de amsterdamse dichter van der torren hebben we leren kennen als een vredelievend en natuurvriendelijk mens. ook in het hondenasiel wordt er vrolijk op los geblaft als merik weer eens een hondje komt uitzoeken voor de soep. zo gauw er besjes aan de struiken groeien hanteert de dichter de knipschaar – wel struiken geen besjes lijkt het motto van de dichter. merik met zijn kappersverleden spreekt liever over ‘opknippen’. niet menselijks is deze dichter vreemd. toch lijkt het erop of de hitte de eiwitten in het hoofd van de dichter heeft bereikt en dat – zoals professor scherder ons heeft uitgelegd – de verbindingen enigszins verstoord zijn geraakt. schrik niet als u de poëzie van dichter van der Torren vandaag onder ogen krijgt op pomgedichten punt nl – dichter keert zich tegen het groene gras waar dichter volledig op uitgekeken is. in het hoofd van van der torren zal de wereld nooit meer zijn zoals de wereld van het gras was en zoals wij de wereld hebben leren kennen. het is wel even wennen.
Hoi Pom, Hierbij een uitgeschreven droom-beeld. Voor pomgedichten. In de bijlage, groet, Merik
Droom 10
Voor mij strekt de eindeloze grasmat zich uit, staal-blauw, eigenlijk kunst, abstract.
Hij moet opgerold voor het volgend seizoen.
Daar is zat tijd voor, Rob zal het doen.
De oude oprollen en de nieuwe plaatsen, even staal-blauw.
Dan is de klus alvast geklaard, een hele geruststelling.
Mijn eiland lonkt wat naar me ik sla mijn armen om haar heen en snuif haar geurend zuchtend op een vlucht vogels maakt straattheater terwijl op de noordpunt eb en vloed elkanders ritme volgen waar zeemeer minnen kiezen voor het zoute sop.
Oneindig heb ik haar veel te lief ik mis de zondagen vol klokgelui de heimwee valt over mij heen.
Hoe oneindig moe ben ik van deze stad en hoe griezelig veel ben ik alleen.
–> toen ik het las wist ik het. ik heb goud in handen en dat is niet anders geworden in de loop der dagen – wat een prachtgedicht van petra maria. hier onder de hibiscus straal ik en bloei ik op als de bloemen om mij heen. ‘vergeten regen’ prachtig prachtig prachtig. een levensverhaal vol elementen waar dichteres heel gepast afgepast en zo ontzettend poëtisch over kan schrijven. het is werkelijk een prachtgedicht. zo lees je ze niet veel in dit weer maar ook niet in ander weer. ik kom er niet over uitgesproken hier in de tuin. petra maria heeft goud in haar handen met dit gedicht, we zijn getuige van een gouden dichterschap. van harte petra maria.
VRIJ
warme zwoele dagen en vergeten regen als het maar ver van huis gezichten met nieuwe vragen zijn
is het nog zomer thuis staat de schutting tussen de herinneringen waait de kersenboom met de holle winden
in de zoute golven spelen kindervoetjes van verleden veilig in de armen van wapperende zomerjurken
het gevoel van voorbij wacht geriefelijk achter de voordeur de onmin ligt nog op de mat laten we de koffers toch maar niet, nee
Petra Maria
het jurybankje onder de hibiscus
Frans Terken: in bakken met ijs koelte
Petra Maria: warme zwoele dagen en vergeten regen
Rik van Boeckel: de wind hoor haar waaien langs takken
Ien Verrips: poes ligt voor dood
kunstwerk muurschildering peter posthumus
wie wint de enige echte virtuele – het grote vakantiegevoel – trofee op pomgedichten? naar aanleiding van een berichtje van peter posthumus en zijn kunstwerk het thema van deze week: het grote vakantiegevoel. aan de dichters de vraag laat ons delen in uw grote vakantiegevoel – zodat we er in deze nare tijden vrolijk van kunnen worden – al is het maar de vrolijkheid van een gedicht lang!! peter schreef:
‘Hoi Pom, Ik ben druk bezig met zomerse activiteiten o.a. met het maken van een muurschildering ( zie bijlage ) en met het wat om me heen kijken hier in Denemarken. Tot september komt er wrsl. heel weinig van. Ik kom denk ik ook niet 23 augustus naar Ruigoord ( rebellenclub ). Laat het allemaal wat van de tweede golf corona in Nederland afhangen. Wil de komende tijd voor zover die strekt ook gebruiken voor de productie van een nieuw bundeltje ( op afstand ). Je hebt het denk ik al begrepen, ik schort mijn bijdragen aan de site even op tot september. Tenminste ik ga er vanuit dat ik dan weer welkom ben. VI ses, peter ‘
ach u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
en ook dat
weet je nog dat we in vinkel liepen langs de randen van ons onvermogen het alleenrecht op onzekerheid dat we deelden
er hoorden dagen bij de lippen van de nacht toen we te weinig nog en dronken van de scherven de ruimte niet begrepen
er was vuur in de tuin in de regen een vrouwenbeen hing in een boom te overleven, jij leed aan orde ik aan aarde, er was applaus
de wereld zwijnde en varkens paarden schatje zo leek het toch nog ergens op de liefde stal iets van de oorlog
als een dichter van de woorden dood van leven in een ver veroverd land we moesten lachen en ook dat verging
pomwolff
Dichter bij het ijs
Hoe je in een warm oord zonder een woord niksigheid nastreeft en ontdooien van dagelijkse sleur
in bakken met ijs koelte zoekt voor het verhitte hoofd en vermoeide voeten te rusten legt
gedienstige tafeldames schieten met tropische versnaperingen toe een wuift een waaier van palmbladeren
en jij ziet dat het goed is onder de hoge zon aan de hemel heb je aan een handbeweging genoeg
telt koel je zegeningen en de restwaarde van je voucher
–> zeer geestige wending in de slotregel – als een Ien verrips hieronder de toestand in de wereld én in ons kikkerlandje beschreven. kunnen we rustig aan Frans over laten. het is dat ik niet vlieg en ook geen last van vouchers heb die uiteindelijk van weinig waarde zullen zijn. of de maatschappij is failliet of je kunt er volgend jaar nauwelijks nog meer naar Brussel vliegen – dat wordt bijbetalen zoveel is zeker. Frans legt op een zeer aangename wijze de maatschappij bloot in dit weer. doet u mij die dame maar met wuivende palmbladeren mijnheer! brons voor Frans
Het ritme van de natuur
Op het ritme van de natuur dans ik door de Vogezen zing: laat de bossen winnen speel de snaren van de groene harp met de magie van de poëzie van Vittel tot Darney en Ecolonie
laat de natuur winnen laat de bossen met rust wandel op het ritme van de wind hoor haar waaien langs takken bladeren groene aderen van de lucht
oh wind oh adem der natuur verbind de dagen met de weken zing dat de bossen winnen laat de snaren zuiver trillen kus alle monden met het water dat de tijd verdraagt.
Rik van Boeckel Ecolonie . Vogezen. Frankrijk
5 augustus 2020
–> rik deed zijn reisverslag en verslagen al eerder op de pom. gedicht past prima bij het thema. waar rik is is poëzie en is muziek. en verrassende regels: het water dat de tijd verdraagt. mooi hoor. als je rik van boeckel leest word je altijd vrolijk. dus alle depressieven in dit land, laat aan de dokter de pillen, laat de zomer de zon, drink een paar regels rik van boeckel, dans op het ritme van zijn woorden en de hibiscus zal ook weer in jou bloeien – zo dat de wereld weer een beetje te doen is.
poes ligt voor dood stikkend in de hitte van de snikkend hete zomerdag trilling van de lucht is alles wat beweegt
ook ik hou me gedeisd
straks als de zon ondergaat halen we weer opgelucht adem
Ien Verrips
–> keurig gedaan Ientje. zo is het. geen woord te veel geen woord te weinig in dit weer. prima gedicht. en och arme poes toch. terwijl de vogeltjes zo kwiek in dit weer van appelboom naar appelboom huppen. nou ja in de tuin van uw webmaster doen ze dat. webmaster gedoken onder en bij de hibiscus die in volle prachtbloei staat te glimmen. hoe dan ook erg blij met de realistische blik van Ien op het hete zomerse gebeuren. vanavond haalt ze weer opgelucht adem. lezen we. dan kom ik wel even langs om de witte gekoelde wijn daar achter in het noordhollandse tot mij te nemen. ik zeg een mooi gedicht ik zeg zilver – ik zeg gefeliciteerd Ien.
Voor sommige gesprekken is er nooit het juiste moment.
Ze fietsten door de polder. De zon scheen en voor het moment van de dag waren er weinig amateur wielrenners die de rust verstoorden. Hij vertelde haar al fietsend, wat ze al wist over hun intieme omgang. Zijn idee, dat hij lang daarvoor te veel druk op deze omgang had gelegd. En dat hij daar spijt van had. Dat hij graag met een schone lei zou beginnen. Naar haar wensen wilde luisteren. Hij had niet door hoeven praten, maar een paar overbodige woorden van verontschuldiging ontsnapten hem nog, om de stilte naar een antwoord te overbruggen. Ze vertelde hem, dat ze meer tijd moesten maken. Dat het goede moment er telkens niet was. Dat hij de voorwaarden zou kunnen scheppen. Hij wist voor zichzelf dat de boodschap op dat moment verloren gegaan was. Het was weer niet het juiste moment geweest
Een bekende schrijfster vertelde hem ooit, dat hij best met honderd andere vrouwen naar bed zou kunnen gaan, maar dan zou hij dat niet moeten doen om alleen te neuken, maar ook om te praten en vooral te luisteren. Dat zou erg leerzaam zijn. Maar hij was niet met honderd andere vrouwen geweest. En had enkel geluisterd naar de stemmen in zijn eigen hoofd en de stem van zijn eigen vrouw. Die zweeg door te spreken in banale alledaagsheden en facilitaire voorwaarden. Had hij nu werkelijk nooit geleerd te luisteren? Was hij doof geworden voor wat ze zei, of was de stilte achter de praktische woorden de grote ontdekking die wachtte? Hij besloot dat hij zou wachten. Na zoveel jaren samen was er geen enkele reden om te haasten meer met wat dan ook.
Dromerig draaide hij zich om. Daar lag ze, met een lach op haar gezicht, de ogen nog dicht. Een warm gevoel trok door zijn buikstreek en hij voelde bewust zijn rustige ademhaling. Het gouden licht van een voorjaarsmorgen viel door de stoffige ramen en verspreidde een filmisch gele gloed door de kamer. Dit moest een deel van de droom van zijn jeugd zijn. Een fragment van een verhaal dat al levende geschreven werd. De antwoorden op alle onbeantwoorde vragen lagen nog geen meter van hem af. En hij luisterde naar al wat in de stilte van haar besloten lag. De volgende morgen werd hij ergens anders wakker.
Een mens is incompleet. Dat kun je belijden. Er zal altijd iets zijn, dat ontbreekt. Waarnaar je heel hard kunt proberen te zoeken. Of erin berusten. Dat het nooit het één zonder het ander zal zijn.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
Op het ritme van de natuur dans ik door de Vogezen zing: laat de bossen winnen speel de snaren van de groene harp met de magie van de poëzie van Vittel tot Darney en Ecolonie
laat de natuur winnen laat de bossen met rust wandel op het ritme van de wind hoor haar waaien langs takken bladeren groene aderen van de lucht
oh wind oh adem der natuur verbind de dagen met de weken zing dat de bossen winnen laat de snaren zuiver trillen kus alle monden met het water dat de tijd verdraagt.
Ik kwam een boekje tegen, een ringbandje dat ik ooit kocht in Italië, omdat ik vaak overliep van de vele zinnen die in mij opborrelden. Het heeft een kaftje dat lijkt op krokodillenleer. Ik werkte toentertijd in de Nes en in de zomers vaak op festivals met maffe Amerikaanse acteurs. Veel reizen, veel wachten, veel idiotie, omdat de acteurs liever stoned waren dan op het podium stonden. In het boekje staan losse flarden en aantekeningen voor nieuwe stukken en de ergste gebeurtenissen. Maar ik heb mijn vriendin waar ik mee samenwerkte beloofd om daar nooit meer over te spreken. Tussen alle rommel staat dit bovenstaande gedicht. Ik heb het dus opgestuurd naar de Viva en het werd geplaatst! Ik kreeg 75 euro voor de publicatie, wat een bevriende dichter veel vond, zoveel had hij verdiend met zijn hele bundel. (Ik noem geen namen) Ik wist toen, of nam toen aan, dat ik geen serieuze poëzie schreef, maar Viva poëzie.
Maar nu 33 jaar later klinkt het nog steeds fris en ritmisch. Ik weet niet, nog steeds niet of het poëzie is. Maar het is helder. Bij Festina Lente werd het gezien als een slam gedicht. Maar alleen ik, ken de man, het deel van de stad en het gevoel dat ik voor hem had. Liefde verdwijnt in een wonderlijke leegte. Maar deze woorden brengen het gevoel weer tevoorschijn, over de verdwaasdheid en de wanhoop die ik toen had.