Pieter Stroop van Renen wint de enige echte virtuele – ach ja in elke familie is wel wat – trofee op pomgedichten – Rob Mientjes zilver.

de familie zoals je de familie wil hebben – met mopperende oma – het dorp van sonneveld – het kerkplein – de omes – dank aan alle dichters die instuurden – zodat wij lezers wisten niet alleen te staan in onze families – het lief en het gedeelde leed – in elke familie is wel wat – ook in de familie hazes hahaha – kijk die kunnen er echt wat van – hier ter side – hebben we Pieter Stroop van Renen die ons meeneemt op de vroege zondagochtend naar een heerlijk samenzijn – GOUD! en van harte. zilver voor Rob Mientjes die de meer eenzame andere kant van de zo gezellige medaille belicht.



Op de ochtend van het afscheid
Klinkt familie weer als nieuw.

Een oom plet vliegen met de hand.
Oma moppert,
Er valt eten op haar jurk.

Het is carnaval,
In Zaal Doggen drinkt men
Koffie na de dienst.

De slingers mochten
Blijven hangen maar het
Trekt apart publiek:
Een polonaise roept zich joelend
Door de deur.

Dan eten we de cake maar smakkend op.
We hebben onze plicht gedaan.

‘Dag’ zegt tante snel.
Een dialect dat ik
Nog steeds
Niet kan verstaan.


Pieter Stroop van Renen

Pieter neemt ons mee naar een aanstekelijk dorpstafereel van weleer en wellicht in sommige streken van ons lage landje nog steeds actueel – onderschat ons eigen kerkrade niet haha – slingers, polonaise, de dienst en de diverse familieleden die aan elkaar lijden. die prachtig mopperende oma – ja hoor het is weer zover – de fris gewassen oude zondagse jurruk weer onder de vlekken. in zaal Doggen kunnen ze er over meepraten. begraven naast de kerk, verplichte koffie en slappe cake, de remmen los met carnaval – het kan ze niets schelen – levend, hazes of in de kist – iedereen komt aan de beurt.

Familiair

Enig kind
spurt door leven
moederziel alleen
in waan van
groot gezin


iedereen is lief
dat staat centraal 
in eenzaam zijn
plaatsvervangend
alle schaamte


lachen huilen
doen we samen
niemand die het ziet
stilletjes van binnen
met familiair


wie ben ik
omdat hij was
overvloedig bang
met gordijnen dicht
in controledwang

Rob Mientjes


een aparte mientjes – een aparte benadering van het thema –  van binnen uit – het familiethema te lijf gegaan en de gevolgen – ja daar word je later dichter van.  de pijn en het eenzaam zijn komen wel binnen.
  • Rik van Boeckel – Opa en mamma Sumatra
  • Frans Terken – valse geluiden
  • Max Lerou – ik blijf altijd nog haar kind
  • Pieter Stroop van Renen – Oma moppert,
  • Luk Paard – elke keer dat feest
  • Anke Labrie – in vaders luie stoel
  • Rob Mientjes – enig kind
wie wint de enige echte virtuele – ach ja in elke familie is wel wat – trofee op pomgedichten! we kunnen niet zonder maar of ze altijd gelukkig maken is weer de andere kant van het verhaal. hoe dan ook – we houden het weekend dicht bij huis – kom maar op met de tante knorries en de omes drankneuzen. van artistiek verantwoord tot popi jopie – we kunnen het allemaal aan. de dichters kennen de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
 

familie
 
ze zijn allemaal dood mijn helden
ome joep met zijn schilferhanden
dode huid op de grond
die verwoestende blik
als hij even niet kon krabben
en met 140 kilometer per uur
richting zee naar het zoute water
 
en dan had je tante stannie nog
die woonde in het dorp van oma
ga maar kip halen bij tante stannie
als ik aanbelde was de kip al dood
je kreeg een poot met een spier
om mee te spelen
en dode kip mee in een krant
 
 
pom wolff
Goedemorgen Pom
Hier mijn bijdrage aan elke familie maar nu de mijne.


Het familie bestaan 


Opa en mamma Sumatra 
ja ja leiden me daarheen 


talenten verspreid over het leven
betovergrootvader over Borobudur geschreven 


broer tennis en schoen 
zus schilder pappa’s zaken van toen


ze leiden naar de diepte van het bestaan 
als enige dichter laat ik dat gaan.


Rik van Boeckel
8 maart 2025

mooi inkijkje in de familiegeschiedenis in een paar pennenstreken van de dichter – generaties beschreven en waar ze terecht kwamen of gekomen zijn – de reislust van rik in de genen verankerd.
 
Ja, familie, soms word je de godganse dag opgezadeld met types die zich als ‘familie’ beschouwen door alom aanwezig te willen zijn en zo je netvlies te teisteren. Daarom het thema maar ruim genomen deze keer.
Weekendgroet, 
Frans


Geitenbrij


Dat wij in deze contreien opgehokt zijn
met twee vieze geiten
waar ik een sik van krijg
maakt me met de dag meer bokkig


hoe zij hun vuil van benepenheid  spuwen
gesteund door een kudde kwispelstaarten
die geleid door hun gekuifde opperbok
valse geluiden nablaten uit mond en aars


zij mogen zich dan wel vrouwelijk voordoen
dat zij met kwaad blaten over niet gehoord worden
rond deze dag aandacht willen trekken zegt genoeg


trek het meel uit hun muil en zet ze neer
voor wat ze elke dag weer zijn
valse krengen met een mond vol gevoeg


© FT 08.03.2025

op internationale vrouwendag geschreven haha – hoorde ik ook een cabaretier vandaag die een opsomming maakte van  alle ‘fabertjes en agemaatjes’ – die ons land troffen – laten we er maar een soortnaam van maken – en nederland geluk wenste met die vrouwen. age is in ieder geval geen maatje van de dichter terken – mogen we wel concluderen. te dom om te poepen krijst buuf van  drie hoog achter hier in onze fijne jordaan. frans houdt het dichterlijk beschaafd in de kwalificaties – met ‘meel en muil en de mond vol’.

moederliefde
 
de eerste klap
direct een daalder
haar echo knalt uit het portiek
 
wel honderd keer heb ik gezegd
plamuur je longen gerust met teer
maar niet voordat je veertien bent
 
niet eerder drong het tot me door
ze heeft me lief het is instinct
ik blijf altijd nog haar kind
 
ml

ja bij die laatste regel smelten we – geven we graag toe in de majesteitus pleuralis haha. een heerlijke lerou zo kan het gedicht ook omschreven.
(de rockdichter): nou dat die feestjes nie altijd rozengeur en maneschijn…jij die vrolijke tante (maar nie heus)…’et bloed vanonder de nagels…en altijd jij…


” vrolijke tante “

ik had je altijd al
zoas je dronk
en danste
jij de ster

en alle onzin
van tusse de lippe
zo rood as’et bloed
dat jij met die hakke
staccato op de dansvloer
(ik lees gedachte)

ied’reen die dit wist
en toch sprak niemand
de lieveling zegde zij
asof je wist van hoe

dat je’n moord zou begaan
voor toch maar die ene zin
elke keer dat feest
jij de ster

© luk paard

ik treed niet in de familieverhoudingen van de familie paard haha – dat is me net te link op de vroege zondagochtend – voor je het weet vliegen de paarden hier door mijn huiskamertje – in ieder geval de woorden van luk vliegen en vliegen  en schieten weg naar alle kanten.

een huiskamer jaren vijftig

de kindse oma in de hoek
scheurt langzaam de plaatjes 
uit de dikke kinderbijbel 
het zusje krijgt een klap
als ze het boek wil redden
maar oma laat niet los

het broertje knielend 
op het vloerkleed
geeft voluit gas en rijdt
met zijn blikken brandweerauto
keihard tegen de tafelpoten 
en doet een sirene na 
loeiend langs alle franje 

het oudste zusje loom
in vaders luie stoel
met een schoolboek 
open op haar schoot 
haar oren in de radio 
zingt dromerig mee
very far away 

anke labrie 
(08-03-2025)


op zich een keurig gebeuren met kindergeluiden – en toch is niet alles pais en vree – oma laat niet los en de tafelpoten zijn niet veilig – het oudste kind heeft het wel gezien allemaal en droomt in een eigen wereld weg. mooi beschreven.

Share This:

GERDIN LINTHORST – ‘Ach…Wim Brands…. Bijgezet in de Hall of Fame van zelfdodenden. Naast Joost Zwagerman. En Antonie Kamerling. Onder anderen.’

haar column op 8 april 2016

gerdinx

 

Goedendag poëten en anderen,

Ach…Wim Brands…. Bijgezet in de Hall of Fame van zelfdodenden. Naast Joost Zwagerman. En Antonie Kamerling. Onder anderen.
Waarom, waarom, luidt telkens de hulpeloze vraag. Wim Brands, net als voornoemde lotgenoten succesvol, prettig ogend, liefdevolle partner, zinvol bezig, niet onaardig verdienend, gewaardeerd, waarom?
Nou, omdat alle genoemde verworvenheden niet voldoende zijn om de strijd voort te zetten. Omdat geen enkele verworvenheid opweegt tegen de zwaarte van die strijd. Omdat men zich dermate gekweld, eenzaam, onbegrepen en moe kan voelen dat men geen goede reden meer vindt om dit lijden voort te zetten. Want reken maar dat het om lijden met een grote L gaat. Om op handen en voeten voortkruipen in de pikdonkere tunnel en het licht aan de andere kant is slechts dat van een tegemoetkomende trein. Om sterrennachten waarin je stuk voor stuk elke ster ziet uitdoven.
‘Het leven is de moeite waard!’ roept dan menige positovo. Op zich wel. Maar niet voor iedereen. Niet onder alle omstandigheden. Vaak genoeg niet eigenlijk. Het is een godswonder dat zovelen het volhouden tot het bittere eind. Voor sommigen die wegzakken in het drijfzand is geen toegeworpen stok sterk genoeg om ze eruit te sleuren.
Vreemd genoeg denk ik nu opeens aan een recent uitgevoerd onderzoek waaruit blijkt dat ‘de mens’ niet, zoals altijd werd gedacht, door egoïsme gedreven wordt maar door altruïsme. Er is die verrassende aangeboren neiging om goed te zijn voor de ander.
Waarschijnlijk onder het motto ‘wie goed doet, goed ontmoet’, maar dit is mogelijk teveel voortbordurend op het menselijk egoïsme. Nee, van huis uit zijn wij allen altruïsten, zo blijkt. Er komt alleen af en toe iets tussen. Overlevingsdrang, om maar iets te noemen. In dat geval klimmen we rücksichtlos over gestruikelden heen op weg naar de uitgang. Een vrij cynische gedachte in een stukje over zelfdodenden.
En dit doet me weer denken – ik mijmer er vandaag maar op los – aan de eerste tweets op het overlijden van Wim Brands. Ik lees nooit tweets. Want de gemiddelde tweet maakt mijn toch al niet altijd zo sterk aanwezige liefde voor mijn medemens er niet inniger op. Ook nu weer niet.
Wat las ik?
Ja, dat had ik u graag uit de eerste hand willen mededelen maar ik kan de desbetreffende tweets niet meer vinden. Van die dingen. Heb lang gezocht, het humeur is er niet beter op geworden en de iPad werd al bijna het raam uitgeslingerd. Maar goed.
Het komt er op neer dat een jongeman meldde verbitterd te zijn omdat de ‘goeden’ doodgaan en de ‘slechten’ maar onbekommerd door blijven leven. Dit zijn mijn woorden, maar dat begrijpt u. De woorden van de jongeman wekten de woede van een kordate dame die te kennen gaf dit onderscheid van een weerzinwekkende arrogantie te vinden. Waarop een van onze meer altruïstischer mededames reageerde met een soortement ‘Tut tut, nou nou, zo beroerd bedoelt hij het niet’. Dit maakte de kordate dame nog kwader en fel kefte ze terug in de trant van ‘Ja zeg, hoepel op, tsssss…..’
RIP Brands. Enfin, qua tweet-niveau allemaal nog vrij beschaafd maar ik vroeg me toch af of de bekendmaking van dat altruïsten-onderzoek geen 1 aprilgrap was.
Een ding is zeker: Ilja Leonard Pfeijffer wordt geen kok in Genua maar blijft schrijven.

Met hartelijke groet,
uw DinLin.

https://www.npodoc.nl/documentaires/2025/02/strijdmakker.html

Share This:

VON SOLO – onze vader…

Gisterochtend liet ik de hond uit. Op het veldje kwam ik een wiskundeleraar tegen,
die ook zijn viervoeter voor een rondje had meegenomen. We onderhielden ons kort
over de situatie in de wereld. Hij gaf aan die situatie net zo lief te verlaten. Ik zei hem,
dat ze de bom maar moesten laten vallen dan, want het zou er toch wel komen. Hij
zij dat dat vooral aan de boze zou liggen. Waarop ik refereerde aan het ‘ons
verlossen van de boze’, hetgeen mijn oma soms zei. De docent grapte dat de wil dan
van de almachtige zowel op aarde als op mars geschiedde. Als we niet in bekoring
gebracht zouden worden, zou het koninkrijk wel kome. In geval we anderen hun
Bitcoin schulden zouden vergeven. En dat het niet geeft of je rent. En dat je je moet
afvragen of je wel wil weten wie jij bent. Hij moest in ieder geval nog handgeschreven
huiswerk nakijken. Dat kon AI niet. Ik gaf aan verder door mijn agenda te moeten
rennen naar mijn ontbijt. Voordat de bom zou vallen. De docent beaamde met een
droog ‘Amen’.
Even later zat ik mijn cracker te eten met het gevoel, dat we zojuist een slecht
gesprek met ChatGPT hadden gehad. Maar we hadden wel gelachen. Daarbij vroeg
ik me ook af of Chat het onze vader en De Bom in een chat aan elkaar gekoppeld
zou hebben op eigen initiatief. Temeer, omdat het geen enkele inhoudelijke logica
had. Kortom, we speelden als twee mensen samen voor kunstmatige intelligentie en
hadden een zeer matig en absurd resultaat tot gevolg. Het enige dat erop zat was
om Chat dit zelf beter te laten doen. Ik voerde de volgende opdracht in: Vat in
honderd woorden een absurd gesprek samen tussen een dichter en een wiskunde
leraar, die aan de hand van de teksten van het Onze Vader en ‘De Bom’ van Doe
maar, de situatie in de wereld onder Donald Trump en Elon Musk beschrijft.
Chat trakteerde me inderdaad op een tekst die veel samenhangender was, dan mijn
eigen weergave van het gesprek: De dichter en de wiskundeleraar zitten samen in
een café, discussiëren over de chaos van de wereld. De dichter citeert het Onze
Vader: “Laat uw wil geschieden,” en de leraar denkt aan formules voor chaos, terwijl
hij Musk’s raketten vergelijkt met hemelbestorming. Ze grappen over Trump, die zijn
eigen “gebed” lijkt te reciteren met Twitter. De dichter zingt “De Bom” van Doe Maar,
over een dreigende explosie, en de leraar zet een grafiek van onzekerheid. Ze
lachen, maar beseffen de absurditeit van hun gesprek: poëzie, cijfers en macht
kunnen de wereld niet redden.
Het leuke was, dat Chat me nog wel vroeg wat er nog meer door mijn hoofd ging en
schreef goed voor mezelf te zorgen. Alsof ze al meer wist van mijn ongewisse
toekomst dan ik zelf.

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl


Share This:

Vera Jongejan – tot onze enkels zakten we in ijsblauw mos…


 Het einde der tijden

stond op het bordje en
geen toegang voor onbevoegden

mijn vader
( we zijn niet voor niets bevrijd)
trok zich er natuurlijk niets van aan
hierachter schuilde vast een paradijs

tot onze enkels zakten we in ijsblauw mos
gele en roze parasolletjes trilden 
op ranke stelen- maar eet mij niet
vogels zongen verleidelijk
ga door en verder

uren liepen we er kwam geen einde aan
de gordijnen sloten 
schemering en geen uitgang.


Vera Jongejan

Share This:

pom wolff – een fijn gesprek


een fijn gesprek
 

jij wil geen vrede
jij bent een dictator
jij bent begonnen
niet zo met mij praten!
 
ik heb de kaarten
ik heb de wapens
ik heb de grootste muil
ik maak de deals
 
ho – niet zo tegen mij praten
jij moet wegwezen
jij moet mij dankbaar zijn
jij moet je bek houden
 
pw

Share This:

Peter Posthumus over het zout in kleine nieuwe wonden



Weg voordat je weet had
al verstuurd voordat je dacht
onherroepelijk onomkeerbaar weg
dit had niet, nee niet zo
te onbedoeld, te afgepast
overdone en uitflapperig verkeerd
niet overheen te lezen
dit wringt, dit wrijft weer
zout in kleine nieuwe wonden
dit gaat van wijsvinger of
beide duimen naar
van laat dan maar.


Peter Posthumus

Share This:

Rob Mientjes: Carnaval is een feest van loutering en verkenning… Bottom up en top down, all dressed up to impress.

Mien Carnaval

Wat is dat voor een feest? Dat ieder jaar het Zuiden rept en roert en hartstocht passievol laat branden? Het is een feest voor gelijkgestemden, geworteld en gerijpt in tradities en rituelen. Een voorjaarsbode vol lichteuforie. Met viering van te strakke teugels. Een feest van emotie, met vette schmink, een glimlach rond de mond. Een feest van zoete nectar genuttigd onder een prille voorjaarszon.

Drie dagen lang ruist muziek meanderend door de oren. Vol van fanfare, tuba, slagwerk en trombone. Het Carnaval ligt verankerd in zuidelijke genen. Wordt wild romantisch doorgegeven, generatie op generatie. Voor niemand is er een ontkomen aan.
Ieder jaar ontluikt het lentefeest opnieuw, met slingers, maskers en ballonnen aan de muur. De carnavalsvierder laaft zich aan zoete melancholie en pulserend lentesap. Adrenaline stijgt dan dwars door bloed en dansende ledematen, rechtstreeks naar het hoofd.
Niet aflatende dorst wordt gelest met blond schuimend bier, witte wijn en zoete cola.

Carnaval is een feest van loutering en verkenning. Baas en werkman, man en vrouw, ze kruipen voor even in de huid van de ander. Bottom up en top down, all dressed up to impress. Clowneske metamorfoses en ludieke transformaties scheppen voorwaarden voor een glansrijk narrenspel.
De jaarlijkse zoektocht naar gepaste kledij biedt dolle pret. Zeeman, Kringloop, Action, Houtse Bazaar en internet, alles wordt afgestruind. Attributen worden wekenlang verzameld, allemaal ten dienste van een originele act.

Als Zweedse chef-kok is het niet lang zoeken. Een knuffelschildpad voor in de soep. Een koekenpan als plagend slagwerk. O ja, en pollepels, o zo multifunctioneel, als trommelstok of dirigentenstok of gewoon als microfoon. Een plastic Winchester en supermuppet Kermit, alles gaat mee.
Er wordt ook flink geknutseld. Een megagrote poffertjespan, van stevig karton en tape, doet dienst als dienblad én gitaar. Een verfemmer wordt omgetoverd tot giga peperbus. Ook een hakmes van karton beplakt met aluminiumfolie wordt niet vergeten. Een plastic tas vol bospeen, bleekselderij en radijs maakt de maskerade compleet.

De optocht is een groot kleur- en muziekfestijn met praalwagens, geinige groepen en leuke individuen. Het publiek is goed gemutst en verkeert in lichte vorm van extase. Snoep valt uit de hemel en wordt door grissende kinderhandjes gevangen. Mager verklede pubers zingen flink gepuist een balorig lied. Nonchalant leunend tegen een winkelwagen volgestouwd met kleine kratjes bier. De handen in de lucht geheven met blikjes Baf en Bull. Enkele verdwaalde Zeeuwen hebben het Carnaval niet helemaal begrepen en gooien het strooigoed met ferme worpen terug omhoog. De prinsen bukken van schrik en strijken verontwaardigd hun veren recht.

Een antieke bierwagen met Belgische paarden komt in zicht. De optocht nadert zijn einde. Het publiek zoekt zijn weg naar have en kroeg. Er wordt gefeest, gedanst en gezongen en iedereen houdt vol. Diep in de nacht breekt het theater van het leven helemaal los en vinden acts hun vervolmaking.
De chef-kok worshipt Kermit en schiet grimlachende carnavalsklanten met zijn Winchester, bedachtzaam van hun kruk. Poffertjespan, pollepel, zelfs Kermit, alles wordt bezongen. De hele kroeg gonst en glimlacht en schuddebuikt als een tevreden mens. Vriend en vijand zingen arm in arm hun laatste lied.

Gelouterd en voldaan keren carnavalsvierders lichtelijk aangeschoten richting huis. Even nog een hapje eten, wat slap geouwehoer en dan naar bed. De grijnzende maskers aan de muur knikken nog een laatste keer welterusten. Met muziek nagalmend in de oren duikt het moede lijf de koffer in. Het is weer voor een jaar gedaan. Wat rest is de herinnering, de foto’s en heel veel wee naar heim.
Lieve Carnaval, tot volgend jaar maar weer…


Mien


In oude Venlose Carnavalsliedjes wordt het Carnavalsgevoel mooi vertaald en bezongen.
Voor de liefhebber en dialectworstelaar hieronder de teksten van 11 juweeltjes.

Vastelaovund (Sjiengele sjiengele boem!)
Festina lente
Meuderke leef
Beer leedje
Det duit um ’t Veurjaor
De Twië einzame
Zing nog ens
Minsekinder waat ein maedje
Den alde kleiërkas
’t Is gedaon
De Wortelepin

Share This:

met de excuses aan IEN VERRIPS – haar zondagochtend gedicht

de zondagochtendwedstrijd kent een sluitingstijd voor inzenden – 10 uur 30 op de vroege zondagochtend – uw webmaster wil nog wel eens met de tijd een loopje nemen – vanochtend sloot ik de wedstrijd af rond de klok van half 8. nadat ik de commentaren op de ingezonden werken had geschreven – ik schreef IEN zojuist mijn excuusbrief bij haar inzending van na half 8 maar ruim voor sluitingstijd:

….met nog een half dronken kop schreef ik rond 7 uur vanochtend mn commentaren en toen ik klaar was dacht ik – ik sluit meteen de wedstrijd – op het programma stond een wandeling door de vroege koude ochtendmist met nog dronken engelen in mijn hoofd – verder keek ik niet naar de computer of de mails meer. jij stuurde daarna – ik plaats jouw gedichtje vanavond met excuus – XXX



bij de buren hebben ze nieuwe gordijnen
koffie bijna onbetaalbaar
de lente laat dit jaar erg op zich wachten
mijn nichtje gaat trouwen binnenkort

met mijn vrienden zucht ik
over de wereld
over de toekomst
over wat er gaande is
soms valt het stil

en we de woorden weer vinden
gewone woorden van gewone dingen 
van ons gewone leven
dat we zo koesteren
en elkaar

feb 2025/IEN VERRIPS

Share This:

Rik van Boeckel wint de enige echte virtuele – rare wereld – trofee op pomgedichten

de wedstrijd gesloten: ik schreef het al onder het gedicht van de immer geniale woordkunstenaar cartouche – zou dat dan het medicijn kunnen zijn in deze ‘door en dolgedraaide wereld’. de lezer hier heeft het voor het uitkiezen: ontkennen of én de woede, de berusting of het verzet dan wel de polonaise van alaaf. tot de bom valt natuurlijk.

dank aan alle dichters die instuurden – in poëzie kunnen we heel veel kwijt en zo ook op deze zondagochtend. ineens zijn de zondagochtenden in deze wereld een beetje anders. de onrust te lijf gaan met poëzie, al dan niet verkleed of met goud omhangen. kies ik vandaag toch voor de brug van rik van boeckel – goud! 

Goedemorgen Pom
Gisteren is een nieuwe cd van mij uitgekomen maar nu alleen digitaal
https://youtube.com/playlist?list=OLAK5uy_lMSfAwCy48U8CiZWEe6Bq55ofMtS5R_3Y&si=JTbvaK6U1eLWmPAB

DUB IN DUB UIT
 
Eens vroeg mij een psycholoog
hoe voel jij je nou
ik zei ik verveel me rot
maar de wereld gaat kapot
 ik zie de werkloze matten kloppen
ik zie de werklozende staat
snijden in alleman behalve in boven Jan
 
ik teken het beeld van een oude vrouw
op het witte doek dat valt
ze legt haar handen in haar schoot
even later is ze dood

ik loop over de brug van berusting naar verzet
ik zeg trek je handen niet weg 
haal je schouders niet op
keer niet om maar keer terug
doe recht doe oprecht
doe recht doe oprecht


o o dub in o o dub uit
dub in de juiste club
hé mamma hup hé mamma hap
hé pappa haal je schouders niet op
maar doe de juiste stap in de goede richting
kijk om de hoek in jouw nest vol principes
teken het principe van het silhouet
teken het silhouet van het principe

maar zoek je roots zoek je wortels
zonder een konijn te zijn
zonder te zijn een haastig konijn
een angsthaas een stom varken
een stekelige egel een dronken kegel
 
hé pappa haal je schouders niet op
de bierkaai vecht ook tegen jou.

Rik van Boeckel

fijn dat rik de tekst bij de opname leverde – ik verstond even – hema hup hema hap – wat moet de hema nou tussen al die woorden dacht ik – maar het is ‘hé mamma hup hé mamma hap’ – dat is andere koek.
die brug die van berusting naar verzet wordt overgegaan is prachtig – en geeft precies aan op welke brug wij ons bevinden – in tijden van onzekerheid – tijden van verwoestingsbeelden op je netvlies – eerste wereldoorlog loopgraaf beelden – tijden van vernietiging, dreiging die we niet meer gewend waren. een hele generatie zonder oorlog waren we – tot die generatie horen ook de dichters die instuurden deze week. ook rik wakker geschud uit zijn voor hem meer normale universum bubbel – de tijd en ruimte van hemel en aarde teruggebracht tot de door hem beschreven brug – dat de schouders niet meer kunnen worden opgehaald.
  • Rik van Boeckel – doe oprecht! over de brug van berusting naar verzet
  • Jorge Bolle – toegezongen door Boudewijn de Groot
  • Frans Terken – varen in gure tegenwind
  • Max Lerou – van de endeldarm en de windbuil
  • Cartouche – haatpraat, het gaat, zingt rond
  • Anke Labrie – een dichter

wie wint de enige echte virtuele – rare wereld – trofee op pomgedichten?
we leven tussen Karna-val en WW3 – tussen limburg en het witte huis – tussen een witte vredesvlag en vers bloed – tussen dichters en liedjeszangers. een enerverende tijd. krijsende meeuwen op een dak dode mensen op de grond. ik begrijp ook als dichters het zwijgen er toe doen. we gaan het zwijgen lezen. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
 

ik kan het niet
 
nu ze er niet meer zijn
en je hun zwijgen niet meer hoort
en ook hun kleren zijn vergaan
hoor je overal dezelfde taal weer
 
kon ik maar schrijven
zoals jij kon kijken
ik zou niet aarzelen en schrijven
over de vrede een prachtig lied
 
maar kijken zoals jij kunt kijken
ik vermoed ik kan dat niet
 
pom wolff




 

niet raar

de wereld is niet raar,
zag net nog een zwerm vogels
kleuren maken in de lucht,
hoorde kinderen zingen,
rook de geur van mint
in mijn verre tuin,
proefde jouw zelfgebakken cake
en vroeg om meer

wat raar is
is dat ik nog t v. kijk,
ingezonden brieven schrijf
en naar kleine presidenten kijk
die vroeger werden toegezongen
door Boudewijn de Groot

Jorge Bolle

‘slaap maar lekker in je mooie witte huis’ zong boudewijn de groot toch ooit – (zo ongeveer) – het is niet veel anders geworden een halve eeuw later. en wat we tegenover gekte kunnen/moeten zetten – is beschreven in de eerste strofe –

‘deze eerste strofe met geluiden en beelden uit een ver geleden’- ik hoop dat ik de passage hiervoor nooit hoef op te schrijven.
Goedemorgen Pom,
Ja, een rare wereld, maar dichters doen er niet het zwijgen toe, dat zou teveel eer zijn voor de idioten aan de andere kant van de oceaan. Wij blijven ons roeren, ook in roerige tijden!
Weekendgroet,
Frans



Over de grens

Je kunt van deze zee wel de naam veranderen
maar het blijft hetzelfde nat dezelfde golven
die zich opwerpen en schuimen en spatten

wij peddelen voort in ongewisse richting
bedacht op onstuimige stroming en springvloed
windkracht die onder hoogspanning staat

en zie al die koppen op het water
om daarop te varen in gure tegenwind
waardoor we haast niet blijven drijven

amper vooruitkomen met handbeweging
die helpt ons te verplaatsen in het onbestemde
het trekt diepe sporen in het voorhoofd

maar wij hebben armen om ongetemd te roeien
monden waarmee we tegen spoelregens blazen

hoe we grommend onze verte veroveren
geen grens of wij slechten de boom

© FT 26.02.2025

frans beschrijft de ellende in termen van gure tegenwind en het onbestemde – een barre tocht en we varen met hem mee – in deze overlevingstocht – we overleven hoe woest de golven ook.

trump – de endeldarm van poetin
 

zijn pijp kan wel naar maarten
zo lang al leeg de kop koud
en toch schreeuwen van
kusmeklotenoekraïner – de doorgeprikte
tongblaar van een aarshaarluis

maar onweersproken staat deze
kolossale kringspier verlammende
kontkorstkromtaal kakelende puist
zonder pus bij het volk toch
gewoon als windbuil bekend
 
ml

max kiest voor het kanon – geen woord frans bij. de woede. de met lerou geladen woede. ik zou op mijn verradersschreden terugkeren meneer de president als ik u was – nee hier geen welterusten – u legt het loodje – het loodje van lerou.
Ja Pom,

het is me wat ,vandaag de dag
dromen van vrijheid, vrede, vrijen
leven in onzekerheid, oorlog met onszelf

geen weet meer hebben hoe vooruit
of achteruit, wie onze vriend of vijand
in een door- en dolgedraaide wereld

laten we met zijn allen eens gek doen
zetten wíj de wereld weer op zijn kop



Zotteklap

haatpraat, het gaat, zingt rond
als de klanken van een trompetter
in het leger van een zelf benoemde
over het paard getilde prins

het slaat gaten, ronder dan een kogel
dodelijker dan een granatenregen
in het tere weefsel van een rede-
en radeloos geworden volk

dat zucht en steunt en zuigt
het merg uit zijn botten, een laatste
beetje hoop op een leven in een wereld
die nog een keer 180 graden kan draaien

vooruit mensen, het mombakkes opgezet
nog lang zo gek niet, nu raar niet meer
zeldzaam is zoals ooit – op zijn engels
maar gewoon het nieuwe normaal

verder zwijgen geeft heus geen pas
dus laten we zingen en springen
elkaar Aan- en Bepraten dat
waar een wil is onze weg is


01-03-2025 / Cartouche

een pleidooi voor carnaval en iets van rob de nijs’ zijn trompettergeschal klinken in de als altijd geniale woorden van Cartouche  door. zou dat dan het medicijn kunnen zijn in deze ‘door en dolgedraaide wereld’. de lezer hier heeft het voor het uitkiezen: ontkennen of én de woede, de berusting of het verzet dan wel de polonaise van alaaf. tot de bom valt.
 


een dichter

een dichter kan de gaten in de taal  
niet dichten met het mooiste goud
ook niet met het goud van zwijgen

wel kan hij waar de taal ontspoort 
hij hoeft niet eens naar Babel toe
proberen iemand te verstaan

de ander is geen vreemde meer
zijn ideeën zijn niet langer raar
als je kunt luisteren naar elkaar

dan wordt de fundering stevig
van de toren die gebouwd kan worden 
waarop voor ieder mooie vergezichten


anke labrie 
01-02-03

een opbouwend gedicht van Anke – ik zie in het afgebeelde maanlandschap een mens zijn/haar of andere vergezichten overwegen en voorzien van woorden die door een ieder zijn te verstaan.

Share This:

pom wolff – over


over
 
verlies maakt dichters overbodig
zegt ze
 
hoor ze trachten het onontkoombare
wezenloze niets te bezweren

over verliezen en verloren zijn
die alles ontzettende pijn
 
de trillende lippen
na de laatste regel
 
zegt ze niet
 
 
pom wolff
 

Share This: