pom wolff – hallo allemaal dit is poëzie taal in makkelijke taal

hallo allemaal (2)

vandaag weer onze poëzie taal in makkelijke taal
je bent nog net zo stom als gisteren
daar kunnen wij natuurlijk ook niets aan doen

maar elke dag maken ze voor jou op ned 1
wel het hoernaal in makkelijke taal
waar jij niet naar kijkt omdat je van de wereld de ballen begrijpt

maar dat geeft niet hoor
de wereld is best wel moeilijk te begrijpen
cornelis vreeswijk zong er al over

‘een hele hoop dingen zijn moeilijk hoor’ zong cornelis
cornelis vreeswijk was een zuiplap
die ze na sluitingstijd de kroeg uit moesten dragen

cornelis is dood aan zijn lever
nou dikke doei weer en tot morgen
dan leg ik je E=mc2 van albert uit – die zoop niet

pw




hallo allemaal (1)

dit is poëzie taal in makkelijke taal
ik kan er ook niks aan doen dat je te stom bent
om gewone woorden te begrijpen
 
maar dat geeft helemaal niet hoor
oja poëzie betekent dat je zout drinkwater
toch zoet moet drinken
 
volgens het waterbedrijf
is zoet of zout water heel bijzonder
zoet of zout – het maakt ze geen reet uit
 
poëzie is ook een ontbijtplankje
dat plankje hebben ze uit een boom gezaagd
en na het zagen viel de hele boom om – raar he
 
maar uit die boom
vielen eerst nog gedichten naar beneden
zomaar naar beneden 
 
sommige mensen
kregen zo een gedicht op hun kop
die mensen hebben nu dikke bulten
 
en een vette schimmel
omdat ze nog in sinterklaas geloven
die mensen stemmen ook allemaal op de pvv
 
een gedicht is een ontbijtplankje
op sterk water – ook heel bijzonder
zeggen ze bij het waterbedrijf
 
nou dikke doei hoor
zie je wel als je even je best doet
dan weet je wat poëzie is
 
en weet je ook dat je niet onder een boom moet gaan zitten
waar ze een ontbijtplankje uit zagen
en dat ze bij het waterbedrijf uit hun nek lullen
 
pw
 

Share This:

Peter Posthumus – wie hier loopt verdwijnt…



Achter de houtwal de akkers
de stoppel velden met sneeuw
het wit omfloerste grijs en zwart
wie hier loopt verdwijnt, valt weg
is niet te onderscheiden
doolt en dwaalt om eigen as
raakt verloren tussen de
zelf gezette stappen
hier kraakt het af en toe
er gaat iets stuk
hier los je op in
laaghangende mist 
in kou en tijd
iedere stap een keuze
die nergens toe leidt.


Peter Posthumus

Share This:

pom wolff – waar liefde in oneindigheid ontaarden wil

foto: Schouwart

het plein waar liefde in oneindigheid ontaarden wil
 
er is vast wel een zanger
die een door niemand begrepen liedje zingt
ach liedjes gaan toch altijd over hetzelfde
 
of een kunstenaar die een rotonde
omtovert tot een plein waar liefde
in oneindigheid ontaarden wil
je weet toch hoe kunstenaars zijn
 
en dan heb je nog van die dichters
die je met huid en haar ontleden
heb je alles gehad krijg je dat
 
pomwolff

Share This:

PETER BERGER – En wie niet zoet is, krijgt de roe. Beloning? Onderwerping? Hersenspoeling? Daar heb ik niks mee…



De juf had ons goed voorbereid. In de kleuterklas. Morgen zou het de eerste keer zijn! Oog in oog met de man met de mijter. Spannend. We moesten ons vooral gedragen. Beter nog! Onberispelijk. Stilzitten Petertje! Want anders. Ik had weinig op met die saaie pief. Hoog op z’n ros. Des te meer met z´n knecht. Die had lak en was altijd vrolijk. Een slimmerd bovendien. Misschien zou ik hem kunnen vragen hoe dat nou zat met dat paard. 

Desgevraagd had de juf bezworen dat het een doodnormaal paard was. Die schimmel. Maar dat kon gewoon niet waar zijn. Doodnormaal? Op het dak? Zonder vleugels? Een prangender vraag die in mijn kleuterkop brandde betrof de schoorsteen. Bij ons in de keuken was dat een nauwe aluminium pijp met een onmogelijke bocht. Daaronder de kolenkachel. Met een klein kabouter luikje. Het was bovendien zo’n kachel waaraan je flink de poten kon branden. Zo heet. Daar wist ik alles van. Blaren. Geen mens zou dat overleven!

Het werd een deceptie. Onder zijn tabbert prijkten dezelfde bruine schoenen als die van de conciërge. Lomp en afgetrapt. De hakken ongelijkmatig afgesleten. Dezelfde bril bovendien. Terwijl Pedro vrolijk met pepernoten strooide, en wij op onze knietjes van de vloer aten, werd het me duidelijk. Dit was bedrog! De dikke billen die kleurrijk boven mij wiebelden? Rond als die van de juf uit klas drie! Woest was ik. Verdrietig ook.

Waarom was hij zelf niet gekomen? De juf volhardde, maar moeder verloste mij. “Hij is al lang in de hemel,” zei ze, “maar hij leeft voort in onze harten.” En om zijn vrijgevigheid te vieren deden alle grote mensen mee. Om er voor de kinderen een groot feest van te maken. Mijn vriendjes mochten er niets van weten. Bezwoer ze.

Hoezo groot feest? Feest? Aan me hoela! Daar geloofde ik geen bal van. Het ging erom dat iedereen zich gedragen moest. Regels zijn regels! En wie niet zoet is, krijgt de roe. Beloning? Onderwerping? Hersenspoeling? Daar heb ik niks mee. Toen al niet. Loslippig? Ik heb het jaren voor me gehouden. Maar als er voortaan bij dat toneelstuk gezongen werd, bewoog ik geluidloos de lippen. In het hoofd vierde ik mijn eigen feestje. Zet hem op de pot en laat hem lekker stinken. Doe de deur op slot. En dat doe ik nog steeds.

PETER BERGER

Share This:

ACG en Ditmar maar ook Cartouche en Anke winnen de enige echte virtuele – dichter bij de bron kan een dichter niet komen – trofee op pomgedichten- vrij naar het prachtlied Dichter bd Bron van Bjorn van Rozen.

wedstrijd gesloten – dank aan bjorn van Rozen voor de inspiratie – de dichters hebben het deze week mij te moeilijk gemaakt voor wat betreft een verdeling van de eremetalen – er is geen kiezen mogelijk in dat opzicht. dank aan alle dichters die inzonden – wat een prachtwerken van ACG Vianen en Ditmar Bakker – de commentaren onder de gedichten. een prachtig soort kwetsbaarheid. dat is 2x goud!

en dan hebben we Anke Labrie en Cartouche nog – dichters bij de bron – anke het gedicht kaler dan de gedichten van jan arends en Cartouche weelderige poëzie vol overgave – dat is ook 2 x goud. tel ik 4 x goud – gij dichters dit heeft u uzelf aangedaan! VAN HARTE.


Ommedraai

in het strijken van jaren
langs je wang , je handen voel je
hoe het was en wat er brak – je tracht
het voor je te zien, wat in het verschiet
en weggesleten wat overbodig leek
langzaamaan keert het weer
naar die ene jij – dat je

in vuur en vlam het licht zag
lachen in haar ogen haar gezicht
alsof je nieuw geboren, nooit dichter
bij de bron dan dit ene ogenblik
van bladeren in het manuaal
van teloor gewaande liefde

neem je haar ter hand, de pen
van haar vleugelslag roept en raapt je
bij elkaar vraagt niet waarom of hoe
ze richt je blik en wat je houdt, de zon
achter de maan die gaat en komt –
draait retrograde met de aarde
me om en om


23-10-2023 / Cartouche

heb je net anke labrie gehad en de mensheid uitgelegd hoe dat moet met poëzie krijgen we Cartouche – een weelderige woordenvloed vol authentieke emotie en taalpracht – en kleurrijke overdadige bos bloemen – met die ene jij – dat ene ogenblik – bladeren in de liefde – PRACHTIG! – de dichter bij de bron die zich in al zijn onmogelijkheden – want zelfs de taal van Cartouche weet haar prachtigheid nauwelijks te vangen – al vraagt hij niet meer waarom of hoe – de totale overgave aan de geliefde – en dan maar alsnog – hier beschreven. ja zo moet poëzie OOK zijn.
uitgeteld

mama 
het eerste woord

papa 
het tweede woord 

jij  
het derde woord

wij 
het vierde woord

ik
het laatste woord



anke labrie 
23-11-2024

inderdaad een beetje wrang werken de woorden wel – ik schrik er een beetje van. aan de andere kant het leven zelden zo kort en zo krachtig samengevat gezien en gelezen. ja als uit moet leggen hoe je poëzie moet schrijven dan is dit een prachtig illustratief gedicht. eigenlijk is dit zo een gedicht dat alle andere gedichten overbodig maakt. prachtige titel ook.


KLEINE UURTJES

Des winters, ’s avonds: even om
en geen met wie ik praten kon
dan rijtjes huizen, naast mijn loop,
waar sneeuw haast tegen vensters kroop.

Ik dacht aan wie daarachter school–
in antwoord klonk er een viool,
ik zag (door schaars vitrage heen)
gezichten, mensen, niet alleen.

Ik had gezelschap op mijn tocht
tot ik vergeefs naar huizen zocht
en omkeerde, met spijt in ’t hart:
ik zag geen ramen dan diepzwart.

En in de sneeuw knerpte mijn tred,
die stoorde wie reeds sliep in bed
als harde vloeken, toen jij ging,
om tien uur al herinnering.


***[D.B.]
lieve ongeziene held hoe eenzaam je door de straten gaat – we staan allemaal voor je op – je kwetsbare teksten – ik kan alleen maar zeggen dat ik je woorden een voor een op me leg en me aan je verwarm. en nee ik ga niet. een prachtige ditmar bakker. de pijn tot aan  de bron gebracht. wat is dat vandaag met al die prachtige inzendingen.
waarde collega dichter ACG – zaterdagmiddag  in Hengelo in de stadsschouwburg te aldaar nog de hand geschud – bij die prachtige expo van Lynne Greenaway – en nu dan hier in de wedstrijd die geen wedstrijd is – de bijdrage zeer welkom – een klein maar zeer fijn kleinood – ja zo het kan vergaan met een dichter – mooi de woorden even laten inwerken en dan de liefde proeven. het binnenste open vouwen. mooi!
 
  • ACG Vianen – over de dichter bij de bron
  • Anke Labie – telt
  • Cartouche – nooit dichter bij de bron dan dit ene ogenblik
  • Erika de Stercke – jouw hand op mijn schouder 
  • Ditmar Bakker – in antwoord klonk er een viool,….
  • Rik van Boeckel – de toekomst is een wereld van gedachten
  • Frans Terken – Terug naar de bron bij de brug

wie wint de enige echte virtuele – dichter bij de bron kan een dichter niet komen – trofee op pomgedichten? vrij naar het prachtlied DBD-BRON van Bjorn van Rozen. ach elke dichter weet wel waarom het allemaal draait – steeds dichter om en bij de bron – en nou willen we het lezen ook! de zondagochtendwedstrijd is aan! u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.


over indringend gesproken

schat
ik vraag je niets
ik wil niets
anders dan zien
hoe de wolken zich gedragen
en over elkaar schuiven
ergens in een wei van broek in waterland

schat
niets anders
dan in het zand liggen
en luisteren hoe de golven
op ons afkomen
ergens in de buurt van bloemendaal

schat
niets wil ik anders dan
een fles witte wijn zonder glazen
de volle belofte nog
die enorme heerlijkheid
ergens in de buurt
van je bed

pom wolff
nog steeds
 
we hebben de avond ingedronken 
het ene glas na het andere 
de uren gingen zo voorbij 


met een glimlach over het leven 
gemijmerd in dromen van vroeger 
de regenvlagen vielen stil


jouw hand op mijn schouder 
een nieuw gevoel als jonge bron 
in de straten van onze stad  


of we wisten hoe het verder ging  
in de ochtend sprak de nacht   
zonder woorden   


Erika De Stercke 

een lieflijk en subtiel liefdesgedicht uit het verre Gent – alsof alles weer opnieuw – opnieuw geboren liefde en verliefdheid – een hand is soms genoeg – de warmte van de aanraking – die hand die gewoon niet anders kan dan de geliefde aanraken – een jonge bron – de straten van gent beschreven in de nacht en dat de regen dan ook nog stil valt. wat een poëzie mag ik genieten in deze nacht. wat een pracht.

De bron van de tijd 

De bron vervloekt geen dichter
in een tijd van vele verzen

toetsen laten woorden heerlijk stromen 
dromen zullen dat nooit vergeten 

wat dichterbij zal komen 
zal een dichter zeker weten

de toekomst is een wereld van gedachten
de op velen wachtende bron van dagen en nachten 

van binnen straalt verlichting 
herinnering en weemoed uit. 


Rik van Boeckel 
23 november 2024

een binnen en buiten gedicht – een ook over het verleden van de weemoed en van de toekomst – de wachtende bron van dagen en nachten – een belofteVOL gedicht. een echte van Boeckel.


Voorheen Zeekoelen 


Terug naar de bron bij de brug
over wat ons speelwater was
de Roode Beek breder dan
wat wij wijdbeens konden overspannen
nu met een kleine stap genomen


winters vertier als een uitvlucht
om novemberdagen te ontlopen
is het oude zwembad omgebouwd 
– vroeger aan de galg gehangen – 
tot een luxueus vakantiepark


waar wij over de vertrouwde hei 
door het stuifzand zwoegen
in tegenwind en natte sneeuw
en weten hoe het hier ooit begon


© FT 23.11.2024

Ook Frans schreef een juweeltje. de voort – nieuwenhagen heide de tocht naar zwembad zeekoelen in toen brunssum nog brunssum heette – zuid limburg het land rond heerlen – de zomervacanties die ik ooit door bracht in zuid limburg – een warm en weemoedig gevoel – mijn eerste liefde ook daar – samen als pubers naar het zwembad zeekoelen – samen op een grote handdoek in het gras – samen zwijgen – en dan nu zeekoelen is zeekoelen niet meer maar door de nieuwe tijd uitgewist en opgegeten – villawijk etc. – hoe zou het met haar zijn – hoeveel kinderen heeft ze die limburgs praten – ach mooie tijden – dank je wel frans en inderdaad het is  ‘en weten hoe het hier ooit begon’.


Share This:

Karlijn groet de vrijdag – we zullen zien…


wie wie
 
je hebt je er maar 
bij neergelegd 
dit eeuwige voor me vallen 
dat natuurlijk 
ergens anders over gaat
 
anders dan een kind 
dat rondjes draait  
duizelig van zichzelf 
ter aarde stort
omdat dat lekker voelt
 
val de volgende keer 
maar naar me toe
we zullen zien
wie wie vangt
of liggen laat
 
Karlijn Groet

Share This:

pom wolff – je weet toch…


je weet toch

je wil er toch een gedicht van maken
en eerlijk zijn
over iemand zonder wie je niet
aan wie je denkt en door wie je aangeraakt
maar je weet toch
dat de waarheid niet in een gedicht past
 
praten met een meisje om haar in bed te krijgen
een jongen elke hoek van de kamer laten zien
maar in werkelijkheid
zwijgen ze als het graf
en zijn ze niet van de bank te branden
je weet toch hoe het gaat

maak er dan maar een gedicht van
over een warm land
met duinen en wolken kijken
waar twee mensen naast elkaar liggen
in broeierig zand een liedje zingen
en dat ze glimmen als ze naar elkaar

 
pw

Share This:

VON SOLO boomt


Het groeien van bomen heb ik altijd als vanzelfsprekend genomen. Ze zijn er al zo lang ik leef. Groot en klein. Je had ze in het park in de buurt. In de tuinen, voor en achter de huizen waar ik opgroeide. Je had ze ook op de dijken. Er was zelfs een klein bos in de buurt van het dorp. Toen ik jong was werd er ook een parkachtig bos achter het dorp aangelegd. Daar stonden enkel kleine bomen en struiken. Vorige zomer fietste ik daar na dertig jaar nog eens een keer langs. Het park had wasdom bereikt. Bomen waren groot en omzoomd met struiken. Bijna ondoordringbaar groen. De tijd leek me ingehaald te hebben.

De straat tegenover ons huis wordt gekenmerkt door populieren. Deze zijn in de vroege jaren dertig van de vorige eeuw geplant. Het zijn gigantische levende organismen die wel tot dertig meter hoog rijzen. Als het stormt, gaan ze vervaarlijk heen en weer. Maar nooit gaat er één om. Deze houten titanen geven de Statenlaan cachet. Soms in de zomer zoek ik naar de spechten, die je wel kunt horen, maar zelden kunt zien. Sommige mensen zijn bang, dat zo’n kolos ooit op hun huis zal vallen.

Populieren kunnen wel tot tweehonderd jaar oud worden. Deze bomen hebben mensen dus zien komen en gaan. Maar binnenkort gaan ze er zelf aan. Dat is voor de goedkoopste aannemer, die de Gemeente heeft kunnen vinden voor het vervangen van de riolering in de laan makkelijker. Anders zou het maar een dure grap worden. Dan liever die bomen dood. Ach, het is vast recht te praten.

Zelf heb ik een fijne tuin. Er staat achter in een esdoorn. Die is bijna honderd jaar oud. Gezien esdoorns wel vijfhonderd jaar oud kunnen worden, is deze boom dus op een vijfde van zijn of haar leven. Ik heb geen idee of bomen het idee van geslacht kennen. Laatst zag ik dat de esdoorn erin geslaagd was een zaadje te laten ontkiemen in de tuin van de buren, die huren. Mevrouw Solo maande me de buren te verwittigen dat er een boom in hun tuin zou gaan groeien, als ze hem niet snel zouden rooien. Ik knikte begrijpend, maar had niet de minste intentie, gehoor te geven aan dit verzoek. Ik fantaseerde, dat de loot, die inmiddels al drie meter de lucht in geschoten was, op een dag ook een boom van honderd jaar zou zijn. Dan zou ik er al lang niet meer zijn. 

Het is niet als met een kind of een hond. Je hond overleef je wel met een beetje geluk. Van je kinderen neem je hopelijk afscheid als je ze niet langer meer tot last wil zijn. Sommige bomen zou ik zo graag zien opgroeien nu ik zelf ouder ben. Maar dat gaat niet. En dat zet je op je plek. Zij zwijgen verder, schijnbaar eindeloos met de seizoenen mee. Vanzelfsprekend.



VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl

Share This:

Lynne Greenaway en haar dichters

“Catch of Time” is een fototentoonstelling gemaakt door Lynne Greenaway. Met als onderwerp 19 prijswinnende Nederlandse dichters. Lynne nodigde de dichters uit om een gedicht te schrijven over wat er de afgelopen 10 jaar met hen is gebeurd, waarna ze op haar beurt een portret zou maken gebaseerd op de essentie van dat gedicht. Van deze dichters namen er 14 ook deel aan een soortgelijke portrettenserie die Lynne bijna 15 jaar geleden maakte. Alle projectinformatie is te vinden op:
https://lynnegreenaway.com/catchoftime/

Onder de dichters die aan het project deelnemen bevinden zich Sasja Janssen (winnaar van de eerste Johan Polak Poëzieprijs 2024 en de Adriaan Roland Holst-Penning 2024), Erik Jan Harmens (schrijver van ‘Het grote autismeboek’) en Thomas Möhlmann (redacteur van poëzietijdschrift Awater) om er maar een paar te noemen.
Foto expositie ‘”Catch of Time” – gemaakt door Lynne Greenaway
Opening zaterdag 23 november 14.00 uur
Geopend van 20 november t/m 5 december
Openingstijden: woensdag, vrijdag en zaterdag van 12:00-16:00 uur
Locatie: SchouwArt, Schouwburg Hengelo, Beursstraat 44, Hengelo. 

De deelnemende dichters zijn: ACG Vianen, Alexis de Roode, Anne Broeksma, Daan Doesborgh, Daniel Dee, Dorien Dijkhuis, Erik Jan Harmens, Gijs ter Haar, Hanneke van Eijken, Johanna Geels, Lucas Hirsch, Mark Boog, Mia You, Piet Gerbrandy, Pim te Bokkel, Pom Wolff, Sasja Janssen, Thomas Möhlmann en Victor Schiferli.

Share This:

pom wolff – later


later

later zal het vast wel kleiner zijn
dan we dachten
 
opruimen wat je het liefste is
bevrijdt blijkbaar
 
laten we zeggen
dat we er geen gedicht van maken
 
niet verbaasd opkijken
ook niet in hoge bomen klimmen
 
of verklaringen zoeken
het komt toch allemaal door vroeger
 
vrijen was het
bevrijden en vermoorden
 
laten we het zo zeggen
om te kunnen leven
 
pw

Share This: