je vraagt me ritme als in de eerste maten van de vijfde
en of ik dan ook iets spelen wil voor ome leep later op de avond
niet te ingewikkeld iets met pom pom pom zoals toen – we speelden
pim-pam-pet in marken binnen het was een vochtig huis gedragen door mysterie
waar de honden staren om het koekje te hypnotiseren
max lerou
max brengt ons in een heerlijk gedicht naar marken binnen, te midden van kleder drachtige dames vermoed ik – waar de honden stil van worden – hahaha – max lerou in de weer. mag het gedicht zo samengevat: max lerou strategisch bewegend in marken binnen? het beeld zorgt ervoor dat ik schaterlachend nog maar net verder kan tiepen. Dit gedicht behoort in ieder geval niet tot het genre waar Ingmar Heytze, neerlands eigen vrolijke frans, zijn gemiddelde collega mee ooit wegzette in het parool: “…want het gemiddelde Nederlandse gedicht is nog altijd een betrekkelijk humorloze klont verbale mist met wit er omheen.’ Nee – deze max lerou past in ieder geval niet in de quasi wetenschappelijke indelingen van de immer vrolijke Heytze – een uitgelaten dichter moet ook niet de wetenschapper gaan uithangen. zijn driejarige ulo leverde Heytze geen academische titel op. zoveel is duidelijk. hoe dan ook Max Lerou zet een wondertje neer in de taal en in Marken binnen! hahaha.
het was een dag als alle andere er lagen dingen op de grond het was warm de deuren open je hoorde stemmen
een poes sloop door de tuin op weg naar wat zich voor zou doen donkere wolken in de verte een hoge vrouwenstem
en gerinkel je zou zeggen het hoort erbij en toch een dag als alle andere was het niet je had een dichter met van die trillende lippen na de laatste regel
Er was vroeger een liedje van Ramses Shaffy en Liesbeth Liszt, waarin gezongen werd, dat er geen mogelijkheid meer was om te vluchten. Je kon nog wel schuilen. Heel dicht bij elkaar. Dat liedje legden mijn ouders uit in de context van de Koude Oorlog. Dat de bom overal kon vallen en dat je dan enkel nog voor wat laatste momenten bij elkaar kon kruipen. Een beetje wat Claudia de Brij ook zong, over als de nazi’s komen en de treinen rijden, mag ik dan bij jou? Het zijn liedjes, die onmiskenbaar geloven in het noodlot. Vandaar dat ze bij een breed publiek geliefd zijn. Ze raken een bepaalde emotionele snaar, die veel mensen schijnbaar hebben. Gelukkig is het ook zo, dat je als zo’n liedje afgelopen is, je weer gewoon door kan met de dagelijkse rattenrace.
Het grappige is echter wel, dat over de dingen, die zorgen dat je niet meer kan vluchten, eigenlijk heel weinige populaire liedjes zijn geschreven. Als je de antisemitische liedjes uit het Duitschland van de jaren dertig dan tenminste niet meetelt. Er zijn heel weinig liedjes die de oorlog in Gaza bijvoorbeeld verheerlijken. Dat geldt in het algemeen voor oorlogen lijkt het. Er zijn ook heel weinig liedjes die armoede voor het klootjesvolk als sociale oplossing propageren. Of popsongs die moslimterrorisme aanprijzen als een gewild consumptieartikel. Of geo-engineering als iets dat je zou moeten willen.
Het lijkt erop, dat sympathie voor slachtoffers het goed doet in de muziek. Maar daar waar het gaat om oorzaken, zwijgt de trom. Het lijkt erop, dat de marketing en communicatie van ellende het erg goed doet, maar dat de oorzaak van ellende nauwelijks verkoopt. Of is het gewoon, dat de veroorzakers van ellende niet zo graag in de schijnwerpers staan in vergelijking met degenen, die eronder lijden. Zou het zo kunnen zijn, dat zij het zijn, die de schijnwerpers bewust op de getroffenen richten om zelf uit het licht te kunnen blijven.
Dat de Duivel het liefst danst in het donker. Op Bruce Springsteen.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
www.pomgedichten.nl heeft het exclusieve recht gekregen om 65 teksten van Miriam Al tweewekelijks op de woensdag te publiceren – dat gaan we doen! de teksten zijn door haar helaas overleden vriend Merik van der Torren nog net voor zijn dood uitgetypt en van een nummer voorzien én in een blauw mapje gedaan. vandaag tekst nummer 19 – dank je wel Merik – dank je wel Mirjam Al.
deze foto is genomen op 18 augustus van dit jaar – Ien vertelde me toen van de terminale boodschap die haar zus van de dokter had gekregen. afgelopen zaterdag is haar zus overleden. wij van hier wensen Ien en de familie veel sterkte. Ien schreef bij haar dinsdaggedicht voor deze site het volgende: ‘Bijgevoegd gedicht schreef ik toen ik hoorde dat mijn zus ziek is. Afgelopen zaterdag is ze overleden. Natuurlijk toch nog onverwacht want zo zitten wij mensen in elkaar. Het tekent deze dagen.’
het is niet dat zo dat ik dit wil zeg je jouw woorden klinken als verraad je moet gaan zeg je het kan niet anders mijn bloed verschaalt mijn hartklop daalt er is geen ontkomen aan dat zeg je ook maar dat je gaat vooral dat dat je gaat