
Het centrum gaat compleet op slot. Voorbereidingen zijn in volle gang. Even nog. Drie oktober. Leidens ontzet. Feest in de stad. Alles gaat de plaat uit. Om te vieren dat we ergens in vijftienhonderd van het Spaanse juk werden verlost. Het Koninklijke juk. Holland werd Republiek der Nederlanden. De belegering beëindigd. Dus eten alle Leidenaren dan haring met wittebrood. Op drie oktober. En hutspot natuurlijk. En drinken we bier tot we erbij neervallen.
Nou kent Leiden wel meer bacchanalen. Peurbakken. Lakenfeesten. Festivals. Noem maar op. En tegenwoordig ook een heuse Pride. Opties te over om je periodiek naar de gallemiezen te zuipen. Maar drie oktober spant de kroon. Wie dan bij het ochtendgloren nog ergens de stad door wankelt weet het zeker. Morgen weet ik er niets meer van. Van gisteren niet. Eergisteren ook niet. Van vorig jaar niet. En alles daarvoor.
Ik heb er flink wat vergeten voetstappen liggen. Op Leidens ontzet. De kermis. In de kroegen. Op de brug bij het knallen van het vuurwerk. Kneiterhard. Vergeten. Maar ik weet nog wel wie ik er meestal tegen het lijf loop. Op drie oktober. Een bekend gezicht is er nooit ver weg. In het dorpse feestgedruis. Doelloos gedrom. Geen muziek maar lawaai. Podia met coverbands. Een hoop folklore. Allerhande narrigheid. En alles altijd in een onnavolgbare sfeer. Met passie. En met Armin natuurlijk. Dit jaar.
Heel Leiden danst dit jaar met meneer van Buuren. Op afstand. Dat wel. Want Armin zelf staat ergens op een geheime locatie in het centrum van Leiden. Daar kan geen publiek bij. Om de veiligheid van de bezoekers te waarborgen. Gekker moet het natuurlijk niet worden. Ik geef mij alvast maar over aan vergetelheid. Vanavond nog. Geef ik mij over. Ooit zal ik wel weer wakker worden. In Frankrijk zeker.
PETER BERGER












