Bingo! Drie maal is scheepsrecht. Dat blikjespletters en flessenslikkers vaak in onbruik zijn is jammerlijk. Minstens. Waardeloos. Desondanks stap ik goedgemutst de appie binnen. Ergens in De Kooi gelegen. Daar kom ik niet vaak, bij de appie, maar bij twee andere supers kon ik vanmiddag geen statiegeld innen. Storing! Vandaar. Zeulen. Hier werkt het kreng wel. Het vreet voor de verandering zonder mokken alle blikjes in rap tempo zodat binnen no time de bodem van de tas is bereikt. Het bonnetje? Vier euro nog wat: lekker! Onderin blijkt nog een verdwaald bierflesje te plakken. Het wordt niet geslikt. Consequent spuugt het daarvoor bestemde apparaat het bruine kleinood z´n gapende mond weer uit. Na poging tien haal ik mijn schouders op en prop het ding inclusief smoezelig natte plastic tas in de belendende afvalbak. Ik ben het gezeul inmiddels beu. Bah! Overvol, plakkerig en geurend naar overleden fris en dito bier. Die bak.
Een scherpe vinger priemt dwingend onder m´n schouderblad. WTF? Eenmaal omgedraaid staat er een tamelijk gespierd heerschap, met op links naast hem een olijk meiske met zo´n onhandige puberhondenkop; een volle tas lege flessen in elke hand geklemd. Aan de lus. Heineken groen. De flessen. ¨Pap!?¨ maant ze engelachtig haar vader tot kalmte. Het schaamrood op de kaken maar een vrolijke lach op de lippen. Ontwapenend kortom. De man, een lichtgeraakte glazenwasser ofzo, draait echter niet om de brij heen en verheft in onvervalst Leids zijn stem. ¨Meneerr,¨ zegt ´ie op de rommelbak wijzend, ¨dat flessie hoorrt thuis in de glasbak,¨ waarop ik antwoord dat de appie het flesje hoort in te nemen en het apparaat een bonnetje dient uit te spugen. Om hem ter wille te zijn vis ik desondanks het flesje uit de rotzooi en toon hem het statiegeldlabel. Ik vraag hem vervolgens vriendelijk of hij wellicht een glasbak in de buurt weet; maar de man roept met ingehouden woede dat dat niet zijn probleem is. Daar kan ik weinig mee en deponeer het flesje demonstratief terug in de prullenbak. Ik heb weinig op met schreeuwers.
Het meisje gniffelt breeduit en doet nogmaals een poging om de boel te sussen. Pa sneert dat ze haar brutale snoet moet houden en dat hij dit varkentje wel eventjes zal wassen. Inmiddels knalrood uitgeslagen wendt ze bijna proestend haar blik af. Pa, het kookpunt nabij, is blijkbaar geen tegenspraak gewend. In een woeste tirade maakt ´ie het punt dat het hier niet zo´n bende zou zijn als iedereen hetzelfde was. Hoezo? Hetzelfde? ¨U bedoelt denk ik iets anders,¨ antwoord ik, ¨namelijk dat als iedereen zoals u zou zijn, de wereld er een stuk mooier uit zou zien. Maar ik geloof niet dat iedereen zoals u wil zijn. Ik in ieder geval niet. Maar misschien kunt u mij alsnog een glasbak wijzen?¨ Nu loopt ook de man donkerrood aan, zwaait obsessief met de armen, gooit verbaal een paar dodelijke ziektes naar mijn hoofd om schuimbekkend tot het volgende slotakkoord te komen: ¨Agrree to disagrree.¨ Om zijn statement kracht bij te zetten herhaalt hij het enkele malen. Dat klinkt als een klok. Hij grist daarna beide tassen uit dochterliefs handen en propt met volle overtuiging een flesje in de automaat. Een keer. Twee keer. Drie keer. Kansloos. Alles wat fles is komt onherroepelijk terug. Het meiske ziet eruit alsof ze inmiddels in haar glimmende knalpaarse trainingsbroek heeft gepiest en kijkt me aan met een blik die boekdelen spreekt. Ze heeft er duidelijk lol in. ¨Veel succes, ik hoop dat u niet zoals ik ben,¨ werp ik de man toe. Het meisje giechelt; de man staat luidkeels te godveren. Ik weet de drang om nogmaals naar een nabije glasbak te vragen te onderdrukken. Nog net.
De onstuimige glazenwasser hamert ondertussen onbesuisd op de assistentie knop en eist luidkeels dat de manager hem te woord staat. ¨Fijne dag nog,¨ wens ik hem beleefd toe. Eenmaal bij de kassa hoor ik de man achterin tieren dat die apparaten helemaal van god los zijn en de manager zijn hele teringflessenbende mag houden. Hij geeft ook nog aan waar de man het glaswerk eventueel in kan steken. Daar van achteren. Het meisje heeft zich ondertussen bedremmeld achter mij in de kassarij geschaard, met gespreide armen gebarend dat ze er weinig mee van doen heeft. ¨Hij bedoelt het niet zo kwaad,¨ stottert ze beduusd. En omdat ze nog steeds lacht met beide knalblauwe ogen, geloof ik haar op d´r woord. Meteen. Zo vader, zo dochter? Vast wel, maar vandaag dus even niet.
ik aarzelde nog even in de boomerang – jullie stonden op een schap ik liep langs liep terug zag iets van 25 euro ik paste en jullie pasten
een beetje gedragen maar door wie – er is een man geweest die jullie zag staan jullie heeft gepast jullie heeft gekocht jullie enkele keren heeft gedragen
vandaag droeg ík jullie in café eijlders bij een bundelpresentatie van een dichter die mooier kan dichten dan ik maar mooiere schoenen had ie niet aan van poëzie ga je glimmen
en jullie glommen vandaag zoals mensen niet kunnen glimmen om de man te eren die denk ik is dood gegaan ‘ze zijn te mooi om weg te gooien’ zal er wel gezegd zijn ‘we brengen ze naar de kringloop’
ik zal jullie dragen en dat beloof ik voortaan en alleen bij de poëzie dat jullie blijven glimmen als klimop in de regen als liefde op jonge wangen als schoenen van poëzie
dit weekend ipv de zondagochtendwedstrijd en op de komende vrijdagen – hier op deze site – zal een aantal op de grote volksdichter GERARD REVE geïnspireerde gedichten te lezen zijn – een eerbetoon aan de 100jarige weliswaar overleden – maar ondanks zijn overlijden toch zo levendig in de herinnering levende schrijver/dichter.mocht u ook de behoefte gevoelen u reviaans te willen uiten – stuur rustig uw literair schepsel aan het bekende adres van pomgedichten @ gmail . (punt dus) com
Ochtendstond 100 jaar geboortedag Gerard Reve
O, mijn God aan wie ik, U toegewijd, bij lange na niet waarachtig ben en mijn ware aard heb op te biechten. Ik zeg het U bij het leven – ik ben alles wat ik ben, hopend dat dit mij wordt vergeven. Maar kom,
het is etenstijd nu, tijd voor brood en spelen – zie hoe de ezel er lustig van balkt, zich met kussen overdekken laat, de een zich tot de ander neemt – devoot, gelijk het een God betaamt –
Elbert Gonggrijp, Egmond aan den Hoef, vrijdag 15 december 2023
Heer help me met deze rede ik spreek ze vanaf de kansel toe
mijn valse peroxidevriend en zijn maat met de hamer
zij zijn er verguld mee
Frans Terken
“gerard reve is’n heilige ( dixit reve ) “
de man met’et gebeitelde boksershoofd de droge stem de ietwat trieste blik en dat ie…
de jongens lieve jongens en dat ie ze allemaal wel ’n lekker stuk vond die jongens lieve jongens en dat ie wel grappig is geinig controversieel
hoe ie van de ene sekte naar de andere… van communist tot rooms-katholiek en dat ie zoveel stof doet opwaaie in literair-nederland met ze boeke over leve en dood en liefde romans gedichte brieve
“spraakmakend” schrijve ze in de pers grensverleggend en dat ie gaat huwe met ze vriend iets met matroos en vosch tijgertje ook woelrat
en hoe ie zich altijd wist te omringe met mooie woorde flamboyant mooie jongens ook
en dat ie dood is nu twee-en-tachtig werd ie en dement op en dat we nu elkaar trooste leve reve leve gerard en al de woorde van’n heilige
in uw genade werd ik ontvangen daarna moest ik maar zien hoe ik weerstand bieden kon aan de verleidingen des vlezes
in de hitte der verdrukking aanvaardde ik gods hand die mijn roede recht deed en mij behoedde voor de zondvloed
ml
Ja Reve gespleten wezen een kruising van paard en ezel tussen een tijger en een woelrat die zich god zonder gebod waande terwijl hij een moederskindje was dat als in een sprookje stooide woorden van jewelste
Cartouche
Goedenmorgen Pom, Ik ben al wakker. Gerard nog niet waarschijnlijk toentertijd. Een avond- en nachtdier op zoek naar … ja naar wat? Spiegel aan de wand. Wat een inkijk. Wat een nalatenschap. Imposant. Die Gerard van de droom.
Gerard van de droom
Spiegel vloekt naar mij Weet je het alweer niet? Wat zie je er uit! Neusharen rijzen ten berge Woest uit mijn neusgaten
Kam mijn haren Poets mijn tanden Het helpt niet Langzaam ten onder Sprakeloos de conversatie
Jij en ik, zij en hij Zo verschillend Tanden op geloof stukgebeten Ik ben … dus fuck it Gedoe om niets in het zijn
Dus zwijg ik Voor het eerst Last valt van lijf Ledematen nemen geen maat Hoofd in ruste
Groet, Rob MIentjes
Uw taal baart die ondraaglijke spanning als bij uitgesteld genot
Vera van der Horst
op de komende vrijdagen – hier op deze site – zal een aantal op de grote volksdichter GERARD REVE geïnspireerde gedichten te lezen zijn – een eerbetoon aan de 100jarige weliswaar overleden – maar ondanks zijn overlijden toch zo levendig in de herinnering levende schrijver/dichter.mocht u ook de behoefte gevoelen u reviaans te willen uiten – stuur rustig uw literair schepsel aan het bekende adres van pomgedichten @ gmail . (punt dus) com
O MAJESTEIT
majesteit u ontroert mij en het is om die reden dat ik verhaal van de schrijver met aan zijn voeten geile jongens
waaronder ik hoe zij onaneren dat het lust geeft en de koninklijk goedgekeurde vloerbedekkingscentrale dagwerk
van een schrijver met ogen die fonkelen als gespen op schoenen zo sta ik naast u
ik begrijp niet waarom ik de orde voor grote verdiensten nog niet heb mogen ontvangen het is nu al weer jaren dat ik on speaking terms ben met Hem zo gij mij bevolen heeft
niet dat Meneer veel terug zegt maar het houdt wel op majesteit
is het dan toch de tijd die op den duur alles dood maalt ik had alle tijd en Hem zo onomkeerbaar lief
Tot de nacht Plaats maakt voor de dag Tot de waas Plaats maakt voor helderheid Tot de vermoeidheid Plaats maakt voor rust Tot de leegte Plaats maakt voor ruimte
gisterenmiddag de onderhandelingen met groot succes afgesloten bij Mirjam Al. let op Betty linksonder in het mandje – het hondje van Merik van der Torren dat liefdevol is geadopteerd na zijn overlijden door Mirjam Al – ik begreep dat de twee huiskatten iets meer moeite met Betty hebben – met name als Betty het waagt het voedsel uit de kattenschaaltjes te verorberen. dan springen er twee katten in Betty’s nek. Mirjam heeft mij een 60 tal teksten overhandigd en enige kunstwerken op papier – zij zal om en om met Vera Jongejan de honneurs op de woensdag waarnemen na de dood van Merik – die hier jarenlang de woensdag met teksten mooier maakte dan elders. rechts achter het hoofd van Mirjam ziet u een schilderijtekening – een portret van Mirjam Al door Vera Jongejan die deze week de woensdag op de pom verzorgt. GENIET!
Goedemiddag Pom, Zoals je weet, wordt schrijfgroep “de Klus” ,ooit door Simon Vinkenoog opgericht en daarna door Tito de Vries overgenomen, na de dood van Tito door zijn vriendin Emmy gecontinueerd in het Buurthuis “de Oase” Vrolikstraat 281 te Amsterdam. Hier wordt om de week op maandagmiddag vanaf 15.00 uur improviserend geschreven op 2 thema’s. Zo kreeg ik een paar weken terug het thema “cocoonen” aangereikt en speelde wat daarmee. Lieve groet, Vera
Cocoonen
1 Een nieuw woord heeft zich ontpopt het fladdert om mij heen vraagt alle aandacht daalt neer op mijn schrijverspen versuikert mijn zinnen
smoort mij fluisterzacht.
2 Kachel uit verscholen onder warme lappen -toch nog ‘n koude neus maar we moeten beter omgaan met de aarde- zit ik opgevouwen te schilderen neem sprankelende kleuren en wacht af tot ik vlinder word.
3 Kleine mensjes zitten gevouwen in snoepjes vandaag ga ik ze uitdelen.
4 Vroeger dook ik weg voor boze woorden opgevouwen op zolder zat ik laat het leven aan mij voorbijgaan ik ben er niet
ko met wie ik ooit nog eens in een greppel belandde net naast een dijk ergens in zuid holland -de auto scheef hangend met twee wielen in een ondiepe sloot de andere twee wielen bijna ingegraven in de schuine dijkwand. als een kwieke acrobaat wist ko mijn toyota te verlaten – ik rolde de sloot in. later hebben 10 dichters de auto ’terug getakeld’ de dijk op. ko liep met een zware tas vol poëzie aan het begin van die dijk – ik kwam aanrijden – instappen kootje? vroeg ik – kootje blij verrast stapte in en maakte gebruik van het aanbod – 2 minuten later aangekomen bij de plaats waar opgetreden moest worden – lag ie bijna in de sloot. ko is later bij andere evenementen nooit meer bij me ingestapt. jammer. en nu dit!!! altijd wat met ko – sterkte jongen.
Ko op FB:
“ZORG ,,Nee, houd de deur maar open”, zeg ik tegen elke verpleegkundige wanneer deze vertrekt. ,,Ik houd graag contact met de buitenwereld.” Ik wil mijn blikveld blijven verbreden. Ook nu. Juist nu. Elk beeld, elk geluid, hoe vaag ook, is welkom. Opdat ik nog íets mee krijg van het leven buiten mijn kamer. Het went snel. Een paar dagen terug liep ik nog vrij rond met een slepende voet (vast een sportblessure). Via toenemende vermoeidheid (vast de hitte), een schouder die langs gevels schuurde (vast verstrooidheid) culmineerde het in een arm die uitviel. Een afspraak bij het ETZ stond inmiddels, maar nadat ik bij het avondeten een gehaktbal doorsneed alsof ik met een figuurzaagje een boomstam te lijf ging, was het ambulancemoment daar. Nu verblijf ik op ETZ Elisabeth, afdeling neurologie. Diagnose hersentumor. Kwaadaardig. Drie bij vier centimeter. Dat lijkt weinig, maar op de schaal van één hersenhelft is dat toch fors. Geen uitzaaiingen, gelukkig…”
na haar reis naar werkelijk hele verre streken is ze weer veilig weerom gekomen – is ze aan het wennen weer – schrijft ze mij – aan ons zeeklimaatje, aan dit regenland na de verkiezingen, aan het leven met verkeersborden: “Op afstand heb ik natuurlijk de verkiezingen gevolgd en vanuit het perspectief van reizen in een land waar ik niet één verkeersbord heb gezien terwijl er toch echt wel autos rijden, och, waarin een klein land groot kan zijn zullen we maar zeggen.” – gelukkig is ze weer thuis – laten we haar bijkomen genieten we haar poëzie op de pom:
schrijven is van dingen die je zelfs niet denken durft het dronken duister als je in de toekomst kijkt de kolkende rivier losgezongen van de oever
schatplichtig aan de oude dichter doet zich een nieuw ritme voelen nieuwe wegen zoekend nieuwe woorden dit is geen liedje van verlangen meer
soms spat ik van euforie uiteen – dan neem ik maar een wijntje om een beetje bij te komen – wat is er aan de hand meneer wollufsen vraagt betty hier in de kamer drie hoog achter in de jordaan. kind zaterdag gebeuren er dingen – gebeuren er onbeschrijflijke dingen – zaterdag presenteert ie een nieuwe bundel met poëzie. Wie is die IE meneer wollufsen? die IE is KAREL WASCH betty – veruit de beste dichter – de beste levende dichter uit de lage landen.
ken ie echt goed dichten meneer wollufsen? ja kind de dichter WASCH dicht zoals nog nooit een dichter heeft gedicht. o meneer wollufsen u heb er kijk op – as u het zegt – …………..JA KIND DAT ZEG IK! …….dan kom ik ook kijken zaterdag in café eijlders om 1300 uur.
is ie een lekker ding meneer wollufsen? ja betty meneer Karel Wasch is naast een goed dichter ook een lekker ding. en ik mag van dat lekkere ding 2 gedichten uit die nieuwe bundel voordragen aanstaande zaterdag – betty sprak geruststellend – maar u ben best ook een lekker ding hoor!!! met al die poëzie van u.
dank je wel Betty. en met welk gedicht van Meneer Karel begint u zaterdag meneer wollufsen? dan begin ik met het gedicht AURA betty – dan begin ik deftig Betty! en de eerste regels van dat gedicht gaan als volgt Betty:
“Mijn oude vriendin – toen nog mijn beste vriendin, zei dat ik een helder aura had. Later gebruikte ze – met gretigheid – cocaïne, heroïne, Misschien zuiverde die troep haar eigen aura,…”
ja meneer wasch dicht echt deftig hoor meneer wollufsen! heel mooi. en uit het leven. ja betty zo is het. uit het leven.
“voor maandag iets anders” schreef Peter mij. de prachtcolumnist van pomgedichten op de maandag blijkbaar aangeraakt door de poëzie – hahaha – niet dat ik hem daartoe heb aangezet of verleid – zeer zeker niet – maar dan toch Peter aan de Poëzie. en wie zijn wij om hem dat te beletten. eigenlijk zijn wij van hier wel een beetje trots dat de man van de vele prozawoorden zich waagt aan ingeklonken dichtkunst. zet u schrap!
Waar stond de zon toen ik ontwaakte? Waar is de dag? Ontheemd ben ik geboren Uit de schaduw van haar lach.
Hier zal ik wachten, in maneschijn verloren, Totdat ze komt om de kramp wat te verzachten. Levenslust als vlees vermomd.
Met vurig hart dat zo roestig kraakte, Eeuwigheid bezworen in dezelfde ziel, Kus ik nu in vrede de pokken op haar kiel.
dank aan alle dichters die inzonden. er zaten gedroomde prachtwerken bij. en onbegrepen prachtwerken – neem het mij rustig kwalijk – een mening is ook maar een mening – wat doet de beschouwer anders dan een gedicht in zijn eigen leeservaring plaatsen – zo leerde kees fens het ons ooit. hoe dan ook – een gedicht sprong er voor mij uit deze week – GOUD voor Monique Wilmer-Leegwater die het thema wist om te buigen – wist te verbreden – van mens naar dier en natuur én mens. van harte. Rob Mientje en Rik van Boeckel ook erg graag gelezen.
Het recht om te stromen
Iemand moet het doen. Laten we duizend kraanvogels vouwen om alle wensen te vervullen. Irrawaddydolfijnen wijzen ons de vis, in ruil daarvoor zullen we met ze spelen.
We laten de rivier maar niet de schuren, die halen we neer. De hoop die daar leeft, nemen we mee. Bergen hem in wei en bos. Een maan van steen breekt in stukken om ons heen.
Onze longen vullen zich met overvloed, door niemand af te nemen. Dit zuigen zo veel, zo veel, van jou en mij, het dier. De wind zoals in het begin, het dekzand dat hier altijd al was
de golven in cadans, standvastig en ferm, nemen ons mee. Er zijn mensen die verhalen van zo’n land, zo’n land aan zee. Het is er goed en blauw. Niet eerder zag de lucht zo blauw.
we vroegen: ‘we lezen graag deze week over al het mooie over alle verborgen gebleven schoonheid over alle ongekende mogelijkheden, over de zo intens gewenste werkelijkheid..’ – we kregen:
‘Er zijn mensen die verhalen van zo’n land, zo’n land aan zee. Het is er goed en blauw. Niet eerder zag de lucht zo blauw.’
we kregen een positief beschreven begin van onze zondagochtend wedstrijd. hier wordt geen mens bezongen maar de natuur en de dieren door Monique in een gedicht uit haar alom geprezen debuutbundel WISSELPLAATS. we krijgen niet te weten als lezer hoeveel mensen verhalen van het gedroomde blauw. ‘er zijn mensen die verhalen..’ lezen we en we lezen meteen in die regel ook de droom – de hoop op een wereld vol van dat prachtige blauw. Monique Wilmer-Leegwater vult als het ware de voor velen verborgen gebleven aardse schoonheid in met prachtige poëzie. de zo door haar intens gewenste werkelijkheid dichter bij de lezer.
Monique Wilmer-Leegwater: ‘Er zijn mensen die verhalen van zo’n land,…’
Rik Van Boeckel: ‘zingen en dichten (..) op het ritme van het dromende hart.’
Luk Paard: ’n lied dat sloeg doordrong en bleef
Frans Terken: hoe ze langzaamaan oplossen
Cartouche: beslagen ramen in de noodopvang
B. Amiri: om de onmogelijke verlangens te ontwijken
Rob Mientjes: Van dat wat nooit was
karin beumkes schreef zo mooi bij de dood van shane deze week: Shane leek op de maand november, melancholiek en kwetsbaar, set fire on them.
November
Soms zie ik hem fietsen zijn ogen zijn grijs daar gaat hij langs het biddend riet
Soms denk ik dat november bestaan kan in een man.
karin Beumkes
‘Ik had iemand kunnen zijn Wel dat had iedereen Jij nam mijn dromen van me weg Toen ik je de eerste keer vond
Ik hield ze bij me, schat Ik zette ze bij de mijne Ik kan het niet alleen redden Ik heb mijn dromen om jou heen gebouwd‘
shanes onverwoestbare kerstnummer brengt ons het thema van de week – wie wint de enige echte virtuele – ach ja dromen je verliest ze – trofee op pomgedichten.nl? we hebben ze allemaal – we hebben ze allemaal gehad en ook als ze verloren gingen waren ze nog van waarde in de herinnering. we lezen graag deze week over al het mooie over alle verborgen gebleven schoonheid over alle ongekende mogelijkheden, over de zo intens gewenste werkelijkheid die maar geen realiteit wilde of kon worden. in het prachtnummer ‘fairy tale of New York’ wordt zo een droom bezongen. u kent de regels hier: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
nog nooit zong iemand mooier ‘je nam mijn dromen af’ zo komt het en zo gaat het het misschien-was-dat-het-dan moment
het onmogelijke weten het onontkoombare dat smeult om in je te vergaan om in je te sterven
pom wolff
Hallo Pom Hier mijn bijdrage aan de enige virtuele. Helaas heb ik vorige week de uitvaart bijgewoond van de Uruguayaanse tango zanger, dichter, acteur, regisseur en maker van maskers Juan Tajes – (Juan Tajes links vanRik op de foto) – die in Amsterdam woonde en met wie ik in de GlobalLorca groep heb samengespeeld: een voorstelling over de poëzie en het toneelwerk van Federico Garciá Lorca die we niet alleen in Amsterdam hebben gespeeld maar ook in Zwitserland. Over die voorstelling schrijf ik in mijn reisboek Muzikale reizen van Portugal naar Finland in het hoofdstuk GlobalLorca vanuit Spanje, Cuba en Buenos Aires naar Zwitserland.
Met dichterlijke groet Rik van Boeckel
Langzaam ontwakende droom
Dromen gaan niet verder dan ontwakende realiteit
nu dit zo is verhaald lijkt een ieder afgedwaald
langs de doornige roos uit Pandora’s schimmige doos
het aardse koren verschroeiend in een langzaam groeiende droom
dramatisch is het tragisch slot begraven in aarde van pure waarde
zo moet het wezen en zijn voor de universele werkelijkheid
zo zingen en dichten dienaars van het lot op het ritme van het dromende hart.
wij condoleren Rik met de mensen die hij de afgelopen weken verloor. onder anderen Juan. het levert een langzaam indalend besef in poëzie gegoten van die soms zo afschuwelijke onontkoombare werkelijkheid die met geen pen te bestrijden valt. ‘zo zingen en dichten dienaars van het lot op het ritme van het dromende hart’ – pijn.
Luk Paard(de rockdichter): ah deze maand as’n laatste rechte lijn naar ‘et nieuwe….ik schrijf dan gewoonlijk wat minder…en overloop me eige leventje…en zo herinner ik mij ’n band….de zanger… https://youtu.be/BJIoDTcPGds?si=lp8HzyxGXPI6hAs8
” shane “
(‘k mocht je paar keertjes live geniete en zo herinner ik jij die ook muziekgeschiedenis schreef…voor altijd)
met elke noot die je uit je lichaam zong asof’et de laatste keer ’n laatste noot of zo
en the band die speelde machtig as’n ruggesteun de fles half leeg
’n trouwe vriend en elke noot uit je lichaam asof’et de laatste keer de fles
en de jongens speelde zij droege je lied ’n lied dat sloeg doordrong en bleef
zoas’n nieuwe fles telkens weer asof’et de laatste en jij met elke noot nog meer’et zinge dat blijft doordringt
een goudeerlijk en uit het hart geschreven eerbetoon van de rockdichter LP aan shane die onlangs overleden is. een eerbetoon zoals LP ook herman brood in poëzie vereeuwigt – zangers als shane en herman blijven – zingen in een baan om de aarde hoe dood ze ook zijn.
Dag Pom, Een bijdrage voor de virtuele, we dromen maar dat het weer goed komt, de demonen weggeblazen. Weekendgroet, Frans
Dromen in december
Zo donker als de nacht is zijn de dagen van deze maand tussen waken en slapen val je weg in een schemergebied
een voorbode van demonen die in dromen aan je voorbijtrekken luchtledige schimmen springend en krijsend om hoofd en lijf
waar je geen vinger achter krijgt laat staan de hand op kunt leggen ongrijpbaar als mist in december
hoe ze langzaamaan oplossen als je slaapdronken je stem verheft een lied van leven voor ze zingt
‘een lied voor leven’ om de demonen te verdrijven. het medicijn. de donkere dagen voor de kerst met bittere koude en heel veel regen werken niet echt een vrolijk dichterlijk gemoed in de hand. er wordt hier niet echt vrolijk gedroomd. gelukkig kent de dichter het medicijn bij het ontwaken.
Weerklank
In de stilte van de nacht je ogen glans van nooit vermoede dromen, grazig ongebaande paden, te verrichten daden
hoe ze de klanken weten te verstommen van onversneden vallend glas, gebral en borrelpraat van praatjesmakers en hun klonen de godganse dag
waarvoor woorden moeten wijken de slinger houdt zijn slagen – de tijd een ogenblik zijn adem stil in een alleen door ons te horen symfonie
gaat een wereld open, niet langer plat en dolgedraaid, het leven staat voor even – in deze huiver, deze ril weet ik mijn tranen
eenmaal wakker, in het tikken van de regen hier, het spreken van beslagen ramen in de noodopvang
09-12-2023 / Cartouche
Cartouche slaagt er zo af en toe in – maar de laatste tijd toch vaker hier om buiten mijn dichterlijk jargon te treden. deze lezer begrijpt dit gedicht echt niet. wat is ‘een onversneden vallend glas’ ik zou het niet weten – welke ‘grazig ongebaande paden’ worden hier betreden en door wie? ik weet het echt niet. de dichter moet van het door hem zelf beschrevene huilen zoveel is zeker in de voorlaatste strofe – en in de noodopvang spreken beslagen ramen. begrijpt u het wel?
(in de leer van de receptie esthetica zouden ze opmerken dat als de dichter/zender teveel voor de lezer/ontvanger onbegrijpelijke tekens in zijn gedicht/boodschap verwerkt dan is de kans groot dat de communicatie tussen zender en ontvanger niet echt lukt.)
Als ik zeg II
Als ik zeg: de bus wacht op mij terwijl ik weet dat de bussen begrijpen niet wat wachten is en jij weet ook dat de bussen niets van het wachten begrijpen dan begrijpen we elkaar voor het eerst en dat vertalen we naar de liefde het verlangen naar overeenkomsten is een evolutionair begrip
duizenden vlinders in jouw buik duizenden fascinaties in de mijne
Als ik zeg: we gaan nu de bergen in terwijl ik weet dat je nooit de bergen in gaat en dat zeg ik alleen omdat ik de onmogelijke verlangens met de onzinnige woorden probeer te vermijden en jij maakt andere onzinnige klanken om de onmogelijke verlangens te ontwijken dan zijn we al te laat
duizenden sterren in mijn gedachte duizenden hoop in de jouwe
Als ik zeg: wanneer de zon onder gaat terwijl ik weet dat de zon nooit onder gaat en ik neem aan dat jij ook weet dat de zon eigenlijk nooit onder gaat terwijl jij denkt dat de zon werkelijk onder gaat en je neemt aan dat ik ook geloof dat de zon wekelijk onder gaat dan weten we het even niet meer
duizenden praktische bezwaren geen enkele spijt
B. Amiri
dichter Babak is niet geheel op de hoogte van de 20-20 regel die hier gehanteerd wordt – zie bovenin – tenzij noodzaak! en dat is wel even de vraag of het mantra achtige geheel van de noodzaak is. ik herken mezelf een beetje tijdens een schrijfproces – je begint en je weet niet waar je uit komt. na de schrijfseance resteert best een bijzondere tekst – en toch mag er wat mij betreft in gesneden worden. (duizenden hoop?) – ik vermoed dat deze tekst veel beter als performance tekst werkt dan als een tekst op papier. de herhaling is prettig voor een toehoorder niet voor een lezer. de passage met de zon die wel of niet onder gaat – ik weet het niet. de teloorgang van een relatie kan beter beschreven – de relatie hangt hier in de zon uit te drogen.
Hallo Pom, Een laat dicht met de groeten van Scarlett. Rob
O haar Gone with the wind Toupet malheureux
Sweet dreams made of hair Waaien door het bos van bomen Takkewijf met witte wieven
Dromend verliest ze Van haar prins op pony Die staart en benen neemt
Waar blijft de tijd Dat mijn hoofd nog droomde Van dat wat nooit was
Rob Mientjes
de filmpersonages/ het filmpersonage in een aardige poëtische vorm gegoten en teruggebracht tot de dichter die haar beschreef. mooie slotstrofe – waar blijft de tijd vraagt de dichter. wij van hier weten het ook niet. weg als de dromen die werden nagejaagd wellicht. ‘wegger dan weg’ las ik deze week mirjam al. en ik moet denken aan die geweldige kinderlogica – toen een kind gevraagd werd even stil te zijn en het antwoord luidde: ik praat niet mijn mond praat. hier een variant: ik droomde niet – mijn hoofd droomde.