Marjet Cliteur – een recensie – VOOR JE ER IETS IN ZIET – zoveel geklaag vind je niet snel in een bundel.

het is een luie dag – een mooie dag om de 50 nieuwe gedichten van Marjet Cliteur – ja de dochter van of de zus van – te bespreken. ik mocht haar optreden aankondigen in de OBA Olympisch Kwartier in Amsterdam Zuid. ze las voor uit haar nieuwe bundel VOOR JE ER IETS IN ZIET en het mag gezegd de voordracht was indrukwekkend. je weet meteen hier is iets aan de hand.
is er een nieuwe Jan Arends geboren? een nieuwe Jan Arends is het net niet – de gedichten net niet giftig genoeg om die vergelijking handen en voeten te geven – maar je komt wel een end als je de 50 gedichten hebt gelezen. je leest regels – en wel gedicht na gedicht – met een afgepast egocentrisme – die soms vrolijk maken – soms echter de bitterheid van de gedichten van Jan Arends in zich herbergen. ik citeer een paar van die regels:
-het betonnen winkelcentrum geeft mij een thuisgevoel
-Gebeurde er maar iets waar ik in voorkom
-Stonk mijn wind maar niet.
– Iets onder woorden brengen maakt veel kapot.
– Die enkele dag in het jaar dat ik ver kan kijken (..) blijft er niets hangen.
– Wat er niet is, lieg ik erbij.
-Waar mijn voeten de vloer raken is het zeil beschadigd.
Nee een feestje was het zeker niet vroeger in huize Cliteur: “Het stofzuigen van mijn zeil brengt me terug bij mama en haar secondelang staren naar de vieze vloer van mijn broer.” zoveel is zeker.
Het is die doordringende voortdurend aangehouden persoonlijke klaagtoon die toch altijd ook weer aan het werk van de dichter Jan Arends doet denken en die Marjet Cliteur met een soort ijzeren onverzettelijkheid in haar gedichten laat doorklinken – persoonlijke observaties die de lezers toch ook laten glimlachen. zoveel leuk geklaag vind je niet snel in een bundel.
pom wolff – 27-6-2024
VON SOLO: ‘Er werd zelfs op verzoek nog geschonken in authentieke ‘Rotterdammertjes’. Een soort kelk van dun glas,…’

Onlangs stond ik bij het stoplicht bij de LIDL op de Bergweg te wachten op groen. Er kwam een scooter aangereden, die na een korte blik opzij door rood reed. De bestuurder zijn achterwerk lag rijkelijk gedrapeerd over de zitting. Hij droeg een hoofddeksel model Stahlhelm en had een grote walrussnor. Deze man had ik jaren niet gezien. De tijd had hem in kilo’s goed gedaan. Maar waar kende ik deze verschijning van?
Toen viel het me in. Het moet café Klijnoot aan de Boezemstaart in Crooswijk zijn geweest. Zo’n kroeg waar je na drie keer een avondje aan de bar hangen snel tot het interieur werd gerekend. Zeker als je het tot sluiten wist vol te houden en mee sprong om te bewijzen, dat je geen Jood was. Het was een simpele kroeg met veel stamgasten.
De ‘Walrus’ kwam daar met regelmaat en leek een soort koerier voor de lokale penoze. ‘Robert Feyenoord’ en zijn niet al te snuggere maat waren er ook altijd. Zijn maat, die altijd bezopen was, werkte, naar wij later ontdekten, bij de kinderboerderij in Schiebroek. Met Robert kon je nog een redelijk terloops gesprek houden.
Zo niet met ‘De Kapitein’. Waar die woonde wist niemand. Hij mompelde onverstaanbaar en droeg altijd een kapiteinspet en was altijd straallazarus. Dit ondanks, dat er toch hoofdzakelijk pils gedronken werd in Klijnoot. Er werd zelfs op verzoek nog geschonken in authentieke ‘Rotterdammertjes’. Een soort kelk van dun glas, die niet stapelbaar was en om de haverklap brak. Maar wel heel chique. En heel Rotterdams.
Verder had je nog een magere, oude Vlaming, die een intelligente uitstraling had, maar toch ook duidelijk aan lagerwal geraakt was. Het was mogelijk met hem een gesprek te houden, mits je in staat was totale absurditeit en onsamenhangendheid te verdragen. En ook was er nog een Surinaamse man, die altijd met zijn vrouw kwam. Hij reed in een grote Mercedes en was de enige die whisky dronk. Altijd rustig en beheerst. Hij had het schijnbaar gemaakt op een bepaalde manier.
Dan was er nog de spastische man, die zijn bier met een rietje moest drinken om niet te morsen. Paco was er ook vaak. Een Spaanse ex-junkie met te veel zaakjes en te weinig tanden. De enige vrouwen die er altijd waren, waren de bardames Jannie en Lenie.
Café Klijnoot bestaat al meer dan vijftien jaar niet meer. Hoe zou het iedereen vergaan zijn? Wie zouden er allemaal al dood zijn? Het schiet me ineens te binnen, dat er ook altijd een jonge jongen in een leren jakkie aan de bar hing. Hij vertelde nooit veel, maar wilde altijd alles over iedereen weten. Een raar, onduidelijk ventje. Hij had iets onheilspellends. Hem was ik graag vergeten, maar ik vrees, dat hij de enige is, die zeker weet, wie er intussen naar de kleine kroeg in de hemel verhuisd zijn. Het enige wat ik ooit van hem te weten ben gekomen, is dat hij bij zijn vader in de grafstenenwinkel om de hoek bij het kerkhof werkte.
VON SOLO
VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
pom wolff -het is wat je terug krijgt…
KO DE LAAT nog steeds bij ons hier op de pom

ik heb hem nooit kunnen verleiden om voor mijn site te schrijven – ik herinner me mijn optredens samen met hem in Belgie en in Zuid Holland – ( ha ko stap je in – ko stapte in – en weinig later hing mijn auto schuin in een zuidhollandse sloot bij het festival terrein – ko zag het slootwater en klauterde manmoedig over mij heen de auto uit – de polder in het festivalterrein op en verzorgde een weergaloos optreden.
hij trad op maar was tegelijkertijd ook handelsreiziger – je kreeg een optreden van hem maar je moest wel aan de bundel. hij verkocht zijn bundels waar je bijstond. zijn partner Linda verhaalt van zijn overlijden in februari dit jaar. sommige mensen sterven nooit. joop komen is er een – en ko de laat is er ook een. hij is gewoon niet dood.

Een bericht van Linda, de partner van Ko:
Op donderdag 22 februari is lieve Ko overleden aan de gevolgen van kanker.
Hij heeft op facebook een sterke verhalenreeks gepubliceerd over zijn avonturen met de hersentumor. Dit was in een periode dat het relatief goed met hem ging. Maar begin dit jaar bleek dat de 2e operatie en radiotherapie geen effect hebben gehad: de tumor bleef groeien en bloeien. Er viel niet tegenop te behandelen.
Ko is thuis, omringd door dierbaren, heengegaan.
We zijn dankbaar voor wie hij was en de rijkdom die hij heeft gegeven.
Jullie zullen zijn fijne verhalen missen, ik de allerliefste partner en zijn moeder haar dierbare zoon.
Hartelijke groeten van Linda.
PETERS terug maar nu bij de halve gristenen – we gaan eens kijken of literair tijdschrift TZUM openstaat voor een mening
TZUM brengt het bericht dat Arjan Peters zijn hoogwaardig handwerk hervat maar nu voor de halve gristenen van tijdschrift de tijd etc. de katholieke kerk ging peters voor – zo zeggen sommigen dat hier in de straat. dat mag je niet zeggen zeg ik dan – hoe dan ook de hele gristenen van volkskrant gooiden peters eruit – het was iets van mooie recensies over nieuwe bundels van mooie jonge meisjes schrijven we niet voor niks natuurlijk – dan moet je wel een wijntje drinken met mij etc etc – u begrijpt het – hoe dan ook ik schreef bij de onderstaande aankondiging van TZUM – ‘hij is de beste als ie zijn grensoverschrijdend gedrag achterwege laat – maar ook als ie zijn grensoverschrijdnd gedrag niet achterwege laat is ie de beste.’ Ik ben echt benieuwd of ze mijn reactie plaatsen daar bij onze vrienden van TZUM.
Vera Jongejan: ‘Zo jammer, al die wanhoop…’

Mechaniek
Een grote vlieg botst suizebollend
tegen lampen, ramen,
dol geworden mechaniek.
Weet hij nog wat hij van plan was
en hoe hij een half leven terug
hier binnendrong?
Zo jammer, al die wanhoop
die hem verhindert na te denken
en te gaan zitten,
om een kaart te raadplegen, tenminste.
Beseft hij dan niet
dat juist zijn radeloosheid
de man onder hem een krant laat vouwen
onontkoombaar, met slagkracht.
Vera Jongejan
IEN VERRIPS – eenzaamheid is…

’tzijn niet alleen helden die vervagen
of van hun heldendom ontdaan
belanden in vergetelheid
met het klimmen van mijn jaren
lijkt mij een dergelijk lot beschoren
als vrouw “nicht mehr zu haben”
niet interessant als mens
er niet toe doen
langzaam door de schaduw ingehaald
ongezien word ik onzichtbaar
ongehoord tot doof verklaard
on(op)gemerkt besta ik nog
een beetje maar
eenzaamheid is onverschillig
IEN VERRIPS
PETER BERGER: ‘Wat rest is uitzicht op een dorre boom die nog vol ongedroomde dromen zit…’

Alles nat. Alles nieuw. Alles groen. Gras tot aan de navel, woest wuivend in een oceaan van wilde bloemen. Manshoge distels. De knoppen bijna paars. De beukenhaag compleet ontspoord. Een bosnimf heeft de boel betoverd. Alles fluistert haar naam. Alles zingt liefde. Voor haar. Voor hem. Voor het. Liefde voor het leven. Voor alle dingen overal. ¨Même dans la mort il y a de l’amour,¨ heeft ze mij ooit onthuld. Stilzwijgend in haar nimfen taal. Dat was nog eens een zomer!
Liefde in de dood? De treurwilg heeft eraan moeten geloven. Haar grillig gekromde takken zijn broos als herfst en kaal als winter. Die bewuste zomer leek het al met haar gedaan. Droogte. Alle groen krachteloos verlept. Het was een zomer waarin alles gezegd leek. Maar vorig jaar ging ze plots toch weer los. De treurwilg. Als een katapult.
Die spurt was blijkbaar haar zwanenzang. Morsdood is ze. Die boom. Nu een onbestemd object geworden. Een grillig kunstwerk zonder context. Nou was het me altijd al een raadsel. Die treurwilg pal voor het huis. Wat had ze daar te zoeken? Water? Het altijd stroperige stroompje is vijftig meter verderop!
Wat rest is uitzicht op een dorre boom die nog vol ongedroomde dromen zit. De kettingzaag zal mij van dat beeld verlossen. De boel gierend in brokken brandhout snijden. Een oorverdovend lege plek achterlatend. Daar komt straks een vijgenboom.
PETER BERGER
8 jaar geleden! – FRANS TERKEN wint de enige echte virtuele HOERA HET IS EEN…… trofee op pomgedichten – 4 strofen frans terken ruimschoots genoeg voor dikverdiend GOUD!
Het zout op de lippen
Omdat het overvol is de stad een pakhuis
opeengepakte meute op de vierkante meter
neem ik de vlucht naar een schiereiland
over de hoofden lopen kan ook hier
het aanlokkelijke van schuimkoppen
het rondborstige van aanrollende golven
weg uit de gekte naar een ondiepe duinpan
waar de kunst van stilleven heerst
onder het geschreeuw van meeuwen
meereizend theater op het podium van zee
.
FT 18062016
het eilandleven samengevat. met deze regels van frans hoeven we niet meer met de boot naar texel, terschelling of andere nog verder gelegen oorden. het lezen een reis. terken in optima forma in de tweede strofe – en voor uw rust de strofen drie en vier. de vogeltjes op de koop toe. in deze terken huist de stad, de natuur, frans terken zelf en de kunstenaar die in enkele regels u op een wereldreis meeneemt, mooier dan u deze ooit zelf zult regelen. goud! en van harte.
JOOP KOMEN sturm und drank – CARTOUCHE aan de spa blauw – FRANS TERKEN met het zout op de lippen – RIK VAN BOECKEL hoera het ritme – ERIKA DE STERCKE in besuikerde glazen een bijdrage van MAJA COLIJN – en het eerste protest is binnen van JOOP KOMEN –
wedstrijd gesloten – dank jullie wel voor de bijdragen – geen makkelijk thema deze week. volgende week verheugen we ons op de komst van bregje zonderland. dan weten we onze verzen en woorden weer in onpartijdige handen. deze week ligt dat ietsje anders. uw webbie is wel voor de vrede maar heeft ook zo zijn voorkeuren. hieronder kunt u mijn commentaar lezen. joop komen komt in verweer nog voor de uitslag is gewezen. bovendien hanteert joop deze week een woordgebruik waarin woorden als ‘bouten’ niet van de lucht zijn – daar komt bij dat joop ons uitlegt dat de ene SOA de andere niet is. op kwaadaardige wijze wordt in het openbaar uitgelegd dat het seksueel overdraagbare alcoholisme wild om zich heen grijpt in bepaalde kringen. hoe dan ook de uitslag moet nog worden bepaald. iedereen zal begrijpen dat joop deze week niet in de prijzen valt – sterke thematiek dat wel maar de vorm waarin het allemaal gegoten is daar hebben we zo onze bedenkingen bij. jammer joop volgende week beter bij bregje.
wie wint de enige echte virtuele HOERA HET IS EEN…… trofee op pomgedichten?
ja wat is het nou geworden? en waar bent u zo blij mee? we lezen het hier heel erg graag. bregje zonderland is vanaf volgende week onze vaste juryvoorzitster (om de week) – wij van hier roepen dan ook hoera het is een bregje – maar wat of wie vervult u van blijdschap? er zal toch nog wel iets zijn of iemand die blij maakt?
u kent de regels: de gedichten niet te lang tenzij noodzaak – (of als u er een einde aan wil maken.) 20 regels is wel genoeg blijdschap. de andere regels als vanouds: u kunt uw gedicht als reactie plaatsen – onder ‘leave a comment’ – (even registreren, dan inloggen en dan uw reactie) – of stuur in onder ‘contact’. (zie rechtsboven) – ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaren verzekerd natuurlijk. deadline zondagochtend 1100 uur.
.
het is het droeve lot van joop komen – het onbegrepen zijn. schrijft ie een sonnet krijgt ie haatmails. die kinderen schrikken zich rot natuurlijk – het ‘mama ik moet plassen’ op de bekende dreinende toon is nu eenmaal in vele propere hollandse gezinnen een gevleugeld gezegde – ook in het oosten van het land – zijn de kinderen eindelijk zindelijk zit er een wildvreemde man op leeftijd op het schijthuis en die neemt ook nog gewoon 14 regels de tijd terwijl de kinderen het in het halletje in hun broek doen.
ja zo maak je nooit vrienden joop – het toilet leent zich niet voor poëzie – moeders kan de wasmachine weer laten draaien – huilende kinderen versmeren het goed onderhouden halletje – er vallen klappen – zo heb ik je niet opgevoed krijst moeders – alleen ouwe mannen laten alles lopen –overstuur natuurlijk en een stank van jewelste in het – tot voor kort – zo keurig onderhouden huis.
waarom joop moet jij nou uitgerekend op het toilet een sonnet schrijven en dan ook nog de boel herschrijven zoals we kunnen vaststellen. wist je niet dat vaders aan de drank was. moest dat de familie ook nog eens lekker ingewreven? je ontwricht hele gezinnen met je sonnetten joop. we wisten natuurlijk wel dat jij niet een maatschappelijk werker in je had maar een provocateur als deze hier hadden we echt niet achter je gezocht. pomgedichten staat wijd en zijd bekend als een vredesite –
.
.
een platenkamp, een kick, een winklaar, een droog, een gevallen engel als hagar peeters, een roop, al die schatjes getuigen dag na dag over de innemende wijze waarop hier op de pom de stoelgang beschreven wordt – de vrede dienende. die vaardigheid missen we hier joop bij jou in deze verder prachtige sonnetten. bregje zou glimmen maar ja die mag volgende week weer. ik ben deze week aan de beurt en wil het kort houden. jou kort houden. trek je wel nog even door? want dat missen we een beetje aan het einde in het gedicht ‘drang’. de boel blijft daar liggen. dat kan niet de bedoeling zijn. toch?
.
hebben we hier boven een joop komen gehad blij met elke grote boodschap en blij dat hij het ontkurken nog niet verleerd is – zaken van belang en goed om even bij stil te staan – met beide benen op de grond van het toilet – mag ik joop zo voor u samen vatten – cartouche duikt de natuur in – van de mens. ‘hoera hoezee’ het lijkt me een strijdkreet uit vroeger tijden. een schip een zegen en de diepgang. water zee en lucht – licht en lucht – de lanen op de paden in – cartouche marsjeert wat af. houd je vast de titel – geen touw aan vast te knopen het commentaar. onze cartouche blijft er vrolijk onder – moeder aarde kent vreemde kostgangers en laat in sommige gevallen echt te makkelijk over zich lopen.
.
Het zout op de lippen
Omdat het overvol is de stad een pakhuis
opeengepakte meute op de vierkante meter
neem ik de vlucht naar een schiereiland
over de hoofden lopen kan ook hier
het aanlokkelijke van schuimkoppen
het rondborstige van aanrollende golven
wie likt er niet aan het vooruitzicht
van ergens anders eens een feestje
vandaag de drukte rechts en links laten liggen
weg uit de gekte naar een ondiepe duinpan
waar de kunst van stilleven heerst
onder het geschreeuw van meeuwen
meereizend theater op het podium van zee
.
FT 18062016
.
Omdat het overvol is de stad een pakhuis
opeengepakte meute op de vierkante meter
neem ik de vlucht naar een schiereiland
over de hoofden lopen kan ook hier
het aanlokkelijke van schuimkoppen
het rondborstige van aanrollende golven
weg uit de gekte naar een ondiepe duinpan
waar de kunst van stilleven heerst
onder het geschreeuw van meeuwen
meereizend theater op het podium van zee
.
ik denk dat het gedicht heel goed kan zonder die wat gekunsteld aandoende derde strofe. sterker nog in de afgedrukte vier strofen is heel wat eilandleven samengevat. met deze regels van frans hoeven we niet meer met de boot naar texel, terschelling of andere nog verder gelegen oorden. het lezen een reis. terken in optima forma in de tweede strofe – en voor uw rust de strofen drie en vier. de vogeltjes op de koop toe. in deze terken huist de stad, de natuur, frans terken zelf en de kunstenaar die in enkele regels u op een wereldreis meeneemt, mooier dan u deze ooit zelf zult regelen.
Ode aan het ritme
Hoe het ritme verhaalt
rara het ritme onthult
en langzaam vertaalt
elk woord een klank uit een andere taal
de toren van Babylon verzint wat ooit werd gezegd
de oudheid een verhaal in vele zinnen verteld
we horen en lezen wat misschien is geweest
uitvergroot tot een mythe historie
een verzonnen mysterie prehistorie hysterie
hoera het ritme is gebleven
want het ritme geeft ons leven
als het hart niet meer klopt
is het gedaan zijn we weg
waren we er maar voor even
tijdens miljarden jaren de wereld gegeven.
Rik van Boeckel
18 juni 2016
.
het ritme een plaatsje gegeven in de wereld van de filosofie van rik van boeckel. en in de biologie mogen we concluderen. want wat niet meer klopt leeft ook niet meer. zo tikt de tijd door in de werken van rik, zo tikt de tijd in de taal, zo tikt de tijd in de taal van ons allemaal, uniform en door de eeuwen heen in ons hart. rik kijkt niet op een paar jaar.
.
Erika gisteren nog in de amsterdamse jordaan – festina lente – vanochtend al weer present op de pom – kind kind kind welk een leven lijd / leid je toch. onze bloed eigen DITMAR BAKKER zal trouwens worden afgevaardigd naar de NK poetry slam vanuit festina’s 020. een prachtig resultaat. uiteindelijk komt alles wat goed is boven drijven. we hebben er heel wat in moeten investeren. maar uiteindelijk is het zo als erika het beschrijft: ‘In de besuikerde glazen drenken we onze stemmen.’ en ook die andere regel zo treffend: “Nat van de klamme nacht kijken billen met een gulzigheid naar godendranken uit.” erika weet altijd de meest exclusieve momenten in een mensenleven aan te raken – de samenhang verzinnen we er zelf wel bij. ook het broodnodig fruithapje wordt hier niet vergeten. een uitgeperst sinasappeltje tegen de dorst. en allemaal in een setting van een heerlijke grandeur – marmeren trappen, godendranken en besuikerde glazen. bij erika is het heerlijk wegdromen zeker als ditmar weer eens niet naast je ligt.
Zondagmorgen.
Hé meisje, ik ben captain Sparrow en hoorde je van mij dromen
Wat fantaseer jij zoal ?
Nee niets, veertien-en-een-half
.
Maja Colijn
een fijne dialoog als in een jongensboek – een welkome bijdrage op de zondagochtend. kan nog spannend worden als ze nog even doortellen. laat joop het maar niet lezen van die sonnetten. ik zou zo iets niet durven schrijven. voor je het weet heb je joop in je nek. ik zeg altijd ik waardeer elk ingezonden werk. van dialoog tot sonnet. dank je wel ook maja. fijne zondag ver nog. niet teveel regels. niet teveel om joop te citeren bouten. niet teveel drank. teveel is nooit goed. liefs ook.