Arie van Egmond: afscheid van de dertig jaar oude rammelfiets – met ELVIS op de bagagedrager



[Arie Arriveert 16.07.2021]
 
Nieuwe fiets
 
Na meer dan 35 jaar trouwe rammeldienst moet mijn roestros Bijaar (tweedehands ‘Waddenfiets’, voormalige huurfiets van Texel, in een fietswinkel in de Jan Hanzenstraat aangeschaft) een trapje terug doen. (Trapje terug is er voor mij nu niet meer bij, met die handremmen.)
Alleen het frame (daar dus het roestgebeuren) is nog origineel. Andere onderdelen zijn meermaals vervangen. Wielen, ketting, spatborden, ja zelfs het stuur. Sinds m’n studietijd, waarin ik aan het afronden was met een scriptie over ‘De sonnetten van de kleine waanzin’ van Hans Andreus, heb ik op dat ding gereden. Lief en leed gedeeld.
Maar het wordt het verzorgingshuis, of erger… Ik heb een echt nieuwe fiets aangeschaft. Officieel nog stadsfiets, maar met liefst drie versnellingen en van het merk Batavus. Met verzekering en extra slot nog onder de duizend gebleven.
Tijdens mijn eerste ritje, huiswaarts vanaf de J.P. Heijestraat (daar de winkel waar ik ‘m ophaalde) hoorde ik het zachte kettingrateltje, dat ze na mijn proefritje zouden hebben verholpen, op zeker moment opnieuw opklinken. Ik hoorde roestros Bijaar kilometers verderop in mijn box al lachen.
Maar kom, de moed niet laten zinken. Nee! De moed laten zingen. Op de melodie van Blue suede shoe van Elvis Presley:
 
Nieuwe fiets
 
Hij is 1) voor vervoer, 2) voor de show,
3) voor vakantie, maar hohoho,
nou dimme. Kijken mag, da’s voor niets,
Je ken doen wat je wil, maar stap niet op me nieuwe fiets.
 
Hij hep een strakke ketting, lekker ingesmeerd,
vers van de winkel, heerlijk ongedeerd,
prachtige versnelling, prima wendbaarheid,
ik raak ‘m liever niet zomaar kwijt.
Dus dimme. Kijken mag, da’s voor niets,
je ken doen wat je wil, maar kom niet aan me nieuwe fiets.
 
[interfietso]
 
Hij ken ook soepel klimme, glad het bergie af,
passeert elke auto, van Chevrolet tot Daf.
Hou je kinderen binnen, daar kom ik alweer aan.
Tiende keer dat je me langs ziet gaan.
Maar dimme. Kijken mag, da’s voor niets.
Je ken doen wat je wil, maar stap niet op me nieuwe fiets.
 
Hij is 1) voor vervoer, 2) voor de show,
3) voor vakantie, maar hohoho,
nou dimme. Kijken mag, da’s voor niets,
Je ken doen wat je wil, maar stap niet op me nieuwe fiets.

Share This:

Yvonne Koenderman: ‘Het is een dag die de geschiedenis in zal gaan en weinigen zullen vergeten en het water, hoe wassend ook, wast hem niet weg.’


En met het water wat binnenstroomde, stroomde het leven weg. Niet alleen dat ene, maar de rest spoelt met het water langzaam weg, stierf vechtend alleen, terwijl dit blijft bovendrijven, heel Nederland in gedachten meevocht en deels verdrinkt in de tranen van bovenaf.

Je zou willen dat al dat water niet Valkenburg en Limburg in zijn greep hield, maar  een klein gedeelte van Vught. Dat al dat bovenaardse verdriet uit de lucht geen 1500 mensen vast had gezet, maar 2 zou doen verzuipen in de ellende en het verdriet van Nederland en omliggend gebied, want waar de een ongetwijfeld  opdracht gaf, lacht de ander waarschijnlijk stilletjes mee.
Het is een dag die de geschiedenis in zal gaan en weinigen zullen vergeten en het water, hoe wassend ook, wast hem niet weg.

Share This:

de ouwe heer Aachenende begaan met het lot van het rampdorp SUSTEREN


Overwoekerd met hoog opgeschoren onkruid

– maar er zijn ook klaprozen,
de zigeunerinnen onder de bloemen
en klein naieve eikjes
die twee takken en vijf blaadjes
omhoogduwen
voor een plaats onder de zon –

ligt daar
op zijn verroeste rails
te baden in de laatste stralen
van de zomerdag
het verlaten rangeerstation Susteren.


J.C. Aachenende

Share This:

Abraham VON SOLO’s aanklacht medische wetenschap: ‘Toen ik mijn kont na de grote ochtendboodschap afveegde was het toiletpapier echter rood. Dat gebeurt zo eens per jaar een keer. Maar het gaf mij meteen het gevoel van onmacht en sterfelijkheid terug…’



Het was de dag voor mijn zevenenveertigste verjaardag. Mijn stemming was goed. Het eeuwig leven lag weer voor me en ook jarig zijn leek niet veel meer dan de zoveelste materialisatie van de ondraaglijke lichtheid van het bestaan. Toen ik mijn kont na de grote ochtendboodschap afveegde was het toiletpapier echter rood. Dat gebeurt zo eens per jaar een keer. Maar het gaf mij meteen het gevoel van onmacht en sterfelijkheid terug. Het gevoel trok niet meer weg en dompelde me in gepeins. Elke keer als ik pijn in mijn buikstreek heb, denk ik aan asbestkanker. En bij een voorval als deze ochtend denk ik aan de onmetelijke hoeveelheid alcohol en slecht voedsel, die ik mijn kanaal al doorgewerkt heb. Op deze leeftijd is onwaarschijnlijkheid ook maar een getal, dat je niet eens met zekerheid kunt kwantificeren. Ik besloot, na wat overdenking, me niet nader te laten onderzoeken tot na mijn vijftigste. De reden is, dat ik het gewoon niet zou willen weten. Niet nu. Nu wil ik leven. Je kunt je dan de vraag stellen of een dergelijke korte termijn visie niet erg kortzichtig is. En dat is hij. Ook is het niet rationeel, maar ingegeven door vooroordelen en angst. En misschien nog wel het meest door gebrek aan vertrouwen in de medische zorg.
 
Toen ik elf jaar was, moest ik besneden worden. Dat gebeurde in het ziekenhuis. Ik kan me nog herinneren hoe de verpleegster me uitlegde, hoe er een sneetje in mijn lies gemaakt zou gaan worden en hoe dan het buikvlies hersteld zou worden. Gelukkig kwam men er tijdig achter, dat ik er niet voor een liesbreuk was. Na de operatie, probeerde ik te plassen, met een op dat moment door de Betadine en gaasjes voor mij onherkenbare piemel. De pijn kan ik me niet meer voor de geest halen. De angst wel. Er was niets aan de hand, stelde de verpleegster me gerust. Uiteindelijk heb ik twee dagen niet geplast tot de wond geen pijn meer deed. Een maand later bleek de operatie verkeerd te zijn uitgevoerd. Een aantal maanden later was ik weer aan de beurt. Als elfjarige heb ik toen toch wel een aantal maal aan zelfmoord gedacht. Het is al niet leuk als ze sleutelen aan een zone van je lichaam, waar je onzeker over bent, maar als ze het dan de eerste keer meteen verkloten, dan kan dat wel eens verkeerd vallen. Gelukkig nam men de tweede keer het zekere voor het onzekere en ik heb nu een piemel, waar ik door de jaren heen, en nog steeds, complimenten over ontvang. Maar ik herinner me nog precies de kamers van de kinderafdeling en hoe ik daar huilend alleen in bad zat, overgeleverd aan een zuster me verwensingen toesiste.
 
Op mijn achttiende heb ik eens een pees in mijn hand doorgesneden per ongeluk. Dit is toen poliklinisch gerepareerd. En een paar maanden later was ik weer aan de beurt voor hetzelfde. De vinger die de pees bedient, kan ik nog steeds niet geheel buigen.
En toen ik op mijn tweeënveertigste nog eens van een steiger viel, mocht ik na een nacht observatie voor een hersenschudding het ziekenhuis weer verlaten. Gelukkig was degene die bij me was zo kien te vragen waarom mijn schouder scheef zat. Na aangedrongen te hebben op röntgenfoto’s, bleek het sleutelbeen ontwricht en er was  pees van gescheurd. Dat hadden ze niet als noemenswaardig aangemerkt. En dat waren dus allemaal nog maar peulenschilletjes op medisch gebied. Natuurlijk kan ik nu allerlei preventieve onderzoeken laten doen. Als er niets vastgesteld wordt, dan kan ik weer een jaar vooruit. Maar als er wel wat is, dan zou ik mij eens te meer overleveren aan een machine, die me enkel bewezen heeft niet in staat te zijn geweest me te repareren als ik stuk was. En dat wens ik niet.
 
Mijn beeld van de zorg is door de jaren heen alleen maar gekleurder geraakt. Managers in de zorg met toplonen. Zorgverzekeraars die ziekenhuizen dwingen zich kapot te bezuinigen. Zorginstellingen die fuseren tot ongrijpbare, onpersoonlijke behandelfabrieken. Big pharma met louter economische motieven. Medici en specialisten, die een minuut de tijd hebben om je als geval te beoordelen. Statistiek, die bepaalt wat het proces is, waar je door moet. Een dictatuur van wetenschap, consensus en kadaverdiscipline. Een ‘zorg’-systeem. Het zal mij een rotzorg zijn. Ik heb makkelijk praten, want er is niets aan de hand vandaag.
 
Onder de streep zal ook ik ooit moeten zien wat vrijheid me nog waard is ins aanschijns der eindigheid. Dan hoop ik dat iemand me zal bijstaan en voor me zal zorgen. Iemand die van me houdt.

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST

Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

Merik van der Torren: ‘Die rozentuin…..wordt dat nog wat ?…’


Hoi Pom,
 Een tijd geleden schreef ik op Schrijfgroep de Klus weer eens een pantoum. Bij deze. In de bijlage, groet, Merik



Die rozentuin…..wordt dat nog wat ?

Ik zou het even niet weten,
ben vergeten waar het om draait,
ik ben iedere tekst vergeten
en geen haan die er naar kraait.
 
Ik ben vergeten waar het om draait;
om de bloemen, de bijtjes, de poes ?
Geen haan die er naar kraait
en ik heb geen goede smoes.
 
Om de bloemen, de bijtjes, de poes ?
Of gaat het om je zere hoofd.
Ik heb niet eens een goede smoes
en ik had het nog zo  beloofd.
 
Gaat het om je zere hoofd ?
Ik zou het even niet weten.
Ik had het nog zo beloofd,
nu ben ik mijn tekst vergeten.

Merik van der Torren

Share This:

Peter Posthumus: ‘Wat hier leeft doet dat al miljoenen jaren…’

Wat hier leeft doet dat al
miljoenen jaren

Wat hier leeft doet dat al
miljoenen jaren
niets is wezensvreemd
en voorzorg is overbodig
conclusies vallen niet te trekken
vijf minuten is ver vooruit
en iedere herinnering
een geluk, een koestering


Hier loop je over ongebaande paden
die bij terugkomst 
weer verdwenen zijn
je beweegt je hier
met open mond
je begeeft je in verwondering


Totdat uiteindelijk
uit een wolk
de maan tevoorschijn komt
opdat de dag zich dan
als droom herhalen kan


Peter Posthumus

Share This:

Karin Beumkes op de maandag over ‘het Almachtig Amen van verdriet.’

Dear Pom,



Weinig tijd helaas. We gaan voetballen kieken. Dit gedicht verscheen in de bundel van Dichters in de Prinsentuin 2020. Nu ga ik aan de bitterballen.



Liefs
Karin



Waterwoorden


Ik ken een waterwoord.
Ik noem het huilen of
een regenklank.

Het alfabet van laatste letters
want onder je poriën bloeit nog
het tropisch regenwoud.

Ik geef je daarom water.
Morgen ben je ijzig blauw
en ik wil je donkergroen denken.

Bloembed in de border
bloesem van lieveling.

Ik geef je daarom water
droge holle boomstam.
Ik ben de kleine specht
die op je hamert.

En waterwoorden schreien op je huid
het Almachtig Amen van verdriet.



Muziek: Jaques Brel – Marieke https://youtu.be/wfGDpzL9H7Y

Share This:

BABAK en Vera van der Horst winnen de enige echte virtuele ….. op pomgedichten punt nl – ‘wij liggen hier te praten van jeugd die plots voorbij was… ‘- trofee – oa naar brel in de jeroen willems uitvoering – graag uw eerbetoon voor een belangrijk mens in uw leven – met weemoed graag en gemeend tot op het bot – over vroeger of over nu! mag ook –

Lieve Karla, mijn Tara

Meer liefde dan een moeder had je,
meer compassie dan Mahatma.
Mijn ineptie bracht je in proportie,
zodat ik het behappen kon.

Je bent mijn rode, groene en witte Tara,
Gidste me uit een woeste zee,
naar beekjes waar dromen weer konden
stromen en de lach weer klaterde
als voorheen.

Autorijden is niet zo moeilijk zei je, je rijdt
gewoon tussen de lijnen en stopt
bij rood licht, oké, we waren een beetje dronken,
maar jouw filosofieën gaven
zo vaak lucht.

Toen je stierf, voelde ik me niet verlaten
Je bent geworden in me en gebleven en
als ik sterf sterf jij mee.

Vera van der Horst


->
Brel, Willems, van der Horst een mooi rijtje. we vroegen om gedichten die direct onder de huid zouden gaan, tot op het bot en gemeend. en over het gevoel dat het zomaar voorbij kan zijn. hier hebben we er eentje. de dood aan de hand beschreven en wat hij aanricht in een mens, een mens zelfs ook nog kan verrijken. KARLA beschreven en een eerbetoon voor altijd meegegeven in de woorden van de dichter. Vera brengt karla dicht bij de lezer. meer liefde dan een moeder lezen we. dat is meestal heel heel veel liefde. mooi gedicht – mooie (voor)beelden. mooie slotwoorden.
 

Van jouw houden  
 
Ik was er niet bij toen jij doodging  
vijfduizend kilometer zat ertussen 
want sommigen vonden mij een verrader 
omdat ik niet doden wilde   
Je hebt niets aan de doden heb ik ook  
sarcastisch geroepen voordat ik wegging  
 
Ik was er niet bij toen  
Vijftien onomkeerbare jaren zaten ertussen   
want sommigen vonden mij eerloos  
omdat ik de rede belangrijker vond  
dan het geloof. ‘Zie je later’ heb ik geroepen  
met een schaamteloos ongepaste zekerheid 
in de toon  
 
Ik was er niet bij toen  
jij doodging  
Dat mocht niet van de échte 
eerloze verraders  
Maar zij konden mij niet tegenhouden 
om van je te houden    

             
 BABAK


–>
houden van op afstand, door alles heen, het gedicht een eerbetoon en aanklacht. we schreven al:
Brel, Willems, van der Horst een mooi rijtje. we vroegen om gedichten die direct onder de huid zouden gaan, tot op het bot en gemeend. en over het gevoel dat het zomaar voorbij kan zijn. hier hebben we er eentje. de dood aan de hand beschreven en wat hij aanricht in een mens, een mens zelfs ook nog kan verrijken. we maken er van:
 
Brel, BABAK, Willems en van der Horst een mooi rijtje. we vroegen om gedichten die direct onder de huid zouden gaan, tot op het bot en gemeend. en over het gevoel dat het zomaar voorbij kan zijn. hier hebben we er nog  eentje. de dood aan de hand beschreven en wat hij aanricht in een mens, een mens zelfs ook nog kan verrijken. Goud voor Babak, goud ook voor Vera van der Horst vandaag. en natuurlijk mijn dank aan alle dichters voor de openhartigheid in de woorden. het was adembenemend.
  • Vera van der Horst: Je bent geworden in me en gebleven en als ik sterf sterf jij mee.
  • Peter Posthumus: altijd zal ik vragen
  • Frans Terken: in de koers die je samen rijdt
  • Petra Maria: jij bent het
  • Anke Labrie: daar waar jij nu voor altijd slaapt
  • Cartouche: blijven geloven in wat was
  • Max Lerou: nog voor de lichtflits van nabokov
  • Babak: ‘Zie je later’ heb ik geroepen

wie wint de enige echte virtuele ….. op pomgedichten punt nl – ‘wij liggen hier te praten van jeugd die plots voorbij was… ‘- trofee – oa naar brel in de jeroen willems uitvoering – graag uw eerbetoon voor een belangrijk mens in uw leven – met weemoed graag ook en gemeend tot op het bot – over vroeger of over nu! mag ook – u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.



ik geloof dat ik het niet meer kan
wat smeren met woorden
verdriet mengen met verdriet
het verhardt
 
we zijn van elkaar
én van elkaar
 
ik kan wel lief zeggen je bent er nog
maar dat is een leugen – ik weet het
je moet niet liegen – je hebt nooit gelogen
zou je zeggen
 

pom wolff
 
 
het neusje snottert het broekje zakt wat af
en met dat alles
ook de liefde


ergens achter die horizon
ergens in een graf 
ligt nog m’n moeder 
of wat daarvan over is 


en nooit zal ik begrijpen
waar de pijn vandaan kwam
altijd zal ik vragen
waarom ze is verdwenen
waarom ze er niet meer was


die vragen die niemand deren
neem ik mee
tot in mijn eigen graf 

Peter Posthumus


–>
heel direct geschreven woorden, het onbegrip van het kleine kind, een leven meegedragen en altijd ook nu nog onbegrepen – het verlies. waarom waarom blijft de vraag bleef – begrijpen we van de dichter – de vraag. het mag een kind niet overkomen – het overkomt een kind soms.
Deze dag voor jou II

(voor Tjebbe) 


Een mijlpaal voor een zondagsjongen
vier tienen gedraaid met de wielen 
van een stads- of strakke racefiets 
– wie toert komt altijd verder –

of het vinyl op de platenspeler gelegd
een ongekend veelvoud daarvan 
niet te tellen als al die kilometers 
op en af sinds vroege jaren

tot vandaag en verder in deze eeuw 
bij het sonore geluid van je stem
op z’n tijd gesmeerd met een IPA
hoe er zoveel als klinkt muziek in zit

nog door leed van verlies heen 
dat levensecht op je huid geëtst
nu naar grotere hoogten stijgen
in de koers die je samen rijdt


© FT 12.10.2020


–>
het leven getekend van de zondagsjongen – een zondagskind in de ware betekenis van het woord – wat ie aanpakt zal slagen en toch het leven niet helemaal in de hand – ook leed maakt deel uit van een leven – hier aangestipt door de dichter – het beeld:  het leven als een wielertour beschreven. mooie gedachte:  dat een dag van leven geschonken wordt per gedicht.
jij bent het

niemand anders kan zo
mijn dag zijn
mijn gedachten in de nacht
mijn verlangen zijn

zo tenenkrommend verstorend
kun je zijn zo destructief
en ook zo groot en veel
zo weggedrukte waarheid

zo melancholisch in de tijd
zo echt een lach in alles
zuur en zoet schoonheid
en zo lelijk zo heerlijk lelijk

mens wat een bonk vol liefde
kun jij zijn
nee, niemand anders kan dat zijn
voor mij en ook voor jou

jij bent het
jij bent het echt
voor mij

petra maria


–>
toen we bij de conclusie aankwamen – bij de laatste 3 regels – toen wist de lezer het inmiddels echt wel Petra – hahaha – dat deze JIJ het helemaal voor jou is – in al zijn/haar onvolkomenheden – een ronduit eerlijk en heerlijk gedicht. dat er van destructief en lelijk en zuur zoveel te houden is. dan moet het echt wel liefde zijn.


zusje
 
vanaf de start mijn slapie
in het donkere kamertje
waar het nachtlichtje
altijd aan mocht blijven
 
totdat de tijd ons wakker kuste
en het bed te klein bleek
 
onlangs de grafrechten verlengd
 
daar waar jij nu voor altijd slaapt
kom ik ooit weer naast je liggen
als ik ook moe genoeg ben
 
anke labrie
(10-07-2021)


–>
gedichtje komt wel binnen bij me – voor mij een jeugd met neefje theo – voor dichteres een zusje. die grafrechten die ineens opduiken in dit gedicht – die wrang die lieve kleinheid van een kinderspel uit het land van ooit afbreken.
 
 
 


Beweeggrond
 

leven buiten het vergeten kan hij niet
zoals de torero in goudgalon verpakt zijn angst
elke seconde van de dag met zich draagt, haar
afmeet aan de bloeddorst van het dier
 
zijn lust en liefde in het nu en hier
diep appelleert aan het hooggeëerd
samen gaan en komen dat als één
stierlijke verbondenheid aanvoelt
 
als toegerust te sterven ook en
klaar om dat voor het moment te laten
voor wat het is, blijven geloven in wat was
en dat alleen beklinken kan in een heilige
 
die alliantie tussen dood en leven, zoveel
zand weg te dansen, bloed nog te zweten
in zo’n halsbrekende paso doble
 
mijn doorgaand bewegen
om jou – cariño, mijn lieve –
niet te vergeten – nooit te verliezen
 
10-07-2021 / Cartouche


–>
mooie laatste strofe – dat stierengedoe in de eerste strofen geloof ik wel – én Cartouche kan nog even voort: Spaanse bijnamen te gebruiken voor je geliefde:

Cariño
Cariño (uitgesproken als carinjo) wordt in de volksmond ook wel eens afgekort naar Cari maar beiden betekenen niets minder dan “lieverd” of “schat”. Dit kun je dus elke dag gebruiken, het hele jaar door.
Mi vida
Mi vida (uitgesproken als mi bida) betekent letterlijk “mijn leven” maar kan ook gebruikt worden om aan te geven dat je ontzettend veel van iemand houdt en dat die persoon je leven is, erg slijmerig dus.
Media naranja
Media naranja (uitgesproken media naranga) betekent letterlijk halve sinaasappel maar wordt in Spanje veel gebruikt om aan te geven dat iemand je wederhelft is of in het populaire Engels “soul mate”. Je ziet deze term veel in contact advertenties staan waarbij iemand op zoek is naar zijn/haar media naranja.
Cielo of mi cielo
Cielo (uitgesproken als sjielo) is een erg zoetsappig woord en betekent letterlijk “hemel” en waarmee je eigenlijk wilt aangeven dat iemand hemels is … een engeltje of Ángel in het Spaans.
Gordi
Gordi (uitgesproken als gordi) betekent eigenlijk iets niet zo leuks. Gordi is afgeleid van gordo of gorda wat vet of dik betekent. Het is dus oppassen geblazen als je dit woord voor je geliefde gebruikt want het kan ook verkeerd uitpakken.
Chochito
Chochito (uitgesproken als tsjotjito) is ook een van die woorden waarmee je moet oppassen als je deze gebruikt en al helemaal in het openbaar of in het bijzijn van familie. Chochito is afgeleid van chocho wat veel gebruikt wordt voor het vrouwelijke geslachtsdeel.
Pichoncito/a
Pichoncito (mannelijke) pichoncita (vrouwelijke) (uitgesproken als pitsjonzito) betekent zoiets als klein vogeltje en kan gebruikt worden in een romantische vorm. Denk maar aan tortelduiven. Het woord pichoncito/a is afgeleid van pichon wat letterlijk kuiken betekent.
Bichito
Bichito (uitgesproken als bitsjito) betekent letterlijk klein insect en is afgeleid van het woord bicho. Het woord veel gebruikt met het woord “mi” ervoor als in “mi bichito” waarbij je moet denken aan leuke insecten zoals een lieveheersbeestje.
Guapa en Guapo
Guapo (mannelijk) en Guapa (vrouwelijk) (uitgesproken als gwapo en gwapa) betekent letterlijk “knap” maar kan ook gebruikt worden als “knapperd” of “lekker ding”. Dit woord kun je elke dag gebruiken tegen wildvreemden of bij bekenden, wat jij wilt.
Bron: Spanjevandaag

de wetende ouders

in een kosmisch verbond
vastgelegd in poëzie
geschreven in het schoonste schrift
 
vanzelf omarmen ze de verstekeling
alsof hij er altijd is geweest
nog voor de lichtflits van nabokov
 
zo was het en zo zal het altijd zijn
een muzikaal gedicht van vlees en bloed
onomkeerbaar onvoorwaardelijk
 
ml


–>
ik vermoed dat dichter bedoelt dat het zo zal zijn – zo zal moeten zijn – zo als het leven ook moet zijn en ieder geval is: onomkeerbaar en onvoorwaardelijk.

Share This:

Yvonne Koenderman: Gelukkig zijn er nog een paar mooie jaren geweest, maar toen het moment kwam dat je een straat verder boos werd dat je sleutel niet op de deur paste wist je wat te doen…


Eigenlijk ging je niet nu, maar verloren we je lang geleden. Wat begon als een droomreis naar het dak van de wereld, was eigenlijk je afscheid. Je wilde alleen en kreeg alle ruimte van je man die je met liefde liet gaan, niet wetend wat er komen zou. Het dak van de wereld beleef je min of meer alleen lees ik ergens over deze bucketlist ervaring. Mensen thuis zullen niet begrijpen wat je ervaren hebt. Een tekst die ongetwijfeld een dubbele lading voor je moet hebben gehad.  


Na terugkomst van deze geweldige reis was je anders en al gauw kwam het hoge woord eruit. Je wilde scheiden. Niemand begreep hier iets van, maar als enige antwoord kreeg eenieder te horen “Ik ben verliefd geworden op de gids in Nepal” Je man dacht, dit kan gebeuren, we zijn al zolang bij elkaar, ik geef je de ruimte het komt wel goed, maar jij pakte je spullen en ging overal heen, behalve terug naar Nepal. Je verdween uit beeld bij mij en je broers en ouders, wat bij sommigen een gevoel van boosheid losmaakte en uiteindelijk onverschilligheid. 


Alleen, hoe alleen moet je je voelen als je voor eenieder vervaagt voordat zij voor jou vervagen. Leek het je makkelijker om te verdwijnen, voordat men door had dat de ware jij verdween. Dat je nooit die moeder zou kunnen worden, dat je de namen van je kinderen als ze er kwamen, man en broers zou vergeten en boos zou worden als dat besef er even zou zijn. Hoe alleen…? 


Je regelde wat er geregeld moest worden. Zorgde voor een goede opvang, mocht het moment daar komen dat het nodig zou zijn en leefde je leven met nieuwe mensen om je heen die van die harde diagnose Alzheimer met kans op jong overlijden wisten. Eigenlijk had niemand het ooit hoeven te weten tot het moment daar kwam dat je moeder op jonge leeftijd overleed aan de gevolgen van Alzheimer. Na veel moeite was je gevonden en wilde je afspreken, alleen vergat je op de dag van de afspraak met je broer dat je hem zou zien en liet hem een paar uur wachten tot hij boos naar huis ging met de vraag waarom moet dit zo. Het uiteindelijke antwoord sloeg harder in als een bom, maar deed alle puzzelstukjes samenvallen.  


Gelukkig zijn er nog een paar mooie jaren geweest, maar toen het moment kwam dat je een straat verder boos werd dat je sleutel niet op de deur paste wist je wat te doen. Het huis ging op naam van je huidige vriend en zelf ging je naar een mooie rustige opvang met een eigen ruimte. 


Toen kwam corona en het ging snel, te snel voor een euthanasieverklaring. De herinnering glipte als zand door de vingers en de boosheid daarover op heldere momenten was enorm en maakte het nog moeilijker voor de mensen die je dit eigenlijk allemaal had willen besparen door te verdwijnen voordat je verdween. 


Deze week ging je als helder in een slaap, zacht knijpend in de vinger van je broer als hij zei dat hij er was en vond je rust op 55 jarige leeftijd. Het is een kutziekte. Voor mij zoveel erger als kanker, misschien wel erger dan wat dan ook, om te vergeten en alles kwijt te raken. Niet alleen het geheugen, maar ook de lichaamsfuncties. Het zet mij met beide benen op de grond en doet me nogmaals beseffen hoe fantastisch ik het eigenlijk heb, ongeacht de tijd die ik heb, maar vooral hoe veel jij van de mensen om je heen gehouden moet hebben om dit eigenlijk allemaal alleen te willen doorstaan. Deze week rouwen we een beetje als familie, maar vieren vooral het leven. En ik denk vol verlangen nog even terug naar die verlangenweg waar ik laatst over schreef en de aardbeien die we samen plukten en de fietstochten in het bos, oneindig rustig, stil en ver, Voor ons gevoel naar het dak van de wereld.


Yvonne koenderman

Share This:

VON SOLO: ‘Binnen de logica van zijn Nijenrode- en MBA-brein is een koe niet meer of minder dan de leverancier voor steaks voor rijke blanken, die lunchen of dineren bij de Gauchos in Hillegersberg…’



Op een maandagochtend, een klein jaar geleden, rende ik voor dag en dauw door park Schiebroek. Het was zo vroeg, dat het leek of ik de enige wakkere in de wereld was. Na het vee rooster gepasseerd te zijn zag ik in de verte een kudde Schotse Hooglandrunderen verspreid over het pad staan. Deze mooie beesten benader ik altijd met een zekere voorzichtigheid, gezien ze grote horens hebben. Half op het pad stond een rund, waarvan in me afvroeg of het een os of een stier was. Behoedzaam passeerde ik het hoefdier. Het bleek inderdaad een stier. Nu wist ik, dat de kudde een aantal kalfjes had en een koe zal altijd zijn kalf verdedigen en een stier zijn kudde. Maar de stier was ik al voorbij. Honderd meter verderop stond een grote koe midden op het pad, dat al smaller werd. Ik besloot nu mijn pas te vertragen en voorzichtig langs de koe te lopen. De koe keek niet op en ik was bijna opgelucht, ware het niet, dat ik nu zag dat vijftig meter verderop twee kleine kalfjes stonden. Voorzichtig liep ik door en voelde angst in me opkomen. Eén van de kalfjes gaf een zorgwekkend geloei af en de moeder keek op in mijn richting. Ik schatte mijn afstand in tot voorbij de kalfjes en het volgende vee rooster. Als het mis zou gaan, zou ik het net wel of net niet halen. Helemaal langs de kant van de bosjes bewoog ik mij heel langzaam langs de kalfjes, zonder naar hen te kijken. Wel spiedde ik over mijn schouder naar de moederkoe. Die keek niet op en ik slaakte een zucht van verlichting toen ik de kalfjes voorbij was. Ik was werkelijk even bang geweest. Gelukkig had ik mijn handelen er niet door laten bepalen.
 
Onlangs las ik in de krant, dat een onfortuinlijke hardloper bij mij in de buurt aangevallen en op de horens genomen was, door een Schotse Hooglander. Vragen die in het artikel rezen, waren onder andere of het wel verstandig was deze beesten zo los te laten lopen. Of dat de horens niet afgeknot konden worden. Er gingen stemmen op om de koe in kwestie af te laten maken. Tevens werd in de kantlijn nog de waarschuwing gegeven, deze beesten te allen tijde voorzichtig te omzeilen. Nu kende ik in deze de betreffende hardloper toevallig. Kast van een huis, dikke baan, hoog in aanzien. Zo’n man, die altijd gelijk heeft. Een superieur ras. Soms zie ik hem voorbijschieten op zijn elektrisch aangedreven VanMoof fiets, totaal het verkeer om hem heen veronachtzamend. Want zijn superioriteit beschermt hem als een airbag vol gebakken lucht. Blijkbaar had hij met de Hooglanders minder geluk gehad. Ik zag het al voor me hoe hij hooghartig richting de kudde rende. Met zijn uitstraling duidelijk makend, dat de weg vrijgemaakt moest worden voor zijn vooruitgang. Binnen de logica van zijn Nijenrode- en MBA-brein is een koe niet meer of minder dan de leverancier voor steaks voor rijke blanken, die lunchen of dineren bij de Gauchos in Hillegersberg. Niet iets waar je voor opzij gaat. Dan ken je geen angst en ga je uit van je eigen kracht.
 
Later sprak ik kennissen van de man, die me wisten te vertellen, dat hij er middels het lokale bestuursorgaan in geslaagd was, de koe die hem aangevallen had, ‘over te laten plaatsen’ voor een ‘speciale behandeling’. Hij was daar erg trots op.   
 
Ook dat soort dingen maken me bang.


VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST

Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This: