VON SOLO: ‘Zij bleek een stijlvolle, mooie vrouw en ook nog eens een begiftigd kunstenares. Veel te goed voor een alcoholistische leegloper zoals ik. En dat wist ze zelf ook wel…’



Het moet ergens tweede helft jaren negentig van de vorige eeuw zijn geweest. Ik dronk vodka, omdat Guggenheimer dat ook deed. Hij was mijn fictieve held, geschapen door Herman Brusselmans. Guggenheimer had alles voor het grijpen en dronk doorlopend vodka, zonder dronken te worden. Dat probeerde ik dus ook. Knetterlam werd ik ervan. Maar ik durfde alles, vergat de grenzen van het betamelijke en ook voortdurend de dag van gisteren. Er was dan enkel een grauwe morgen met een houten kop en onvaste benen en één verlangen. Dat maakte het leven simpel. Drinken, vergeten en opnieuw. Tussendoor gloorde hoop en maakte ik mezelf wijs, dat ik net zo cool als Guggenheimer zou zijn. Het verschil was echter dat ik een echte persoon was en hij slechts een hersenspinsel.
 
Op een zaterdagnacht belandde ik in de ‘Blauwe Vis’. Dat was de plek om te zijn en er heerste een sfeer alsof alles kon. Zo’n atmosfeer is zelden echt, maar je beeldt je wat in om toch die droom levend te houden. Drank helpt daarbij. Het helpt je ook te vergeten hoe je je echt voelt en je gedurende de slaap de desillusie van de vorige nacht te wissen, zodat het in de ochtend lijkt alsof je weer helemaal opnieuw kunt beginnen met een schone lei. Na vijf vodka’s had ik dan ook een solide plan. Ik zou me gedragen als een echte man. Blijkbaar wierp dat zijn vruchten af. Op een gegeven moment zat ik aan de bar op schoot bij een knappe, jonge vrouw met grote borsten. Samen dronken we vodka en zoenden. Precies zoals dat echte mannen natuurlijk overkomt. Vervolgens was het een kwestie van geld tellen, waar ik altijd ontzettend slecht in ben ik beschonken toestand, en we waren onderweg om een taxi te pakken naar haar studio aan de Jagthuisstraat.
 
Daar aangekomen was de muziekkeuze aan mij. De keuze viel op David Bowie. Terwijl ‘Diamond Dogs’ uit de speakers knalde, rolde ik een zwart condoom af en bracht mijn aanzienlijke lid bij haar naar binnen, terwijl zij sensueel schuddend, haar grote begeerlijke billen naar achter stak. Het was hangen en wurgen om een hoogtepunt te bereiken met zo’n berg drank achter de kiezen. Hoe dan ook brachten we het spel tot een einde en ergens daarop moet de slaap gevolgd zijn. De volgende morgen scheen er een flets licht de studio in. We maakten niet veel meer klaar. De drank van de vorige avond maakt plaats voor een andere blik. Voor andere prikkels. Zij bleek een stijlvolle, mooie vrouw en ook nog eens een begiftigd kunstenares. Veel te goed voor een alcoholistische leegloper zoals ik. En dat wist ze zelf ook wel.
 
Ik trakteerde haar nog op een ontbijtje bij café Rotterdam, en daarna namen we koeltjes afscheid en was het voor mij tijd om in een toestand van aanstaand delirium in te storten. Ik beeldde me tijdens wat koortsdromen in dat ik verliefd was. Die spijt van niet volledig kunnen op gaan in van een moment van intimiteit. Het leven is geen boek. Met de kater kwam ook weer de depressie. Ik moest haar weerzien. Ik kon haar niet laten lopen. Ik schreef haar na drie borrels een brief waarvan ik niet meer weet wat ik erin zette. Onderweg van mijn werk naar huis de volgende dag zette ik mijn wagen aan de kant en belde haar om mijn liefde te verklaren. Dit werd gelaten aangehoord. Ik begon te snikken, terwijl ik als een echte zielepoot dacht mijn hart uit te storten. De verbinding werd verbroken en ik jankte als een kind in de regen. Er stopte een politieauto voor me op de vluchtstrook. Een agent stapte uit en vroeg me of het goed ging. Ik zei van niet en nog wat onsamenhangend, zelfmedelijdend gebrabbel. Meewarig keek hij me aan, schudde zijn hoofd en liep zonder nog wat te zeggen terug naar zijn wagen en reed door.
 
Gelukkig zijn er altijd mensen, die verstandig genoeg zijn je op het juiste moment in de steek te laten. Die je een keuze geven, die je jezelf niet gunt.

DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST

Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter