Gerardo Insua Teijeiro: ‘Ze trekt de lasso nog wat strakker aan, met haar vrouwenhart vol   houden van -…’

Gerardo Insua Teijeiro zondagmiddag gezien en gehoord op het Shaffy Poëzie Podium aan de Piet Heinkade 231 in Amsterdam van José Aerts. enorme passie bewonderenswaardig gelegd in de opvolging van de woorden die zonder omwegen leiden tot de aanbeden geliefde – tot zwijgens aan toe: mooi – welkom op deze site.

LASSO


Ze zwijgt –
     smijt
een lasso omheen mijn woordenschat,
     en vangt
woorden die vooralsnog verborgen zijn.
Woorden waar geen welbespraakte
zich tot op heden aan heeft gewaagd –
letterloos,
     lettergreeploos,
ik staar ze minzaam aan, maar
     ze zwijgen.
Hoogmoedig
     eigen ik mij
          deze taal toe,
zonder voorbereid te zijn
op de zondvloed
aan accent aigu’s in roedel –
aan de bombardementen
     aan trema’s en circonflexen.
Ze trekt
de lasso nog wat strakker aan,
     met haar
vrouwenhart vol
     houden van –
intens verlekkerd absorbeer ik haastig
de lokroep van gloednieuwe klanken,
opnieuw gebiedend, in een taal
     die niet te bevatten valt.
Wellicht
     schikt
          het in gedicht –
ik draai mijn balpen open,
     en stoot
de punt vernuftig op het wit,
ik sleep en beweeg en creëer
     een ‘o’ –
of iets dat in die richting zit.
Ik zwier, ik wieg, ik schiet omhoog,
     ik poog
apart elke klank te villen.
Maar ook de inkt blijft innig droog,
en pompt het kladblok in stilte.
En als ik dan – ten einde raad
verslagen in haar kijkers kijk,
haalt zij nogmaals de lasso aan –
     waarna
          ik zwijg…


Gerardo Insua Teijeiro

Share This:

Peter Berger in Mexico 3 – reisverslag en sfeerbeelden: ‘Alles lacht onder het pagekapsel bovenop dat bijna kogelronde engelengezichtje. Het lijkt wel of ze zweeft. Op rubber wieltjes rolt. Maya meisje. Drie turven hoog. De dertig nog net niet voorbij en werkelijk gracieus…’


Alles lacht onder het pagekapsel bovenop dat bijna kogelronde engelengezichtje. Het lijkt wel of ze zweeft. Op rubber wieltjes rolt. Maya meisje. Drie turven hoog. De dertig nog net niet voorbij en werkelijk gracieus. Dat is zeldzaam hier. Dan verdwijnt ze achter een paar geparkeerde auto´s en kuier ik tussen de zoevende glazen schuifpui de hypersuper binnen. True beauty exists. Ook in Mexico. En eerlijk is eerlijk. De meeste locals zijn gewoon hartstikke lief. Maar lijken en kijken lamgeslagen. Misschien ligt het aan mij. Misschien is het Covid. Fok! Ik heb geen mondkap. Een geüniformeerde gezette bewaakster haast zich in mijn richting om me een exemplaar aan te reiken dat krap 10x10cm meet met elastiekjes nietig als naaigaren. Haar ogen lachen. Het ding is zo flinterdun en miezerig dat het op zeker niks uithaalt. Maar in winkels is het nu eenmaal verplicht. Net zoals bij toeristische bezienswaardigheden. Daar alleen bij de ingang. Verder boeit het niet. Voor de bühne is het.

Twee meter verder kan ´ie weer af en dat doet iedereen. Maar in de super blijft ´ie aan. Kwestie van respect. Ik ben hier te gast. Mondkap op dus; van het huis deze keer. Een gegeven paard moet je niet in de bek kijken. Even waan ik mij France. Maar het voelt toch anders hier. Flink kleiner en airco fris. Ik heb iets met supermarkten. Ik ruik nog zo de eenden, ganzen en andere gevleugelde vrienden die er in China, donkerrood of zwart gelakt, glimmend van het vet in grote getale aan het plafond hangen. Soms lijkbleke gestoomde zwanen zelfs, intens geurend naast vissig riekend seafood en gemalen gedroogde kruiden die daar iedere ochtend als kleurige kegelvormige bergjes worden uitgestald. Een heuse geursymphonie gegarandeerd. Ook in grotere Mexican supers echter ruik je gewoonlijk niks want bijna alles zit in plastic of is ouderwets ingeblikt; zelfs de Aldi is er een lustoord bij. Okee, ik overdrijf. Ondanks het gebrek aan geur heeft deze hyper een flinke versmarkt. Geurloos zweet druipt inmiddels in stralen van m´n lijf. Hierbinnen verdampt het niet dankzij de airconditioning. Lekker! Red Bull ook. Meestal niet verkrijgbaar. Maar hier wel. Siberisch koud uit de koeling. Ik neem er twee. Om het af te leren.

Er is zelfs een heuse afhaalbalie voor Chinese fastfood. Bescheiden, maar toch. En het ruikt er! Ik kan het niet weerstaan en geniet slurpend met volle teugen van een oversized portie lo mein noodles al pollo general. Voor de prijs van nog geen Big Mac. En dat is hier al flink aan de prijs. Een taco met geroosterd speenvarken koop je voor dertien pesos. Minder dan zestig cent. Inclusief drie verschillende sauzen afzonderlijk in schaaltjes geserveerd. En daarvoor mag je ook nog gaan zitten. Talloos zijn ze. Taqueria´s aan de straat. Ik ben moe. Morgen zweten op het strand.
Een uurtje boven Cancun ligt Isla Blanca. Een lang smal schiereiland met een woest kolkende zee aan de westzijde en een idyllische lagune in het oosten. Er is niemand op het oceaanstrand behalve een kleurig getatoeëerde Turkse schone met wie ik al een poosje de schaduw onder een eenzame palm deel. Ze komt hier nooit meer terug zegt ze; na acht maanden vergeefse hoop de macho cultuur meer dan beu. ¨Het is erger dan waar dan ook. Ik kan het weten als Turkse. Macho mannen willen gewoonlijk of je lijf of je geld. Maar hier zijn ze iedere vorm van respect voorbij. Eerst neuken om je daarna te bestelen. Come on!¨ Morgen vliegt ze naar Istanboel. Ze vraagt of zwemmen hier veilig is en ontdoet zich zonder het antwoord af te wachten van haar roze gehaakte topje. Plons.

De zee is warm en de golven beuken hard genoeg om haar tengere lijf zonder moeite omver te kegelen. Er is een stevige onderstroom bovendien. Boem daar gaat ze. Ik voel me een tientonner zo lomp maar hou me daardoor, zij het niet zonder inspanning, wel staande. ¨You´re a rock in the surf,¨ zegt ze proestend als ik haar overeind help. Het waait beaufort zeven schat ik. De kleurcode die daarbij hoort weet ik niet. Nieuwerwetse nonsens! Voor saus. Windkracht zeven dus en dat is voldoende om de kitesurfers in de lagune met hun kleurrijke kites af en toe hoog boven de begroeiing te kunnen zien zweven. Een metertje of zeven. Minstens.
Een kilometertje of wat verder noord verdwijnt de onverharde weg in een nagenoeg onbegaanbaar rul verwaaid zandspoor.

No problemo. Ik ben te voet. De auto heb ik bij de kitespot achtergelaten. De mangrove is inmiddels ondoordringbaar. Vogels en vogeltjes op korte en lange stelten struinen er naar fastfood. Bij honderd stop ik. Met tellen. Palmbomen. Een heel bos. Het strand hier is bezaaid met duizend kokosnoten, plastic flessen en een shitload aan andere aangespoelde troep. Een diesel vat zelfs. Verdrietig is het. Maar het is er zo tranquilo. Wow! Ik kan er verdwijnen in het tijdloze niets. De wereld ellende voorbij. Eenmaal terug op het asfalt van Cancun meteen zwaailicht en sirene. Twee motoragenten uit een foute actiefilm stoppen de auto. Ja hoor. Daar gaan we weer. Tien kilometer te hard? Bullshit! Pure intimidatie. Bla bla. Mee naar het bureau! Vierduizend pesos boete. Geen pardon. Of ik gedronken heb? Ja, Red Bull. Ze lachen voorzichtig. Hebben dorst. Aha! Water om de kelen te smeren? Daar draait het om. Paar honderd peso´s. Hun dagloon. So sad. Na een box nota bene druipen ze af. Hoezo buenos días? Sneue macho´s zijn het. Met hun fake Ray Bans. Het is om te huilen maar desondanks heb ik met ze te doen. Zou niet met ze willen ruilen. Ik neem een besluit: Basta! Adiós Mexico. Morgen. Bestemming Belize.

Share This:

RIK VAN BOECKEL special guest bij BAR BAUT – maandag 1500 uur

en maandag als SPECIALE GAST wederom in 020 – bij BAR BAUT de winnaar van de zondagochtend wedstrijd op pomgedichten punt nl – met het winnende nummer Rik van Boeckel – kom en geniet –

In het groene licht

In het groene licht zie ik een hoog gezicht
van een dromende boom langs de stille stroom
in de Hollandse Tuin is het filosofisch fijn
hoor de zachte wind langs de oren gaan
om de bladeren heen van dit Clingendael

dit is het verhaal van het groene licht
van het hoog gezicht van de wakkere bomen
na vergeten dromen langs de ochtendstromen
hoor de vogels tsjirpen in het groene park

het tsjirpend ritme van de natuur
laat haar winnen in het groene licht
laat de bomen groeien
laat de bladeren bloeien
o wind o adem der natuur
hoor haar zachtjes gaan
langs takken bladeren
groene aderen van de lucht.

Rik van Boeckel
https://www.pomgedichten.nl/wp-content/uploads/2022/03/05-In-het-groene-licht.Rik-van-Boeckel-1.mp3

de muziek is van The Blank Ark met VanDrunenLittel Eric en Aernout van Hees!

de enorme meer waarde aan de woorden deze week meegegeven door rik van boeckel aan de gezongen en ritmisch begeleide tekst – het is een heerlijk genieten – spoken words avant  la lettre maar dan zonder die vaak zo afgrijselijke moraal die de spoken words moraalridders veel te vaak in hun onnodig lange teksten vervlechten – rik brengt een eerbetoon aan het groene licht op een meer natuurlijke wijze en je houdt je vingers en voeten niet meer stil als je deze van rik hoort. zelden zo een mooi samengaan van een poëtische tekst en muziek gehoord.

Share This:

pom wolff: ‘kom nog een keer bij me zitten in het gras…’ – deze week een natuurgroene zondagochtendwedstrijd op pomgedichten punt nl – u kent de regels… goud voor Rik van Boeckel – eervolle vermelding voor Cartouche


Rik van Boeckel GOUD!
https://www.pomgedichten.nl/wp-content/uploads/2022/03/05-In-het-groene-licht.Rik-van-Boeckel-1.mp3

de muziek is van The Blank Ark met VanDrunenLittel Eric en Aernout van Hees!
Zondagmiddag ben ik tussen 3 en 5 u te horen in het Shaffyhuis aan de Piet Heinkade ook met muziek!

we bevinden ons in een prachtig poëtisch digitaal groen deze zondag op de pom. met de schilderdoeken van Ginie Ruitenbeek digitaal opgehangen hier op de site. vandaag nog te genieten op de first art fair. dichters dank jullie wel voor al die prachtige facetten groen. kopland ook nog tevoorschijn getoverd in de tekst van dichter Cartouche – een eervolle vermelding voor cartouche:

bij die mysterieuze tekst van kopland:
 

Ga nu maar liggen liefste in de tuin,
de lege plekken in het hoge gras, ik heb
altijd gewild dat ik dat was, een lege
plek voor iemand, om te blijven.

Rutger Kopland
In: Een lege plek om te blijven, 1975.

maar deze week gaat alle eer en alle goud uit naar de muzikale vertolking van eigen tekst ‘in het groene licht’ – een bijzondere lichtvoetige vertolking – Rik van harte gefeliciteerd – misschien Rik kun je op FB de muzikale versie toevoegen aan deze uitslag:

Zondagmiddag ben ik tussen 3 en 5 u te horen in het Shaffyhuis aan de Piet Heinkade ook met muziek!

Pom, hier mijn bijdrage aan de enige virtuele. Dit gedicht heb ik in een uitgebreidere versie ook op muziek gezet. Die kan ik je ook nog sturen.
Groeten,
Rik


In het groene licht

In het groene licht zie ik een hoog gezicht
van een dromende boom langs de stille stroom
in de Hollandse Tuin is het filosofisch fijn
hoor de zachte wind langs de oren gaan
om de bladeren heen van dit Clingendael

dit is het verhaal van het groene licht
van het hoog gezicht van de wakkere bomen
na vergeten dromen langs de ochtendstromen
hoor de vogels tsjirpen in het groene park

het tsjirpend ritme van de natuur
laat haar winnen in het groene licht
laat de bomen groeien
laat de bladeren bloeien
o wind o adem der natuur
hoor haar zachtjes gaan
langs takken bladeren
groene aderen van de lucht.


Rik van Boeckel
https://www.pomgedichten.nl/wp-content/uploads/2022/03/05-In-het-groene-licht.Rik-van-Boeckel-1.mp3

de muziek is van The Blank Ark met VanDrunenLittel Eric en Aernout van Hees!

de enorme meer waarde aan de woorden deze week meegegeven door rik van boeckel aan de gezongen en ritmisch begeleide tekst – het is een heerlijk genieten – spoken words avant  la lettre maar dan zonder die vaak zo afgrijselijke moraal die de spoken words moraalridders veel te vaak in hun onnodig lange teksten vervlechten – rik brengt een eerbetoon aan het groene licht op een meer natuurlijke wijze en je houdt je vingers en voeten niet meer stil als je deze van rik hoort. zelden zo een mooi samengaan van een poëtische tekst en muziek gehoord.
Ga maar

ga maar liggen, liefste
draai op je zij en doe je ogen dicht
maak een plek vrij in het korenveld
en wanneer je opziet naar het blauw
kijk er dan echt niet vreemd van op
dat tot je doordringt wie het is
het gezicht dat je voor je hebt
 
al die groenverdorde nachten lang
je toefluisterde in hooi en gras – maak
nu die plek, voor hem en voor jou zelf
die als ik altijd al wist, er is, er moet
toch een onmogelijke plek zijn
naast elkaar – voor wie
je bent en was
 
om te blijven
 
 
26-03-2022 / Cartouche

met de mysterieuze tekst van kopland in het achterhoofd benaderen we de tekst van onze cartouche –  
 


Ga nu maar liggen liefste in de tuin,
de lege plekken in het hoge gras, ik heb
altijd gewild dat ik dat was, een lege
plek voor iemand, om te blijven.


Rutger Kopland
In: Een lege plek om te blijven, 1975.
 
 
wellicht een aanvulling, een invulling, een antwoord. een benadering in ieder geval – de onmogelijkheid als gegeven zoals ook de tekst van kopland die onmogelijkheid in hield – door Cartouche fenomenaal uitgeschreven. een kleine tip maak van de laatste regels:
 
naast elkaar – voor wie
je bent voor wie je was
https://www.ginieruitenbeek.nl/category/bloemen/

Ginie ook op de FIRST ART FAIR van  24 t/m 27 maart 2022
Passenger Terminal Amsterdam,  Piet Heinkade 27, 1019 BR Amsterdam
Zaterdag 26 maart van 11.00 – 18.00 uur
Zondag 27 maart van 11.00 – 18.00 uur
http://www.firstartfair.nl/

  • TON HUIZER – we zijn twee gelukkige vogels tussen het groene struweel
  • RIK VAN BOECKEL – in het groene licht – https://www.pomgedichten.nl/wp-content/uploads/2022/03/05-In-het-groene-licht.Rik-van-Boeckel-1.mp3
  • FRANS TERKEN – alsof ik door Ierse graslanden reis
  • CARTOUCHE – al die groenverdorde nachten lang
  • IEN VERRIPS – Dat groen, dat lieve lentegroen
  • ANNA EIKELBOOM POST – over eilandgroen eigenzinnig Javagroen 
  • ANKE LABRIE – toermalijn gevat in goud
  • JAKO FENNEK – groen links groen rechts

de wie wint de enige echte virtuele zondagochtendwedstrijd deze week in het teken van het groen – de dichter bepaalt over welk groen we mogen lezen. het jonge groen, het lentegroen, het vermoeide groen het oude groen – of een heel ander groen – een verkleurd groen wellicht. we zijn benieuwd – u ken de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

het zelfde mooi

kom nog een keer
bij me zitten in het gras
wat niet meer zal en niet meer was
blijft in zich zelf van het zelfde mooi

je donkere ogen
met het donkere groen
de lange weg van de moeite moe


pomwolff

 Dag Pom,
Vrede op aarde. Heerlijk voorjaarszonnetje op ons balkon. 
Frisgewassen kogelvrij vest aan de waslijn, koud biertje
onder handbereik. 
Tijd voor een onschuldig rijmeltje.

Prettig weekend
Ton



Geluksvogels

We vlogen elkaar in de poten
moeder natuur deed de rest
we snavelen samen wat wormpjes
en gaan op tijd naar ons nest
 
de vleugels worden wat strammer
ons vliegbereik holt achteruit
toch twinkelleren we samen
nog steeds een tevreden geluid
 
we zingen wat toontjes lager
maar nooit vals of sentimenteel
we zijn twee gelukkige vogels
tussen het groene struweel
 
tot straks de raven verschijnen
de kraaienmars klinkt in ons nest
dan vliegen we samen de laan uit
moeder natuur doet de rest
 
Ton Huizer

het leven in vier – toch ook nog vrolijke – strofen gevat. van moeder natuur naar moeder natuur. in alle vrolijke poëzie van ton huizer altijd ook die ietsje bittere ondertoon. je kunt het mooi verwoorden allemaal lijkt de dichter ons mee te geven maar we gaan er aan. het is die – huizer – zakelijkheid die ze in 010 elk jaar wel twee keer opnieuw moeten meemaken als ze tegen ajax spelen.




https://www.pomgedichten.nl/wp-content/uploads/2022/03/05-In-het-groene-licht.Rik-van-Boeckel-1.mp3

Dag Pom,
Ja, laten we het groen koesteren!
Weekendgroet,
Frans



Voor alle tijden

Fris als van nog nat achter de oren
tot in het blad van lenteklokjes
waar de dauw vanaf druipt

zoals het mij elke ochtend voedt
dat smachten naar smaragdgroen
naar jou in je huid van jade
behangen met Cleo’s edelsteen

die intense kleur lezen in je ogen
alsof ik door Ierse graslanden reis
om daarin eindelijk thuis te komen

hoe jij mij in ontwaken lente brengt
hoop op een oneindig samen


© FT 25.03.2022

frans beschrijft de eindeloze reis die ons lezers door ierse graslanden meevoert, door ochtenden en jaargetijden, door het leven tot aan – nee – tot en met de dood het zo gewenste samen zijn. mooi in kort bestek.
 

Groen  juli 2018
  
Dat groen, dat lieve lentegroen
dat fluistergroen van het begin
dat tere groen dat liedjes zingt
dat wiegend kleur bekent
 
dagen lengen de langste dag voorbij
het voorjaar lievert door
deze zomer stopt de lente niet
alleen wij kleuren bij
 
ochtendfris avondkoel
daartussenin
het helle licht de zomerzon
door noorderwind de hitte aan banden gelegd


Ien Verrips

bij Ien weet je bijna altijd hoe lieflijker het gedicht begint hoe stormachtiger het beschreven gebeuren eindigt. hier blijft de schade nog enigszins beperkt. de liefde zal te groot geweest zijn om er achteraf het kapmes in te zetten. er stormen wat vergeelde blaadjes weg. een beetje een van der laan maak de stad en beetje liever tekst.
https://www.ginieruitenbeek.nl/category/bloemen/


Hi Pom, 
Ik moet wel een vrouw zijn. Alleen vrouwen kijken de man naar de ogen om te schrijven wat hij graag leest. 



Over welk groen mogen we lezen 

over eilandgroen eigenzinnig Javagroen 
vol slangenplanten en groene slangen

of ranonkelgroen dwingend woekergroen 
dat stenen uiteendrukt stoepen overgroeit 

neen alleen jadegroen bedwelmend ogengroen
verstrengeld in jouw stengels ten onder  


Hartelijke groet, 
Anna Eikelboom Post

je blijft twijfelen bij de teksten van de voor ons onbekende anna eikelboom teksten. ze zijn niet goed ze zijn ook niet slecht. vrouwen schrijven niet vaak over slangenplanten. ergens zit er in de teksten van onze anna iets grimmigs. iets bezitterigs. als anna eikelboom post blijft het wennen.

kleur van het prille gras
weerkaatst in jouw ogen
voor altijd verbonden
aan onze lenteliefde
 
toen het gras verdorde
de kleur veranderd was
veerkracht verdwenen
bleef alleen het groen
in de ring die ik je gaf
schitteren als vanouds
 
toermalijn gevat in goud
 
draag je hem nog wel eens
vraag ik me soms af
nu het weer lente wordt

anke labrie
(26-03-2022)

ik zeg – terug die ring en een beetje snel graag – als ie in de kast is gelegd tenminste. de ooit verliefde vraagt zich af of de geliefde van weleer nog wel eens terugdenkt aan de met een liefdesring bezegelde tijden. de lente als jaargetijde een motief om de jonge liefde in herinnering te brengen.
hoi pom,
gekke tijden, desto belangrijker dit thema.
geniet van’t weekend.
groet van jako


gras


groen links groen rechts, en
maar praten over zon en aarde
verdwijning van de ijskap

in wind en molens zie ik jou
je armgezwaai, je groene trui
je borsten onder wol

kom meisje, leg je neer in’t gras
ik zal je wijzen waar
de aarde opgewarmd wordt

jako fennek

ha iets van de oude jako veert terug in de teksten – het kan hem allemaal gestolen worden – alle politieke praatjes – ZIJ is belangrijk!! en hoe – het verlangen naar het jonge gras in het jonge groen de jonge liefde – mooi! vrouwen van groenlinks het is uitkijken geblazen als onze jako zijn stem komt uitbrengen.

Share This:

VON SOLO in zijn strijd tegen de elektrische fiets: ‘het nieuwe symbool van het hersenloos consumentisme.’


‘Doe het niet! Koop geen elektrische fiets! Hoe oud ben je? Achtentwintig jaar. En hoe ver woon je van je werk? Vijftien minuutjes fietsen. Koop geen elektrische fiets. Je beweert nota bene, dat je groen en duurzaam bezig bent. Denk dan ook eens aan het materiaalverbruik dat zo’n ding kost. En dan vooral aan de accu, waar op dit moment nog geen fatsoenlijke recycling mogelijkheden voor bestaan. De energie die in de productie en logistiek eromheen gaat. En aan dat Congolese kind in die put, wat ze een mijn noemen. Die de hele dag erts en modder schept voor jouw accu. En het feit, dat dat ding ook nog eens aan het elektrisch moet, terwijl we er juist op uit zijn om energie te besparen. Nog even afgezien van het feit, dat je er waarschijnlijk ook nog op naar de sportschool gaat, wat niet nodig zou zijn, als je op een gewone fiets fietste, waar je ook zelf de energie nog verbruikt. En dan heb ik het nog niet eens over de stress. Dat je nu nog sneller van A naar B kan, waardoor je dus ook nog meer tijd over houdt om nog meer dingen te moeten doen. Doe het niet!’
 
Op dat moment murmelde mijn jonge collega nog, dat het mooi van haar opgespaarde overuren betaald kon worden belastingvrij. Ik keek ze enkel nog aan. Ze zei vervolgens, dat haar vriend ook al zoiets opgemerkt had en dat ze het dan misschien niet moest doen. Intussen was ik iets afgekoeld en liet haar weten, dat ik wellicht iets te heftig met gestrekt been erin gegaan was, maar dat ik het wel meende. Mijn geprikkeldheid kwam voort, uit het feit, dat ik die ochtend door een tiener, die onderweg naar school was, ingehaald werd op een gloednieuwe, elektrische fiets.
 
En natuurlijk zijn er tal van drogredenen te verzinnen, waarom je er wel één zou moeten kopen. Een voorbeeld, dat vaak aangehaald wordt, is dat het de drempel is, om niet meer met de auto naar het werk te hoeven. Dat klinkt op zich nobel, maar reken maar, dat dit ook de mensen zijn, die als het regent, toch weer de auto pakken. Nee, doe dan je auto weg, dan bereik je wat. En dan nog zo één, dat het kind anders zo ver naar school moet fietsen. Lul me er niet van. Ik kom uit Zeeland. Daar was alles ver fietsen. En dan nog de Urban Arrow. Het status-vlaggenschip van menig rijk, blank gezin. Een elektrische bakfiets van vijfduizend ballen. Past mooi op de oprit naast de Tesla van pa en de Mini Cooper van mama. Een mooie aanvulling op de set (elektrische) Van MOOF-fietsen en de obligate racefietsen, die aan de zoldering in de garage hangen. Nee, de enige groep mensen die ik in het algemeen een elektrische fiets gun, zijn ANWB-bejaarden, die er voor hun plezier op gaan fietsen. Het houdt ze op een quasi verantwoorde manier in beweging. Eenieder die nog gezond is, behoeft geen elektrische fiets.
 
Maar wat me gewoon het meest stoort, is dat de elektrische fiets een consumptieartikel is geworden. Iets voor erbij, ‘omdat het kan’. Omdat het te koop is. Het is eigenlijk al niet meer de vraag, waarom je een elektrische fiets zou kopen, het is de vraag geworden waarom niet. Het wordt je gewoon opgedrongen. Het is zo langzamerhand de norm geworden. De groene waas, die het product omringt, heeft het tot een must voor jong en oud gemaakt. Onder de streep kost het een gigantische berg grondstoffen en energie. En we schieten er letterlijk en figuurlijk niets mee op. En daarbij is de eerste generatie elektrische fietsen intussen alweer onderweg naar de storthoop.  Maar ja, het telt mee voor het bruto nationaal product. Iets wat van de zevenendertig jaar oude Batavus Topper, waar ik op rijd, niet gezegd kan worden.
 
Als je niet op enigerlei wijze hulpbehoevend of bejaard bent, is een elektrische fiets de zoveelste apotheose van overbodige luxe, waarmee je met een duurzaam gevoel, de wereld langzaam weer wat verder naar de klote helpt. Voor mij het nieuwe symbool van het hersenloos consumentisme. Doe het niet!!!

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST

Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

Merik van der Torren – chinezen, corona monsters, testen en tijgers

Hoi Pom,
Hierbij twee korte tekstjes voor de Pom. Het eerste vond ik in een boek over de I Ching, het tweede is een recente ervaring, groet, Merik



Twee korte tekstjes


1.      Chinees gezegde: De wijze trapt de tijger op de staart en roept : “Hu!”
 
2.      Ik zag je op de testlocatie.
Je nam het monster van me af
en lachte lief.
Wanneer zie ik je weer ?

Merik van der torren

Share This:

Ien Verrips oost west, thuis best – over brand in houten huisjes


het zaanse zeer doet me geen pijn
vandaag haal ik mijn schouders op bij
doodgewoon is gek genoeg
 
de zooi op straat afvalbakken overvol
mij deert het niet
mijn ergernis heb ik geparkeerd
 
eredivisie spelen och waarom
en hoezo kunst met een grote k
alsof ambitie irriteert
schoonheid elitair
zou zijn
 
vandaag heb ik geen last van ’t zaanse zeer
want als het bij de buren brandt
zet je je wrevel aan de kant
voor later
 
mrt 2022
Ien Verrips

Share This:

Antony Oomen: ‘Goed, laat ik dan de waarheid maar vertellen – Ik heb geen traan om je gelaten…’

Goed, laat ik dan de waarheid maar vertellen
Ik heb geen traan om je gelaten.


Lagrima

Goed, laat ik dan de waarheid maar vertellen
Ik heb geen traan om je gelaten. Of nee
preciezer, één traan

Eén heel precieze traan, juist groot genoeg
Zwaar genoeg om heel secuur traag
genoeg over mijn linkerwang te rollen

Exact op het juiste moment
Dat ene eeuwige moment waarop jij
over je linkerschouder omkeek

© Antony Oomen
20.III/2022
Amsterdam

Share This:

Peter Berger in Mexico 2 – reisverslag/ luxe én sfeerimpressies/ Unterwelt



De piramide van Avenida Kukulkán. Wow! Maar het gebruikelijk circus doet alle magie die het wereldwonder nog in zich draagt in rap tempo verbleken. Onderweg al, als de auto even tot stilstand komt, duiken straatverkopers als uitgehongerde muskieten op me af. Eeuwig zonde. Daarna drie badplaatsen. Tulum. Playa Del Carmen. Cancun. Celebration of the ego. Met Avenida Kukulkán, ofwel the strip, als episch centrum van leeghoofdigheid.

Poorten naar de hel zijn het. 
Alledrie. Niet zo gek. Het is de streek van de cenotes, ondergrondse watergrotten waar de Maya´s bloederige mensenoffers brachten. Kinderen vaak. Prima plek. Ingang naar de onderwereld. Als toerist mag je erin zwemmen. Oranje zwemvest verplicht. Dat wel. Tegen betaling uiteraard. Mooi niet. Snel wegwezen. Een zongebruind jochie van een jaar of zes marcheert een poosje schaterlachend met me mee. Woest met de armen zwaaiend als een onvervaarde Maya krijger. Bovenlijf ontbloot. Hij kijkt me even dolgelukkig in de ogen en verdwijnt dan vrolijk huppelend achter het nietige stalletje van z´n moeder. Walking with giants. Dat maakt de dag weer goed. Het is alsof ik in de spiegel kijk.

Peter Berger


Het huis ligt op de uiterste rand van het dorp aan het eind van een hobbelige zandweg. Daarna heerst woestenij. Het is ruim maar basic en ontbeert iedere vorm van luxe. Naar westerse begrippen althans want alles is er voorhanden: koelkast, kookgelegenheid en zelfs stromend drinkwater, met een elektrisch pompje getapt uit zo’n doorzichtig plastic 10 liter vat dat overal verkrijgbaar is. In de badkamer met toilet hangt een spiegel op navelhoogte. Het is er kraakschoon. Overal trouwens. Warme douche? Dat kan, maar niet zomaar: na het omzetten van de tuimelschakelaar voor de benodigde druk is een flinke portie geduld vereist. Ik geloof het wel. Het water is hier nooit echt koud en de zee vlakbij want vanaf de veranda loop je zo het spierwitte strand op. Het doet pijn aan de ogen zo wit is het. Hoezo geen luxe?

Op nog geen veertig passen lonkt de azuurblauwe zee die, afhankelijk van het schaduwspel van zon en wolken, met regelmaat ook een zweem van groen vertoont. Aan de horizon een diepblauwe pennestreek.
De ramen hebben ruwhouten witgesauste shutters met plastic horrengaas maar glas ontbreekt. Dus hier in huis zelfs waait de wind, die, opgejaagd door Kukulkán zelve, vanuit de oceaan gestaag de kust aanvreet. Vastberaden loeiend. Met groot ontzag spreekt men nog immer over orkaan Gilbert die in 1988 nagenoeg alle bebouwing op Isla Cozumel wegvaagde om vervolgens, bij hoge uitzondering, ook de noordkust van Yucatán te teisteren. Het dorp alhier, vernoemd naar uit agave vezels geslagen touw, werd destijds aanzienlijke schade toegebracht. Vezels in overvloed want uit het sap van de agaveplant stookt men tequila.
Het nagenoeg lege strand is bezaaid met zeewier, dat bij noordenwind van heel ver komt, en grote stukken zinkhout in bizarre vormen. Ooit losgeslagen uit een nabijgelegen mangrove. Een pelikanen paartje duikt synchroon plonzend naar vis. Op rechts staan een stuk of wat wuivende palmen op een kluitje bij elkaar. Op links dito in een oneindig ogende rij die tot voorbij de oude betonnen pier reikt waar soms een visser uit de haven verderop aanmeert. Met regelmaat vliegt een langgerekte sliert flamingo’s langs. Gisteravond stonden er stevige golven die me luid ruisend zachtjes in een zalvende slaap susten. Vroeg in de ochtend heerst meestal slechts een slome verfrissende bries. Maar rond het middaguur gaat het gewoonlijk weer los en in no time hoor je dan de wind weer rond het huis gieren.

Alles hierbinnen is een beetje klam van zeezout. De eenvoudige houten meubels zijn vooral functioneel. Eettafel met stoelen centraal opgesteld naast de open keuken en bij het grote raam met zeezicht een paar zelfgemaakte houten stoeltjes te klein om op te chillen.
Zorgvuldig geschilderd in rood en bruin matchend met de eetstoelen.
In het dorp, dat een paar honderd huizen telt, is geen pinautomaat. Wel een stuk of wat tabernas waarvan eentje met een terras op het strand met van die goedkope witte plastic stapelstoelen die gemakkelijk wegzakken in het rulle zand. Een paar traditionele Maya visgerechten sieren er de kaart. Maar vandaag bestel ik krokante kip met huisgemaakte friet even verderop. Omdat de boel zometeen dicht gaat brengt de ober ook nog een gefrituurd visje. Van het huis, zo laat hij trots weten met google translate op zijn mobiel. Zodra de zon ondergaat sluiten ze subiet. De tavernes. Allemaal. Onverbiddelijk. Dineren doe je hier tussen vijf en zes. Klanten zijn er nauwelijks want het virus heeft het voorzichtig ontluikende toerisme duidelijk geen goed gedaan. Overal heerst de drukkende sfeer van oprukkend verval.

Een paar mini supers van hoogstens kamergrootte verkopen tot laat in de avond dagelijkse voorverpakte benodigdheden zoals drank en klef amerikaans casino brood dat eindeloos vers blijft. Uiteraard ook de altijd op het menu staande tortillas. Ook lekker onder een oerhollandse uitsmijter voor het dagelijkse ontbijt. In een kleine markthal die bijna altijd gesloten is verkoopt men groente en fruit. De paar locals die er soms rondhangen kijken meestal hopeloos verslagen maar menen het goed. Eva neuriet een bekend melodietje. All you need is love. Ze hebben ook niets anders. Dit is Mexico. Ik heb makkelijk praten. I know. Maar ik voel me er thuis. Dat is pas luxe.

Peter Berger

Share This:

Ien Verrips en Anke Labrie winnen de enige echte virtuele naar een lied van alex roeka- jij en ik  – de hemel en hel – trofee of de ‘ik wist niet dat het nog bestond -of de ‘ik wist niet dat het zó kon gaan’ –  de jij & ik hemel en hel – trofee op pomgedichten punt nl

vandaag wint de subtiele eenvoud in de poëzie van vrouwen. Anke Labrie en Ien Verrips weten de eenvoud te vervolmaken tot schier onnavolgbare hoogte. lees de lovende commentaren onder de winnende gedichten – 2 x goud – dank aan alle dichters voor het insturen – Anke en Ien van harte!


Ha Pom,
Alleen die stem al.
Een mooi weekend in deze lelijke tijd.
 Hartelijke groet,
Anke



we wisten het
vanaf de eerste blik
 
nog nooit zo bang
 
al te lang de hemel opgegeven
altijd gekoppeld aan de hel
die wij maar al te goed

waaghalzen waren wij
vermomd als helden
 
en zelfs helden weten niet
hoe liefde sneuvelen kan
 
anke labrie
(19-03-2022)

ook hier een subtiel gedicht te lezen met onafgemaakte regels, met gevoelens die stokken – de subtiele woorden komen deze week met name van de vrouwelijke dichters. als lezer zweef je mee om de woorden heen de witregels in om je eigen verhaal invulling te geven na de dichterlijke aanzetten, de dichterlijke voorzetten. poëzie in de knop, lentepoëzie! door het lezen komt deze poëzie tot bloei.
 

bijna ongemerkt
bleek je gebleven
afnemend ongemak
langzaamaan vertrouwd
maar nooit gewend
nooit eigen
 
zolang
je ogen schitteren
van vreugde als
je me ziet
zolang
 
 
mrt 2022
Ien Verrips


in wezen zingt alex roeka over een ander thema – over verlies en teloorgang – omdat de zo heftig geliefden van ooit toch uiteindelijk niet bij elkaar hoorden. Ien belicht alleen het bezongen ‘innerlijk verbond’ maar dat doet ze wel mooi en subtiel. hoe dichter aan een woordje als ‘zolang’ in die herhaling een poëtisch lading weet mee te geven. daarom houd ik van Ien als dichter. om die eenvoud. én omdat ze weet dat ik van die eenvoud houd.
  • Rik van Boeckel – nu wij geleden tijden zijn
  • Anna Eikelboom – en nooit en ooit zullen we weer samen onder de zon 
  • Ien Verrips – zolang je ogen schitteren
  • Frans Terken – dat er niets bleef van wat jij en ik bezegelden
  • Gerben de Ruiter – aanmoediging en onverwachte wanhoop
  • Cartouche – kon het, nog een keer
  • Anke Labrie – we wisten het

wie wint de jij en ik  naar een lied van alex roeka – de hemel en hel – trofee of de ‘ik wist niet dat het nog bestond -of de  ik wist niet dat het zó kon gaan’ –  de jij & ik hemel en hel – trofee op pomgedichten punt nl?

toch nog maar eens een keer aandacht – hier op de site poëtische aandacht voor de nieuwe prachtCD van Alex Roeka – hoe het met twee mensen kan gaan door de jaren heen – we hebben allemaal wel een JIJ&IK twee vuren relatie gekend  (Alex Roeka die heerlijke zwarte romanticus zingt over een ‘innerlijk verbond’)- om op terug te kijken – wellicht om nieuw leven in te blazen – we lezen u zo graag hier in deze zondagochtendwedstrijd – u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.


kruipen voor je door de modder
kan alleen een liedje zijn
doe de modder maar alleen
en als je ergens eenzaam vindt
meld het me, ik zal je zoenen
 
lig je lekker?
of staat de maan verkeerd vandaag
en voeren wij te vuile oorlog
het neon ontmaskert graag
 
wat oprecht was tussen ons
is van ons de wereld
doet het er maar mee
en hoe de maan ook staat
de maan staat hier buiten
 
 

pom wolff


 

Het geheim van jou en mij

De tijd reist uit jou en mij
na het jaar van de dromende dansers

ogen gaan open gevolgd door oren
het geheim openbaart zich

stapvoets door de jaren
verdwijnen wij uit het zicht

kruipen in en uit het oor
langs lippen en tonggewelf

jij was het listige liefdeslicht
dat duisternis zocht in stilte

nu wij geleden tijden zijn
lijdt het heden met compassie.


Rik van Boeckel
19 maart 2022 


‘nu wij geleden tijden zijn
lijdt het heden…’een wereldregel – los van die regel ben ik met drie strofen tevreden en met de drie andere niet. die strofen die ik weglaat zijn de omlijsting van een kern die op zichzelf kernachtig genoeg is en geen omlijsting behoeft:
 
 
stapvoets door de jaren
verdwijnen wij uit het zicht

jij was het listige liefdeslicht
dat duisternis zocht in stilte

nu wij geleden tijden zijn
lijdt het heden met compassie.


Hi Pom, 
De songs van Alex Roeka zijn inderdaad prachtig. Op de achtergrond resoneert de oorlog-die-geen-oorlog-mag-heten mee… 


Zonnebloemen 

wolken opbollende wolken 
achter mij achtervolgen mij 
benemen het zicht op 
hoe het was 

jij zoekt nu woede denk ik 
peurt moed uit je schoenen 
om onwennig te doen denk je 
wat een man nu moet doen 

en nooit en ooit zullen we 
weer samen onder de zon 
zullen we tussen de zonnebloemen 
elkaar weer in de ogen stralen 


Hartelijke groet, 
Anna Eikelboom Post 


ik kies de derde strofe voor mooi maar dan zonder het gezochte woord ‘stralen’’ – kan gewoon weggelaten.
 
en nooit en ooit zullen we 
weer samen onder de zon 
zullen we tussen de zonnebloemen 
elkaar weer in de ogen

 
met de woorden ‘nooit en ooit’ wordt door dichter die heerlijke onmogelijkheid tot berusting vormgegeven. strofe 1 kan ook wel weg trouwens – op die wolken zit niemand te wachten. op de een of andere manier blijf ik maar denken dat pseudoniem Anna E toch door een man is gebruikt. maar ik blijf haar welkom heten met pracht regels als in strofe 3.
 
Dag Pom, 

Mooi, Alex Roeka!
Hieronder mijn bijdrage, goed weekend nog!
Groet, Frans



In bloed


Met onze vingers legden we het vast
letter voor letter doopten we
als een tatoeage 
jij breeduit op mijn borst 
ik recht boven je hart


een belofte om niet te verbreken
verbond met bloed getekend
in een lint van lieve woorden 


hoe ze later onder de huid kropen
dat er niets bleef 
van wat jij en ik bezegelden
hoe ook met lichaamsvocht gesmeed


tot jij als een vampier mij leegzoog
de bloeddorst die ik niet trok


© FT 19.03.2022

het lijkt op een jeugdherinnering van jonge geliefden die hun liefde voor altijd ooit wilden vastleggen  – dat het leven anders loopt wisten zij toen nog niet. en dat de woorden waarin zij ook gedoopt zijn  niet hoeven stand te houden is  de levensles die hier staat beschreven in het gedicht dat zij nog niet hadden gelezen.

ongeblust vanaf de schoot erin

door de combinatie van veel te dikke vrouw
zwemparadijs, zienswijze
onderbewuste ontmoediging & troost

in een ongeziene avond vol
ondergelopen beddengoed, gracieuze aanmoediging
en onverwachte wanhoop

wentelde ik mij als keerkever
speren krasten het verleden in mijn rug
polshorloges in mijn graat 

zij trok aan alles wat aan mijn lichaam
daarvoor bedoelde en haar onbedoeld zwarte
krullen plukten en verhulden de hel

en ik vergat dat de wereld ooit stopt
helaas


Gerben de Ruiter


‘jij en ik dat zijn kuren jij en ik dat gaat fel’  zingt de zanger. ach ja hoe het kan gaan tussen mensen – en hoe er aan terug gedacht kan worden. dat het uiteindelijk toch van de liefde –  dan wel van de lust was – die dagen samen. waarom ook niet. dat we het van het leven mogen noemen.
 
dat leven in chaos getekend door de dichter gerben de ruiter. het gedicht laat zich niet makkelijk recenseren. de eerste strofe een inleiding – een situatieschets wellicht. dan in drie strofen de beschrijving van de wellustige avond de wellustige nacht en alles wat er door dichters hoofd gaat/ging daarbij – nou door het hoofd van de IK persoon beter gezegd. niet helemaal een onverdeeld genoegen. we lezen over wanhoop, speren en de hel. de ik-persoon – vermoed ik –  wordt er s nachts nog wel eens wakker van. een heftige relatie in een heftig gedicht beschreven – mag het zo samengevat?
 

Ik zocht het overzee
een bestaan, een leven
waar ik geen weet van had
iemand of iets dat mij paste
 
zich om mij winden kon
als een moer om schroefdraad
zich ooit los vast weet te draaien
deed zij mij de omvang
van diepte zien
 
de hemel
en de hel liet ze mij
een lichaam zonder ziel
ingebed
 
zou ik haar – zoethoutmond
kon het, nog een keer
overdoen? ja nee is ver weg
het zwaarst
om woord te houden
 
20-03-2022 / Cartouche

misschien niet zo ver zoeken beste Cartouche. het ja en het nee in de laatste strofe tonen de verwarring die bij en in de ik persoon heerst. het gedicht is niet best. ik durf de stelling wel aan een van de slechtste gedichten die Cartouche ooit instuurde hier op de pom.
die schroefdraad zo vreselijk gezocht dat het gedicht er meteen van omvalt in de tweede strofe. de vier regels in de derde strofe? wat moeten we daar nou weer mee. en de chaos in de laatste strofe zo in elkaar gedraaid dat we daar nou net weer wel wat schroefdraad kunnen gebruiken. neen dit is helemaal niks. dichter zocht het overzee maar kan beter in brabant zoeken.

Share This: