Rik van Boeckel in herfststemming


De herfstfontein

Het water klettert als regen
naar boven valt beneden
spettert als kussen op de wangen
laat de vijver rimpelen
zonder het gebrek van ouderdom

het zicht verbeeldt de zegen
geelgroene bladeren kijken toe
vanaf licht wiegende takken
natuur en aarde wijzen de stam
op voorbije tijden in zomer
lente en zachte winters.


Rik van Boeckel 
22 oktober 2020
Leiden. Kooipark 

Share This:

Vera van der Horst: Sartre, o ja, dat las ik toen ik depressief was, quote: ‘Er is een dubbele zon voor nodig om de bodem van menselijke domheid te verlichten’

Sartre, o ja, dat las ik toen ik depressief was, quote:
‘Er is een dubbele zon voor nodig om de bodem van menselijke domheid te verlichten’

Saaie gedichten in quarantainetijd

Alles is al gedaan in huis tijdens de eerste lockdown. Alle plinten eindelijk vastgeplakt,
dat irritante zoompje van je gordijn wat los is  genaaid of geplakt, het scheefgezakte keukendeurtje weer rechtgezet, u snapt wel wat ik bedoel, alles waar je anders geen oog voor hebt of je tijd niet aan wilt verdoen.
Wat nu?  De boekenkast eens opruimen. Ooit tijdens het verhuizen van de één naar de andere kamer, alle boeken er weer lukraak in teruggezet. Waarom bewaar je al die boeken eigenlijk, je kijkt er nauwelijks  meer naar om, althans ik niet, als ik een boek gelezen heb is het klaar, ik ben geen herlezer – behalve poëzie- , maar vind het hoogstens wel eens leuk wat ruggen te bekijken, Sartre, o ja, dat las ik toen ik depressief was, quote: “
Er is een dubbele zon voor nodig om de bodem van menselijke domheid te verlichten” , daar knapte ik van op! Not. Waarom ga je in hemelsnaam zo’n boek lezen als je het toch al niet meer ziet zitten, bevestiging ? Daar staat de vierde man, Gerard Reve schreef het als boekenweekgeschenk, het werd geweigerd door de commissie kuis en onbevlekt vanwege de controversiële inhoud.

Man wat werd ik opgewonden van dat boek- ik krijg het woord geil altijd moeilijk uit de pen of mond- later is het verfilmd door Paul Verhoeven, maar van Jeroen Krabbé en Renée Soutendijk (jakkes) werd ik niet koud of warm.
Daarom kijk ik ook nooit porno, die gasten bevallen me niet en zeggen en doen net die dingen waardoor ik zo snel opdroog als een nylonkous in de wind, één vlaagje, één zucht.
Nee, als het dan toch moet, geef mij maar een lekkere tekst, een beeld van Marlon Brando, Alain Delon, Johny Depp, Sean Penn, Prince, of wie heb je tegenwoordig, Ryan Gosling, nah…nee, net niet, of gewoon een herinnering van iemand en mijn ongebreidelde fantasie doet de rest.Wat windt u op, ach, dat gaat mij ook niets aan en ik dwaal af, maar je moet wat in coronatijd.

Ik kwam ook Heleen Hildering, Saaie gedichten voor huisvrouwen , tegen.
Kijk, in deze tijd beleef je misschien niet zoveel,  de mens verveelt zich, gaat rare dingen roepen zoals: we leven in oorlogstijd, we worden gegijseld en meer van die zieligheid. Kalm mensen, zak lekker onderuit in je luie stoel, neem nog een borrelnootje en probeer poëzie te zien in de dingen om je heen, al is het een afgeknipte teennagel en dan niet van die klaagzangen over Corona, desnoods klaagzangen over in en om je huis. Als Hildering dat kan, kunnen wij dat toch ook?

Kleinheidswaanzin

de bovenkant
 van een plint

sikkelvormige
restanten
van nagels

een ooghaar

een vetvlek op
een tafelkleed

minuten

polsslagader

een meeëter

vliegenpoep
op een ruit

mijn gezicht

mieren


———————‐—-‐-


Man in huis

In het donker valt alles mee
zijn taal zoemt aan me
voorbij
Nooit kan ik hem vertellen
dat hij eendimensionaal is
en dat ik hem bekijk

Niet zonder moeite
vormen zich de woorden
in zijn mond.
Soms puilen ze uit
rollen naar beneden
en treffen het tapijt
zonder nagalm.

Stille bomkraters
laat hij achter
en oorlogsverveling


‐———-‐————————
Binnenste buiten

Waarom verspringt het licht
en waarom word ik dronken
in mijn eentje aan het bureau

waarom verzamelen mijn afgestoten minnaars zich niet om mijn bed
waar het toch prettig doodgaan was

ik kijk naar buiten
een congruentie van mijn huis
een venster met wat glas

waarin ik waarzeggen wil
maar dat vergt toch inzicht in
wat men werkelijkheid noemt

al jarenlang een droom

die ik wel dromen wil
maar die zeker niet verschijnt
aan dronken mensen

Vera van der Horst

Share This:

Merik van der Torren droomt, verhaalt, verwerkt en verwoordt


Hoi Pom,
 laatst had ik weer een duidelijke droom. Ik schreef de droom uit. In de bijlage. Voor pomgedichten, groet, Merik


Droom 11

Het viel me weer op dat ie zo bekakt praatte,
die oudere broer van mijn schoolvriend, die arts.
Hij begon aan de studenten waar ik mee samenzat
een lang verhaal te vertellen,
ik meen over zeilboten handelend.
Anders dan ik verwacht had
kreeg hij de aandacht.
Het mondde uit in een clou
waar hij zelf smakelijk om lachte.
 
Je kan dit wegzetten als iets onbenulligs,
maar dit verhaal is voor hem erg belangrijk, wist ik,
cruciaal, hij vertelt het steeds weer,
een succesnummer.

Merik van der Torren

Share This:

verzetspoëzie door Peter Posthumus én door VON SOLO: aan een vriend in Brussel in de bezette/bezatte stad

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is peter-posthumus3.jpg
Hoi Pom, Op mijn manier heb ik stil gestaan bij het fenomeen ‘ vlag ‘ :


Gebonden, gekneveld
maar vrij en onomwonden
in de wind
boven de luwte
worstelt en spartelt
een vlag
boven het leven
verheven, feestelijk en fel
slaat van zich af
slaat om zich heen
zo vlug, zo snel
nee wat je ziet
is nog net niet
is al geweest


vriendschap, verwantschap
zelfs liefde
zijn niet sterker dan dat

Peter Posthumus




Aan een vriend in Brussel
 

 
I
 
Bezette stad
Bezette staat
Intussen maakt het niet meer uit
Alle landen doen maar wat
 
Kapitaal heeft geen naam meer
Macht heeft geen handen
En ‘het virus’ is evenwel anoniem
De heraut
Van het nieuwe gareel
 
Ik geloof in daden van verzet
En in de geest
De geest, die fysieke barrières passeert
Dat fantoom, zal ik zijn
 
Ons verstand laat ons zelden in de steek
Maar het verstand, van het onverstand, ziet geen verschil
Europa is geïnfecteerd
Een ziekte kun je niet bevechten
Je kunt hopen en wegkruipen
 
Zo anders dan een oorlog is dat niet
Je denkt te vechten
(Waarvoor?)
Omdat ze het zeggen
(Daarom?)
 
Alles van la Coruña tot Kiruna
Is een rode zone
Iedereen is ziek of verdacht
Veroordeeld of in de beklaagdenbank
Op de zwarte lijst
 
Of in de witte corridoren van de sterfhuizen gepropt
Met wetten en verordeningen en consensus, Dat het beest
Enkel zal worden overwonnen, middels een onwankelbaar geloof
Dit is groter dan jij en ik
Groter dan ons allen
 
 
II
 
Als sluipende atheïst
Weet ik dat het niet goed is
Zoek een onderduikadres
Een dubbele wand
Een losse vloerplank
Reis zonder zender
Op valse papieren
 
 
Naar ergens anders
Waar het niet beter mag zijn
Maar wel anders
Onderwijl
 
Het is verzet,               zonder opstand
Het is verzet,               zonder revolutie
Verzet,                         zonder oogmerk
Résistance pour la résistance
Voor resistentie
En immuniteit
Voor onschendbaarheid
(Als mens)
Niet als verdachte
Als zieke, als ziekte
Als gevolg
Van een beeld en een verhaal
Met een vleermuis
 
 
III
 
Waar de waarheid is, weet ik niet
Discussiëren over cijfers heeft geen zin als je niet kunt rekenen
Spreek me geen Chinees, als je weet dat ik het niet versta
 
Je
Kunt je afvragen, wat noodzakelijk is
Je
Kunt je afvragen, wat oorzakelijk is
 
Beiden wonen we in een bezette stad
De wegen die ons verbinden ne sont pas de chémins de la liberté
Wat is dan nog echt
Maakt waar
Dan nog wat uit  
 
De plaats, is dan gelijk
Nergens veiliger
Dan waar we toch al zijn
Een bezette stad
Een bezette staat
Een bezeten toestand
Een verdeling, door de hand
Van een onbekende nieuwe god
 
 
IV
 
Streep het allemaal tegen elkaar weg
En houdt een holle passage over
Stilte,                            tussendoor de ruis
Ruimte,                        tussen de schotten
Steegje,                       vergeten
Zolders,                        en onder stof
Jaren geleden,             en achter luikjes verborgen
 
Geschuurd en overgeverfd, tot in den treure
Kan het niet
Verbergen
 
Voorts in de nacht
Wordt het zicht beter
Als je voldoende wortelen eet
En luistert naar het knagen
 
 
Epiloog
 
Als het zo ver is
Kan het mijn hand zijn
Die op de deur klopt
Het kan evenwel de Gestapo zijn
 
Dan ben ik er wel,                 of niet
En jij bent er wel,                  of niet
 
Maar het is in dezelfde bezette stad
Hopelijk in dezelfde bezatte staat
 
Als een daad
Van verzet

DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 

Share This:

een nachtje DITMAR BAKKER en u kunt er weer tegen: ‘Dichters zijn een vreselijk volk: ze stoten teksten uit als een Tourettepatiënt coprolalie, en menen nog zinvol bezig te zijn ook. Lucebert was een halve nazi en hele coryfee. Jan Hanlo volkomen pedofiel (oote boe indeed). Radna Fabias won De Grote Poëzieprijs. Al het goede in drieën…’


Van de Schoonheid en de Troost, of: een Intertekstueel Vehikel (dat sticht en verpoost).

I.
Was will das Dichter?!
Parafraseer ik naar memorie (en als anderen de Waarheid logen, zie ik niet in waarom ik zulks níet zou doen), hoewel velen de vraag in zichzelve afdoen als non-valeur; opnieuw parafraserend naar memorie—aanhalend zelfs: ‘poëzie is een kunstvorm die elke politieke, sociale, economische en maatschappelijke relevantie verloren heeft’ [sic]. Ziek als een hond word je ervan, al gebruikte autrice van het vakwerkstuk in een vaktijdschrift over vertalen wellicht wel het juiste hulpwerkwoord in de vervoegde bijzin. Zoek maar—hup!
                Geen zin in zoek ten faveure van zin in een coherenter stuk? De poëzie raad ik u af—afgezien van het feit dat men in diverse gebieden nog steeds steggelt over haar definiëring—velden zou de socioloog Bourdieu die gebieden noemen voor hen die stemmingmakerij mochten genieten op één der instituten der hogere lering, afgezien daarvan, hoewel definitie zulker simpel is (‘Poëzie is tekst die niet doorloopt tot de kantlijn’, en ik spreek met de drogreden des dichters; die van de autoriteit), hoewel u bij tijd en wijle wellicht wèl zin hebt in zoek naar zingeving, hoop, stichting—enfin, die gebieden waar es is die die, Die Poesei! vanouds mee geassocieerd werd: tegenwoordig is de poëzie, of wat daarvoor doorgaat, incoherenter dan voorgaande zin. En iets over mosterdpotjes (Herzberg), marmietdekseltjes (Buddingh) en negers (Fabias). Komrij had het ooit over een lesbisch collectief waar de laatste in zou passen—wat nou, ik ben hartstikke woke, ik lees tegendraads. Of erotisch—mij een tiet. Ingewijden in de stemmingmakerij vallen haast van hun kruk; in woedende verweesde wokeheid, een schuddebuikend afreageren of gewoon-ordinair dronken als de onbegrepen blondine uit dat sonnet van Erik Coenen: ‘zij stierf in het café, / waar zij alleen bekend stond als dom blondje, / ten onrechte, want uit haar feeënmondje / klonk meer dan eens een vers van Mallarmé.’
                Nu doe ik niet aan namedroppingk (die spellingregels heb ik altijd lastig gevonden maar ik ben een Dichter, ziet u, en Dichters mogen alles in hun teksten aangezien u, ja ú, er betekenis in legt sinds—dacht ik—Barthes? Derrida? (Ik wil Derrida zeggen maar voel boze hoogleraren zuchten in mijn nek—laat het Lyotard zijn of Ubbeltje van de Bakker voor mijn part, het komt erop neer dat u iets doet met zo’n tekst waardoor deze resoneert en gaat betekenen. (Ik zeg gewoon Derrida, die is onleesbaarder dan dit stuk en alle tot moderne poëzie gebombardeerde teksten gecombineerd en het klinkt heel wijs langs mijn neus.))) De veda’s van F. Staal houd ik voor mijzelf—u had er toch niets aan gehad zo u mijn werk las. En dat werk is [sic] elke politieke sociale economische en maatschappelijke relevantie toch al verloren, dus waarom persisteer ik in naam van de HEERE?!
                Van de Schoonheid en de Troost. Alles van waarde is weerloos. Hij was maar een clown of zij was maar een huilend zigeunermeisje dat een clown gezien had (en zo blijft het een eeuwig herscheppen van hetzelfde, niet minder dan de wieg het graf en meer van dergelijke leut). Verdomme, focus! Overnieuw. Ópnieuw. Timmer aan de weg gelijk Jezus aan zijn ruwhouten kruisch. Laat het niet onopgemerkt gebleven.
                Genoeg bewierookte namen—u hebt een googolplex aan websites en Afke’s tiental aan zoekmachines tot uw beschikking om ze zelf na te vorsen. Iets met intertekstualiteit, bovendien—een eeuwig herscheppen van hetzelfde. De hel die leven heet—nee, ik doe niet dramatisch, Menschen zijn te positivistisch ingesteld. Regenbogen, eenhoorns en gratis stukken worst bij de slager voor Basalt of Annechien—leugens, allemaal leugens. Sterven is de enige onmogelijkheid der existentie.
                Horden beledigde lezeressen rennen nu aan met replieken vól abortiefjes die ze waarschijnlijk nog genaamd hebben ook omdat ze allemaal zweren bij Nel Min, terwijl de voudouniënne Van Daalen (vroeger noemden we zulker gewoon een heks die kon dansen, wat ze eenmaal proper gehangen ook deden) waarschijnlijk doodsvloeken op haar bidketting uittelt. Suka, nyoka! Informatie is altijd beter dan desinformatie. Zes miljoen, daarom. Ideologieën zijn dood en universaliteit bestaat niet—God, geef me kracht.
                Alle Menschen ter wereld maken hetzelfde geluid als ze gegeven informatie herhaald willen horen. Wel waar, zoek maar op. Onderzoek!
                De universaliteit hebben we dan in elk geval weten te revitaliseren en losgemaakt uit de (waarschijnlijk kittens doodknijpende) knuistjes der literatuurwetenschappers. Universaliteit bestaat wèl. In verwarring en onbegrip, wellicht, maar we zullen het moeten doen met goedkope toverij. Vergeef, rechters, dit doornenkluwen.

II.
Lucebert was een halve nazi en hele coryfee. Jan Hanlo volkomen pedofiel (oote boe indeed). Radna Fabias won De Grote Poëzieprijs. Al het goede in drieën, wat dubbel geldt voor het nefarieuze.
                Edoch achterklap is niet duur en roddel spotgoedkoop. U kunt één en ander zelf natrekken zo daar behoefte toe is—ik verkoop geen slangenolie (smeer dat in uw haar), enkel Waarheid die niet meer bestaat sinds God stierf, God Wien Woord slechts resteert als stukvertaald relikwie—Jezus in zijn kribbe werd Iehova in een voederbak. Ik wist pas dat een kribbe een voederbak was toen deze in een nouveau nouveau traduction in het nieuws kwam, moet ik u bekennen. Een kribbe was mij tot die tijd het enig mogelijke tabernakel voor onze verlossing. Die verlossing dient nu gedeeld met connotaties van koe, stikstofuitstoot en woedende boeren in landbouwtuig op het Binnenhof. Jezus weende.
                Gelijk ik het leven zwaar draag—wij zijn verwant, als alle Menschen—wordt door mijn pedante persoon gewicht toegekend aan het wonder der Schrift. Ik ben een apostel. Een zendeling. Luister naar mijn Woord. Vergeef dit doornenkluwen en ken er de juiste betekenis aan toe; of: lees mijn gedachten en formuleer het antwoord dat ik u al toebedacht had. Wellicht hebt u nooit nagedacht over poëzie en ik, dichter notabene, geef u gelijk. Het hierboven aangehaald adagium van verloren relevantie doet dat ook. Die bewierookte bundel Habitus doet dat ook. Groot is uw eigen gelijk. Lees de koppen op nu.nl, neem het achtuurjournaal tot u, becommentarieer de jurk die de Leontine van de dag omgehangen is en weet na u de zondvloed. U bent niet uw broeders hoeder. Sommige zaken zijn binair, wat dat Licht ook mag doen en ook al is alles natuurkunde.
                Focus, dichter!
 
III.
Laat me dit—enigerwijs—comprimeren. Je wordt geboren, je wordt groot, en op een dag ga je weer dood. Ik ben geen koe maar voorgaande zin bevat een Waarheid als. Een kind ontspruit uit duister ooit. Dat vreugd en rouw mijn hart nu tooit. Je wordt verpest door pa en moe; kapotgespeeld zoals een pop. Ze geven je hun DNA en voeden je dan ook nog op.
                Leven en dood zijn binair en toch is sterven een proces—laat het aan begeleiders en Mary Roach-of-Servaes over zaken ingewikkelder te maken dan ze zijn. Als je dood bent kun je niet kegelen. Of klaverjassen. Liefhebben. Ah—de liefde! Hoewel menigeen vriendschap (hiernaar zo een mateloos verlangen) sluit met de dood omdat nooit de liefde is gevonden, nemen we aan dat zij bestaat. Laat de romantici maar soebatten over haar bestaan, pragmatici accepteren en gebruiken het. Helaas zijn de meeste dichters romantici, teksten definitief en de meeste Menschen vóór hun vijftigste idealisten.
 
IV.
Een Mensch doet aannames in het leven. Jazeker, continu. Toen u daarstraks met uw welgevormde (lelijke stroopsmeerder, roepen cohorten dames die weten dat hun eega liegt over hun dikke reet) toges op de zetel neerzeeg, plofte, deze haast stukmaakte, deed u dat zonder eerst met uw hand het zitvlak te testen. Het gelijk van dichters is altijd een vervelend gelijk. Toen u uw kinderen de probate manier duidelijk maakte om bij daartoe ingerichte oversteekgebieden voor voetgangers niet doodgereden te worden, hebt u waarschijnlijk niet aangegeven dat het asfalt voor de stoep altijd even met de tenen aangetikt dient, om een snelle gang ter helle te voorkomen. U nam wellicht zelfs vóór lezing dezes aan dat ondergetekende als evenwichtig persoon zou overkomen. Zonder aannames raakt u katatoon. Ik ben het zelf éénmaal genoemd door ondergeschikten van een zenuwarts en het is geen prettige staat. Lang leve de aannames!

V.
Leven, liefde, rouw. Van de Schoonheid en de Troost—zo u zich daar in schikte, tellen we het composiet-of-spectrum van emoties daar ook maar bij op. Functioneel als pijn—weer zo’n universele, al bestaat er een syndroom waarbij lijder geen pijn lijdt en tevens een klokje nodig heeft om patiënt eraan te herinneren te plassen. Uitzonderingen die de regel bevestigen. Slaap—er bestaat een nog enger syndroom waarbij Menschen de mogelijkheid de remslaap te bereiken, verliezen. Ziekte, honger, dood. Zoeken naar zingeving, deze niet vinden. Je schikken in tevredenheid. Dopaminejacht. Klagen. Sneven. Welke troost?
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is ditmar6.jpg
VI.
Daar God stierf, en complexe ironie voor Zijn kinderen schiep, zullen we die zelf moeten zoeken. De troost, de complexe ironie ligt er zo dik op dat je er een lepel rechtop in kunt zetten. En níks, ‘u moet niks’: de kattenbak en de afwas moeten gedaan en de kinderen onderwezen, anders gaan er dingen goed Fout. Dat neem ik niet aan, ik heb geprobeerd de afwas niet te doen maar God deed niets met de borden, want dood, en er was niemand om een rouwkaart te sturen. Triest, edoch, de Mensch leeft—dat weten we zeker, en al evenaart natuur de kunst nimmer blijvend (zo zei nooit iemand die de zegen vom Cynismus opgelegd kreeg), de Menschelijke wederkerigheid van de kunst heeft de potentie uit te groeien als een mosterdzaadje en grotere troost te bewerkstelligen dan Gods Natuur ooit zou kunnen. Complexe ironie, weet u nog?
                Immers: ’t is waar dat wie liefheeft altijd wint aan kracht, daar ’t minnebeeld spiegelt in schoonheid, zodat de ziel van de minnaar verdubbelen kan, wat beproevingen simpel maakt, pijn steeds verzacht. Vergroot vrijershartstocht dermate zijn macht, welk glorie en vreugde en grootsheid dan zat besloten in liefde van ’t Opperste? Had de lijfelijkheid ooit rijker zielheil gebracht?
                De ziel zou verworden ’n immens constellatie, tot liefde, en weten: tot alles in staat, in God steeds vervuld van verwonderde gratie. Maar wolf alsook schaap blijven wij toch innaat, van klaarheid verstoken, want heus sublimatie tot ’t Opperste, zonder zo’n Liefde, niet gaat.
                Wat liefde? ’t Is fijner om te rotten in een rustig graf, eerst dán klaar met gebeden, onkruid groeiend (steeds de grond verzurend), diep verstopt door aarde op je botten, en u zult zeggen: “is ‘ie overleden? Ik had wel een boeketje kunnen sturen…”
                Pardon, dichters zijn een vreselijk volk—u was, neem ik aan, al tot die conclusie gekomen, maar het is nog erger dan u denkt: ze stoten teksten uit als een Tourettepatiënt coprolalie, en menen nog zinvol bezig te zijn ook. Het is een roeping, begrijpt u? Waarschijnlijk niet. Ik ben een zendeling van het Woord, ik kan het niet laten, net zoals ik niet niet in God kan geloven. Nee, geen tikfout. Maar mijn God blijft van mij—ik wil u er niet mee opschepen. Het is Goed zoals het is; de poëzie biedt Schoonheid. En Troost. Vergeef dit doornenkluwen—choqueren is óók een manier tot stichting, en mijn instrumentarium is zowel rijk als pover: de immer gefnuikte taal, en de Nederlandse dan nog bovendien. Ach, Babel. Soms komen er Jehovagetuigen bij mij op bezoek die ik thee en sonnetten van Campanella voer, maar echt begrijpen doen we elkaar—volgens mij, nooit, onze tongenspraak ten spijt.



VII. 
Een typisch Nederlands spreekwoord is ‘van een drol een gebakje kunnen maken’. De oplettende verstaander weet dat dit enkel lukt met leugens in de taal… of bij blinde, niet-tactiel ingestelde verjaardagsbezoekers (en dan mogen ze de drol niet proeven want anders geloven ze het nog niet). Bewaar mij, u bent ziende blind. Sta mij toe een gedicht, een bekroond gedicht te citeren, u herkent het aan de cursivering die ik aanbrengen zal. Dat doet er niet toe, maar bekroond is het. Zet u schrap:

04:40

er was geen muur de muur die er niet was is niet gevallen
de man met de foute snor is geen dictator en dat is geen snor
er waren geen explosieven het was geen oorlog er is niets ontploft

               
Daar was ik weer. Ik weet niet wat het betekent, ik ben u niet. Het is aan u hier Schoonheid in te vinden. Of Troost. Alles van waarde is weerloos, zei een halve nazi eens, maar de bundel waar deze tekst—want dat is zij toch in elk geval, wat nou, universaliteit bestaat niet, neemt u maar aan van wel—onderdeel van uitmaakt, was, ervoeren de literatoren en die hebben ervoor geleerd en u waarschijnlijk niet, daas wezen dat u bent, vijfentwintigduizend euro prijzengeld waard aan stichting, schoonheid en troost. Misschien hebt u de tekst niet goed begrepen, herlees hem maar. Ik zei toch, vijfentwintigduizend euro en Menschen die ervoor geleerd hebben!
                De laatste keer dat ik een museum bezocht, het Fotomuseum in Den Haag, was daar (voor ondergetekende leek) onbegrijpelijke redenen een installatie ingebracht die bestond uit een uitgebrande (of uitgeteerde, het geheugen is een oude hond heb ik weleens horen zeggen) auto waarin potten verf waren uitgegoten en twintig of veertig of—hoe dan ook kílo’s Wilhelminapepermunt in waren gestort en dat was het. Natuur zal kunst nooit blijvend evenaren, dacht ik, ziedend. En van de pepermunt moesten we afblijven.

Dit urinoir oogt zéér uniek,
daar het -hoewel met zeik besmeurd-
nu op zijn kant in kunstrubriek
bejubeld wordt. Ons rijk gekleurd
geklater dure prullen bouwt:
Duchamps formatie? Lullengoud.


Voor wat dat betreft is de grammatica van de 04:40-tekst traditioneler dan die van de lullengoud-tekst, maar dichters mogen alles, weet u nog? Om uw oud woonhuis peppels staan, en al die jazz. We zullen moeten spreken over esthetiek.

IIX.
Behalve dat zullen we niet. Ik heb al uitentreuren over Schoonheid dóór geëmmerd -je krijgt er haast diëresen van- en Roos is een roos is een roos is een roos. Natuur zal kunst nooit blijvend evenaren. Welk verhaal vertelt ons de roos?
                 Dat wij eens samen kijken waar dit fnuikt: de honingzoete geur van rode rozen werd -dichtertechnisch- veel te veel gebruikt; doet nu de meest voortvarende nog blozen.
                Ooit als een bloemrijk rijp embleem gekozen, wordt thans bij haar gebruik—geschuddebuikt: “die bloementaal? Inmiddels uitgeplozen, en wat dan nog als Lente zich ontluikt?”
                Pardon. Coprolalie. Stront voor mijn vrouw en voor mijn kinderen en eindelijk voor mijzelve stront. Wat uit mijn reet komt is ook puur. Focus, dichter!

IX.
Ik ben een Mensch, die aan de einder ziet dat alle schaapjes vrolijk staan te blaten. Waarom opeens dit grenzeloos verdriet? Vergeef mij, God, maar ik begrijp het niet. Zo sprak ik en God sprak tot mij: “er is geen einder en geen overkant.” De Jehovagetuigen moeten me dat nog uitleggen want Schriftvast ben ik niet. Ik weet wat Schoon is: schoon is de dood, de roos, de wassende maan. Welk Mensch vindt Schoonheid in bietrot? Het leven. God, ons Leven! Ons lief leven verwart en doodt ons stervelingen tot wij naar wat anders streven. Onze God heeft al wat wij maar doen allang beschreven. Hij deed dit zelf. Des mensen angstig beven voor dood en liefdeloosheid zet op slot de poort der zaligheid. Ons lichaam rot. Maar daarin zijn wij dan ook zeer bedreven!
                Ik voel mij één met eenzamen en droeven. Al wil ik graag, of ik ten hemel ga… ’t is immers hemels hier te mogen toeven! Terwijl ik tussen massa’s Menschen sta, kies ik U, Hemelkoning! Wil U proeven! En, lieve god, bestaan, doet u bijna.
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is ditmar6.jpg
X.
Het is twee voor twaalf, spreekwoordelijk, dan. Neem nog wat gebak. Waarschijnlijk blijft het alles onopgemerkt. God is dood, Reve is dood en de laureatoren van Radna Fabias worden vast honderd en gesubsidiëerd.
                Door moeten we, door moeten we, in een jachten, in dopaminejacht en sneven, of het nu opgemerkt wordt of is of niet, door de bossen en de duinen en horizontaal en koud als een hartpatiënt op de operatietafel, en ocharmen, jouw armen, mijn Carmen! Mijn geest raakt buiten zinnen van het vocht of de syfilis. Is het onopgemerkt gebleven? Neem het van mij aan zoals u dagelijks aanneemt van nupuntenel en Viola van het achtuurjournaal, het is om de Schoonheid, om de Troost, om de universaliteit en met alle pathos die dees dichter op kan brengen:

De dood is enkel moeten zonder kunnen,
en oorlog dient om dieren uit te dunnen,
en liefde is een duivels instrument
waardoor de Mensch zichzelf een God blijft gunnen.

Share This:

KARIN BEUMKES: over teruggevonden geluk: ‘ik trok je naar ons paradijs dan zwierf ik met je langs de zee’

ik trok je naar ons paradijs
dan zwierf ik met je langs de zee

Hoi dichter
Hierbij weer een nieuw verhaal dat bij de maandag past. Hierbij mijn gedicht Speelgoedpaardje.

Liefs
Karin



Speelgoedpaardje


Sprookjesdier
speelgoedpaardje slaapt op rommelzolder
velletje oud
oogjes zo wijs
van vroeger ben je
weet je nog..

ik trok je aan je ivoorgekleurde oortje
ik trok je naar ons paradijs
dan zwierf ik met je langs de zee
geduldig leerde ik je baden
totdat je wit en schoon en nobel was
de koningin te rijk kamde ik je manen
en zon toverde bezieling in je oog van glas

je bent veranderd in een zebra
wat heeft de tijd met ons gedaan
die rusteloze wezel
haat kinderlijk duimendraaien aan het raam
het dromerig gekwezel
en ik heb ook niet goed op je gepast

laat me het stof afnemen van mijn dom verzuim
je krijgt je paardenkracht terug
in elke vezel
ik streel je levend
tot op het allerlaatste puntje van je kruin.


Karin Beumkes


Muziek: The Waterboys – When ye go away https://youtu.be/kyoMs6EzOTM

Share This:

pom wolff – hoopvol ook

nu ik aan de rand gekomen ben
maar altijd nog blijf hopen
als het jongetje op de kermis

dat bleef hopen
op de munten
in het speelapparaat
die tergend langzaam
over elkaar schoven
en in de leegte verdwenen

zoals ik altijd bleef hopen
op een verdwenen zijn
zo wil ik altijd blijven hopen

pom wolff

Share This:

Vera van der Horst wint de enige echte virtuele JIJ ja JIJ bent de BLUES – trofee op pomgedichten punt nl

ik vrees vandaag met grote vrezen ik vrees er niet uit te komen – kies ik voor de poëzie of voor het meisje?  dat de heren geen schijn van kans maakten in deze door gevoel en emotie beheerste(?) versie van de zondagochtendwedstrijd zoveel werd mij wel duidelijk. de rationele verwoording van het thema legt het af tegen de meer lichamelijke gevoelde en beschreven sensaties van de vrouwen. het dichtst bij janis joplin kwam vera naar mijn gevoel. GOUD! dank aan mijn vier helden van vandaag – zij durfden.

Goenavond A,dam, hier Eindehoven 
Ga nu geen regeltjes tellen, want ik heb me al zo ingehouden, ik heb een blues van wel 1001 regeltjes vandaag


In mijn nieuwe blauwe bloes

hier ik, only the lonely halve zool
luisterend naar de radio, jank
liedjes weg over l love you, denk
Janis, you think he will do?
hier trappel ik, like her, van ongeduld
c’mon baby, babe wat ga je doen
zijn daar zon, maan en sterren uitgeblust
IK laat ze stralen voor je, met één kus
pak je juwelen uit die stoffige doos
draag ze als de jongeling van toen
jouw rozen ruiken not anymore
lief, IK scherp al je zintuigen weer
ik weet de weg naar arcadia
mijn eeuwige enige only zeg ja
de nacht vertrekt met al mijn liefde
nog voor het licht wordt, without you
kom snel, de morgenstond
heeft zich verslapen
en ik, ik kan je niet eens verlaten,
cry baby baby, omdat je er niet bent
Ohhhh..


Vera van der Horst

–>
de zon de maan en ook de sterren laat ze stralen voor de geliefde – nou dat is best veel toch? de opdracht was: ‘voor wie gaat/ging de dichter helemaal maar dan ook helemaal uit zijn/haar dak.’ aan die opdracht heeft vera voldaan. ze gooit zich zelf daarbij in de strijd. maar de geliefde lijkt niet meer vooruit te branden. met niets niet, met gloeiende hemellichamen niet, zelfs met vera niet. gelukkig hebben we de blues nog om mee uit te huilen. iets van de genadeloze ontvlambare heftigheid van de 50jaar geleden overleden en de toch nog eeuwig jonge en sprankelende janis joplin weet vera op te roepen. zo weet vera met haar woorden het zenuwgestel van de lezer te raken.
 
  • Vera van der Horstik jank liedjes weg over l love you
  • Rik van Boeckel – huil dame versmelt met de traan
  • Petra Maria – om wat wij misschien misschien altijd
  • Cartouche – leven, liefde zon en regen , mijn eiland, alleen jij
https://youtu.be/N36rnowF1og

deze maand 50 jaar geleden overleden janis joplin – dit wordt het zondagochtendwedstrijd thema – dat kan niet meer missen –
wie wint de enige echte virtuele JIJ ja JIJ bent de BLUES trofee op pomgedichten punt nl – dat we van de blues mogen lezen – de dichters blues –  en dan graag met dezelfde absoluutheid van een janis joplin – voor wie gaat/ging de dichter helemaal maar dan ook helemaal uit zijn/haar dak. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

schrijf me een brief
noem mijn naam
zeg me wanneer je komt

dat de covid ons niet deren zal
waar we lopen zingen we
liggen we

en zingen we
mercedes benz
zingen we bobby mcgee

o lord
janis was the blues
en jij jij de mijne

pom wolff

Stil in de stad blues

Het is stil in de stad
de ramen zijn gesloten
een handkus roept een dame
meer is er niet te halen

Janis zal zo zingen
het virus loert op ons
oh maandenlange dalen
oh Me and Corona blues

het is vreemd in de stad
geef ‘t virus nu de bons
het is tijd om te leven langs ‘t venijn
niet stil of eenzaam te zijn

positief of negatief dat is vraag

ademsnaren strelen de lucht
huil dame versmelt met de traan
ze geeft de juiste toon in de blues aan.

Rik van Boeckel
16 oktober 2020

–>
Rik schetst het eindpunt en hoe de blues dan huilend door de kamers van het hart raast – krast.  zoals janis summertime zong. erger bestaat niet wist de argeloze toehoorder. rik legt het ons in woorden nog een keer voor. een stille blues in een vreemde stad. de ramen dicht – binnen zijn verstilde blues buiten de genadeloze corona.
CRY CRY CRY

als ze zingt
zijn wij ook even
Janis Joplin

we kruipen
schril en hees
in onze armen
jou kan ik
vasthebben

en daarna
als het stil is
dan janken we
zoete tranen

baby cry baby
blijf nou maar
thuis
morgen

op het zebrapad
kan het ook
zomaar voorbij zijn

cry baby cry
om wat wij
misschien
misschien altijd

om wat we
kwijt zijn
wat we
zijn

petra maria


–>
petra maria eindigt nu al weken lang haar gedichten hier op een zeldzaam hoog vasalis niveau.
 
het zijn steeds de laatste strofen die verstild/versteld doen staan.
hadden we vorige week:
 
misschien
als we hier blijven
geen eiland is
immers ver genoeg
geen herfstdag stiller

misschien dan
weet je pas
weet ik nog
wat liefde is

petra maria
 
deze week het ontstellend mooie:
 
cry baby cry
om wat wij
misschien
misschien altijd

om wat we
kwijt zijn
wat we
zijn

petra maria
 
als je die twee combineert huilt ook mijn romantisch hart:
 
misschien
als we hier blijven
geen eiland is
immers ver genoeg
geen herfstdag stiller

misschien dan
weet je pas
weet ik nog
wat liefde is

om wat wij
misschien
misschien altijd

petra maria


Ja jij, jij alleen

slinger , schreeuw me rauw en nauw
je lach in het gezicht, leer me weer
te dromen met een enkele aanraking
verdwaal ik in deze vloed, geef me
jouw ster die deze nacht verlicht
en ik zal je mijn groeve geven
 
het groen – van je ogen maak je dat
mijn lucht dat eender blauw wordt
gekleurde stippen mijn ochtenden
ik zeil tussen de golven van je stem
en jij, en jij, en jij, alleen jij maakt
mijn ziel wakker met jouw licht
 
laat jouw wonden zien en het zal
helen, laat de hele wereld weten
dat jouw stem een geheim verbergt
noem jouw naam niet, laat ze
in de hemel sterven van jaloezie
je ogen zijn glinsteringen
 
je keel een mysterie – leven, liefde
zon en regen , mijn eiland, alleen
jij, Carolina, mí querida corazón

solamente tú


https://youtu.be/JlOzdWbRb48

16-10-2020
Cartumetouches


–>
carolina ook al – net als vera – in het hemelsblauw gekleed. en dat zij het voor hem is is wel duidelijk geworden hoor – hier – lieve cartouche – geen dak te hoog of cartouche weet de woorden voor deze geliefde er wel doorheen te knallen. die stem die hem van top tot teen beroert. net als bij vera gaat het dak eraf. maar waar cartouche de rauwheid benoemt kruipt deze bij vera onder de woorden het zenuwgestel in van elke lezer.

Share This:

Yvonne Koenderman: “Zijn zoetheid was haar dessert, het kondigde het einde aan, een laatste keer gevoel los tegen beter weten in, kleine hapjes nemen om zo lang mogelijk te genieten…”

Met het leven is het net zoals met een maaltijd. We geloven steeds dat het beste nog moet komen. Jammer genoeg weten we bij het leven nooit hoeveel gangen we nog hebben te gaan, maar bij een maaltijd wel.

Op een bepaald moment roept de zoetheid van het dessert in herinnering, dat ondanks het bestand van koffie en likeur, straks de rekening betaald moet worden en je alleen naar buiten moet, met de kraag van je jas omhoog tegen de kou, de regenachtige straat op om door de duisternis te worden verslonden.

Zijn zoetheid was haar dessert, het kondigde het einde aan, een laatste keer gevoel los tegen beter weten in, kleine hapjes nemen om zo lang mogelijk te genieten terwijl het steeds terugkerende getik van de klok tijd versnelde, dichter bij bracht en gelijkertijd verder weg, de rekening onverwacht langzaam in het vizier komend, de herinnering van zijn strelende zoetheid over haar tong vanuit pulserende hartstocht gecreëerd, vurig dessert met verrassende zachtheid.

En terwijl de wijzers doordraaien en de jas achter in de garderobe klaar hangt, hoopt ze dat de rekening nog even uitblijft, dat het een langzaam geserveerd grand dessert is waarvan de tussenpozen alleen het gevoel en de smaak versterken.
Als ze nu naar buiten gaat, kraag omhoog tegen de kou en de regen is op dit punt het einde nabij en ligt de duisternis op de loer, dus blijft ze liever even wachten, misschien wat angstig en onzeker, maar grand dessert of niet, wanneer de duisternis haar eindelijk verslindt, zal zij hem nog steeds in elke vezel voelen en proeven.

Yvonne Koenderman

Share This:

Gerdi Wind van de Kunstgroep Buitenveldert eert Willa Wierckx – wint schrijfwedstrijd 2020 – nu met het juryrapport

met die prachtige onbeschrijflijke mysterieuze majestueuze zo monumentale rood stralende avondlucht – o rode zon

Prijsuitreiking Schrijfwedstrijd
 
Het thema van de schrijfwedstrijd, die jaarlijks wordt georganiseerd door deze vereniging, https://www.kunstgroepbuitenveldert.nl/ is dit jaar Puur Natuur. De exposities die wij in het najaar organiseren in de Vreugdehof (De Klencke 111, Amsterdam) en in het Huis van de Wijk Buitenvelder t hebben hetzelfde thema. Het is altijd boeiend om te zien hoe gedichten en beeldende kunst elkaar kunnen versterken.
Helaas zijn de kunstcafé’s dit jaar niet doorgegaan zodat ook de twee prijsuitreikingen van de schrijfwedstrijd op alternatieve wijze hebben plaatsgevonden.
De hoofdprijs is gewonnen door Willa Wierckx, zij ontving uit de handen van de jury een speciaal bij haar gedicht door Gerdi Wind vervaardigde ets/aquatint, waar zij erg blij mee was. Bij deze kleine feestelijke gelegenheid ontving jurylid Pom Wolff uit waardering voor zijn professionele beoordeling èn het kundig verwoorden in het juryrapport een ets van dezelfde kunstenaar.
De tweede prijs, op een andere tijd en een andere locatie, werd gewonnen door Anton Meester, die een door Ienke Damsté gemaakte linoprint in ontvangst mocht nemen, ook hij was zeer blij met de gewonnen prijs.
De jury bestond naast Pom Wolff uit Gerdi Wind (voorzitter van Kunstgroep Buitenveldert). Zij heeft zich met veel plezier over inzendingen uit de wijk, maar ook uit Friesland en zelfs België gebogen en kwam tot een unanieme beslissing.
Zie ook de website van Pom Wolff: www.pomgedichten punt nl
–>Thema: PUUR NATUUR
Juryverslag  – de schrijfwedstrijd 2020 uitgeschreven door de Kunstgroep Buitenveldert met het thema PUUR NATUUR


De schrijfwedstrijd 2020 uitgeschreven door de Kunstgroep Buitenveldert met het thema PUUR NATUUR voor dichters uit Buitenveldert en omgeving heeft een twintigtal dichters geinspireerd tot het inzenden van gedichten. Het woord ‘omgeving’ is door een aantal inzenders breed geïnterpreteerd – zelfs inzendingen uit Belgie werden ontvangen. Enschede, Friesland, Maarssen, Almere, ja zelfs Lent lieten zich niet onbetuigd. De jury bedankt de dichters, alle dichters voor hun inzendingen heel hartelijk. Toch dient de omschrijving ‘Buitenveldert en omgeving’ meer in beperkte geografische zin opgevat: ‘Buitenveldert en omgeving’ mag Amsterdam en omgeving zijn, Amstelveen ook nog goed – maar Belgie gaat echt te ver. Kunstgroep Buitenveldert –  https://www.kunstgroepbuitenveldert.nl/ –   is nu eenmaal een lokaal gebeuren.
Op een warme donderdagochtend in het vroege ochtendlicht waarin de nacht was opgegaan, in augustus van het jaar 2020 kwam de jury bijeen  – Gerdi Wind en Pom Wolff  – zij lazen de door de 020 dichters  ingezonden gedichten hardop aan elkaar voor in een met zon overgoten natuurtuin – in Buitenveldert – nog geen wijn op tafel – puur natuur dus – onder het genot van een kopje koffie – kortom nog volledig bij zinnen.
Bij de inzending van Niels Root schreef de jury:
 
Niels Root
een alleraardigst gedicht. lieflijk ook. de lentezon centraal in het hoofd van een rijmende hoofdpersoon. toch ontkomt de dichter niet aan clichés: bijtjes die zoemen, vogeltjes die fluiten. we missen, hoewel de dichter de zon zo graag ziet stralen,  die magistrale stralende zon van een johnnie van doorn – l poëzie met een beetje lef, woorden die een beetje buiten de geëffende paden trachten, een regel die de lezer op het verkeerde been zet, een gedicht met onweer.
 
Bij Norma Bouterse: dichteres is blij. heel erg blij. een gedicht vol blijdschap.  ‘wij zijn twee bloemen van een plant’ – een mooie regel. maar toch: het schrijven over  blijdschap alleen is niet genoeg voor een winnend gedicht.
 
 
Bij Merik van der Torren: ‘het aroma van slakkenstront’ is de jury onbekend. weer wat geleerd. een gedicht met aardige aansprekende regels over bossen munt van vroeger, de ganzenveren deken, de wijde rokken. en toch op de een of andere manier lezen we  liever niet over slakkenstront. in een kort gedicht telt elke regel dubbel – ook de regels die je liever niet leest.
Bij Miyuki Hoogeveen: Miyuki kent wel heel veel ‘intensiteit’! wel drie keer in één gedicht. wat de jury betreft teveel intensiteit. als de jury heel precies zou lezen dan gaat het in de eerste twee regels al mis. als de geur van koffie de grote motivatie is om op te staan dan heeft iemand anders die koffie gezet – niet Miyuki zelf  – en dan ben je dus ook niet ‘alleen’ zoals we later in het gedicht lezen. of deed de timer zijn werk of was het de geur bij de buren. hoe dan ook: de echte jury kritiek richt zich op iets anders – vooral op de grote woorden (motivatie, intentensiteit, promoveren) die in ‘het gedicht’ worden gebruikt en die je nou net niet in een gedicht moet gebruiken. het gedicht is meer een stuk proza met soms aardige redeneringen.
Bij Méland Langeveld: dichters moeten niet te veel hun best doen – dan geloof je ze niet meer – je kunt ook zeggen dan zijn ze met zichzelf bezig en niet met de lezer – voor wie ze toch in wezen schrijven – zeker in een wedstrijd: de jury bedoelt ‘wijsheid die rijpt’, ‘korzelig kraken’, ‘blaadjes die week klapperend hangen in de frisvroege wind’ en dan wordt er ook nog  ‘ontpopt”. nee dit gaat allemaal te ver en is te ver gezocht om nog geloofwaardig te zijn. deze dichter kan natuurlijk wel goed schrijven, maar svp minder constructie en meer hart. én daarmee geloofwaardigheid.


Bij Florian de Vries: hoewel dichter natuurlijk een geëigende poëzievorm heeft gekozen – voor die gedachte hulde –  bij het gegeven thema PUUR NATUUR – toch hebben de leden van de jury weinig op met de haiku: met de geconstrueerde regels met zus of zoveel voorgeschreven lettergrepen.
 
Bij Arie Lalleman: niet dat de jury arie helemaal volgt  in zijn iets te chaotisch opgezet gedicht – de dichter wisselt daarvoor net teveel van perspectief –  maar dat hij vissen laat verdrinken is werkelijk briljant. dat zie je niet vaak! arie schreef iets te veel anekdote voor de winst.
 
Komt de jury bij de drie meest eervolle vermeldingen – de volgende drie topgedichten waaruit de winnaar  van deze wedstrijd werd gekozen: Puur natuur van Willa Wierckx, de Knuffel van Imad Abbas en Puur Natuur van Anton Meester.
 
We lazen hartverwarmende woorden van Imad Abbas. “het mooiste dat kan gebeuren is de Knuffel..” een dapper handschrift gedicht, waarin hij een zeer sprekend gevoel weet over te brengen hoewel de Nederlandse taal hem te zwaar valt en hoewel hij in het gedicht  woorden moet gebruiken uit een taal die niet de zijne is. De jury vermoedt dat als deze dichter in zijn eigen taal zou schrijven en als de jury die taal machtig zou zijn dat we zouden omvallen van bewondering.
 
Zeker ook een meer dan eervolle vermelding voor Anton Meester en zijn gedicht. Een indringende herhaling van woorden: ‘Wat opvalt is de stilte buiten,..’ waarna de dichter met overtuiging en poëtische kracht de verworvenheden die deze (corona) stilte biedt invult met eigen geluiden en waarnemingen.
 
 
Willa Wierckx schreef een natuurverheerlijking  – in tijden van Corona – in deze nieuwe werkelijkheid zoals zij deze tijd benoemt –  gaat dichteres op zoek  naar iets van puurheid, iets van echte natuur. weg uit de benauwenis van die benauwende coronatijd – zo gaat zij –   op zoek aan de randen van de stad binnen de randen van de ontstane mogelijkheden – én dichteres vindt uiteindelijk een weg uit al die benauwenis – in de natuur –  in poëzie beschreven, een natuurlijke weg. een formidabel gedicht.  een bevrijdend gedicht. voor de dichteres zelf en voor de lezers.
In de laatste regel van de voorlaatste strofe las de jury de woorden ‘rode rok’ waar de jury vanwege het rijm ‘rode dijen’ verwachtte. zo zet deze dichteres in dit winnende gedicht de jury op het verkeerde been. Van Harte gefeliciteerd Willa – mede namens de juryleden Pom Wolff en Gerdi Wind.
 

Puur natuur

Ik liep in de Corona stad,
slalommend in de nieuwe werkelijkheid
Tussen vol, lawaaiig en obscuur,
ontwaakte de drang naar de natuur.

Ik liep langs straten en langs pleinen,
zag gazon en perk en grind
Ik dacht, hoe lang moet ik dwalen,
voordat ik iets natuurlijks vind?

Aan de randen van de stad gekomen,
zag ik een weiland, met alleen maar gras
De zon scheen ongenadig op de koeien,
omdat er geen boom met schaduw was.

Ik schudde mijn hoofd en een beetje somber,
tuurde ik halsreikend naar gewas
Misschien dat daar, rond dat verre bochtje,
nog iets natuurlijks te vinden was?

Ik vond een weggetje, het leidde naar een slootje.
De bermen vol met klaver en met boterbloem.
Daar groeide klaproos en kamille
en overal klonk het gezoem,

van hommels en van honingbijen
Ik kon me tussen struiken, gras en bloemen vleien,
Zacht en geurend was mijn plekje,
een vlinder landde op mijn rode rok.

Over het water zweefde een waterjuffer
en daalde sierlijk tussen het bloeiend riet
Het zwoele briesje rook naar puur natuur,
toen ik daar neerlag in het middaguur.

Willa
24-7-2020
 

Share This: