VON SOLO neemt afscheid met de woorden: “Maar voor nu moet ik even een andere weg in. Een onbekende.”


VON SOLO:
Maar voor nu moet ik even een andere weg in.
Een onbekende.
 
nou dan ga ik U eerst bedanken voor al het moois dat u deze site heeft gegeven. voor die 392 columns en nog een aantal meer – een jaar of 8 denk ik. en dan ga ik u voor de komende tijd mooie lieve dingen wensen. vrijheid of wat dan ook goed voelt. en natuurlijk altijd welkom terug met het leven, met poëzie of de verhalen erover. het was mooi beste VON. mijn hart huilt natuurlijk wel een beetje. er is een klein stukje van mij geamputeerd. maar grote dankbaarheid overheerst. tsjee de columnist die het leven elke week weer een stukje verder bracht – van zichzelf en van anderen – die verdient de vrijheid die hem toekomt en die hij wenst – mooi voor het onbekende – baanbrekend mooi – dank je wel voor zoveel. X

foto: Theo Huijgens
de redactie van pomgedichten heeft de best denkbare opvolging weten te vinden voor de donderdag van Von Solo – (ook op de vrijdag trouwens zal een nieuwe ‘columniste’ haar opwachting maken hier op deze site.) heel erg blij met de vrouwen die deze site op zeer eigen wijze zullen gaan versterken. donderdag en vrijdag hier te lezen de nieuwe namen, mensen, vrouwen, dichters, teksten.

Share This:

bericht uit de hemel – JOOP KOMEN: ‘maar lieveling, verlaat me niet…’

Ik weet, vaak doe ik je verdriet
woorden niet altijd goed gekozen,
dank met de drank en nooit met rozen,
een klankbord om mijn gram te lozen,
maar lieveling, verlaat me niet.

Nooit eens een ridder, steeds bandiet.
Mijn handen losser dan mijn kozen,
mijn jaloezie als ‘k jou zie blozen,
de lekke boot die jij moet hozen,
maar lieveling, verlaat me niet.

Ik weet, je vindt mij hypocriet
als soms mijn spijt wil bovenkomen,
mijn krokodillentranen stromen,
maar lieveling, verlaat me niet.

Toch zal het nog een keer gebeuren
dat je mij onder de trein zal pleuren.
Maar mocht je ooit dat plan beramen
ik zweer ’t je, dan gaan we samen!

Joop Komen

Share This:

Merik van der Torren aan het buurten


Hoi Pom,
Een ontmoeting met mijn vriendelijke buurman Mo gaf me dit tekstje in; zo’n beetje een beschrijving van het gesprek dat ik met hem had, groet, Merik


Burenbabbel 2

Laat in de avond kwam ik Mo
tegen met hondje Boefje.
 
Alles ging goed met ons allebei,
ook met de honden Boefje en Betty.
Ze snuffelden aan elkaar,
dame en heer op leeftijd.
 
“Ik lees wel eens gedichten voor,”
vertelde ik Mo.
“Wat zijn dat ?” vroeg hij.
“Eigenlijk korte verhalen,” zei ik.
“ Dan hou je ook van filosofen,” zei hij,
“ filosofen zeggen interessante dingen.”

Share This:

Anne gebiedt


geniet
niet met mate,
maar kom thuis
na het verdwalen

Anne van Walraven
Anne van Walraven / @annevanwalraven

Share This:

Karin Beumkes en haar mens&melodie op de maandag: ‘de hondenbek lag in de dood te drogen…vergeef ons Heer, wij weten wat wij doen.’

Aloha dichter
Het bier is best. De kat is geil. En ik heb lekker toch mijn eigen stijl. Welterusten voor straks.
Karin


Metamorfose

Hebben de hond begraven op een geheime plek
het lichaam werd door dekentjes bedekt
geelgespikkeld bruin waren zijn ogen nog
de hondenbek lag in de dood te drogen.

Hebben de goden in onszelf ontdekt
hebben drie keer hard en vurig op de grond gespogen
hebben het onze vader opgezegd
vergeef ons Heer, wij weten wat wij doen.

Hebben de laatste flessen
op het land ontkurkt
toen wij elkander op de poolvlaktes ontmoetten
moesten wij werkelijk wennen aan pantoffelvoeten
aan de ontnuchterende stilte die na het drinken komt.


Muziek: Neil Young – King https://youtu.be/7d4cDMiUarA

Share This:

Dichteres Vera van der Horst moppert over kleine ingreep in haar meterslange gedicht

Vera van der Horst had een gedicht met 12 strofen ingestuurd voor de zondagochtendwedstrijd op pomgedichten punt nl – op zich geen slecht gedicht maar wel een beetje erg lang gedicht. 12 strofen van steeds 5 regels – tellen we toch gauw een regeltje of 60. bij nadere lezing en herlezing viel er steeds een strofe af om tot de conclusie te geraken dat de laatste strofe eigenlijk de beste strofe was van het gedicht – voorts ook precies het gevraagde thema omvatte en eigenlijk ook helemaal geen andere steunregels behoefde – de 55 overbodige regels weggehaald en zie daar een prachtig gedicht van Vera van der Horst:

ze vouwt propjes van de bladeren
schiet daarmee kringen in het water
en als de herfststormen gaan woeden
weet ze hem daar
zoals hij haar ooit de lente uit droeg


Vera van der Horst

nagekomen commentaar van dichteres: “we houden wel korte gedichtjes over als pom ze heeft uitgekleed.”

Share This:

Petra Maria wint de enige echte virtuele – welke plaats – wil u wel nog één keer dromen – de over wat mooi was en mooi is gebleven trofee op pomgedichten


2x overspoelde is eenmaal overspoelde teveel – en toch is goud deze week voor Petra Maria – die droom die we allemaal hebben heeft zij voor ons gedroomd – goud op voorwaarde dus – de voorwaarde dat de eerste regel in de voorlaatste strofe een beetje gewijzigd wordt – ‘ik jou steeds overspoelde’ wordt vervangen door ‘en ik jou steeds’ – verder een prachtig gedicht met die heerlijke deuropening tegen een achtergrond van ademloze zeelucht – van harte Petra Maria

aan zee

is alles luchtiger
niet zoals het dijkhuisje
in Wolfaartsdijk

het licht was er geel
en het geurde
andere levens

ik zie je nog staan
in de deuropening
het waaide zo koel

langs de oude zeedijk
waar het water verscheen
het dorp overspoelde

ik jou steeds overspoelde
de tijd ons langzaam
naar zoute dagen afdreef

kon ik maar weer eens
jong en luchtiger
in de deuropening blijven staan
aan zee

petra maria
te Ebeltoft

–>
de gedroomde plaats van Petra Maria – de plaats die iedereen nog wel een keer wil dromen. naar die plaats zijn we op zoek vandaag. petra maria schenkt vandaag prachtige regels: ‘het geurde andere levens’ en ze spreekt over de ‘zoute dagen’ en over het verlangen naar de tijd van zoet. ze ziet hem nog staan in de deuropening, een indruk die nooit is weggespoeld. een gedicht met een hoog zoutelande gehalte. blof weet er wel raad mee. ik zie er prachtige aanzetten in voor een prachtig lied.
 
 
‘het licht was er geel
en het geurde
andere levens’


ja als een lied zo begint – steek de kaarsjes maar aan – omarm je geliefde en vergeet de covid.
te Ebeltoft


Petra Maria – langs de oude zeedijk

Rik van Boeckel – tussen zonnebloemen van La Dordogne

Elbert Gonggrijp – Er prijken strepen in het stalen water

Vera van der Horst – en als de herfststormen woeden weet ze hem daar

Frans Terken – onder strakblauwe hemel en platanen

Ditmar Bakker – met radeloze rozen

Anke Labrie -in de kamers van haar hart


wie wint de enige echte virtuele –  welke plaats  – wil u wel nog één keer dromen – de over wat mooi was en mooi is gebleven trofee op pomgedichten?
 
ach elke dichter kent die plaatsen wel – waar in stilte werd genoten van het uitzicht, van het zachtromantische gevoel, van de aanwezigheid van die gedroomde liefde, van de liefde op zich – de gedachte aan een moment waarin alles samenviel – een plaats die nog wel eens opspeelt in dromen – een plaats die iedereen nog wel een keer wil dromen. aan de rand van een dorp wellicht met uitzicht over weilanden, op het gras van een weiland. de rand van een meertje, het terras in die verre stad. ach er is zoveel dat we het mogen lezen deze week – over de plaats of over het gevoel van weleer of over de droom. over wat mooi was en mooi is gebleven. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

misschien
 
niets mooier is
als woorden groeien
van verlaten liefde tijdloos stil
 
om alleen
nog die te houden
die er echt toe doen
 
mijn lichaam is hier
mijn hart ligt daar
zo zal ik altijd onderweg zijn
 
misschien
dat ik daarom zo graag naast je zit
en nergens aan wil komen
 
pomwolff
 
De reizende droom

Koester de groene droom
van de bossen in de Vogezen
daal af langs de kliffen van Étretat
tijd neemt herinnering mee
naar valleien van een toekomst

waar ik jou zag en zag en zag
in beekjes van de Quinta da Estrela
tussen zonnebloemen van La Dordogne
aan Playa Siboney onder El sol de Cuba
in La Casa de Música Habanera

liefde reist met de horizon mee
tot aan jaren dat geheugen dementeert
woorden het verleden dragen
zinnen soepel dansen over papier.

Rik van Boeckel
11 september 2020
–>
Rik op reis. een terugblik – ja stonden we niet allemaal ooit daar bij Etretat ons te verbazen. maar bij Rik geldt het vele en niet het ene of toch: die prachtige herhaling in euforie: ‘waar ik jou zag en zag en zag…’ tot in de derde strofe – de strofe van het verval. van voorbij en  van alles weg  – op het papier na waarop de woorden. misschien is het woord zelf ‘dementeren’ net teveel – kan het verval poëtischer beschreven?



Pastorale
 
Een moederlijk grijs wijst de weg
langs geruststellende zomers – de bomen
standvastig voor de dromen die
gezamenlijk bijeenkomen.

De gele bermen snijden diepte uit –
hun dorstig toebehoren dat
een historisch woekeren kent –
nu als een voorzichtig
Godsgeschenk.

Het onderscheid verglijdt en wie
het weet – er kan gegist naar dit onbekende –
zee en horizon gelijk. Er prijken strepen
in het stalen water, er vraagt zich af
een vaag contrast.

Er wordt liefde liefgehad – een stille wenk
dat de tijd tijdloos voorbij drijft – loom als dit
aanstaande uitzicht zelf –
 
Elbert Gonggrijp,
snelweg A7 t.h.v. Hippolytushoef

–>
‘zo kun je ook dromen. Op een reis en niet weten in welk era je je bevindt. Proeven en het met moeite kunnen benoemen…’ schrijft Elbert in de bijsluiter. wat mij betreft wordt dit nivo van contemplatie op meesterlijke koplandsiaanse gehaald in de laatste strofe.

Er wordt liefde liefgehad – een stille wenk
dat de tijd tijdloos voorbij drijft – loom als dit
aanstaande uitzicht zelf –


maar de weg naar de top ligt bezaaid met constructie en met dichterlijk pogen. ooit riep ik gerdin linthorst terug uit een uit haar handen gelopen dichterschap met heel veel – te veel – adjectieven. ook hier buigt het gedicht onder die last door in de eerste drie strofen.
 
Jaargetijden

De zon zal nooit veel feller schijnen
dan waarmee hij nu de herfst begroet
een vrouw loopt langs het water
met op haar lippen zijn warme gloed

ze meandert zachtjes de woorden
die hij haar nooit toevertrouwde
en zij toch bij haar draagt
soms kunnen woorden onuitgesproken
van de teerste schoonheid zijn

ze vouwt propjes van de bladeren
schiet daarmee kringen in het water
en als de herfststormen woeden
weet ze hem daar
zoals hij haar ooit de lente uit droeg

Vera van der Horst
–>
Vera van der  Horst glorieus winnares vorige week  – eens kijken hoe zij de ooit gedroomde dag die zij ook werkelijk beleefde terug weet te dromen en in welke romantiek zij de lezers onder laat gaan. bij de eerste regel moet ik aan shaffy/list denken – het gras zal altijd groener zijn…. waarom  weet ik eigenlijk ook niet. deze week is alleen de de derde strofe van hoog nivo – heel hoog poëtisch nivo. kan ook gewoon op zich zelf staan en bedekt alleen al het gehele gevraagde thema.

ze vouwt propjes van de bladeren
schiet daarmee kringen in het water
en als de herfststormen woeden
weet ze hem daar
zoals hij haar ooit de lente uit droeg


waarom dan ook nog die eerste negen regels waarin de dichter tracht met een teveel aan woorden pracht: warme gloeden/ woorden die meanderen/ en zelfs de teerste schoonheden komen op lezers pad. maar de lezer wil het gewone, wil de eenvoud van de laatste vijf regels die van een ontwapende schoonheid zijn. de lezer wil propjes van bladeren.
Dichter bij Lourmarin

Naar het zuiden afgezakt
om van land en zon te genieten
vond ik je in Lourmarin achter een kraam

in één oogopslag
overbrugde je de hele afstand
alsof je al weken op me wachtte

met een bloemenkrans om je hals
en gedoopt in de geur van lavendel
wees je me specialiteiten van de streek

een reis maken voor die blik
die zomerblos op de wangen
je schort met de naam van de zon erop

Eloise temidden van al die heerlijkheden
onder strakblauwe hemel en platanen
zindert op mijn netvlies zomers na

© FT 11.09.2020

–>
het dorp waar Camus ligt begraven herinnert de dichter aan de mooie dame met die woest aantrekkelijke blik met eeuwigheidswaarde. het moment gevangen in een prachtig zuidfrans dichtdecor – maar het is en blijf en het blijvende kraampje waarachter zij – een ogenblik om nooit te vergeten.
 


PAN, TOEN…

Radeloze rozen
rijmen met elkander.
Giftig lekker vozen
deed ik graag met Sander.

Rijmen met elkander
en sonnetjes lozen
deed ik graag met Sander,
soms met roekelozen

en sonnetjes’ lozen.
Ach, het gemeander!
Soms met roekelozen
weerzin der verstander…

Ach, het gemeander
tussen jou en bozen
weerzin der verstand. Er
zijnd, met tussenpozen

tussen jou en bozen.
Ik, mijn lief, verander:
zijnd, met tussenpozen,
hart, of brood, of klander.

Ik, mijn lief, verander,
breek, zoals de brozen,
hart, of brood, of klander,
in mijzelf bevrozen.

Breek zoals de brozen:
blijft de oleander
in mijzelf bevrozen?
Ik hou van een ander.

Blijft de oleander
giftig? Lekker vozen?
Ik hou van een ander.
Radeloze rozen!

***[Ditmar Bakker]

->
grappig – is het eerste wat in mij opkomt. ligt er een noodzaak om de twintigregels regel te schenden – neen! volgens mij is het een beetje Sandertje  pesten – Sandertje wordt langzaam maar zeker met Ditmars woorden ingesmeerd – een giftige plantje erbij voor het groene karakter  alsof ie naar een uitzending heeft gekeken van wat was het  – de keuringsdienst van waren of was het kassa – waarin  een tuincentrum werd gehekeld vanwege de giftige oleanders in de uitverkoop – mogelijk omdat men in het tuincentrum af wil van nog niet draagkrachtige kindjes.  doe maar lekker in je mondje al dat groen Sandertje – 2 oleanders voor de prijs van een. hier 8 strofen voor de prijs van een gedicht.

 
haar ogen waren zelf de lens
zoveel schoonheid vastgelegd  
genoeg ruimte in haar geest  
voor al die bewaarde beelden
 
in de kamers van haar hart
liggen de ingekleurde liefdes
verzameld in herinneringen
met dank aan de schenkers
 
anke labrie
(12-09-20)

–>
anke beschrijft het gemoed in drie mooie regels:

‘in de kamers van haar hart
liggen de ingekleurde liefdes
verzameld in herinneringen’

de regels die het boeket omsluiten zijn meer van de verpakking.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Share This:

VON SOLO in een nieuw jasje – ‘Oh ja, en vergeet niet breed te verkondigen, dat alles super, nice, chill en in orde is…’

foto: Fred Ernst

Vorige week was ik op de maandelijkse Poetsclub avond in café De Schouw. Bij binnenkomst zag ik door de hele kroeg heen met tape afgebakende gebieden. Navraag leerde me dat dit de gebieden zijn waar men mocht zitten. Zo wordt voldaan aan de richtlijnen van het RIVM en de regels die voor de horeca zijn afgesproken. Ook kreeg ik te horen dat je je wel op het terras mocht begeven, maar dat je dan wel moest gaan zitten en niet mocht blijven staan. Op de Witte de With lig je onder het vergrootglas van onze gewaardeerde toezichthouders, dus ik kon er rationeel wel begrip voor opbrengen. Maar na één ronde poëzie zag ik me toch genoodzaakt om de zaak te verlaten. Een dag mentaal gareel kon ik niet op deze wijze besluiten. Terugfietsend over de Mauritsweg passeerde ik café de Ridder. Binnen zag ik in een spookachtig licht barman Romano staan. Als een geest sloop ik binnen en ging in Romano’s dode hoek aan de toog staan. Hij schrok zich de pleuris, toen hij zich omdraaide en me ontwaarde. We lachten, wisselden plaisanterieën uit en ik bestelde een Duvel. Ik kon staan, zitten, lopen waar ik wilde, maar uiteindelijk heb ik hoofdzakelijk op één plek aan de bar gehangen. Toch was het vrijheid en pas anderhalf uur later rolde ik beneveld de nacht in naar huis. Dat voelde goed.
 
Twee weken geleden was ik op poëzie Lagogo in Hillegersberg. Het eerste festival, dat wel doorgang kon vinden in Rotterdam. Ook hier gold, dat je op je stoel moest blijven zitten op het festivalterrein. Als artiest heb je dan nog geluk, dat je functioneel wat moet lopen soms en dat er een backstage is. Maar er werd wel gewaakt, dat er geen loopje met de regels genomen werd. We hadden echter al snel een gat in regelgeving gevonden. Als je bier haalde aan de bar, dan kon je het terrein verlaten en tegen het dranghek geleund, met je bier binnen het festivalterrein, toch staan en je vrij bewegen. Absurd en wellicht kinderachtig gedrag, maar het stoorde niemand en formeel gezien was alles in orde. De lijn tussen de ene of de andere wereld bestond uit een dranghek. En zo leef ik nu al maanden in meerdere parallelle werelden. Je kan zo van de ene werkelijkheid de andere in stappen.
 
Dat moest minister Grapperhaus ook gedacht hebben toen hij zijn huwelijk vierde. En inderdaad, heel Nederland viel over hem heen. Een markante uitspraak die ik in de krant las, was ook dat je als publiek figuur altijd in functie bent. Nu hoor je dat vaker en lijkt dat ook wel gemeengoed te zijn. Dat is best een beangstigende gedachte, gezien sociale media van iedere nitwit en burger een publiek figuur maken. Vroeger als de Franse president er een maîtresse op na hield was ‘Et alors?’ genoeg om het publiek het zwijgen op te leggen. Maar nee, nu niet meer. Want we moeten altijd in functie zijn.
Dat is een heel enge gedachte, maar het is er in geslopen. We verworden steeds meer tot één dimensionale mensen. We kunnen maar één ding zijn, en daar moet alles in geïntegreerd zijn. Zo wordt het in relaties ook gezien. Je partner moet alles voor je betekenen en overal invulling aan kunnen geven. Geen wonder dat er in de relationele sfeer zoveel mis loopt. In het werk met het ‘altijd bereikbaar zijn’ en nu helemaal met het thuiswerken, vervaagt steeds verder de grens tussen werk en privé, voor zover die nog als zijnde ervaren wordt. Oh ja, en vergeet niet breed te verkondigen, dat alles super, nice, chill en in orde is.
 
Maar wat is nou de moraal van het verhaal? Het is beter als het allemaal niet verweven en geïntegreerd is. Dat is één van de pijlers van echte vrijheid. Dat ik kan kiezen tussen werelden binnen hetzelfde leven. Dat ik kan bewegen tussen dimensies, als dat nodig is. Een één-dimensionale wereld is plat. En als iedereen erin gelooft, is hij dat ook. Als iedereen gelooft, dat alles in enen en nullen en zwart en wit samen te vatten valt, dan is dat uiteindelijk ook zo. Door deze schijnbare ‘eenheid’ of ‘compleetheid’ verwordt een menselijk leven tot een voorspelbaar algoritme. Maar dan zul je mij buiten de dranghekken vinden, met een biertje in mijn hand. En iedereen zal zich afvragen, hoe dat dan kan, want dat past niet in het plaatje. Dan zal het ook wel niet echt zijn. Toch raar, wie er dan in die fantasie leeft…
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is vonsolojasjefredernst-811x1024.jpeg

Geachte heer Wolff,
We leven er nog lustig op los.
En schrijven blijft een houvast in onvaste tijden
en bij deze een nieuwe foto, op credits van Fred Ernst




XV

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

roermond – texel – groningen – eindhoven – zeeland – amstelveen


iemand

iemand zegt
het heet roermond hier
je hoort het aan de vogels
die voor de katten bang zijn

iemand anders
met een zachte G zegt
maar roermond is limburg
en we zitten nu in amsterdam

ik zeg
ik weet het niet
ik zie een kat lopen
ik hoor wel een zachte G

nog iemand zegt iets
en nog iets
iemand anders zegt ook nog iets
en iemand zegt niets

 
nog iemand

iemand zegt
het heet texel hier
je hoort het aan de katten
die bang zijn voor de mensen

iemand anders zegt
maar texel is een eiland
en je hebt daar geen katten
alleen schapen

én mensen zeg ik
nou ja mensen
eilanders
eigenlijk zijn dat geen mensen

nog iemand zegt iets
en nog iets
iemand anders zegt ook nog iets
en iemand zegt niets



nog iemand

iemand zegt
het heet groningen hier
je hoort het aan de mensen
al kun je ze niet verstaan

iemand anders zegt
maar groningen is een rampgebied
je hebt daar geen mensen meer
alleen von hofjes

én wadden zeg ik
ik wil ook weleens wat zeggen
heel veel wadden
modder en zand

nog iemand zegt iets
en nog iets
iemand anders zegt ook nog iets
en iemand zegt niets


pom wolff

nog iemand
 
iemand zegt
ze heet vera
ze komt uit eindhoven
al denkt ze zelf van niet

iemand anders zegt
maar er wonen geen veraas in eindhoven
je hebt er nog eentje in utrecht
maar dan moet je goed zoeken
met een philipslampje zeg ik
ik wil ook weleens wat zeggen

nog iemand zegt iets
en nog iets
iemand anders zegt ook nog iets
en iemand zegt niets


 
iemand

iemand zegt
het heet zeeland hier
je hoort het aan de babbelaars
vooral als ze smakken die zeeuwen

iemand anders zegt
zeeland blijft een deltaplan
het is altijd worstelen daar – die gasten
en boven komen ho maar

ik zeg
ik weet het niet
ik ken daar Anne Hardeman
mijn diva uit een streekroman

nog iemand zegt iets
en nog iets
iemand anders zegt ook nog iets
en iemand zegt niets

 
 
nog iemand

iemand zegt
het heet amstelveen hier
je hoort het aan de kalfjes

iemand anders zegt
amstelveen bestaat niet
amstelveen is amsterdam
 
ik zeg
ik wil ook weleens wat zeggen
wie noemt zijn museum nou JAN
 
nog iemand zegt iets
jan zegt ook nog iets
en iemand zegt niets

pom wolff
 

iemand zegt
heeft u niets beters te doen
u lijkt wel een pensionado
die weten ook met hun tijd geen raad
 
iemand anders zegt
hij heet pom wolff
dan weet je het wel
hoe mooi het ook is bij wolluf de hel
 
ik zeg
ik wil ook wel eens wat zeggen
en niet alleen maar woorden
in iemand anders mond leggen
 
 
pom wolff

Share This:

Merik van der Torren dicht bij de dood van Wilnah Molenaar

foto: Kees Besseling


Hoi Pom,
Wilnah Molenaar, bewoonster van Ruigoord en tuinder in Tuinpark Buitenzorg ( met het beroemde beeld van Boeddha, uit buxus-heg geknipt, in haar tuin ) is niet meer.
Enkele weken geleden kreeg ik bericht dat ze door euthanasie is overleden.
Ik schreef de tekst in de bijlage voor haar; voor pomgedichten, groet, Merik

Voor Wilnah Molenaar

 Je leeft voort en bloeit open.
Bij jou zie ik de kleur oranje.
Als een oranje roos groei je in Buitenzorg,
stekels voor wie blootsvoets je tuin betreedt,
bloemen voor wie verder ziet,
voorbij de boeddha van buxus.
 
Volgens mij is het niet gebeurd;
blijf je bloeien, blijf je geuren
in het wilde gras.


Merik van der Torren
 

Share This: