
‘Iedereen moet zichzelf kunnen zijn.’ Als ik deze zin bekijk vallen me een paar dingen op. Ten eerste is het een heel algemene zin. Het gaat namelijk over iedereen en dat zijn nogal wat mensen. Ten tweede valt op, dat er sprake is van moeten. Dat suggereert dus dwang. En als derde punt gaat het over ‘zichzelf kunnen zijn’. En dat laatste is wel heel vreemd, want je bent altijd jezelf. Het is niet mogelijk een ander te zijn. Dat maakt je namelijk jezelf. Samengevat vertelt deze zin mij, dat de uitspreker een dwingeland is, die er een totalitair wereldbeeld op nahoudt, geschraagd door een contradictio in terminis.
En toch zal niemand op straat me tegenspreken of met me in discussie gaan als ik deze stelling zou poneren. Men denkt er gewoon niet meer over na. Het is een mantra. Een beetje het vervolg op de ‘het-moet-toch-kunnen’-cultuur uit eerder tijden. En let op, van mij mag iemand best zichzelf zijn. Zoals ik al zei, daar is geen ontkomen aan, dus die keuze is welbeschouwd eigenlijk al absurd. Je bent wie je bent. Maar dat ‘moeten’ en ‘iedereen’ geeft het een dubbele lading. Als iedereen moet, dan kan daar slechts één reden voor zijn. En dat is macht. En in het geval van iedereen, absolute macht.
VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl