- Dit onderwerp bevat 0 reacties, 1 deelnemer, en is laatst geüpdatet op 7 jaren, 4 maanden geleden door
Pom Wolff.
-
AuteurBerichten
-
-
30 december 2017 om 12:42 #7585
Pom Wolff
Sleutelbeheerder7 dagen een gedicht, in de week van …
zaterdag
Bij alle draden van inspiratie deze voor en op het leven, ter afsluiting; uit de reeks gedichten die zijn opgedragen aan zoons en dochters, Vadergedachten, dit voor mijn jongste dochter, mede
vanwege weer de komst (naar verwachting begin november) van nieuw leven, kleinkind zeven.
Eerder geschreven voor de Stichting Granate als gedicht v.d. maand maart 2015.
(De stichting ‘Granate’, van dichter Nafiss Nia, vraagt iedere maand een dichter
om een bijdrage, het woord ‘granaatappel’ is daarin richtlijn.)
Afslag Oost / Vadergedachten VII
Binnen de ring is dit
de straat waar je dochters huisvest
je klopt raam aan raam voor een kamer
slaagt erin naast een groenteman
met hem spreek je onderhands af
dat hij gave waar te eten geeft
zelfs van hun laatste centen
op dagen dat het wintert
je draagt elke maand breekbrood aan
voor een goedgevulde maag
past hij er naadloos een granaatappel bij
drukt de gratiën op het hart
doe behoedzaam met schil en pitten
dat je je niet in happen verslikt
wacht dan tot de wangen kraken
van kleur vlamt er even een blos
binnenin barst het van leven
(© FT 2015)
7 dagen een gedicht, in de week van …
vrijdag
Muziek en/of beeldende kunst als inspiratie, gedichten die hierin een bron vinden zijn er nogal wat; de keuze voor één gedicht, vandaag dan toch de muziek, Bob Dylan, en weer de dood, terug van niet weggeweest, zoals hij in afgelopen weken o.a. Ton Lebbink en Conrad van de Weetering haalde.
Met de jaren
“I’ve been ten thousand miles in the mouth of a graveyard” *)
Ja Bob
het wordt er met de jaren niet makkelijker op
de een na de ander dragen we weg
samen met onze geliefden met zonen en dochters
trekken we een stemmig pak een knap kleed aan en
gaan we in rijen zoals zij daar liggen in de koude
en natte grond horen ze niet eens meer
je raspende stem de woorden hees gemompeld
maar wij zijn er nog
zingen met klem op de borst onze levensliederen
dat het een lieve lust is naast de last van alle ellende
het harde verdriet in ons en om ons heen
met gebroken tong soms maar we zingen
de honger van vroeger die we luidkeels deelden
wandelend door het diepste zwarte woud
weg van alle sores en door de liefde geraakt
de liederen waarin jij al jong van het leven zong
*) Bob Dylan, “A Hard Rain’s A-Gonna Fall”
(© FT 2015)
7 dagen een gedicht, in de week van … :
donderdag:
Inspiratie vinden, het gebeurt met regelmaat bij collega-dichters, zoals in de dichtwisseling met Joop Scholten en Jolies Heij. Of tijdens een literaire middag, zoals in de kroeg bij Eijlders, waar ik tijdens een zondichtmiddag ‘Amor (in Eijlders)’ schreef, met dank aan o.m. Lisan; ‘Café Cohabitat’, met dank aan Delia & Ria.
Soms blijf je hangen aan een regel, een beeld, bij het lezen van poëzie.
Het gedicht voor vandaag: geschreven n.a.v. werk van (voormalig) Heerlens stadsdichter Michelle Bracke; in haar bundel ‘ontschamen’ (Azul Press 2016) las ik ‘blanco’, met daarin o.m. de intrigerende regels:
‘klemtonen leggen amper accenten
behalve dan de ij in buikpijn’
Naar de letter
Neem de ij in IJwit
ik weet hem in een glas te vangen
niet dat ik er de nadruk op leg
het is meer voor herhaling vatbaar
dat je een letter onderstreept
als hij zwaar op je gedachten drukt
zoals de ui in buikpijn
tranen in de ogen krijg ik als ik eraan denk
niet dat ik de ui onder het mes wil
het aanzicht van de schil alleen al
is om bij te janken het snijdt dwars door de ziel
hoe hij huid is om kwetsbare ringen
die zich argeloos overgeven
aan het eerste de beste keukenmes
elke snipper bevat de kern het wezen van
de vrucht hoe hij al bij een vermoeden van boter sist
dat sputterend hoopje afblussen met een IJwit
het fruiten in vloeibaar vet als klein bier
ik sta er blanco in hoe de snippers zich mengen
onder gulle en exotische waren
gun de verwerking zonder pijn in het hart
aan de kok in zijn gesteven schort
ik zet twee borden twee glazen en
leg bestek neer op een met zon gedekte tafel
nodig je uit om je met mij te laten verrassen
door de accenten van wat wordt opgediend
(© FT 2017
woensdag
Van de ‘nieuwe’ grond; in 2003 verscheen ‘Berichten uit de oude stad’, ontmoetingen met en in Leiden. Een soort inburgeringscursus in gedichten a.h.w.
Leiden, dat een nieuwe stadsdichter zoekt; (zelfs dichters uit de regio mogen ‘solliciteren’, maar de Stadsdichter hoort naar mijn mening in de stad te wonen, niet deze dichter dus).
Leiden, als inspiratiebron; (j.l. februari nog n.a.v. het zelfgekozen overlijden van een dakloze).
Bloemen bij de singel
(voor Simon L.)
Je sprong in de singel om te verdrinken
zoals je eerder in het leven verdronk
geen dak meer om onder te schuilen
alleen de lucht die amper van kleur veranderde
hoe kloksgewijs de kleur van je dagen verschoot
misschien het verlies van een jong lief
een onbetaalbaar huis of een stapel ongeopende
rekeningen meer dan je verdragen kon
hier met lotgenoten kameraden gelijkgestemden
de tijd verdrijven aan de waterkant en wachten
op andere mogelijk betere tijden de hoop erop
als ‘n blikje bier uit een tas gepakt en opengetrokken
uitzichtloos kijken over de Zoeterwoudsesingel
waar vandaag dat ene moment komt het besef
dat je het nu allemaal wel gezien hebt
dat je er ook helemaal klaar mee bent
het besluit al het water van de singel te willen
drinken hoe het het leven nog even vloeibaar maakt
als een ruim hemels dak het watervlak
dat zich boven je voorgoed verdicht
(© FT 2017)
7 dagen een gedicht, in de week van … :
(vervolg)
dinsdag:
Op welke grond je ook gaat, de geboortegrond blijft onuitwisbaar aanwezig,
een terugkerende bron van inspiratie. Dit gedicht ook met dank aan Herman de Coninck.
Uit de ‘Limburgse’ gedichten koos ik voor:
Zicht op de Geul
Op deze plek waar Herman
spreekt van zien van sterfelijkheid
stap je langs zeer oude sporen
in een hoger uitzicht
iemand die naar het onsterfelijke taalt
krast zijn naam in de mergel
trekt zich boven op de heuvel
terug binnen de Kluis
schrijft zwijgend de dagen door
een kruisweg in staties
omvallen en opstaan en ’s nachts
het hoofd leggen op een steen
– de slaap zou eens zoet kunnen zijn –
het is handwerk aan eeuwigheid
een harde strijd als in het leger
van Gods waarnemer op zijn aarde
het oog houden op een leven later
tot de longen het begeven
in stof van onder- en bovengrond
hier als een koempel geveld
(naar: Herman de Coninck, De Plek (uit: de Gedichten)
(Het gedicht ‘De Plek’ maakt deel uit van een poëziewandelroute langs de Geul.
Zie ook: http://gedichtenlangsdegeul.nl, route Valkenburg)
(© FT 2011; eerder gepubliceerd in de Brakke Hond 06/11)
maandag:
Bij ‘terug naar vroeger’, over de kennismaking met ‘levend(ig)e’ dichters, eind 60er jaren; tot in Zuid-Limburg bloeide de literatuur, op culturele bijeenkomsten, festivals; wij jonge dichters (verenigd in het collectief d’r Poal) bewogen mee met de ‘groten’ (o.m. Jan Hanlo, Hans van de Waarsenburg, Ton van Reen) en zochten een eigen stem voor sfeer en gebeurtenissen van die tijd; ik schreef daarover:
Bloemen op het bed
(voor Jan Hanlo)
Vroeger komt naar je toe
in bloemen op het bed
narcissen in de nacht mag ik ze noemen
een opschrift een lint aan de krans
lees Vereniging van Levende Schrijvers
de eerste keer dat ik er zoveel bijeen zag
en wat een mooie vrouwen aan hun zijde
zij wel Jan met hun eva’s in de vroegte
jij met die blazende motor van je
die pompte en treurde om de mooie jongen
ach zwaar Marokko dat was pas jazz
zoals je trommelde en roffelde op de zeepdoos
waarin wij fluorescerende stiften rond sleepten
voor onze live writing acts
de poëzie gingen wij wel stevig te lijf
in de provincie het stadje H.
dat hersenspinsels in beton wilde vangen
mooi dat wij daaraan niet meededen
wij flikkerden liever obstakels
door de etalage van de platenboer
daar zat pas muziek in
dood kon later nog dachten we
maar dat viel zwaar tegen
(© FT 2003)
DE ZONDAG7 dagen een gedicht, in de week van … :Een keuze uit ouder en recent werk; waarin inspiratiebronnen een rode draad vormen.Vandaag, zondag, de keuze voor een gedicht uit 2001, uit de eerste tijd na een lange periode van ‘zwijgen’ op papier, de jaren waarin de pen weer ter hand is genomen.Een ‘terug naar vroeger’, toen het begon; met bewondering voor en dank aan de oude leermeester / inspirator Remco Campert.VaderMijn vader is al jaren dooddus schiep ik langzaam een nieuweeen die nog eens verteltvan hoe het was en wat er toente koop was, in hetoude woonhuis, in de straatmet bruinkoolwagens diede muren deden scheurende ronde Gispenlamp viel nogbijna op je hoofdnaar wie ik kan luisterennaar wat er allemaal niet gebeurtkleine rampen, het stille levenafgewisseld met muziekzoals op sombere zondagende Belcanto klonk uithet radiodistributieapparaatik leerde dat er zoietsals opera was(wij wisten nog niet van jazz)die mij aan zijn hand meevoertop stap door de grote staddoor de straten, de pleinen overen met me stilstaat bijstatige huizen waarin gewone mensenwonen die hij al jaren kent(soms mag ik zelfs inzijn schoenen lopen)die mij uitlegt hoe allesin elkaar zitde wereld en de regende oorlog en de dromenen de liefde natuurlijken de geheimen vande taaldie als hij reistaltijd naar mij blijftschrijvenvanuit de hotelsen verre theatersvanuit de plekken diehij bezoektde zegels bewaar ikin mijn albumde brieven de berichtenin de brandkastvan mijn hoofd(© FT 2001)
-
-
AuteurBerichten
- Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.