:  daarom eindig ik
stil in een wereld vol chaos.

Vera van der Horst

zing het maar dan. nee haha we lezen de gedachten van dichter. ik vermoed dat peter le nobel hier zou concluderen tot ‘een smakelijke eenhapscracker’ – lekker opgegeten.



dag pom,
aubergines rijp, peperonies rijp, meloenen rijp, volgend jaar dadels.
de spinnen angstig groot, wat een tijden! groet uit bergenland, jako






‘t is een jongen


ze wilde per se die tafelberg op
om het uitzicht
ik bijna kruipend
zij springend


tot ik eindelijk boven aankwam
zij daar al stralend stond
haar handen wild bewegend

ik heb wat te zeggen

hier waar niemand meeluistert
het komt in zes maanden
het is een jongen


ik zei dat ik het al wist
want zulk nieuws
heeft steeds weer hoogte nodig


jako fennek

hoera voor opa en of overgrootvaderopa jako. een schitterend maar particulier poëtisch tafereeltje in woorden geschilderd door Jako Fennek. de nieuwe en de aanstaande generaties – dat je weet niet voor niets geleefd te hebben – en ach niemand leeft voor niets. zo is het natuurlijk ook nog een keer. maar dat het goed gaat met de kids en de nieuwe kids is prachtig – en dat ie daar dichtend in redelijke gezondheid en stralend op kan toezien is prachtig en wel een klimmetje waard. van harte! en dat het gezegd is!

takotsubo

als je dan toch bijna gaat
kies dan een mooie naam
ook wel genoemd 
het gebroken hart syndroom
hoorde ik van de cardioloog 

als je daar dan eenmaal ligt 
gekoppeld aan machines
denk je niet eens aan hem 
of je hem weer zal zien of niet 
maar aan je nachthemd thuis
en je tandenborstel 
en hoe die dan 

als je tot rust gekomen bent
zijn er geen woorden
die je zo nodig nog zeggen moet
je ziet een prachtig berglandschap
met een diepblauw meer ervoor
aan woorden heb je niets

anke labrie
14-08-2022

De kracht van het gedicht ligt wat mij betreft in de bijna slotregels – de laatste regel kan wel weg hoor – in die prachtregels die veroverd zijn na de doorstane hel van het gebroken hart syndroom – woorden zoals een schilder ze alleen kan zien:

‘je ziet een prachtig berglandschap
met een diepblauw meer ervoor’

zoals Anke Labrie de wereld vaak ziet en deze aan ons laat zien.


red: Wat is een gebroken hart?
Het takotsubo-syndroom (TTS), ook wel het ‘gebroken hartsyndroom‘ genoemd, ontstaat na een heftige negatieve emotionele gebeurtenis. De hartspier verzwakt, met pijn op de borst, ademnood en soms een hartaanval. Een nieuwe studie toont dat dit ook kan gebeuren na een zeer positieve gebeurtenis.

Share This:

Seraphina Hassels: ‘Nog zie ik koele twinkeling in ogen sterren maan….’

Nog zie ik koele twinkeling 
in ogen sterren maan

de Vijgenboom 


Jij staat
zwart afgetekend
in de zomernacht
zacht
zoete geur
omhult mij 
ruisende bladeren fluisteren 
takken als warme armen
gladde stam 
wordt naakte huid


Ik tast omhoog
tussen donzig rond blad
je rijpe vrucht valt warm
in de palm van mijn hand 
barst dieproze open
sijpelt honingzoet zaad
verleidt lippen 
mond 
krijgt een eigen leven


Nog zie ik koele twinkeling 
in ogen sterren maan


Seraphina Hassels

Share This:

FRANS TERKEN: Duo-dichters II – over Kila &Babsie en Ria Westerhuis en Delia Bremer

Duo-dichters II                                             

Nog niet hier genoemd is het dichtersduo Kila&Babsie. Kila van der Starre en Babette Zijlstra vonden elkaar in 2005 als dichters tijdens een poëzieproject, traden daarna samen op, op meerdere podia, stonden in 2010 in de halve finale van het Nederlands Kampioenschap Poetry Slam. Zij maken ‘stereopoëzie’ waarbij hun woorden en zinnen elkaar overlappen, in hun voordracht spreken ze dan ook door elkaar heen, in één gedicht. Van Kila&Babsie verscheen in 2009 de bundel (met cd) Stereo. In 2018 verscheen het werkboek ‘woorden temmen’, over poëzie ontdekken en zelf gedichten schrijven. Kila is tevens oprichter van de website ‘Straatpoëzie.nl’. 

Van Ria Westerhuis en Delia Bremer verscheen in 2009 de bundel ‘Minnezinne’ , Drentstalige erotische gedichten, “vol verlangen en wel degelijk hitsig, maar niet zozeer pornografisch; tegelijkertijd worden wel man en paard genoemd” vermeldt de website van Ria. 10 jaar na Minnezinne verscheen ‘Minnezinne in moerstaal’, met bijdragen in streektaal van dichters uit alle hoeken van het land. 

Ria en Delia traden en treden vaak samen op, eveneens een dichtersduo van naam dus. 

(fragment uit:) 

Riessenland

ieje, wild as een biest
bespröngen mien verlangens
mit al oen waopens
oen tonge die overal was
bereurde mien toppen en dalen
stouwde mij op tot grote heugtes
tot ’t kloppen van oen hartslag
in mien warme schoot

(bron: https://www.riawesterhuis.nl/minnezinne.html)

Ook hier geldt dat één regel soms al genoeg om daar niet alleen aan te blijven hangen, ook om er in een reactie een eigen invulling aan te geven; in dit geval n.a.v. een voordracht van Ria en Delia, met beiden mocht ik meermaals het podium delen. 

Bij een optreden van de dames in Eijlders (mei 2014) schreef ik:

Café Cohabitat – of: Uit het vuistje

– voor Delia B en Ria W (in volgorde van opkomst) –

Van neuken krijg je nog geen kanker

dat leer je op de Drentse matras

als je heet van de naald je mond spoelt 

met de taal van dichtersliefde

en of je van de pot gerukt

als je de plaatselijke godinnen aanbidt

hoe ze je aan hun borsten vleien

teder neerdrukken op hun heuvels

van uitzinnig uitzicht

de oren overspoeld met de hoogste

toon van diep verleiden

alsof je een droogkloot een worst

voorhoudt het vel afstroopt en

schijven snijdt plakken die aan je lijf

gaan hangen als een slap condoom

staan de leden stijf

niet van angst voor de ruggenmergtering

nee stervensbereid in een vuist vol droom

© FT 2014

Frans Terken hier in Café Eijlders tijdens de dichtersmarathon 17 juli 22 neemt in augustus op pomgedichten punt nl de honneurs waar op de donderdag en buigt zich over het duo dichterschap – deze week Duo-dichters II

Share This:

Merik van der Torren: ‘U lijdt aan betrekkingswaan…’

Hoi Pom,
 Deze keer voor pomgedichten dit lichtvoetig pantoum, groet, Merik



Opzet

Neem me niet kwalijk meneer;
Ik deed het niet expres.
Het was geen opzet, deze keer,
Ik ben anders goed bij de les.

Ik deed het niet expres,
Op uw kleine teen gaan staan,
Ik ben anders goed bij de les,
U lijdt aan betrekkingswaan.

Op uw kleine teen gaan staan
Om u speciaal te pesten,
U lijdt aan betrekkingswaan
En werkt u lelijk in de nesten.

Om u speciaal te pesten,
Bij het stoplicht, op de stoep,
U werkt u lelijk in de nesten
En trapt in de hondenpoep.

Bij het stoplicht, op de stoep,
Neem me niet kwalijk meneer,
U trapt in de hondenpoep,
Het was geen opzet, deze keer.


Merik van der Torren

Share This: