www.pomgedichten.nl heeft het exclusieve recht gekregen om 65 teksten van Miriam Al tweewekelijks op de woensdag te publiceren – dat gaan we doen! de teksten zijn door haar helaas overleden vriend Merik van der Torren nog net voor zijn dood uitgetypt en van een nummer voorzien én in een blauw mapje gedaan. vandaag tekst nummer 17 – dank je wel Merik – dank je wel Mirjam Al.
de melodie van het leven zingt 72 jaar door me heen
wij van hier feliciteren RIK – wereldreiziger en levensgenieter met zijn 72ste (‘rondje’ zou max lerou schrijven) – deze site is Rik al jaren dankbaar voor zijn ongekende poëzie kracht in zijn eigen ritmische poëzieproza – gaan we zo af en toe met hem de wereld rond. RIK VAN HARTE. hieronder Riks eigen poëzie geschreven op deze blijde dag en daaronder zijn zeer recente portugalpoëzie.
Ode aan het nieuwe levensjaar
Jarig na de Portugal reis raakt geen jaar van de wijs van Oeiras en Lissabon aan de zee naar Leiden aan de Rijn komt het nieuwe levensjaar er bij
poëzie en muziek houden me jong op het ritme van de hand en de tong de melodie van het leven zingt 72 jaar door me heen zo blijf ik goed ter been.
Rik van Boeckel
Hallo Pom
Hier mijn gedicht over fado, nu geschreven in Lissabon. De cassette Ai Mouraria van Amália Rodrigues heb ik in 1980 in Lissabon gekocht. Zo leerde ik fado kennen! Het bijzondere is dat Portugese dichters de teksten voor fado liederen schrijven en fado zangeressen zingen ook gedichten van de legendarische Portugese dichter Fernando Pessoa.
Ai Alfama Ai Mouraria
Met jou wil ik Ai Alfama zijn tijdens de wandeltocht langs de Taag naar Clube de Fado via Porta de Alfama en Largo de São Rafael
daar hoor ik de fado wel in de saudade van herinnering en langs Palacio São Vicente leidt de Portugese tijd naar de fado werkelijkheid
Ai Mouraria zingt Amália vanaf haar foto aan de muur bij Rua Cavaleiros Maria Severa de eerste fadista komt ons bij Fado Vadio in Mouraria tegemoet
kom er als dichter dichterbij zo gaat het elk jaar voor mij geef Pessoa altijd de hand poëzie is zo in fado beland.
Met dichterlijke groet
Rik van Boeckel Lissabon 14 augustus 2024
1. Voorlopig in Portugal
De voorlopig laatste dag in Portugal de eerste in 1980 rond Ai Mouraria de dromende dansers van Jamaica en muziek uit Angola later naar de Kaapverdische archipel naar de rotsen en stranden van Cascais
van Lissabon naar Hé hé wat moet dat aan het strand van Lagos naar Sunshineland in Santa Cruz naar Titou Maria Bahia in Monte Gordo
naar Coimbra Porto Parque Geres Quinta da Cerca Barragem de Santa Clara naar fado reportage voor Jazzism met Mariza Mario en Cuca Roseta in Lisboa en Monsaraz
toen en nu O Sol da Caparica toen Musicas do Mundo Porto Covo Sines Alter do Chão São Pedro do Sol trein en auto naar het heilige Fatima wereldmuziek in Porto en Lisboa
Figueira da Foz Vitoria de Santarém Madredeus en nu Iria Braga Baile Brazil Lusofone inspiratievolle wereld na de door de Anjerrevolutie verslagen dictatuur de Salazar en Caetano
fadista’s Maria Severa en Amália leven voort zoals Camoês en Pessoa dichter bij het parque dos poetas van Oeiras en Santo Amaro.
2. De Lusofone saudade
De laatste dag voltooit de reis met de diverse persoonlijkheid rondom de dagen voorbij en in Lisboa van Mouraria naar O Sol Da Caparica
de mooie muziek van Calema de dansmuziek van Iria Braga laten ons luisteren naar de wereld van Lusofone muziek in Portugal
de zee neemt alle geluiden mee via de wind en de zon op het hemelbalkon de Portugese saudade zingt liederen van fado naar oren van de mensheid
alles komt dichterbij de realiteit van dichters en musici van fadista’s Pessoa weet er alles van in Brasileira het universum kijkt weemoedig toe.
meneer wollofs meneer wollofs – ja wat is er bettie – ik ben een beetje gehaast – vanavond wordt een leuk avondje en ik moet nog een paar dingetjes doen. had u gisteren niet al een leuk tv-avondje met die groentemanvrouw en met die toneelspeler. de mensen vonden het prachtig staat in de krant. en ik moest ook bijna huilen meneer wollofson. u ook?
wolff is de naam bettie en nee ik moest niet huilen al kon ik wel janken van het goedkope amateurtoneel dat meneer de toneelspeler bijna de hele avond met zijn quasi getormenteerde kop aan het spelen was. ze hadden vreselijke zielenpijn bettie – erg he – de een dik in de 80 en de ander ook voorbij het leven zal ik maar zeggen. en maar huilen bij die dooie Claus die nog had gediend in de Duitse Wehrmacht en lid was geweest van de Hitlerjugend. zo een fijne man – en dan al die depressies – de toneelspeler had ook een depressie gehad zei die – maar het mocht geen naam hebben om er vervolgens een half uur over door te zeiken. vreselijk allemaal en hanneke de groentemanvrouw vond het ook allemaal heel erg.
ja ze kroop wel in zijn reet he meneer wollof. dat vond ik ook. hij kon geen kwaad bij der doen. dat ie het in het leger zo fijn vond hanneke wel een beetje raar. en dat ie allemaal kattenzieke filmpies wilde laten zien vond ze ook een beetje raar. maar dat ie Claus van de hitlerjugend zo een fijne man vond vond ze weer niet raar.
Van die dingen. Dat je buik er vol van zit. Na een week ben ik er wel klaar mee. Zeven dagen lam. En dat zonder vodka. Geen gin. Niks drank. Seulement de la viande. Agneau uit la douce France. Stoofpot. Bout. Koteletten. Het lamsvlees komt me inmiddels de strot wel uit. Nooit gedacht, maar ook nooit eerder gedaan. Zeven dagen lam is me gewoon te veel. Zwaar op de maag. Zoveel is duidelijk. Vanavond ga ik dus voor de broodnodige variatie. Alleen zijn alle winkels dicht. Want zondagmiddag. Hier nog heilig.
Gelukkig zit er een nieuwe winkel in het dorp. Het is een winkel waar boeren uit de buurt hun waar aanbieden. Rechtstreeks van boer naar burger. Kwaliteit verzekerd. Die winkel lijkt overigens vaker gesloten dan geopend, maar daar hebben ze iets op gevonden. Die boeren. Modern. Om toch 24/7 hun handel te kunnen verkopen. Aan de zijgevel prijkt een heuse automaat. Met van die luikjes. Zoals bij de Febo in Damsko en bij de snack op Leiden Centraal. Ik trek er wel eens een saté kroket uit de muur. Of goulash. Daar in Leiden. Zoiets maar dan gekoeld is het. Die automaat hier. Gevuld met streekproducten. Yogurt. Kaas. Groenvoer. Enzovoort. Alles vers van de boer.
Het is zo’n entrecôte die het hele huis naar stal doet ruiken zodra ´ie sissend de pan in gegleden is. Immédiatement. Je ruikt het beest. Stier. Kan niet anders. Mals als pas gemaaid lentegras is ´ie. L´entrecôte. Saignant. Met pommes de terre uit de oven. In partjes. En komkommer sla. In staafjes over de lengte. Geen plakjes. Die komkommer. Met verse mayonaise en geitenkaas. Sriracha een beetje. Ik ga dit vaker doen. Op zeker. Biefstuk uit de muur.
foto: Lynn@greenawayphoto and/or on FB: Lynne Greenaway or Lynne Brok-Greenaway
Pom Wolff: josse josse kan alles tegelijk de liefde bedrijven zuurkool in de gaten houden flirten met de buurvrouw door het keukenraampje stof afnemen, collega’s beffen al wil het ramenlappen er nog wel eens bij inschieten én josse is makkelijk in de omgang wat je ook zegt, het is altijd goed
pw
Peter M. van der Linden: Er is nog immer de collega dichter die spermavlekken op zijn wiebelend voordraagpapier wegmoffelt met kruidenbotersmoezen. De dichter die de ene na de andere poetry slam wint. Poetry slam betekent een wedstrijdje matige poëzie voordragen voor juryleden die naar biefstuk ruiken.
Pom Wolff: als je peter m op straat ziet liggen dan weet je – ik ben weer in dordrecht wat een bende al die afgeschoten stadsdichters en ze leggen er meisjes bij tegenwoordig aangeschoten meisjes – je verzint het niet waarschijnlijk om de boel op te vrolijken
pw
Josse Kok:
tompoezen of strotten zijn hem om het even zijn waarheid zo naakt zuster mag het gordijn dicht schaapskleren ho maar geen kudde is veilig je ziet die koontjes en weet die komt net van de hema
Alja Spaan opent met NIETS – we zien en horen Alja de gedichten ‘ rechtop’ en ‘lege bomen’ voorlezen op Youtube – en deze twee elkaar opvolgende gedichten tegen het vergeten roepen wij hier uit als gedicht van de week!
en zo begint Alja’s verhaal: “Er is dat niets.” begrijpt u wel DAT NIETS. Dat allesomvattende niets, dat overal aanwezige niets, dat niets dat door de hele bundel en door het hele verhaal heen kleur krijgt, geschiedenis kent, warmte geeft – gretig een woord van Alja Spaan – haar tot in alle staten van geluk en genot heeft gebracht – en natuurlijk in wezen niets meer is en niets meer kan zijn – DAT NIETS dat onontkoombare existentiële niets wordt in de gedichtenbundel TEGEN HET VERGETEN EN VOOR DE BEHOEDZAAMHEID behoedzaam aan de lezer meegegeven – uiteindelijk toch ook als een soort troost – dat er toch ook met niets te leven valt. Dat we het nemen zoals het is, het verlaten en het verlaten zijn, maar weten nooit verlaten te zijn – van wat was. In de woorden van Alja:
dat er niets vergeefs is, dat er altijd gehoord wordt, dat er opnieuw en steeds weer vergeven wordt, opkomt, terugkeert, verwacht wordt, toegedekt wordt zodat het
hoe de een toch altijd weer boven de ander tracht je weet van de natuur houd ik niet al heeft het een niets met het ander en vinden sommige mensen van wel ik vind dat niet
je staat er nog – je tracht ik schrijf je – blijf je elke keer weer schrijven hier op oud en gevonden papier
maar de mooiste regels waren al geschreven ik heb ze nog een keer aangeraakt de dagen die niet over gingen de dagen die een leven werden ik dacht ze zo vaak