Wanneer hier in Nederland een envelop van de republiek door de bus glijdt weet ik het gelijk: betalen geblazen. Monsterlijk zijn ze. Die palen. Het Marnedal is ermee bezaaid. Robots. Spierwitte cyclopen die torenhoog op één been langs de weg op wacht staan. Of van die doffe metalen grijze dozen met schuine gele en zwarte strepen. Intimiderend als containers voor radioactief afval. Soms een veelhoekig mini ruimteschip. Of iets dat sprekend op een keurig afgeronde kabouter caravan lijkt. Een soort eitje. Flitsen doen ze allemaal. Die monsters.
Gelukkig worden in Frankrijk alle monsters altijd vooraf keurig aangekondigd. Met een verkeersbord waarop in signaaltaal staat dat er geflitst gaat worden. Dat is nog eens andere koek dan in Nederland waar alle flitspalen eender zijn en meer dan eens verdekt staan opgesteld. In Frankrijk denken ze er anders over: het doel is veiligheid. Snelheid minderen dus. En snelheid daar houdt de fransoos wel van. Boetes niet. Tijdig afremmen dus. Blijkbaar heb ik er ergens eentje gemist. Zo´n bord inclusief bijbehorende flitspaal. Tja. Dat krijg je. Eventjes afgeleid. Het is de combinatie van cruise control en alsmaar herrie in m´n hoofd. Zeker en vast. De schade? Vijfenveertig euro. Valt mee. Mais quand même dommage. Mooi was het wel in het Marnedal. Dat dan weer wel. Robot dreams.
‘vanzelfsprekend’ dank aan alle dichters die instuurden – we lazen prachtige gedichten oa van Frans Terken en Jako Fennek – lees de commentaren onder de gedichten – deze week kies ik toch voor een gouden belgisch eerbetoon aan dé dichter van de noordelijke nederlanden ANNEKE WASSCHER – 2x goud – een keer voor Erika de Stercke die met een bijna mystiek gedicht het door Anneke ‘aangereikte thema’ omarmt, verlicht en in een grillige berusting neerlegt én een keer goud voor de sprankelend oplichtend en alle hoeken uitspattend gouden woordenschat van Luk Paard die in een bruisende taal der liefde – het leven aangaat en oma’s tegeltjes wijsheid – liefde overwint alles – in poëzie drenkt en waarmaakt. overwint uiteindelijk alles – hoe dicht de dood ook is of hoe dicht de dood ook kwam. van harte Erika en Luk!
muziek
een huid van hout met vragen doordrenkt grillige vormen
hoe de natuur boetseert een laag van rust legt in de wijsheid
er groeien krachten bij de schoonheid van het denken
wat dor is, flakkert op een doolhof geeft licht cirkels met gezangen
Erika De Stercke
een gedicht waar ik niet echt een vinger achter kan krijgen. qua betekenis – de woorden vloeien op poëtische wijze over het door de dichter aangereikte vloeiblad. er zijn vormen er groeien krachten en we eindigen in cirkels met gezangen. nou – ik vind dit wel wat zo op een regenachtige dag. je moet je ook niet afvragen wat dichters bedoeling is – je moet je laten meeslepen met dichters woorden in de aangeboden en hier voorliggende ‘lagen van rust’.
de ochtend voorbij
ik wil je omarme zeg je en kusse liefdevol
en me antwoord is oh ja omarm me kus me en meer neem me tot leve ik kom
hang me om je heen en fluister ja vlindermeisje draag me verder altijd verder
we moete de wereld rond lang voorbij de ochtend asof’r niks anders is
we vroegen hier de dichters te schrijven ‘over leven of over de dood…’ dan krijgen we van Luk natuurlijk het leven – bruisend leven dat in zijn kenmerkende taal van de liefde niet nee nooit stoppen zal – stuiteren zal voorbij de ochtend, voorbij de tijd, voorbij de plaatsen, voorbij de pleinen en de straten alsof het leven moet worden ingehaald, moet worden geleefd – moet worden gefladderd – tot in alle uithoeken van de wereld, tot in elke seconde van de tijd. of in de woorden van LUK: pom…ik weet nie of dit in’et thema past…maar ik vind’et zo lief ja dat’k van de liefde kan…asof’et niks is…1 koud kunstje…zo gewoontjes en toch zoveel…as’n vanzelfsprekendheid…en toch zoveel meer zoveel altijd’et verlange naar wat’r is en altijd meer moet zijn …de droom…liefde oh liefde…zoveel asof’r niks anders is…zo vanzelfsprekend…ja dat’k zo lief deze…zo me lief…:
FRANS TERKEN – hoe zij nu nog naast je loopt
RIK VAN BOECKEL – niet zeggen dat je hier bent
ERIKA DE STERCKE – hoe de natuur boetseert
ANKE LABRIE – op de tast vergeefs
LUK PAARD – fluister ja vlindermeisje
JAKO FENNEK – op hun gezichten valt schaduw
VERA VAN DER HORST – toen ik je tegenkwam
wie wint de enige echte virtuele ‘het sprak vanzelf’ – trofee – naar een dichtregel van Anneke Wasscher – op pomgedichten punt nl?
deze week maar eens een groot dichteres uit het noorden in het regenachtige zonnetje – op de site – de verfijnde poëzie van Anneke Wasscher is aan de orde – thema maakt niet uit maar we lezen zo graag iets van dezelfde – van een soortgelijke verfijndheid van uw hand – over leven of over de dood – over er zijn of over een geweest zijn. over achterblijven ook. als inspiratie Annekes imponerende dichtregels – hier ook besproken –
soms zet ze toch twee borden neer
of legt zijn leesbril naast een boek
het sprak vanzelf dat hij er was
u kent de regels:gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
trots
hoe het soms niet te begrijpen is dat je gaat naar wie je lief hebt om alleen nog dat te zeggen
niet meer om iets te bewerkstelligen maar om iets te laten
zoals we in een stroom de gelijke stemmen van elkaar kunnen horen door alles heen
het nemen zoals het is en het verlaten maar nooit verlaten van wat was
pom wolff
Mooi, de aandacht voor de poëzie van Anneke! Als altijd inspirerend, hierbij wat het vandaag brengt. Mooi weekend, groet ook! Frans
Echo
Dat je hier alleen gaat het schrijft herinnering op de huid houdt het daaronder in beweging
de weg naar waar je samen was kruispunten die je onverschrokken overstak omdat zij naast je ging
hoe zij nu nog naast je loopt op die hand vertrouwen is genoeg dit weten zo vanzelfsprekend
als samen zijn in leven gehouden in elke stap weerkaatst een echo ijkt op alle klinkers een gelijke gang
we vroegen van U: ‘…verfijndheid van uw hand – over leven of over de dood – over er zijn of over een geweest zijn….’ – frans weet precies het verloren gegane te beschrijven – zoals het in ware liefde geleefd gevoeld wordt door degene die het verlies moet dragen – zo vanzelfsprekend – in wezen zijn hier strofe 2 en 3 de kern – in alle eenvoud weergegeven – de strofen 1 en 4 de omlijsting – mij net iets te dichterlijk – strofe 2 en 3 zijn mooi van eenvoud – doen pijn van de beschreven eenvoud – behoeven eigenlijk niet meer tekst: de weg naar waar je samen was kruispunten die je onverschrokken overstak omdat zij naast je ging
hoe zij nu nog naast je loopt op die hand vertrouwen is genoeg dit weten zo vanzelfsprekend
Sprekend bestaan
Ik zou niet zeggen dat je hier bent de kluizenaar in mij zoekt niet echt
jouw ogen treden rustig de mijne binnen vangen mijn stille woorden liplezend op
we spreken vanzelf tot de spiegels van ons bestaan laten elkaar gaan
het mozaïek van romantische knipogen kleurt de tijd en laat de tranen drogen.
Rik van Boeckel 18 februari 2023
ja ik weet niet of een beschreven ego hier de goede maat is – natuurlijk rest de kluizenaar zich zelf en dient hij/zij voort te gaan in het leven op de poëtische wijze zoals rik dit in de laatste strofe heeft beschreven. neem het goede mee en pas op jezelf lijkt de goede raad van de dichter. op zich niets tegen in te brengen.
zelfs na zoveel jaren soms nog steeds diezelfde droom
hierna zoekt zij elke keer naast haar in het te grote bed op de tast vergeefs naar hem
slaapdronken draait zij zich dan om en trekt het dekbed strakker om zich heen
anke labrie 18-02-2023
een droom, het tasten en het dekbed om haar heen getrokken – het gemis in een drietal scenes vorm gegeven .de woorden liggen in het verlengde van de regels van anneke wasscher – in dezelfde eenvoud, dezelfde leegte die alleen wordt opgevuld met woorden en met de beschreven handelingen.
weerzien
hij durft haar nauwelijks te omhelzen na al die jaren broos is ze haast schriel haar eens zo dichte haar doorzichtig nu
zij had hem anders verwacht zijn gezicht gegroefd vermoeid verschroeid door tropenzon heeft al lang niet meer de glans van toen zijn ogen zoeken naar licht
ontgoocheld staan ze daar verward verloren in hun woorden op hun gezichten valt schaduw het park de vijver de twijgen van de wilgen zwijgen bijna weemoedig
jako fennek
zo kennen we de dichter van het goede leven weer – de lente tegemoet – de zwitserse zon en bloemenpracht – het rijke leven kortom – maar onze jako weet van het leven en van de vergankelijkheid van het leven – die zich aftekent op de gezichten van de geliefden van weleer – zo kan het zijn of gaan bij een ontmoeting – ont-moeting. mooi beeld: schaduw die op de gezichten der geliefden valt – zo val je in de poëzie van jako. mooi!
Als vanzelf
Ik verliet mijn kindertijd zonder te weten wat jeugd was en ik moet volwassen zijn geweest, toen ik je tegenkwam
maar we voelden als kinderen die al spelend en onervaren onze ouderdom in liepen.
Vera van der Horst
het gedicht maakt een onaffe indruk – we lezen een paar aanzetten die gelet op de laatste regel niet meteen nieuwsgierig maken naar een vervolg. volgende keer beter.
telkens struikelt mijn hart onontkoombaar zo weer in het diepe nogmaals kopje onder zinken in elkanders onderwereld
telkens duiken nog dieper luisteren zwemmen zwemmen blijven zwemmen niet verzuipen in die ogen vragen wervelen antwoorden de overrompelende veelheid fonkelend
telkens zink ik als een baksteen naar de bodem pak jij mijn hand en wil ik alleen nog aanraken oplossen omstrengelen onder deze huid kruipen niet loslaten, niet loslaten, niet
telkens net niet verzuipen of juist wel ga ik dit redden jou mij redden kom ik duizelig en totaal ademloos weer boven als het vallend glas huilend van tafel stroomt en ik ook onbegrijpelijk
telkens weer voor jou val als jij soepeltjes voor mij op de knieën gaat om wederom de watersnood op te dweilen en mij dan lachend op de mond kust
Tineke van Eeuwen meldt het overlijden van Erik Lelieveld – Tineke: “Hoorde net dat je er gisterenavond, stilletjes tussenuit gepiept bent.” Gedicht van Erik uit zijn bundel ‘poëzie voor wieowie’ – januari 02 -augustus 03 –
dichter, kunsthandelaar, internetbestuiver met bijzondere teksten – oa op de ooit befaamde poëziesite poetryalive. erik lelieveld – hij kon zomaar je beste vriend zijn en ook zomaar je grootste vijand. op pomgedichten al lange tijd uit zicht – erik bijzonder mens genoeg om een klein eerbetoon hier op deze site te schrijven. dat dan weer wel – als het hem niet bevalt weet ik zeker dat ie over een uur bij mij op de stoep staat met gebalde vuist in de ene hand en een taartje in de andere. je was bijzonder en dat was je erik.
Ergens hier ver vandaan zitten mensen van Slavische origine tegenover elkaar in ouderwetse loopgraven. Ik heb het enkel van horen zeggen, maar het schijnt dat een artillerie barrage ongeveer het engste is, dat je als infanterist mee kan maken. De granaten slaan in en slaan steeds dichterbij in. Op dat moment kun je enkel bidden en hopen, dat er niet één bij zit met jouw naam erop. Als dat voorbij is, is er ineens niks meer. Behalve weer even verder leven en wachten wat er dan komen gaat. Het is een angstig en onzeker bestaan. Op menselijk niveau. Wij in het Westen kunnen ons daar niets bij voorstellen. Het vuil, het bloed, de onzekerheid, de dood en de ellende. Daar huilen moeders en kinderen om vaders, die niet meer terug komen. Of ze liggen zelf onder vuur en huilen al lang niet meer.
Wij hebben het koud, want het gas is zo duur. We verbeelden ons dat de ene vechtende partij uit edele elfen bestaat en de andere uit afzichtelijke Orcs. Als we ons wat meer naar een werkelijkheid begeven, willen we graag zien dat de ene een sympathieke, middenklasse blanke man is en de andere een gabberachtige junk, die zijn lagere school nooit afgemaakt heeft. We worden hierin bevestigd al naar gelang de omstandigheden. Terwijl we op straat slechts enkel op basis van de nummerplaat een busje Roemenen van Bulgaren kunnen onderscheiden.
Het is allemaal een spel en de gewone mens is de speelbal. Het lijkt wel de ballenbak bij de IKEA. We wanen ons als volkin de Småland, terwijl de eigenlijke winkel gewoon draait om grof geld te verdienen. Of het nou meubels, grondstoffen, energie of wapens zijn, dat maakt niet uit. Het gaat het om macht. Niet om democratie, maar om macht. Wie er de baas is op de planeet. Alles dat we voorgeschoteld krijgen maakt onze levens relatief. Het zijn de spiegels waar we onze identiteit aan ontlenen. Uiteindelijk rekent de kermisbaas ons aan het einde van de rit allemaal hetzelfde. Of we het leuk vonden of niet. Daarin zijn we gelijk. Als het feest voorbij is, trekt de karavaan weer verder. Het barre land blijft leeg achter.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
Een rit van Den Haag naar Amsterdam, langs Schiphol, met de Valys-taxi, met de radio aan bracht me tot dit tekstje.
Liedje voor de weg
In de taxi met jou met zwoele jazz, de hese stem die je verleidt, in die taxi voor niks met die swingende zangeres, glijdend langs de lichten van Schiphol, wachtend opstijgend tuig, die zwoele jazz met jou,
oud plezier in klein gezelschap koutend over de toekomst waarvan zij de verliezers zijn palaverend over een verleden waarvan het leed vergeeld vergeten door de één wat minder door de ander maar niet de feesten die we feestten de minnaars die we deelden schuldeloos en zonder pijn dat kwam daarna
Houthok vol. Ketting bijna bot. La tronçonneuse vraagt om focus. Want het ding snijdt bomen als door boter. Niet aan denken. Ladder plaatsen ook zoiets. Zodat ´ie nergens heen kan. Klimmen maar. Een metertje of tien. Soms zelfs twaalf misschien. Van onderen! Zijtakken gieren langszij. De jankende ketting raast en vreet zich een uurtje later door de ranke stam. Inzagen. Wig. En dan? Zoef. Boem! Geen gekraak. Sorry boom. Chirurgisch. Het vraagt om planning en consistentie: stoken van eigen terrein. Drogen is noodzaak. Voor vuur zonder rook. Takken polsdik of dun als dijen: drie jaar. Maatje taille minimaal vier; en de borstomvang van cupje A een jaar of vijf. Maar die zijn schaars. Die laatste. En echte woudreuzen bestaan hier alleen met de ogen dicht. De stam dient nog te worden gekliefd. Kort zagen dus, zodat deze klus geen ramp wordt. Het stapelen is een kunst. Puzzelen van dik naar dun. Het gros is dijbeendik.
Therapeutisch. Autistisch compact moet het zijn. Voor een hoge stapelfactor. Een kuub of zes. Minimaal. Men noemt dat hier six stères. Resultaat van dagen noeste arbeid. En dan nu rust. Op het stenen bankje. Doorweekt tot op het bot dampende asem blazend. Dikke druppels vallen. Le bruit de la pluie. Plop. Drup. Drop. De klok stopt. Silence. Hout groeit sneller dan de kachel verslinden kan. Het bad lonkt. Stomend heet, omdat het overloopt van Eva´s liefde. Maar ik vrees dat ik dan nooit meer wakker wordt; voor eeuwig badend, capturé dans son rêve d’amour. Tijd voor een Red Bull. Morgen naar de Haute Saône want dat is alweer een poos geleden. Een uur of vijf. Door het Marnedal deze keer. Sur les petites routes.
ik kies deze week – onder de gedichten leest u de verantwoording -natuurlijk ook met dank aan alle dichters die troostrijke gedichten instuurden – ik kies voor de bevrijdende verhalende poëzie van Frans Teken – goud – en de sprankelende bruisende taal van Luk Paard – zilver – van harte dichters!
‘Even weg uit wat is geweest, op weg naar nieuw, soms is het een ontmoeting, …., soms de woorden van een dichter’ schrijf je; ik was even weg, las de woorden van Spaanse dichters; schreef bij terugkomst dit:
Amigo
Er zijn dagen dat je ver moet gaan voor een ontmoeting met een vriend een die al jaren op je wacht
samen landen in de stegen van deze stad wandelen zonder de wijzers van de klokken over de plaza’s tot waar de poorten staan
een rondgang door wijken en parken langs bar en theater de statuur van koningen en helden de dichters in standbeeld en geschrift
alsof het van een hogere orde is zweven boven daken en koepels tot het late licht de avond inluidt
even rust als in de verte het gebergte in zachte zon die nog schijnt op de toppen bedekt met een rand van sneeuw
de geur opsnuiven van deze stad dit losse leven op het lijf geschreven tot diep in de nacht glans in de glazen – hoe het ons vleugels geeft
een prachtig relaas – er even tussen uit – dat je soms ver moet reizen – ver moet gaan om een vriend – vrienden te ontmoeten – om met hoeveel verleden ook – de dag te genieten – de stad te genieten – de avond de drank – prachtige troostrijke rustgevende regels en de mooiste is deze: ‘even rust als in de verte het gebergte’- Frans legt zijn woorden op het gevraagde thema: niet dat het verleden ontkend hoeft maar soms is het wel fijn om even niet aan verleden te doen – om op te ademen, – even weg uit wat is geweest – op weg naar nieuw.
de levenslust spat van de beginregels af – in een heerlijk woordenspel – het is haar allemaal toch net teveel geworden moeten we begrijpen – en daar sta je dan – desolaat en aangevreten door de pijn. valt de stilte in. dichter paard weet wat leven is en van de stilte ook.
FRANS TERKEN – even rust als in de verte het gebergte
RIK VAN BOECKEL – de tijd leeft ongestoord voort
IEN VERRIPS – zo kan het worden weer misschien
LUK PAARD – we zoude houde asof’r nooit genoeg
JAKO FENNEK – een nacht waarin de liefde woord wordt
ANKE LABRIE – het was ook allemaal zo snel gegaan
ROB MIENTJES – Een plek blijft leeg
VERA VAN DER HORST –
wie wint de enige echte virtuele – naar maarten van roozendaal – ‘alsof er niets is gebeurd’ – trofee op pomgedichten punt nl? ‘alsof er niets is gebeurd…’ zingt maarten van roozendaal – niet dat het verleden ontkend hoeft maar soms is het wel fijn om even niet aan verleden te doen – om op te ademen, waar maarten van roozendaal ook ‘mooi’ over zong – even weg uit wat is geweest – op weg naar nieuw. soms is het een ontmoeting, soms de hoop, soms de woorden van een dichter, een zanger, die je over een dood punt heen brengen. troosten. we lezen ze graag – u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd ik heb geen reden er is geen grond jíj laat geen ruimte voor verleden
alleen al je bestaan te weten is meer dan ooit in mij bestond
ik zag je kijken niemand was ooit dichter bij ik zag je ogen en ik zag mij
pom wolff
Wat een mooi lied van Maarten van Roozendaal. Hier is mijn bijdrage. Met dichterlijke groet, Rik
De driesprong
Het heden is de puzzel horizon verdwaalt nimmer
wandelend naar nu geeft betekenis onder de muziek van morgen geen gemis
het gebeuren danst ons los de tijd leeft ongestoord voort
de weg naar de schaduw van de maan blijft in het geheugen staan
de driesprong leidt kansrijk verder we laten het verleden eenzaam achter.
Rik van Boeckel 11 februari 2023
een echt boeckels woordenspel met het heden en het verleden en alles wat daartussen denkbaar is – met die mooie regel ook: ‘de tijd leeft ongestoord voort’ – een onvergankelijke regel die rik aan de poëzie schenkt.
Hoi Pom, Het went niet. Ik zit bij een vriendin van wie zojuist haar man dood is gegaan. Wat een verdriet. De prijs van ouder worden geloof ik.
heel even na het slapen net voor het echte wakker zijn als onverbiddelijk de waarheid binnendringt dat zegenend moment van bijna onnozele onwetendheid heel even maar toch is het dat moment waarvan je weet zo kan het zijn zo kan het worden weer misschien
Ien Verrips – feb. 23
ik ben niet zo van de bijvoeglijke naamwoorden – ze voegen teveel persoonlijks toe aan de woorden die er echt toe doen – echt / zegenend en onnozel mogen geschrapt het gedicht wordt er niet slechter van.
dat moment van bijna onwetendheid
dit fragment bevat meer poëzie dan het met gevulde koek en bijvoeglijk naamwoord geladen geheel dat de lezer geen enkele ruimte meer overlaat – ach laat ik ook eens overdrijven.
het is ook een onevenwichtig gedicht – is kopzwaar – het eerste gedeelte staat bol van de bijvoeglijkheid en de laatste regels zijn kaler van inhoud dan nodig. het gedicht lijkt wel een turks flatgebouw net voor de beving – als de grond beeft stort dit bouwwerkje zeker in. ligt de lezer onder het puin te kreperen. dat moeten we niet hebben.
Dag Pom, Koud maar mooi in het Zwitserse. Uitmuntende gelegenheid om te dichten. Hier mijn bijdrage. Ik hoop dat het je goed gaat? Wens je in ieder geval een fijn weekend. Groet van Jako.
zelfs vogels blijven zingen
ver terug de dagen waarin hij de zin van het leven zoekt maar in de loop der tijd ontdekt hij toch bij toeval dat zijn leven een schimmenspel van woorden is tussen dageraad en schemering tussen schrijven en lezen vertellen en luisteren
er volgt een nacht waarop de dag met moeite aanbreekt, een nacht waarin de liefde woord wordt, een nacht waarin de vogels zelfs blijven zingen
jako Fennek
ja die nachten bestaan vertel mij wat – toch wordt dit gegeven hier niet helemaal eenduidig over het voetlicht gebracht. de woorden zijn net te hoogdravend gekozen – zeker die in de tweede regel. nee de vogeltjes zingen dit keer niet echt geloofwaardig in de nacht. maar er mankeert meer aan het gedicht – normaal zou ik met het weglaten van wat woorden het gedicht redden – hier moet ik teveel weglaten.
een tijgerbroek heeft ze gekocht ze zag hem hangen bij een kraam dwars door haar tranen heen
het was ook allemaal zo snel gegaan in nog geen week ineens een weduwe dacht aan haar oma’s altijd in het zwart en hoe vreselijk oud die toen al waren
maar een keer heeft ze hem gedragen die avond in een onbekende kroeg waar ze zomaar in haar eentje naar binnen was gestapt
ze is tot sluitingstijd gebleven en heeft nog nooit zoveel gelachen
anke labrie 11-02-2023
een herkenbaar tafereel – om wat was maar even te laten voor wat het is – een onmogelijke missie – maar dat wist zij ook wel. deze bittere waarheid mis ik een beetje in de woorden.
Tussen bedrijven en carnaval door, voor Maarten, dichter, kanjer, muzikant.
Alsof er niets gebeurd is
Nette kleren aan zwijgzaam de conversatie
Een plek blijft leeg stilte, waar blijft ie nou
Tijd niet gehaald lange haren ongekamd
Smakkend eten pa staat op, helt over tafel
Haalt uit en mist, niemand lacht boze pa trekt langzaam terug
Steunt in bord tomatensoep rode waterval op zondags hemd
Pa zet zich neer alsof er niets gebeurd is
Tot het lachen hem vergaat
Rob Mientjes
ha een aparte open interpretatie – een familiegebeuren – niet uitgeschreven – de scene laat zich nog door de filmregisseur verder invullen afhankelijk van de andere gebeurtenissen die we hier niet voor ogen krijgen. bij de dichter Mientjes weet je heel vaak niet waar je aan toe bent. dat heeft wel wat. ‘een plek blijft leeg’ voor mij de mooiste regel met de meeste zeggingskracht los van de verhalende invulling.
Goedenmorgen – Mooi gedicht van jou, ik herinner me het niet, is het een nieuwe? Mooi stukje ook over, een collega, neem ik aan. Een week van afscheid nemen en herinneringen voor jou. Helaas heb ik niet voldoende focus, mn moeder is er weer een week, dat leidt erg af. Miss dat ik morgenochtend de geest krijg, maar ik vrees van niet, ze staat erg vroeg op en kan zelf geen koffie zetten, daarna gaat ze praten.
hahaha daarna gaat ze praten – dank je en goed luisteren hoor! beste groet