hoewel Cartouche deze week bijna het gouden gedicht geschreven had gaat deze eer toch naar BABAK. dus we omhangen CARTOUCHE met zilver en beleggen de weemoed van BABAK én ook de afwezigheid van moed om een echte asbak te kopen met goud. Van harte! dank aan alle dichters die instuurden. prachtige inzendingen deze week maar Cartouche en Babak verdienen de kroon.je moet het maar durven om te verhalen over de afwezigheid van moed een echte asbak te kopen in een gedicht waar in je wel een geliefde opvoert aan de tijd. prachtig! GOUD VOOR BABAK! onder de winnende gedichten het commentaar.
Vera van der Horst: we zijn onze naakte lijven…
Ien Verrips: toen jij en ik tot wij versmolten
Rik van Boeckel: lange haren door het gras
Cartouche: Wat valt er meer te zeggen dan dat
Babak: In het midden van de nacht volgde ik je ademhaling
Op de radio speelt het nummer ‘Missing’ van Everything but the girl. Het gaat erover, dat ik van de trein stap en een plaatsje in loop. Ik loop langs je oude huis, waar je niet meer woont. Jaren al, woon je er niet meer. Je bent verdwenen in het niets. Vast naar ergens beter. En zo zie ik mezelf door een voorstadje van Aken lopen. Ik weet dat je weg bent, maar ik moet je zoeken, want ik mis je. Je hebt nooit een adres achtergelaten. Ik weet niet eens zeker of je nog wel leeft. Het lied is de soundtrack waarop ik de leegte invul. De waanhoop doorvoel en het gemis. Dat wat me ontvallen is en wat ik misschien wel nooit meer terug zal vinden. Waardoor ik moet blijven zoeken.
En jij was het object van mijn fantasie hierin. Een sterke jonge vrouw, die de wereld wel van haar zwarte kant gezien had. Iemand die alle gevoelens die ik zo goed kende minstens doorleefd zou moeten hebben. Jij, die mij zou begrijpen. Samen zouden we dromen van kraaien. We zouden elkaar fatalistisch liefhebben, omdat het leven gedoemd is. Maar dat ging nu niet. Je had me achter gelaten met niets, behalve onafgemaakte beloften, die ik enkel aan mezelf gemaakt had. Een fantasme, waar jij de rol van reddende en wrakende engel speelde. Mijn film, jij de actrice. Ik de regisseur. In mijn eentje op de set. Volledig op gaand in zijn eigen verhaal.
Tot twee keer toe heb ik je terug gevonden. De eerste keer in de buurt van Bonn en de tweede keer op Mallorca. En altijd was er weer het moment dat alles goed zou komen. En telkens verdween je weer. En kon ik weer zwelgen in onvervuld verlangen. Ja, echte liefde. Ik had geleerd wat het was, door het te missen. Dat maakte ik tenminste mezelf wijs. En elke keer als ik het nummer ‘Missing’ hoorde, kon ik deze gevoelens weer oproepen. Een open einde, opdat het nooit tot een slotsom zou hoeven komen. Om de ruimte te kunnen houden om altijd te kunnen zeggen, dat alles wat ik gevoeld moet hebben, echt is geweest.
Dat we mijlen uit elkaar gelegen hebben, is meer dan alleen geografisch geweest. Dat moet de slotsom zijn. Maar dat duw ik nog heel even voor me uit, tot het einde van het nummer.